Luther schreef:
Ik houd het even bij de dingen die ik vroeg, en waarop je geen antwoord hebt gegeven. Ik zal ze nummeren, maakt het misschien makkelijker om te antwoorden:
1. Waar in de Bijbel staat dat kinderen eerst wel bij Gods verbond hoorden (Israël) en daarna niet meer?
2. Hoe leg jij uit wat er met Pinksteren is gebeurd? Wat is volgens jou de relatie tussen Israël en de volkeren?
3. Of wij uitgeleid zijn uit Egypte.. Ik weet niet hoe het bij jullie is, maar bij ons wordt elke week in de morgendienst de Wet gelezen. Die begint met: Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit Egypteland uitgeleid hebt. (Of gelden de Tien geboden alleen voor Israël?)
4. Hebr. 4: 1-2 geeft aan dat het kennelijk mogelijk is om een kind van Gods verbond te zijn, maar de beloften terzijde te schuiven en te laten liggen. Dat is inderdaad ter waarschuwing. Maar één ding is zeker: Beloften die mij niet zijn toegezegd en geschonken, kan ik ook niet verwerpen en laten liggen. Toch?
5. Ik geloof helemaal niet in de afval der heiligen. Gelukkig staat dat ook niet in Johannes 15. Je geeft ook geen antwoord op de vraag die ik je erover stelde. Er staat in vers 1 dat Christus de ware Wijnstok is en zijn Vader de Landman. In vers 2 is er sprake van ranken: er zijn twee soorten ranken in die Wijnstok: ranken die vruchten dragen, en ranken die geen vruchten dragen. Het gaat me even om de ranken die geen vrucht dragen. Zijn dat geen ranken in de Wijnstok? Zoals het er staat, is er maar één antwoord mogelijk: het waren ranken in de Wijnstok. Toch neemt Hij, de Landman ze weg. In vers 6 wordt dat nog nader uitgewerkt: Er zijn kennelijk mensen die in Christus zijn, maar die niet in Hem blijven. Die worden buitengeworpen. Als alle ranken in de Wijnstok beeld zouden zijn van Gods kinderen, dan kan dat uiteraard niet. Kennelijk gaat het hier om allen die krachtens het verbond objectief in Christus zijn. Toch?
Ik zal het nog eens herhalen, maar misschien moet je mijn allereerste post eens lezen, want daar heb ik ook al veel uitgelegd.
1. Natuurlijk zijn de kinderen van Abraham kinderen van het volk Israel en de jongens moeten dan ook besneden worden zoals God heeft geboden. God sloot immers een verbond met Abraham en zijn zaad. Dit is een verbond met de lijfelijke nakomelingen van Abraham. Een aards verbond en een aardse zaak. Daar is de besnijdenis een teken van. Door geboorte komen ze in dit verbond. Uit dit verbond is de Messias geboren. Daarom is het ook zo erg als joden niet geloven in de Messias omdat hij uit hun volk geboren is. Ze staan er met hun neus bovenop maar zien het niet.
Jezus is het Hoofd worden van het Nieuwe Verbond, waar alle gelovigen in zullen komen, ook gelovigen uit de heidenen. Een geestelijk verbond met een geestelijk teken. Abraham mocht ook in dat verbond zijn. Abraham wordt de vader van alle gelovigen genoemd, omdat hij God geloofde en het hem tot rechtvaardigheid gerekend werd. Alle gelovigen hebben Abraham tot vader. Zij komen door wedergeboorte in het Nieuwe Verbond en moeten dus inderdaad ook een teken dragen net als nakomeling van Abraham. Zij worden vanaf de rondwandeling van de Heere op aarde gedoopt. In het NT wordt duidelijk dat dit de ware besnijdenis is. De besnijdenis van het hart. In Colossenzen wordt dan ook heel mooi uitgelegd dat daar de doop een teken van is. Wat in de doop uitgebeeld wordt is in het hart van de gelovige gebeurd.
Dus... lijfelijke nakomelingen worden besneden, geestelijke nakomelingen worden gedoopt. (Als messiasbelijdende jood kun je dus zelf èn besneden èn gedoopt zijn)
En nu de kinderen van de gelovigen... horen die er niet bij? Waarbij wil je ze laten horen is mijn vraag dan. Bij de gemeente? Ja natuurlijk horen ze daarbij. Daar worden ze wel in geboren. Ze staan bij wijze zo dichtbij en mogen aanschouwelijk onderwijs krijgen. Dat is een geheiligde plaats zoals in Korinthe staat.
