Artikel "Pleiten op de doop"

Gebruikersavatar
huisman
Berichten: 19258
Lid geworden op: 12 nov 2009, 23:38

Re: Artikel "Pleiten op de doop"

Bericht door huisman »

Afgewezen schreef:@Huisman, inderdaad kijk ik naar de uiteindelijke uitkomst. Want als God iets belooft, dan belooft Hij ook de uiteindelijke uitkomst. Als die uiteindelijke uitkomst afhankelijk is van iets van mij, dan staat alles op losse schroeven. Dan kun je nog zulke heerlijke beloften hebben, maar als ik ze verwerp door ongeloof, heb ik er niets aan.
En als ik de beloften verwerp, is het onzinnig om vervolgens te gaan pleiten op mijn doop. Dat is wat ik steeds probeer te zeggen. Je kunt de doop niet gebruiken om te bidden "Heere, wilt U mij bekeren, want dat hebt U toch zelf beloofd" of iets van dien aard. Want in feite bid je dan om de vervulling van de voorwaarde van de belofte, niet om de vervulling van de belofte zelf.
Dit is één van onze verschilpunten: Want als God iets belooft, dan belooft Hij ook de uiteindelijke uitkomst. Dit lijkt waar te zijn maar in de Schrift staan voorbeelden dat God iets beloofd (Het volk Israël in het beloofde land te brengen) maar dat het merendeel in de woestijn gestorven is (Vervulling voor hen niet gekomen). De Schrift zegt ook waarom: Om hun ongeloof.
Eens ben ik het met jou dat iemand die niet verlegen is geworden om de vervulling van de beloften ook niets aan zijn doop heeft. Als je de beloften in hardnekkig ongeloof verwerpt ga je gedoopt of ongedoopt verloren. Maar in de opvoeding van kleine kinderen mogen ouders zeggen: Bid God maar of Hij jou wil bekeren, wil wassen met Christus bloed, Je de Heilige Geest wil schenken want dat heeft Hij jou bij de doop beloofd. Doe je mond maar wijd open en Hij zal hem vervullen.
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
Gebruikersavatar
Afgewezen
Berichten: 17323
Lid geworden op: 12 mei 2005, 21:50

Re: Artikel "Pleiten op de doop"

Bericht door Afgewezen »

memento schreef:
Afgewezen schreef:
memento schreef:De kerk was uiteindelijk bij hen het uiterlijke middel waarbinnen God zijn genade werkt.
Ja, zo ziet het er in de praktijk wel uit, maar helemaal kloppen doet deze redenering natuurlijk niet. Want de apostelen werden eropuit gestuurd, juist om de kerk vol te maken. Er zal, alle eeuwen door, een 'toevloeien zijn tot des Heeren goed'. Het heil is vanuit Israël, de OT kerk, naar de volkeren gegaan om ze erbij te roepen.
Dat dit een specifiek binnen-kerkelijk gebeuren is, vind ik niet terug in de Bijbel.
Voor Calvijn was dit niet binnen-kerkelijk hoor. Zending had ook zijn aandacht. Hij dacht in de lijn: Waar het Woord komt met kracht, zullen mensen het gehoorzamen, en zich ook aansluiten bij de kerk en zich laten dopen. Daarom kon hij, met Augustinus en andere kerkvaders zeggen: Buiten de kerk geen zaligheid.

Tegen dat idee verzette zich de Dopers en later de Labbedie (en nu sommige thuislezer?). Zij ontkenden bewust dat de kerk niet nodig was tot zaligheid. Kerkleer en doopleer zijn (zowel historisch als dogmatisch) nauw aan elkaar verbonden.
Het is 'De Labadie', maar dat terzijde. Ik denk verder dat het niet zo zinvol is om het punt van de discussie te verleggen van de doop naar de kerk.
Dat God met Zijn beloften tot ons komt, is een feit. Dat die beloften door ons aangenomen moeten worden, eveneens. Dat dit laatste niet zonder geloof kan, staat ook buiten kijf.
Welnu, pleiten op een belofte zonder geloof, is zinloos. Pleiten op het teken van die belofte, is nog zinlozer. Omdat je zelf de voorwaarde blokkeert.
Dat er desondanks tóch mensen zalig worden, komt doordat God Zelf de vervulling van de beloften ter hand neemt. Verder moeten we er niet van alles bij halen, want dat maakt het allleen maar ingewikkeld.
Gebruikersavatar
Afgewezen
Berichten: 17323
Lid geworden op: 12 mei 2005, 21:50

Re: Artikel "Pleiten op de doop"

Bericht door Afgewezen »

huisman schreef: Maar in de opvoeding van kleine kinderen mogen ouders zeggen: Bid God maar of Hij jou wil bekeren, wil wassen met Christus bloed, Je de Heilige Geest wil schenken want dat heeft Hij jou bij de doop beloofd. Doe je mond maar wijd open en Hij zal hem vervullen.
Wat heeft God nu precies aan die kinderen beloofd? Dat Hij ze zal bekeren?
Willem
Berichten: 1933
Lid geworden op: 12 jul 2010, 13:33

Re: Artikel "Pleiten op de doop"

Bericht door Willem »

Uit een recensie door ds. J. Roos over het boekje van Ralph Erskine: Volhardt in het gebed.

Erksine maakt onderscheid tussen onvoorwaardelijke - en voorwaardelijke beloften. Als hij spreekt over 'voorwaardelijke beloften' dan bedoelt hij de beloften die aan de genade worden gedaan, waarop een onbekeerd mens niet kan pleiten. Hij bedoelt met 'onvoorwaardelijke beloften' de beloften die van de genade worden gedaan, bijvoorbeeld dat God aan doden beloofd heeft hen op te wekken. Hij schrijft dan: 'Welnu, wie weet dat hij niet onder de onvoorwaardelijke belofte valt?' We begrijpen hem, daar hij een ieder wil wijzen op de plicht om te bidden, in plaats van zich te verschuilen achter het schild van onmacht. Doch we willen zeker in deze tijd zeer voorzichtig zijn met zulke onderscheidingen, daar de praktijk heeft bewezen dat er altijd mensen zijn geweest die een verkeerde toepassing maken alsof men op bepaalde beloften mag pleiten. Laten we toch vasthouden dat pleiten een geloofsdaad is! Laten we daarom het hele boekje goed lezen, want hij schrijft ook dat het gebed voor de natuurlijke, onvernieuwde mens een even grote verborgenheid is als elk ander deel van onze heilige godsdienst. (...) Uit bewogenheid tot verloren zondaars doet Erskine wel eens vergaande uitspraken die een kanttekening behoeven, zoals bijvoorbeeld de opmerking: 'O, om Jezus' wil, Wiens bloed roept om barmhartigheid over u, laat Zijn bloed niet tevergeefs voor u zijn gestort doordat u weigert aan Zijn deur te smeken om barmhartigheid.' Dit doet echter niets af van de bijzondere inhoud over het gebed. De Heere stelle het lezen van dit kostelijke juweeltje tot rijke zegen!
Gebruikersavatar
memento
Berichten: 11339
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:42

