Beza schreef:Intussen gaan we ervan uit, [133] dat
in het algemeen allen die een gelovige vader en moeder hebben of van wie een van
beide ouders gelooft, kinderen van God zijn [Gen.17,7; 1 Kor.7,14], tenzij er een dwingende
reden is waaruit we kunnen afleiden dat het niet zo is.
Ik weet dat je hier meer studie naar moet verrichten, maar zeg je hiermee dat ten tijde van de reformatie de wedergeboorte niet echt als te ervaren punt in de tijd werd aangemerkt en de rechtvaardiging wel? Dat klopt dan toch niet met dat dik gedrukte deel van Beza? Voor mij lijkt hij net zo goed over een veronderstelde wedergeboorte als over een veronderstelde rechtvaardiging te schrijven.GJdeBruijn schreef:Tot nog toe kom ik tot de gedachte dat aanvankelijk de wedergeboorte in engere zin niet als te ervaren punt in de tijd werd aangemerkt, maar altijd achteraf in de tijd werd opgemerkt aan de hand van de rechtvaardiging. De theologen die ik noemde leren altijd leer en leven van de christen te bouwen op de vergeving der zonden.Fjodor schreef:Kan je mij uitleggen wat nu het verschil is tussen dat wat ik nu dik gedrukt heb en de veronderstelde wedergeboorte? Want ik neem aan dat je (GJdeBruijn), geen voorstander van het veronderstelde wedergeboorte idee bent.
De rechtvaardiging in de tijd is het keerpunt waar het om draait en dat daarmee elke veronderstelling van wat dan ook vooraf onnodig maakt.
De rechtvaardiging is een zaak die in het eigen geweten wordt beleefd. Gods Woord schiet haar pijlen op de mens: ons bewustzijn, verstand , geweten, geheugen, ja op onze ziel (Augustinus).
Over dat onderstreepte deel: is het niet beter te zeggen dat de rechtvaardiging werd opgemerkt aan de hand van de wedergeboorte (niet de wedergeboorte in engere zin), door middel van de vruchten?