Posthoorn schreef:4kinderen schreef:Ik denk dat we hier de kern te pakken hebben. Als je leest wat deze dominee zegt wat de doop een kindje beloofd, kan ik niets anders concluderen dat dit de beloften uit het Woord zijn, die God aan de hele wereld gegeven heeft. Dus aan de ongelovige, aan de gelovige, aan de baptist of denken jullie dat het aanbod van genade alleen voor de dopeling is? Ik denk niet ddat iemand dat hier geloofd, de Heere biedt het een ieder aan. Niet een ieder die als kind gedoopt is, maar een ieder die er heil in ziet. Hij maakt dan geen onderscheid uit welke kerk je komt, geloofsdoop of zuigelingendoop. Dit biedt de Heere een ieder aan.
De vraag die dan overblijft is: als de Heere het een ieder mens aanbiedt, klein en groot, wat heeft het dan voor een meerwaarde die zuigelingendoop als God het in Zijn Woord net zo goed aan de rest van de wereld beloofd. Is er dan toch een speciale genadegave in de zuigelingendoop? Dat God dan de eerste is, dat is echt de reden niet. God is altijd de eerste die dit zegt, dit komt naar ons toe uit Zijn Woord... niet door de doop. Deze woorden kwamen al naar Adam toe in de moederbelofte, daar kwam GOd mee niet Adam. Zo is God altijd de eerste in het leven van een mens die tot geloof komt. Evangelisch of reformatorisch. Waar geloof is, daar was God de eerst. Dus dat kan ook dan geen extra mee zijn in de zuigelingendoop, maar wat dan wel? Dat is echt mijn grote vraag.
Klopt, de genade van het nieuwe verbond is voor állen die het Evangelie horen, niet alleen voor degenen die 'in de kerk' geboren worden. Maar de kinderen van gelovigen zijn wel 'geheiligd' in hun ouders (1 Kor. 7:14), geheiligd, in de zin van apart gezet. Zoals ook het volk Israël apart gezet was van de heidenen. Hoewel het God ook in het OT te doen was om een besnijdenis van het
hart, gaf Hij toch de opdracht ook de
kleine jongetjes te besnijden, ook al konden deze nog niet zelf geloven, laat staan hun geloof belijden. Naar analogie daarvan zou je kunnen zeggen dat de kleine kinderen gedoopt worden, ook al kunnen ze nog niet geloven en hun geloof belijden. Maar het is wel de bedoeling dat ze bij het opgroeien tot geloof komen (zoals dat ook gold voor de jongetjes en meisjes in het OT).
God gebood de besnijdenis aan Abraham en stelde deze uitdrukkelijk in. Ook op welke dag en hoe dit moest gebeuren. Allemaal terug te vinden in de Bijbel. De zuigelingendoop en de instelling daarvan zijn niet terug te vinden in de Bijbel. Wanneer je de besnijdenis gaat vervangen door de doop, moet je daar ook een Bijbeltekst of gedeelte voor hebben. Deze is er ook niet. Wanneer de besnijdenis zou zijn vervangen voor de doop, waarom lees ik dan nergens in het Nieuwe Testament de oproep van de Heere Jezus of later de apostelen om alle joodse zuigelingen die toen geboren werden te laten dopen.
De besnijdenis is geen teken van geloof, het is een teken van de afstamming van Abraham, dat je onderdeel bent van het volk waaruit de Messias zal worden geboren. Wanneer de besnijdenis teken van het geloof zou zijn, zou dat bij de instelling van de besnijdenis staan! Dat lees ik nergens terug bij de instelling van de besnijdenis. Alle joden, dus ook de onbesneden meisjes werden pas gerechtvaardigd door een waar geloof, wat vooruit of terugziet op het offer van Christus. De enige overeenkomst in het Woord is dat de joodse mannen door lichamelijke besnijdenis Abraham als vader kregen en de gelovigen de besnijdenis van het hart hebben ondergaan en zo Abraham als vader van alle gelovigen hebben gekregen. Daar is de doop een teken dat je de besnijdenis van het hart heb ontvangen. Deze besnijdenis ontvang niet door de doop, maar door een waar zaligmakend geloof. Pas daarna kun je gedoopt worden als teken van de inlijving in Christus.