Re: Artikel "Pleiten op de doop"

Bericht door memento »

Afgewezen schreef:
memento schreef:
Afgewezen schreef:
memento schreef:De kerk was uiteindelijk bij hen het uiterlijke middel waarbinnen God zijn genade werkt.
Ja, zo ziet het er in de praktijk wel uit, maar helemaal kloppen doet deze redenering natuurlijk niet. Want de apostelen werden eropuit gestuurd, juist om de kerk vol te maken. Er zal, alle eeuwen door, een 'toevloeien zijn tot des Heeren goed'. Het heil is vanuit Israël, de OT kerk, naar de volkeren gegaan om ze erbij te roepen.
Dat dit een specifiek binnen-kerkelijk gebeuren is, vind ik niet terug in de Bijbel.
Voor Calvijn was dit niet binnen-kerkelijk hoor. Zending had ook zijn aandacht. Hij dacht in de lijn: Waar het Woord komt met kracht, zullen mensen het gehoorzamen, en zich ook aansluiten bij de kerk en zich laten dopen. Daarom kon hij, met Augustinus en andere kerkvaders zeggen: Buiten de kerk geen zaligheid.

Tegen dat idee verzette zich de Dopers en later de Labbedie (en nu sommige thuislezer?). Zij ontkenden bewust dat de kerk niet nodig was tot zaligheid. Kerkleer en doopleer zijn (zowel historisch als dogmatisch) nauw aan elkaar verbonden.
Het is 'De Labadie', maar dat terzijde. Ik denk verder dat het niet zo zinvol is om het punt van de discussie te verleggen van de doop naar de kerk.
Ik noemde Calvijns kerkvisie erbij, om de zaken in context te plaatsen. Doop en kerk waren bij hem nauw verbonden. Een andere doopsvisie heeft ook een andere kerkvisie tot gevolg. Ik denk dat dat nuttig is om te beseffen.
Dat God met Zijn beloften tot ons komt, is een feit. Dat die beloften door ons aangenomen moeten worden, eveneens. Dat dit laatste niet zonder geloof kan, staat ook buiten kijf.
Welnu, pleiten op een belofte zonder geloof, is zinloos. Pleiten op het teken van die belofte, is nog zinlozer. Omdat je zelf de voorwaarde blokkeert.
Dat er desondanks tóch mensen zalig worden, komt doordat God Zelf de vervulling van de beloften ter hand neemt. Verder moeten we er niet van alles bij halen, want dat maakt het allleen maar ingewikkeld.
Ik voel me wat dit betreft meer thuis bij Calvijn en Teelinck. God werkt door Zijn middelen (waaronder de beloften, welke in de doop persoonlijk bezegeld en bekrachtigd worden). Ik zou graag de paradox laten staan, omdat die m.i. Bijbels is. Namelijk dat God enerzijds het geloof geeft als vervulling van de belofte. En anderzijds dat geloof een voorwaarde is voor de vervulling van de belofte. Een spanning die ons geen enkele ruimte laat, dan het neervallen aan Gods voeten, wanhopend aan onszelf en onze mogelijkheden om tot bekering en geloof te komen, en het alleen van Hem te verwachten.

Een ongelovige wordt dus opgeroepen om te pleiten op de belofte, omdat dat zijn enige hoop is. Alleen omdat God de zaligheid beloofd, is het mogelijk. Ja, in de doop worden die beloften aan hem persoonlijk bekrachtigd en verzegeld. Daarom mogen wij oproepen tot pleiten op de doop, omdat daarin de zekerheid ligt dat God ook deze beloften aan ons doet toekomen. Waarom, als we toch weten dat we zelf - met ons ongeloof - de vervulling in de weg staan? Omdat God het ons als middel aanwijst, en wij te gehoorzamen hebben. Je zou het zelfs heel scherp kunnen stellen: Wie niet pleit op de beloften, en niet pleit op zijn doop, veracht de beloften Gods en is Gode zeer zwaar ongehoorzaam, en staat júist daarmee zijn zaligheid in de weg.
Gebruikersavatar
Afgewezen
Berichten: 17323
Lid geworden op: 12 mei 2005, 21:50

Re: Artikel "Pleiten op de doop"

Bericht door Afgewezen »

memento schreef:Ik noemde Calvijns kerkvisie erbij, om de zaken in context te plaatsen. Doop en kerk waren bij hem nauw verbonden. Een andere doopsvisie heeft ook een andere kerkvisie tot gevolg. Ik denk dat dat nuttig is om te beseffen.
Ik weet niet precies wat jij een 'andere doopvisie' noemt, maar nogmaals, laten we dat onderwerp hier laten rusten. Omdat het nu puur gaat om de vraag of je mag pleiten op je doop.
memento schreef:Ik zou graag de paradox laten staan, omdat die m.i. Bijbels is. Namelijk dat God enerzijds het geloof geeft als vervulling van de belofte. En anderzijds dat geloof een voorwaarde is voor de vervulling van de belofte.
Een ongelovige wordt dus opgeroepen om te pleiten op de belofte, omdat dat zijn enige hoop is. Alleen omdat God de zaligheid beloofd, is het mogelijk. Ja, in de doop worden die beloften aan hem persoonlijk bekrachtigd en verzegeld. Daarom mogen wij oproepen tot pleiten op de doop, omdat daarin de zekerheid ligt dat God ook deze beloften aan ons doet toekomen. Waarom, als we toch weten dat we zelf - met ons ongeloof - de vervulling in de weg staan? Omdat God het ons als middel aanwijst, en wij te gehoorzamen hebben. Je zou het zelfs heel scherp kunnen stellen: Wie niet pleit op de beloften, en niet pleit op zijn doop, veracht de beloften Gods en is Gode zeer zwaar ongehoorzaam, en staat júist daarmee zijn zaligheid in de weg.
Ik vind dit allemaal zo ontzettend rationeel en massief. Is dat de bedoeling van de Bijbelse oproep tot geloven? En nogmaals, wat versta je in dit verband dan onder 'pleiten op de doop'? Ik vind nergens in de Bijbel terug dat mensen worden opgeroepen te pleiten op een sacrament. Dan kun je wel via een omwegredenering zeggen: ja, de sacramenten verzegelen de belofte, en op die belofte mag je wel pleiten, etc. etc. Maar dan ben je alweer volop aan het theologiseren en ik vraag me af of dat nu de bedoeling is.
Laten we het Evangelie eenvoudig houden. En het geloof, en de doop, en het avondmaal.
Gebruikersavatar
memento
Berichten: 11339
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:42

Re: Artikel "Pleiten op de doop"

Bericht door memento »

