''Och mijn onherboren medereizigers naar de ontzettende eeuwigheid, ziet toch eens dat
alles te kort is voor de eeuwigheid. Merkt het eens op, dat de tijd voorts kort is, wie
weet hoe spoedig ge van hier verhuizen moet de eeuwigheid in. Och, u mocht eens
met Efraïm hier recht onrustig worden over uw hachelijke toestand voor de
eeuwigheid. Och, u mocht eens een rechte bedelaar worden en in ware
boetvaardigheid met Efraïm hier door genade wegzakken onder God. U mocht eens in
waarheid krijgen te kloppen op de heup en het mocht eens gans buiten hoop voor u
worden. Dan zou er welgegronde hoop voor u mogen zijn. Maar daar is toch ook een
volk, dat door Gods lieve hand daar gebracht wordt. O, dat kermen, dat zuchten, dat
missen is wel geen aangename zaak als ze tegenwoordig is, maar daarna geeft het in
de weg der genade een vreedzame vrucht der gerechtigheid. En telkens en telkens hij
vernieuwing moet dat volk maar op die plaats gebracht worden, dat ze aan het eind
gebracht worden met zichzelf, opdat de Heere in de weg van het bij aan en voortgang
al meer verloren gaan in zich zelf van dat volk Zijn dierbare liefde, gezegende
ontferming en grote goeddadigheid in Christus moge bekendmaken en ontdekken aan
het hart.
De Heere gedenke verder al Zijn volk naar weg en staat en toestand. Hij geeft de
moede kracht en vermenigvuldigt de sterkte die, die geen krachten heeft. Het
gekrookte riet zal Hij niet verbreken en de rokende vlaswiek niet uitblussen totdat Hij
het oordeel uitbrenge tot overwinning, ja tot eeuwige verheerlijking van de deugden
des Heeren. Amen''
Bron:
https://theologienet.nl/bestanden/steen ... preken.pdf
Ik kan mij voorstellen dat het och mocht anders geformuleerd moet worden en dat het sterker zou zijn als er duidelijk gemaakt werd dat God almachtig is om het geloof door de Heilige Geest te schenken aan het hart.
Maar als ik bijvoorbeeld dit bij pak: Een preek (tekstversie) van ds Breure
'' Kent u dit? Kennen we dit leven? Hier geen beginsel, dan straks geen volheid. Daarin mogen we elkaar en onszelf niet bedriegen. Kom dan tot Christus. Zonder verlangen en zonder vrucht. Hij schenkt het alles. En dan wordt één belofte juist niet vervuld, nog niet. Hoe meer die beloften vervuld worden, hoe meer die laatste juist nog niet: want dan neemt de treurigheid juist toe. Hoe meer vreugde te Sion, hoe meer toestromen tot Gods beloften van heil, hoe meer vruchtdragen, hoe meer smart je krijgt over het onvolkomene, hoe onvolmaakte. Dat er in jezelf is en blijft. In je zondige aard zit die niet uit te roeien is. Hoe meer smart je krijgt over het Godonterende en God tergende in de wereld, in de samenleving in de kerk. Hoe meer smart en tranen je krijgt over mensen die nog onverzoend zijn en hun verderf tegemoet leven. Hoe meer de HEERE van Zijn beloften vervult, uitschudt in je leven, hoe meer treurigheid en smart. Soms zo sterkt, dat je het bijna niet uit kunt houden. Dat je verlangt en verwacht de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Die vervulling van al Gods beloften. Die volheid die in brood en wijn verzegeld is. Om vooruit te zien en te verwachten. Die grote dag. Met groot verlangen''
https://www.hervormdwaarder.nl/jeremia/ ... ndmaal.pdf''
Dan kan je stellen dat het aspect Evangelieverkondiging in dat laatste duidelijker naar voren komt dan bij dr Steenblok.
@Simon0612 Ben jij dit met mij eens? Zo nee, kan je dan aangeven waar het dan in zit? Het gaat dan even om het aspect het Evangelieverkondiging.