Ja, dit vat ik ook niet helemaal.GJdeBruijn schreef: We kunnen zonder bijbelse inconsistentie het oude verbond en het nieuwe verbond als één geheel zien. Zolang er maar duidelijk onderkend wordt dat de christelijke gemeente niet hetzelfde is als het genadeverbond in uiteindelijke vervulling. Daarmee bedoel ik als het gaat om een vooraf conclusie over wie er deel vanuit maken.
Het oude verbond is het verbond dat de Heere met Israël maakte. Daar waren alle Israëlieten in begrepen. Of ze nu wedergeboren waren of niet, of ze nu onder het woord verkeerden of niet.
Dan zeg je dat men ook van de christelijke gemeente lid kan zijn zonder wedergeboren te zijn. En dat we daarom het oude en hier nieuwe verbond als één geheel mogen zien. Wat je dan wilt zeggen over die vooraf conclusie volg ik niet.
Maar het nieuwe verbond, en lid van de nieuwe gemeente kan je nu juist niet zijn zonder wedergeboorte (als we het even over volwassenen hebben). Daarom worden de kinderen van de gelovigen met de doop ook onderscheiden van de kinderen van de ongelovigen (HC 74).
Een doop die niet met geloof gepaard gaat is dan ook geen schoonwassing en ook geen invoeging in het genadeverbond, zolang als dat geloof er niet is. Waarmee degenen die hier het verbond, en daarmee de doop, loskoppelen van het geloof nog steeds ongereformeerd zijn.
Zie ook Ds Paauwe:
Als je dan, zoals Memento doet, de invoeging in het verbond los ziet van het geloof dan doe je alsof de Farao ook in het verbond ingevoegd was. Hij hoorde het woord van God (net als de Israëlieten), hij ging door de Rode Zee (net als de Israëlieten), maar hij kwam alleen niet boven. Er was namelijk geen geloof. Zonder geloof is het waterbad een oordeelsbad. En het verbond is nu juist dat God, door het geloof, mensen uit dat waterbad omhoog trekt, zodat ze niet verdrinken. Mensen die wel verdrinken zijn dus ook niet in het verbond begrepen (evenmin als de Farao en de wereld van voor de zondvloed (die ook het woord van God hoorden, want Noach was een profeet!)).Zie, zo liggen deze zaken. De Doop is immers van grote betekenis! Want hij is een verzegeling zoals ik je gezegd heb. God zegt in het sacrament, dat Hij ophouden zal God te wezen, als Hij niet doet wat Hij in de Doop beloofd heeft, namelijk de gedoopte te houden voor rechtvaardig en hem te vernieuwen naar Zijn eigen beeld. Maar de voorwaarde hiervan is het geloof; dit dus, dat de mens zelf het Verbond heeft ingewilligd en de genade, het leven, bestaande uit vergeving der zonden met het recht op het leven en de vernieuwing in, met en door de Heere Jezus Christus aangenomen heeft. Als dat geloof er nu niet is – je kunt zelf de conclusie trekken, nietwaar – dan komt alles anders te liggen en in plaats dat de Doop dan een troost zou zijn, is hij een oordeel.