Afgewezen schreef:
memento schreef:Ik noemde Calvijns kerkvisie erbij, om de zaken in context te plaatsen. Doop en kerk waren bij hem nauw verbonden. Een andere doopsvisie heeft ook een andere kerkvisie tot gevolg. Ik denk dat dat nuttig is om te beseffen.
Ik weet niet precies wat jij een 'andere doopvisie' noemt, maar nogmaals, laten we dat onderwerp hier laten rusten. Omdat het nu puur gaat om de vraag of je mag pleiten op je doop.
memento schreef:Ik zou graag de paradox laten staan, omdat die m.i. Bijbels is. Namelijk dat God enerzijds het geloof geeft als vervulling van de belofte. En anderzijds dat geloof een voorwaarde is voor de vervulling van de belofte.
Een ongelovige wordt dus opgeroepen om te pleiten op de belofte, omdat dat zijn enige hoop is. Alleen omdat God de zaligheid beloofd, is het mogelijk. Ja, in de doop worden die beloften aan hem persoonlijk bekrachtigd en verzegeld. Daarom mogen wij oproepen tot pleiten op de doop, omdat daarin de zekerheid ligt dat God ook deze beloften aan ons doet toekomen. Waarom, als we toch weten dat we zelf - met ons ongeloof - de vervulling in de weg staan? Omdat God het ons als middel aanwijst, en wij te gehoorzamen hebben. Je zou het zelfs heel scherp kunnen stellen: Wie niet pleit op de beloften, en niet pleit op zijn doop, veracht de beloften Gods en is Gode zeer zwaar ongehoorzaam, en staat júist daarmee zijn zaligheid in de weg.
Ik vind dit allemaal zo ontzettend rationeel en massief. Is dat de bedoeling van de Bijbelse oproep tot geloven? En nogmaals, wat versta je in dit verband dan onder 'pleiten op de doop'? Ik vind nergens in de Bijbel terug dat mensen worden opgeroepen te pleiten op een sacrament. Dan kun je wel via een omwegredenering zeggen: ja, de sacramenten verzegelen de belofte, en op die belofte mag je wel pleiten, etc. etc. Maar dan ben je alweer volop aan het theologiseren en ik vraag me af of dat nu de bedoeling is.
Laten we het Evangelie eenvoudig houden. En het geloof, en de doop, en het avondmaal.
Natuurlijk is dit getheologiseerd. Daarmee onderbouw je iets met argumenten. In wezen zijn de andere visies die hier aangedragen worden evenzeer het product van theologiseren, en niet "eenvoudiger" ofzo.

Eenvoudig zou ik zeggen: God heeft geen lust in uw dood, o goddeloze, bekeer je daarom. Hij belooft u alles wat u nodig hebt. Zijn Geest wil in u wonen en werken. Waar u niet geloven kunt, wil Hij het geloof u schenken. Christus heeft betaald voor de zonden, opdat zondaren zoals u, die niet kunnen bestaan in het gericht van God, zalig kunnen worden. De Vader heeft van eeuwigheid verkozen, opdat er zijn zullen die geloven zullen. U twijfelt of het voor u wel kan? Zie op uw doop, waarin God zijn beloften heel persoonlijk aan u gegeven heeft. Het ligt niet aan God, als u verloren gaat, want Hij is goedwillig tot u en uw zaligheid. Wanneer u verloren gaat, komt dat, omdat u niet hebt geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God. God beloofd het u. Wie geloofd in Hem, zál behouden worden. U zegt: Ik kan niet geloven? Hij beloofd water uit te storten op het droge. Hij beloofd dorre doodsbeenderen tot leven te wekken. Smeek om de Geest, die u bij de doop is toegezegd. Zie op uzelf, en uw hopeloze, verloren staat. Zou u het van u zelf verwachten? Verwacht het van de Heere, die Drie-enige God. Wie het van Hem verwacht, zál niet beschaamd worden.
Wilhelm
Berichten: 3240
Lid geworden op: 13 okt 2007, 19:26

Re: Artikel "Pleiten op de doop"

Bericht door Wilhelm »

rekna schreef:[.
wellicht voor Wilhelm: roept ds. van Ruitenburg in het genoemde boekje ongelovigen op om te pleiten op de doop?
Ds van Ruitenburg zegt in het boekje het volgende:
Het bijbelse pleiten is geen pleiten op eigen verdienste, maar de Heere wijzen op het verbond, of God herinneren aan het Evangelie. We mogen bij de Heere echt goede argumenten aanvoeren om ons genadig te zijn. Heeft Hij niet Zelf gezegd dat we onze mond wijd open mogen doen? We mogen de Heere op Zijn Woord wijzen. Hij heeft de profeet Jesaja toch laten zeggen dat Hij Zijn handen heeft uitgestrekt naar een rebellerend volk? In de Doop heeft de Heere benadrukt dat Hij een gewillige Zaligmaker is. Ook dat mogen we de Heere als rechtelozen voorhouden. We mogen zogezegd de klomp tussen de deur zetten en de Heere heilig lastig vallen. Ik denk nog een keer aan Mozes, Hij pleitte er ook op dat de Heere toch groot van goedertierenheid was. Dat weet de Heere natuurlijk Zelf ook, maar het is tot Zijn eer als wij daarop pleiten.
Met al dit pleiten is het echter goed te bedenken dat er maar Eén is Die kan pleiten als een rechthebbende. Alleen de Heere Jezus kan bij God eisen dat Zijn gebed wordt verhoord. Hij is de grote Advocaat aan de rechterhand van de Vader en de Vader luistert altijd naar Hem. Als deze Zaligmaker voor iemand pleit, is die persoon behouden. Laten we die Voorbidder en Pleitbezorger zoeken (1 Johannes 2:1).
Dat is inmiddels al meerdere keren geciteerd, maar blijkbaar niet duidelijk genoeg voor je.
Als ik dit stukje lees kan ik niet anders concluderen dat ds Ruitenburg hier spreekt tegen ongelovigen. Ook wijst hij op het feit dat de Heere bij een ieder, dus ook bij jou, in de Doop benadrukt heeft een gewillige Zaligmaker te zijn. De discussie over het woord pleiten vind ik eigenlijk van minder belang. Het gaat om onze verantwoording en de belofte die er liggen. Want als jij of ik geen gehoor geeft aan die gewilligheid van Jezus zijn we schuldig aan het verwerpen van Zijn aangeboden genade! Redeneer dat toch niet weg. Want zo ernstig liggen de zaken, en als we dan zonder genade voor God moeten verschijnen zullen we met dubbele slagen geslagen worden. Dan zijn we verbondsbrekers.

Het paradoxale is, dat als we de Heere Jezus Christus door het geloof omhelzen mogen, het zullen erkennen en verwonderen dat het eenzijdige , soevereine genade was die eeuwig Hem bewoog!
Gebruikersavatar
huisman
Berichten: 19258
Lid geworden op: 12 nov 2009, 23:38

Re: Artikel "Pleiten op de doop"

Bericht door huisman »

Willem schreef:Uit een recensie door ds. J. Roos over het boekje van Ralph Erskine: Volhardt in het gebed.