Kolossenzen 2:10-12
10 En gij zijt in Hem volmaakt, Die het Hoofd is van alle overheid en macht; 11 in Welken gij ook besneden zijt met een besnijdenis, die zonder handen geschiedt, in de uittrekking van het lichaam der zonden des vleses, door de besnijdenis van Christus; 12 zijnde met Hem begraven in den doop, in welken gij ook met Hem opgewekt zijt door het geloof der werking Gods, Die Hem uit de doden opgewekt heeft.
In deze tekst komt duidelijk naar voren dat degenen die gedoopt zijn, ook de besnijdenis van het hart hebben. De apostelen maakten deze twee zaken nooit los van elkaar. Wat Paulus hier zeggen wil is dit: In Christus zijn jullie besneden met de inwendige besnijdenis van het hart. Bij deze geestelijke besnijdenis komen er geen handen aan te pas. Het is volkomen het werk van de Geest van God, door het geloof. Vervolgens zegt hij dat ze gedoopt zijn, dat is, met Christus begraven in de doop.
Met geen woord zegt Paulus hier dat de besnijdenis in de plaats van de doop gekomen is. Hij spreekt niet eens over de lichamelijke besnijdenis. Alleen de geestelijke besnijdenis noemt hij.
Als iemand geestelijk besneden wordt, dat is, als iemand tot het geloof komt, dan mag deze persoon vervolgens gedoopt worden. Hier is geen sprake van vervanging van het ene door het andere. Hier is sprake van een algemene regel in het Nieuwe Testament: Iemand die gelooft wordt vervolgens gedoopt.
Maar God gaf Abrahams zaad toch de besnijdenis? Dan moet Hij het zaad van de gelovigen toch ook een teken hebben gegeven? Dat is altijd de redenering. Nee... God heeft nergens in het Woord een teken gegeven voor het zaad van de gelovigen. Is dat erg? Nee... God vindt het blijkbaar niet nodig. De kinderen mogen inderdaad geheiligd opgroeien, dat betekent dat ze in een gezin groot komen waar het geloof voorgeleefd wordt, waar er aanschouwelijk onderwijs is, waar er voor hen gebeden wordt. Maar nergens in de Bijbel vinden we de instelling dat zij daarom gedoopt moeten zijn. Zij zijn geheiligd, dat is gewoon zo. Ook zonder gedoopt voorhoofd. Want als je de tekst goed leest staat er dat de ongelovige man ook geheiligd is in de gelovige vrouw. Moet hij dan ook maar meegedoopt worden? Dat doet geen kerk. Dus deze tekst wordt uit elkaar getrokken.
Ergens anders zegt Paulus zelfs dat hij zijn besnijdenis als drek beschouwt. Alles waar hij zich op zou kunnen beroepen. Apart gezet als jood. Besneden, zoon van de wet, enz. Maar hij gooit het allemaal weg. Daarmee bedoeld hij dat hij er niet op kan pleiten bij de Heere, dat hij het GOd niet kan aanbieden. Dus als je de doop ipv de besnijdenis zou zetten zou dat betekenen dat we dit net als Paulus als drek moeten achten, GOd niet als pleitgrond mogen aanbieden. In vers drie lees je duidelijk dat GOd in de Geest gediend moet worden. Wanneer we de doop als vervanging voor de besnijdenis zien, moet je in dit tekstgedeelte maar eens doop lezen ipv besnijdenis.
Fillipenzen 3
3 Want wij zijn de besnijding, wij, die God in den Geest dienen, en in Christus Jezus roemen, en niet in het vlees betrouwen.
4 Hoewel ik heb, dat ik ook in het vlees betrouwen mocht; indien iemand anders meent te betrouwen in het vlees, ik nog meer.
5 Besneden ten achtsten dage, uit het geslacht van Israël, van den stam van Benjamin, een Hebreër uit de Hebreën, naar de wet een Farizeër;
6 Naar den ijver een vervolger der Gemeente; naar de rechtvaardigheid, die in de wet is, zijnde onberispelijk.
7 Maar hetgeen mij gewin was, dat heb ik om Christus' wil schade geacht.
De zuigelingendoop kan dus geen winst zijn als je dit leest.