Ik ben een nieuw lid van dit forum, en heb de volgende vraag. Graag zou ik van jullie willen weten hoe het volgende artikel uit de Nederlandse Geloofsbelijdenis geïnterpreteerd wordt.
Kiest God bepaalde mensen uit om uit het verderf te trekken en te verlossen, en kiest Hij anderen om die in hun verderf en val te laten, of moet dit artikel anders uitgelegd worden. Mogelijk verschilt dit per kerk. Zelf heb ik geen reformatorische achtergrond, en dit forum leek me een geschikte plaats om deze vraag neer te leggen.Artikel 16
De eeuwige uitverkiezing door God
Wij geloven dat God, toen het hele geslacht van Adam door de zonde van de eerste mens in verderf en ondergang was gestort (1), bewezen heeft dat Hij barmhartig en rechtvaardig is. Barmhartig, doordat Hij diegenen uit dit verderf trekt en verlost, die Hij in zijn eeuwige en onveranderlijke raad (2) uit louter genade verkoren heeft (3) in Jezus Christus, onze Here (4), zonder ook maar enigszins hun werken in rekening te brengen (5). Rechtvaardig, doordat Hij de anderen laat in hun val en verderf, waarin zij zichzelf gestort hebben (6).
(1) Rom. 3 : 12.
(2) Joh. 6 : 37, 44; Joh. 10 : 29; Joh. 17 : 2, 9, 12; Joh. 18 : 9.
(3) 1Sam. 12 : 22; Ps. 65 : 5 (vers 4); Hand. 13 : 48; Rom. 9 : 16; Rom. 11 : 5; Tit. 1 : 1.
(4) Joh. 15 : 16, 19; Rom. 8 : 29; Ef. 1 : 4, 5.
(5) Mal. 1 : 2, 3; Rom. 9 : 11-13; 2Tim. 1 : 9; Tit. 3 : 4, 5.
(6) Rom. 9 : 19-22; 1Petr. 2 : 8.