Erksine maakt onderscheid tussen onvoorwaardelijke - en voorwaardelijke beloften. Als hij spreekt over 'voorwaardelijke beloften' dan bedoelt hij de beloften die aan de genade worden gedaan, waarop een onbekeerd mens niet kan pleiten. Hij bedoelt met 'onvoorwaardelijke beloften' de beloften die van de genade worden gedaan, bijvoorbeeld dat God aan doden beloofd heeft hen op te wekken. Hij schrijft dan: 'Welnu, wie weet dat hij niet onder de onvoorwaardelijke belofte valt?' We begrijpen hem, daar hij een ieder wil wijzen op de plicht om te bidden, in plaats van zich te verschuilen achter het schild van onmacht. Doch we willen zeker in deze tijd zeer voorzichtig zijn met zulke onderscheidingen, daar de praktijk heeft bewezen dat er altijd mensen zijn geweest die een verkeerde toepassing maken alsof men op bepaalde beloften mag pleiten. Laten we toch vasthouden dat pleiten een geloofsdaad is! Laten we daarom het hele boekje goed lezen, want hij schrijft ook dat het gebed voor de natuurlijke, onvernieuwde mens een even grote verborgenheid is als elk ander deel van onze heilige godsdienst. (...) Uit bewogenheid tot verloren zondaars doet Erskine wel eens vergaande uitspraken die een kanttekening behoeven, zoals bijvoorbeeld de opmerking: 'O, om Jezus' wil, Wiens bloed roept om barmhartigheid over u, laat Zijn bloed niet tevergeefs voor u zijn gestort doordat u weigert aan Zijn deur te smeken om barmhartigheid.' Dit doet echter niets af van de bijzondere inhoud over het gebed. De Heere stelle het lezen van dit kostelijke juweeltje tot rijke zegen!
Idd een prachtig boek van Ralph Erskine (maar dan zonder de kanttekeningen van Ds Roos) Het boek is ook helemaal in lijn wat de Erskine's schrijven in hun verklaring van de kleine catechismus van Westminster.
82. Tot wie worden de beloften des verbonds gericht?
Tot allen die het evangelie horen en tot hun zaad, Hand. 2:39, "U komt de belofte toe, en uw kinderen."

83. Wat voor recht tot de beloften hebben de hoorders van het evangelie door deze algemene overmaking er van?
Een recht van toegang tot de beloften en al de goederen die er in toegezegd worden, zodat ze niet te verontschuldigen zijn als zij niet geloven, Joh. 3:18.

84. Wat voor recht geeft het geloof tot de beloften?
Een recht van bezit, uit kracht van de vereniging met Christus, in Wie al de beloften
"ja en amen" zijn, Joh. 3:36, "Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven."

Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
Gebruikersavatar
Afgewezen
Berichten: 17323
Lid geworden op: 12 mei 2005, 21:50

Re: Artikel "Pleiten op de doop"

Bericht door Afgewezen »

memento schreef:Eenvoudig zou ik zeggen: God heeft geen lust in uw dood, o goddeloze, bekeer je daarom. Hij belooft u alles wat u nodig hebt. Zijn Geest wil in u wonen en werken. Waar u niet geloven kunt, wil Hij het geloof u schenken. Christus heeft betaald voor de zonden, opdat zondaren zoals u, die niet kunnen bestaan in het gericht van God, zalig kunnen worden. De Vader heeft van eeuwigheid verkozen, opdat er zijn zullen die geloven zullen. U twijfelt of het voor u wel kan? Zie op uw doop, waarin God zijn beloften heel persoonlijk aan u gegeven heeft. Het ligt niet aan God, als u verloren gaat, want Hij is goedwillig tot u en uw zaligheid. Wanneer u verloren gaat, komt dat, omdat u niet hebt geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God. God beloofd het u. Wie geloofd in Hem, zál behouden worden. U zegt: Ik kan niet geloven? Hij beloofd water uit te storten op het droge. Hij beloofd dorre doodsbeenderen tot leven te wekken. Smeek om de Geest, die u bij de doop is toegezegd. Zie op uzelf, en uw hopeloze, verloren staat. Zou u het van u zelf verwachten? Verwacht het van de Heere, die Drie-enige God. Wie het van Hem verwacht, zál niet beschaamd worden.
Tja, dat beroep op de doop vind ik dus echt overbodig. De belofte is genoeg om ons vrijmoedigheid te geven. Die belofte wordt ons in het Evangelie persoonlijk toegezegd en die wordt door de doop niet nóg persoonlijker dan persoonlijk.
En natuurlijk, we theologiseren allemaal, ik ook, maar mijn streven is om juist bij een zo eenvoudig mogelijk concept uit te komen. Een speciale status creëren voor gedoopten vind ik daarbij niet passen. En ook niet Bijbels. In het NT zien we dat je gelovigen en ongelovigen hebt. Onder die gelovigen heb je ook schijngelovigen, daarom worden de gelovigen gewaarschuwd, o.a. met het voorbeeld van de Israëlieten in de woestijn en door het beeld van de wijnstok met de ranken.
Gebruikersavatar
Bert Mulder
Berichten: 9099
Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
Contacteer:

Re: Artikel "Pleiten op de doop"

Bericht door Bert Mulder »

memento schreef: Eenvoudig zou ik zeggen: God heeft geen lust in uw dood, o goddeloze, bekeer je daarom. Hij belooft u alles wat u nodig hebt. Zijn Geest wil in u wonen en werken. Waar u niet geloven kunt, wil Hij het geloof u schenken. Christus heeft betaald voor de zonden, opdat zondaren zoals u, die niet kunnen bestaan in het gericht van God, zalig kunnen worden. De Vader heeft van eeuwigheid verkozen, opdat er zijn zullen die geloven zullen. U twijfelt of het voor u wel kan? Zie op uw doop, waarin God zijn beloften heel persoonlijk aan u gegeven heeft. Het ligt niet aan God, als u verloren gaat, want Hij is goedwillig tot u en uw zaligheid. Wanneer u verloren gaat, komt dat, omdat u niet hebt geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God. God beloofd het u. Wie geloofd in Hem, zál behouden worden. U zegt: Ik kan niet geloven? Hij beloofd water uit te storten op het droge. Hij beloofd dorre doodsbeenderen tot leven te wekken. Smeek om de Geest, die u bij de doop is toegezegd. Zie op uzelf, en uw hopeloze, verloren staat. Zou u het van u zelf verwachten? Verwacht het van de Heere, die Drie-enige God. Wie het van Hem verwacht, zál niet beschaamd worden.
Toen ik zoiets postte, namelijk DL 1-16, werd mij verweten dat Dit is enkel uitspelen van de verkiezingsleer tegenover de bediening van het verbond. Wat samen hoort te gaan zet jij nu wiskundig in een minderingsformule. Ik houd het liever bij Augustinus, Luther, Calvijn, de nadere reformatoren en de Puriteinen.
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
GJdeBruijn
Berichten: 2198
Lid geworden op: 09 mar 2010, 13:37

