De plannen van Wiersma zijn niet concreet genoeg en halen de wettelijke stikstofdoelen van 2035 niet. Het kabinet heeft zichzelf soepelere stikstofdoelen gesteld dan wettelijk verplicht is (
!). En zelfs die lagere doelen zijn moeilijk te halen: experts verwachten in de landbouw een daling van de uitstoot tot 2030, maar daarna stagneert de afname. Industrie en mobiliteit lijken dichter bij hun doel, maar voor landbouw geldt: zelfs met miljarden voor uitkoop van veehouders blijft succes onzeker. Ook de miljarden voor natuurherstel en agrarisch natuurbeheer missen een duidelijke visie en concrete invulling.
Conclusie: Wiersma lijkt de boeren respijt te bieden, maar haar plannen voldoen niet aan de wettelijke doelen, waardoor het intrekken van vergunningen dreigt. Dat is geen oog voor de mens, dat is boeren doelbewust op de ondergang afsturen.
De rechtbank oordeelt dat de Staat aan zijn eigen wetgeving kan worden gehouden en dat de wettelijke stikstofdoelen te beschouwen zijn als een absolute ondergrens. Daar kan niet zonder dwingende reden van afgeweken worden. Uit cijfers van het RIVM blijkt dat de maatregelen die onder het vorige kabinet zijn vastgesteld ruim onvoldoende zijn om de wettelijke doelen voor 2025 en 2030 te behalen. Ook de doelen van 2035 zullen met deze maatregelen niet worden behaald, maar daar zijn de vorderingen van Greenpeace niet op gericht. Verder constateert de rechtbank dat het kabinet Schoof tot op heden geen beleid heeft aangekondigd op grond waarvan met enige wetenschappelijke zekerheid kan worden aangenomen dat bij uitvoering daarvan het wettelijk stikstofdoel voor 2030 zal worden behaald. Daar komt bij dat het kabinet Schoof al wel heeft besloten onder meer het Transitiefonds niet voort te zetten, waarmee de financiële ruimte om beleid te voeren dat is gericht op stikstofvermindering, sterk is afgenomen. Dat is een stap terug, terwijl er juist extra maatregelen nodig zijn om de wettelijke stikstofdoelen te halen.