Re: Artikel "Pleiten op de doop"

Bericht door GJdeBruijn »

Bert Mulder schreef:
GJdeBruijn schreef:
Bert Mulder schreef:Ja, dit heb ik gelezen. En hoe zou een ongelovige ooit dat verbond toestemmen en vernieuwen, tenzij hij van nieuws geboren ware? Ik houdt vast, dat Calvijn niet spreekt over enig pleiten van een ongelovige, maar van de versterken des geloofs van een gelovige.
Kun je aantonen dat het geen inlegkunde is van jouw kant? Want jij ontkent wat een bekende rechtzinnige nederlandse oudvader schrijft als zijnde calvinistisch. Dat moet toch onderbouwd worden. Je kunt wel wat roepen, maar in dit topic zijn veel citaten opgevoerd die niet jouw bewering staven. Ik ben benieuwd wat je kan vinden.
Jij hield voor Calvijn te citeren. Dus nog weer een andere leugen. En een kind kan bemerken dat hij hier over gelovigen spreekt....
:quoi
Kijk bijv. eens naar http://refoforum.nl/forum/viewtopic.php ... &start=270
En van het laatste citaat schreef ik: Een zeeuwse oudvader. Nee, het was geen Teelinck maar wel Koelman.
Punt staat nog steeds: pleiten, niet als juridisch 'wapen' maar meer naar de aard van pleiten: Aanhouden, bidden, smeken.
Koelman en met hem vele anderen leren een waarde van de doop voor alle gedoopte kinderen.

Wat te denken van Beza?
Geloofsbelijdenis van Beza
Waarom de kleine kinderen van de gelovigen gedoopt worden.
Wat betreft de kleine kinderen weten we niet of ze het geloof hebben dat vereist is
om deel te hebben aan de vrucht van de sacramenten [Hand.8,36-37]. Het is zelfs niet
waarschijnlijk dat ze dat geloof bezitten, omdat zij hun verstandelijke vermogens
nog helemaal niet kunnen gebruiken [Deut.1,39; Rom.10,14.17]. Of God moet al op
een buitengewone manier in hen werken, maar dat blijkt ons nergens uit. Toch laten
we niet na aan hen de doop te bedienen en we stellen zelfs dat de anabaptisten die
zich verzetten tegen de kinderdoop ten zeerste dwalen.79
We doen dat ten eerste omdat de doop nu dezelfde reden van bestaan heeft als
vroeger de besnijdenis. Paulus noemde de besnijdenis: het zegel van de gerechtigheid
door het geloof [Rom.4,11]. Toch werden op Gods uitdrukkelijk bevel de kleine kinderen
van het mannelijk geslacht al op de achtste dag ermee gemerkt [Gen.17,12].
In de tweede plaats geldt voor de kleine kinderen van de gelovigen iets bijzonders.
Want hoewel ze nog geen werkzaam geloof bezitten zoals de volwassenen, toch
hebben ze al het zaad en de kiem van het geloof. Want de Heere heeft hen al vanaf de
schoot van hun moeder geheiligd [1 Kor.7,14] en hen onderscheiden van de kinderen
van de ongelovigen krachtens de belofte die hun ouders hebben aangenomen. Immers,
God belooft ons niet alleen dat Hij onze God is als we in Hem geloven, maar
ook dat Hij de God zal zijn van onze nakomelingen, ja tot in het duizendste geslacht
[Ex.20,6]. Welk recht hebben we dan om aan de kinderen het merkteken en de bekrachtiging
te onthouden van wat God hun al gegeven heeft?
-LET OP NU KOMT HET-
Men zou daarvoor kunnen aanvoeren dat, zelfs wanneer iemand uit gelovige ouders
voortkomt, daaruit nog niet volgt dat hijzelf bij het getal van de uitverkorenen
behoort en daarom geheiligd is. God heeft immers zelfs niet alle kinderen van Abraham
en Izaäk uitverkoren [Rom.9,6-8]. Het antwoord ligt voor de hand. Het is inderdaad
waar dat niet allen die uit gelovige ouders geboren zijn tot het koninkrijk van
God behoren. Maar wij menen dat we het oordeel over dit geheim aan God moeten
overlaten, want alleen Hij kent het [2 Tim.2,19]. Intussen gaan we ervan uit, dat
in het algemeen allen die een gelovige vader en moeder hebben of van wie een van
beide ouders gelooft, kinderen van God zijn [Gen.17,7; 1 Kor.7,14], tenzij er een dwingende
reden is waaruit we kunnen afleiden dat het niet zo is. Immers, van degenen
die de jaren des onderscheids bereikt hebben, vragen we dat ze een uitdrukkelijke
belijdenis van hun geloof doen en we nemen dan geen genoegen meer met de eenvoudige
veronderstelling waarover we spraken.

Dat geldt zowel wanneer ze vragen gedoopt te mogen worden [Hand.8,37] –namelijk wanneer
ze nog niet gedoopt zijn – als wanneer ze toegang vragen tot het avondmaal van de Heere
[1 Kor.11,28]. Want wanneer ze eenmaal zover zijn gekomen dat ze het begrijpen, kan men
daardoor veel beter beoordelen of ze waardig zijn de sacramenten te ontvangen, tenminste
voor zover een mens daarover kan oordelen. Wat betreft de hypocrieten, wij kunnen hen niet
als zodanig onderscheiden, totdat de Heer hen heeft ontmaskerd [1 Tim.5,24]. (dus ook niet op voorhand door een theologische constructie, gjdb)


Bovendien is het onmiskenbaar dat de gebeden van de kerk niet zinloos zijn. Die
worden uitgesproken wanneer men de kinderen in de kerkdienst ten doop houdt om
hen daardoor in te lijven in het lichaam van de kerk. Dit vormt een bijzondere troost
en we zeggen dat het niet geoorloofd is aan de vaders en moeders of aan hun kinderen
deze troost te ontnemen
. En deze gewoonte stamt al uit de tijd van de apostelen,
zoals ook de oude schrijvers betuigen. [Origenes’ boek V Over de brief aan de Romeinen;
en dikwijls wordt in de Handelingen der Apostelen gezegd dat men heeft gedoopt allen
die tot een huisgezin behoren.80] Vanaf die tijd is ze tot nu toe van kracht gebleven,
zodat we niet twijfelen of God bezegelt door dit merkteken met de daarbij gevoegde
gebeden van de gemeente die erbij aanwezig is, de aanneming tot kinderen aan hen
die Hij eeuwig heeft uitverkoren. Dat geldt hetzij ze sterven voordat ze de jaren des
onderscheids bereikt hebben, hetzij ze leven om de vruchten van het ware geloof
voort te brengen op de tijd en het uur dat God behaagt.
Bij Beza hoeven kinderen niet eens te pleiten.
fmproibido
Berichten: 13
Lid geworden op: 27 jun 2011, 23:45

Re: Artikel "Pleiten op de doop"

Bericht door fmproibido »

GJdeBruijn schreef:
Bert Mulder schreef:
GJdeBruijn schreef:
Bert Mulder schreef:Ja, dit heb ik gelezen. En hoe zou een ongelovige ooit dat verbond toestemmen en vernieuwen, tenzij hij van nieuws geboren ware? Ik houdt vast, dat Calvijn niet spreekt over enig pleiten van een ongelovige, maar van de versterken des geloofs van een gelovige.
Kun je aantonen dat het geen inlegkunde is van jouw kant? Want jij ontkent wat een bekende rechtzinnige nederlandse oudvader schrijft als zijnde calvinistisch. Dat moet toch onderbouwd worden. Je kunt wel wat roepen, maar in dit topic zijn veel citaten opgevoerd die niet jouw bewering staven. Ik ben benieuwd wat je kan vinden.
Jij hield voor Calvijn te citeren. Dus nog weer een andere leugen. En een kind kan bemerken dat hij hier over gelovigen spreekt....
:quoi
Kijk bijv. eens naar http://refoforum.nl/forum/viewtopic.php ... &start=270
En van het laatste citaat schreef ik: Een zeeuwse oudvader. Nee, het was geen Teelinck maar wel Koelman.
Punt staat nog steeds: pleiten, niet als juridisch 'wapen' maar meer naar de aard van pleiten: Aanhouden, bidden, smeken.
Koelman en met hem vele anderen leren een waarde van de doop voor alle gedoopte kinderen.

Wat te denken van Beza?
Geloofsbelijdenis van Beza
Waarom de kleine kinderen van de gelovigen gedoopt worden.
Wat betreft de kleine kinderen weten we niet of ze het geloof hebben dat vereist is
om deel te hebben aan de vrucht van de sacramenten [Hand.8,36-37]. Het is zelfs niet
waarschijnlijk dat ze dat geloof bezitten, omdat zij hun verstandelijke vermogens
nog helemaal niet kunnen gebruiken [Deut.1,39; Rom.10,14.17]. Of God moet al op
een buitengewone manier in hen werken, maar dat blijkt ons nergens uit. Toch laten
we niet na aan hen de doop te bedienen en we stellen zelfs dat de anabaptisten die
zich verzetten tegen de kinderdoop ten zeerste dwalen.79
We doen dat ten eerste omdat de doop nu dezelfde reden van bestaan heeft als
vroeger de besnijdenis. Paulus noemde de besnijdenis: het zegel van de gerechtigheid
door het geloof [Rom.4,11]. Toch werden op Gods uitdrukkelijk bevel de kleine kinderen
van het mannelijk geslacht al op de achtste dag ermee gemerkt [Gen.17,12].
In de tweede plaats geldt voor de kleine kinderen van de gelovigen iets bijzonders.
Want hoewel ze nog geen werkzaam geloof bezitten zoals de volwassenen, toch
hebben ze al het zaad en de kiem van het geloof. Want de Heere heeft hen al vanaf de
schoot van hun moeder geheiligd [1 Kor.7,14] en hen onderscheiden van de kinderen
van de ongelovigen krachtens de belofte die hun ouders hebben aangenomen. Immers,
God belooft ons niet alleen dat Hij onze God is als we in Hem geloven, maar
ook dat Hij de God zal zijn van onze nakomelingen, ja tot in het duizendste geslacht
[Ex.20,6]. Welk recht hebben we dan om aan de kinderen het merkteken en de bekrachtiging
te onthouden van wat God hun al gegeven heeft?
-LET OP NU KOMT HET-
Men zou daarvoor kunnen aanvoeren dat, zelfs wanneer iemand uit gelovige ouders
voortkomt, daaruit nog niet volgt dat hijzelf bij het getal van de uitverkorenen
behoort en daarom geheiligd is. God heeft immers zelfs niet alle kinderen van Abraham
en Izaäk uitverkoren [Rom.9,6-8]. Het antwoord ligt voor de hand. Het is inderdaad
waar dat niet allen die uit gelovige ouders geboren zijn tot het koninkrijk van
God behoren. Maar wij menen dat we het oordeel over dit geheim aan God moeten
overlaten, want alleen Hij kent het [2 Tim.2,19]. Intussen gaan we ervan uit, dat
in het algemeen allen die een gelovige vader en moeder hebben of van wie een van
beide ouders gelooft, kinderen van God zijn [Gen.17,7; 1 Kor.7,14], tenzij er een dwingende
reden is waaruit we kunnen afleiden dat het niet zo is. Immers, van degenen
die de jaren des onderscheids bereikt hebben, vragen we dat ze een uitdrukkelijke
belijdenis van hun geloof doen en we nemen dan geen genoegen meer met de eenvoudige
veronderstelling waarover we spraken.

Dat geldt zowel wanneer ze vragen gedoopt te mogen worden [Hand.8,37] –namelijk wanneer
ze nog niet gedoopt zijn – als wanneer ze toegang vragen tot het avondmaal van de Heere
[1 Kor.11,28]. Want wanneer ze eenmaal zover zijn gekomen dat ze het begrijpen, kan men
daardoor veel beter beoordelen of ze waardig zijn de sacramenten te ontvangen, tenminste
voor zover een mens daarover kan oordelen. Wat betreft de hypocrieten, wij kunnen hen niet
als zodanig onderscheiden, totdat de Heer hen heeft ontmaskerd [1 Tim.5,24]. (dus ook niet op voorhand door een theologische constructie, gjdb)


Bovendien is het onmiskenbaar dat de gebeden van de kerk niet zinloos zijn. Die
worden uitgesproken wanneer men de kinderen in de kerkdienst ten doop houdt om
hen daardoor in te lijven in het lichaam van de kerk. Dit vormt een bijzondere troost
en we zeggen dat het niet geoorloofd is aan de vaders en moeders of aan hun kinderen
deze troost te ontnemen
. En deze gewoonte stamt al uit de tijd van de apostelen,
zoals ook de oude schrijvers betuigen. [Origenes’ boek V Over de brief aan de Romeinen;
en dikwijls wordt in de Handelingen der Apostelen gezegd dat men heeft gedoopt allen
die tot een huisgezin behoren.80] Vanaf die tijd is ze tot nu toe van kracht gebleven,
zodat we niet twijfelen of God bezegelt door dit merkteken met de daarbij gevoegde
gebeden van de gemeente die erbij aanwezig is, de aanneming tot kinderen aan hen
die Hij eeuwig heeft uitverkoren. Dat geldt hetzij ze sterven voordat ze de jaren des
onderscheids bereikt hebben, hetzij ze leven om de vruchten van het ware geloof
voort te brengen op de tijd en het uur dat God behaagt.
Bij Beza hoeven kinderen niet eens te pleiten.
Beza schreef:In de tweede plaats geldt voor de kleine kinderen van de gelovigen iets bijzonders.
Want hoewel ze nog geen werkzaam geloof bezitten zoals de volwassenen, toch
hebben ze al het zaad en de kiem van het geloof.
Ja, dit is inderdaad een notie die we best regelmatig bij reformatoren tegenkomen. Ik heb veel rondgelopen met die notie in mijn achterhoofd. En toen ik eens de kanttekeningen bij Hebreeën 6 las viel me iets op. Daar staat namelijk het volgende:

4 Want het is onmogelijk,11 degenen, die eens verlicht geweest zijn,12 en de hemelse gave gesmaakt hebben,13 en des Heiligen Geestes deelachtig geworden zijn,14
5 En gesmaakt hebben het goede woord Gods,15 en de krachten der toekomende eeuw,16
6 En afvallig worden,17 die, zeg ik, wederom te vernieuwen19 tot bekering, als welke zichzelven20 den Zoon van God wederom kruisigen en openlijk te schande maken.


13) de hemelse gave gesmaakt hebben,
Dat is, het geloof, hetwelk hier gezegd wordt, dat zij gesmaakt hebben, niet omdat zij het in zijn rechte wezen immer zouden ontvangen hebben, maar omdat zij een klein begin en gelijkenis of schijn daarvan gevoeld hebben, gelijk het woord smaken ook tegen innemen gesteld wordt, Matth. 27:34; welk smaken Christus in de gelijkenis van den zaaier, Matth. 13:20,21, noemt een ontvangen des woords met blijdschap;



Let vooral op de woorden 'een klein begin', en vergelijk dit met de woorden 'een kiem van het geloof' bij Beza. Misschien begrijpt Beza de woorden 'een kiem van het geloof' wel als een algemeen beginsel van geloof als iets dat ook mensen kunnen bezitten die verloren zullen gaan.
Daartoe zijn de dingen gegeven, dat ze gebruikt worden; maar niet, opdat ze vergaard zouden worden - D. Bonhoeffer
Gebruikersavatar
Bert Mulder
Berichten: 9099
Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
Contacteer:

Re: Artikel "Pleiten op de doop"

Bericht door Bert Mulder »

GJdeBruijn schreef:Bij Beza hoeven kinderen niet eens te pleiten.
Hoe zou een dood zondaar ook kunnen pleiten, daar pleiten een geloofsdaad is.

Maar God werkt het geloof zelf in de Zijnen door de middelen die Hij daarvoor ingesteld heeft, namelijk de prediking des Woords.

Verder spreekt Beza hier duidelijk over gelovige ouders, niet over ouders die 'kerkleden' zijn....
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Gebruikersavatar
huisman
Berichten: 19258
Lid geworden op: 12 nov 2009, 23:38

Re: Artikel "Pleiten op de doop"

Bericht door huisman »

Bert Mulder schreef:
memento schreef: Eenvoudig zou ik zeggen: God heeft geen lust in uw dood, o goddeloze, bekeer je daarom. Hij belooft u alles wat u nodig hebt. Zijn Geest wil in u wonen en werken. Waar u niet geloven kunt, wil Hij het geloof u schenken. Christus heeft betaald voor de zonden, opdat zondaren zoals u, die niet kunnen bestaan in het gericht van God, zalig kunnen worden. De Vader heeft van eeuwigheid verkozen, opdat er zijn zullen die geloven zullen. U twijfelt of het voor u wel kan? Zie op uw doop, waarin God zijn beloften heel persoonlijk aan u gegeven heeft. Het ligt niet aan God, als u verloren gaat, want Hij is goedwillig tot u en uw zaligheid. Wanneer u verloren gaat, komt dat, omdat u niet hebt geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God. God beloofd het u. Wie geloofd in Hem, zál behouden worden. U zegt: Ik kan niet geloven? Hij beloofd water uit te storten op het droge. Hij beloofd dorre doodsbeenderen tot leven te wekken. Smeek om de Geest, die u bij de doop is toegezegd. Zie op uzelf, en uw hopeloze, verloren staat. Zou u het van u zelf verwachten? Verwacht het van de Heere, die Drie-enige God. Wie het van Hem verwacht, zál niet beschaamd worden.
Toen ik zoiets postte, namelijk DL 1-16, werd mij verweten dat Dit is enkel uitspelen van de verkiezingsleer tegenover de bediening van het verbond. Wat samen hoort te gaan zet jij nu wiskundig in een minderingsformule. Ik houd het liever bij Augustinus, Luther, Calvijn, de nadere reformatoren en de Puriteinen.

meen je dat Bert??? Dan ben jij het ook eens met deze stukken van Thomas Boston.
Maar Christus noemt mij in het Woord van het Evangelie niet
bij name. Hoe kan ik dan geloven dat Hij Zichzelf, Zijn gerechtigheid en zaligheid aan
mij in het bijzonder aanbiedt?
Antwoord:
Hij noemt u óók niet bij name in het woord van de Wet, of het nu is in de geboden of
in de vloek ervan. Hoe bent u er dan toe gekomen te geloven dat u een zondaar bent?
Is het niet omdat de geboden van de Wet tot alle mensen gericht zijn, omdat u de
conclusie trekt en gelooft dat zij - omdat u één uit het getal van de mensheid bent - tot
u in het bijzonder gericht zijn, evengoed als tot de anderen? En hoe komt u ertoe te
geloven dat u in het bijzonder onder de vloek ligt van de verbroken Wet? Is het niet
omdat de Wet zijn vloek afkondigt tegen een ieder die er onder is maar hem breekt,
Gal. 3: 10; Rom. 3: 19 en omdat u concludeert en gelooft dat de Wet u vervloekt
omdat u één van de verbrekers ervan bent? Welnu, u hebt een even genoegzame grond
om te geloven dat het Evangelieaanbod aan u in het bijzonder gedaan wordt, omdat
het zonder onderscheid aan allen gedaan wordt tot wie het Evangelie komt, Openb.
22: 17; Jesaja 55: 1. Het is geordend om aangeboden te worden aan alle schepsels
onder de hemel, Markus 16: 15 en hoe zondig u ook bent, u bent één van deze
schepsels. Christus' stem komt tot mensen, tot mensenkinderen, en wat u ook bent, u
bent één van de zondaren uit de mensheid en daarom wordt het aanbod aan u in het
bijzonder gedaan, Spr. 8: 4. Daarom hebben wij volmacht om het algemene aanbod
aan een ieder in het bijzonder toe te passen en een ieder heeft volmacht om het op
zichzelf toe te passen: "Geloof in den Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden",
Hand. 16: 31.
Hoe kan ik dan geloven dat Christus Zich aan mij in
het bijzonder aanbiedt?
Antwoord:
• Het is een bijzonder zekere waarheid dat u, tenzij u een gepast gevoel van uw
zonde hebt, tenzij u dorst naar Christus en Zijn gerechtigheid, tenzij u zwaar
beladen bent met de last van zonde die u voelt en u gewillig bent om Christus op
welke voorwaarde dan ook te nemen, u Hem nooit zult aannemen door een waar
geloof. Niettemin, welke kenmerken u ook hebt of niet hebt, indien u een zondaar
van Adams geslacht bent, - en ik hoop dat u daar niet aan twijfelt - dan wordt
Christus u aangeboden, samen met Zijn gerechtigheid en heel Zijn zaligheid, Spr.
8: 4; Joh. 3: 16; Markus 16:15. Want hoewel er inderdaad zekere kenmerken nodig
zijn om u te bewegen Christus aan te nemen, zo zijn ze er toch niet om het
Evangelieaanbod in de weg te staan. Christus wordt u werkelijk aangeboden, in
welke situatie u ook verkeert, zó werkelijk dat, indien u niet gelooft en zo de
Zaligmaker ontvangt, u voor eeuwig verdoemd zult worden omdat u niet geloofd
hebt, Markus 16:16.
• Het is niet te ontkennen dat hoe minder zondaren hun zonden gevoelen, hoe verder
zij verwijderd zijn van de gerechtigheid: des te meer hebben zij Christus nodig en
des te meer worden zij tot bekering geroepen. Dit blijkt duidelijk uit de toon van
de hele Heilige Schrift en uit de aard van de zaak zelf. Daarom worden zondaren
in het algemeen en niet alleen gevoelige zondaren bedoeld in Matth. 9: 12-13. Zo
is het ook met zieke mensen in het algemeen, waarmee ook diegenen bedoeld
worden die zo ijlen dat ze denken dat hun niets mankeert en dat ze geen dokter
nodig hebben en dus niet alleen die zieken die zich bewust zijn van hun toestand
en gevaar. Dit is de duidelijke, letterlijke betekenis van dat Schriftgedeelte en ik
zie geen noodzaak om daarvan af te wijken. Er wel van afwijken heeft een
duidelijk ongemak tot gevolg.
• Ook wordt de dorst in Jesaja 55: 1 niet genoemd om die te beperken tot een
genadedorst, een dorst naar Christus en Zijn gerechtigheid. Want er zijn in ieder
geval sommigen onder de dorstigen aan wie het aanbod gedaan wordt die "geld
uitwegen voor hetgeen geen brood is en hun arbeid voor hetgeen niet verzadigen
kan", vers 2. Het is echter duidelijk dat zondaren die gepast gevoelig zijn en die
naar Christus en Zijn gerechtigheid dorsten hun geld en arbeid niet op die manier
uitgeven, maar integendeel, voor datgene uitgeven dat echt brood is en écht
verzadigen kan, namelijk Jezus Christus, het ware Brood dat uit de hemel
neergedaald is. Daarom moet de dorst die daar bedoeld is, noodzakelijk omvatten
en in het bijzonder doelen op die dorst naar geluk en bevrediging die aan de hele
mensheid eigen is. Mensen die met deze dorst gepijnigd worden, spoeden zich om
lafenis tot de lege schepsels en tot hun walgelijke begeerten. En zo "wegen zij geld
uit voor hetgeen geen brood is en arbeiden zij voor hetgeen niet verzadigen kan".
Ze vinden daar niets dat hun eetlust of dorst kan bevredigen. Welnu, tot mensen in
deze rampzalige situatie wordt het Evangelieaanbod van de levende wateren
gedaan: Christus wordt hun aangeboden als het Brood, het Vette dat goed is en
hun pijnlijke dorst bevredigen kan, die anders nooit gelest zou worden.
• Evenmin wordt het plechtige Evangelieaanbod in Mattheüs 11: 28 beperkt tot een
zeker aantal mensen dat uitgerust is met enige loffelijke kenmerken onder de naam
van 'vermoeid' en 'zwaar belast'. Die woorden wijzen inderdaad op de natuurlijke
rusteloosheid van de zondige ziel van de mens, die arbeidt voor dat wat niet
bevredigt, Jesaja 55: 2. Onze vader Adam liet zijn hele nageslacht achter met een
geweten vol schuld en een hart vol onbevredigde begeerten. Daarom hebben wij
van nature een rusteloos geweten en een rusteloos hart en even natuurlijk begint
het hart te werken om er rust voor te vinden. Zij arbeidt in de woestijn van de
toornige Wet om rust voor het geweten en in de lege schepping om rust voor het
hart. Na dit alles is het geweten echter nog steeds zwaar beladen met schuld - of
het daar nu een levendig gevoel van heeft of niet - en het hart gaat nog steeds
gebukt onder een last van onbevredigde begeerten. Daarom kan inderdaad .noch
de ene, noch de andere rust vinden. Dit is de natuurlijke situatie van alle mensen.
En tot zielen die zó arbeiden en beladen zijn, roept Jezus Christus dat zij tot Hem
mogen komen en dat Hij hun rust zal geven, namelijk rust voor het geweten onder
de bedekking van Zijn bloed en rust voor het hart in het genieten van God door
Hem. Tot deze uitleg worden wij geleid door de wijze van spreken van de Heilige
Schrift en door het woordgebruik van de Heilige Geest, zowel in het Oude als in
het Nieuwe Testament. Men kan dit zien wanneer men de volgende teksten met
elkaar vergelijkt: Pred. 10: 15; Hab. 2: 13; Jesaja 55: 2; Jesaja 1: 3-4; 2 Tim. 3:
6-7.
• Tenslotte, wat betreft de gewilligheid waarvan u vreest dat u die niet hebt, moet u
denken zoals in elk ander geval. Als immers iemand zegt: "Wie ook maar wil, laat
hem deze zaak nemen", dan wordt dat volgens het gezond verstand en begrip
onder de mensen zo opgevat dat hij die zaak aan allen aanbiedt en niemand
uitsluit, hoewel men er tegelijk uit op kan maken dat ze aan niemand opgedrongen
wordt. Waarom zou men van deze manier van spreken in Openb. 22: 17 dan
denken dat ze het Evangelieaanbod beperkt tot een zeker aantal mensen?
Daarom concluderen we dat Christus niemand van u iets in de weg legt. Legt u uzelf
niets in de weg, om vervolgens te klagen dat u er niet door kunt? Want volgens de
Heilige Schrift is het een onfeilbare waarheid dat Christus aan u, ja aan een ieder van
u in het bijzonder, aangeboden wordt. Geloof het, want anders maakt u God tot een
leugenaar, 1 Joh. 5: 10.
3. Het
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
Plaats reactie