Betekent dat dan dat de kinderen van de gelovigen gedoopt moeten worden?? Nee... want dan ga je een aards en geestelijk verbond door elkaar laten lopen. Dan ga je het aardse verbond met Abraham toepassen op het Nieuwe Verbond. En dat kan niet, dat zijn twee verschillende verbonden, die wel met elkaar te maken hebben, maar die niet gelijk zijn. Zij mogen dus niet op grond van geboorte het geestelijke teken dragen. Omdat dit een teken is dat ze wederomgeboren zijn. Pas wanneer ze daarvan kunnen getuigen moeten zij gedoopt worden.
2. Israël... wil je het daar ook over hebben? Je haalt wat aan. Israël is Gods oogappel. Hij heeft hen uitgekozen uit alle volken. Niet omdat er iets in hen zou zijn, maar Hij nam redenen uit zichzelf. Bij hen is Hij begonnen om Zijn plan om de Messias geboren te laten worden te gaan voltooien. Bij hen begon het. Hij nam hen apart. Daarom kregen zij ook een lichamelijk teken. Apart gezet uit de volken. Zij mochten het Woord al ontvangen toen wij als heidenen nog in het duister leefden. Jezus is een Jood. Ik heb hen van harte lief. Ik zou hun plaats niet durven innemen. Ik zou me niet op dezelfde hoogte willen stellen als Abraham. God koos hem uit, uit zijn zaad zou Het Zaad geboren worden, wat een eer voor een zondig mens. En zij blijven Gods volk. Of ze nu dwalen of niet. God waakt over hen en er liggen nog veel beloften voor hen die nog uit gaan komen. Uit hen is het heil gekomen. Wij zijn van verre erbij geroepen, zoals er in Handelingen 2 staat. Wij zijn degenen die van verre stonden, maar nu ook mogen delen in dat heil. Wij zijn de schapen die van de andere kudde waren, zoals Jezus zelf zei. Samen met Israel mogen we één kudde worden, maar zij blijven Gods volk en wij mogen delen in wat de Heere in eerste instantie voor hen heeft gedaan. Israël heeft een speciale plek, die we niet mogen opeisen voor onszelf. Het verbond met Abraham is geen kleinigheidje. Daar moeten we echt afblijven.
3. De tien geboden zijn inderdaad aan Israël gegeven op de Sinaï. God maakte daarin duidelijk wat zijn wil is voor de mensen. Die wil is goed voor iedereen. Jezus heeft die wet vervuld, maar niet afgedaan. Het is goed om naar die wet te leven. Want Jezus zegt: "Wie mij liefheeft doet Mijn geboden." Trouwens... die wet... volgens mij is die door ons ook veranderd. Of hou jij je wel aan de sabbat?
4. Het klopt dat het voor Israel geldt, dat ze een lijfelijk kind van Abraham kunnen zijn, besneden op de 8e dag, maar God niet dienen. Wie in het aardse verbond met Abraham zit, zit nog niet automatisch in het Nieuwe Verbond. Ook zij moeten door geloof ingaan in het Nieuwe Verbond. Voor de heidenen is er geen aards verbond. Simpelweg omdat God alleen een aards verbond sloot met Israel. Zij mogen alleen delen in het Nieuwe Verbond wat geestelijk is. Dat geldt alleen voor gelovigen, de Kerk.
Wie opgenomen is in het Nieuwe Verbond door geloof in Jezus, zal daar nooit meer uitvallen. Daarom bestaat er ook niet zoals geboren worden als een kind in het genadeverbond en dat zij daarom moeten zij het teken van de doop moeten dragen. Dit teken is voor het geestelijke verbond en dit teken mag je pas dragen wanneer je ook daadwerkelijk overgezet bent in de Nieuwe Verbond. Je kunt het zo zien: wanneer draag je een trouwring? Wanneer je getrouwd bent toch? Of dragen onze kinderen al trouwringen terwijl ze hun bruidegom nog niet eens kennen? Het zou wat zijn als we onze kinderen bij geboorte een trouwring omdoen en vertellen dat deze ring van de Bruidegom is die met hen wil trouwen, deze Bruidegom beloofd: ik wil je Bruidegom zijn, daarom geef ik je vast mijn trouwring. Hun hele leven lopen ze met die ring om maar het komt nooit tot een trouwdag en dat we dan tegen onze kinderen zeggen: 'je had Hem moeten zoeken nu is het je eigen schuld datje buiten staat.' Het is echt een rare zienswijze, maar zo is het met de kinderdoop wel. Ze dragen de ring maar zijn niet getrouwd.
Voor de kinderen van de gelovigen zijn er veel beloften waar ze werkzaam mee mogen zijn. De Heere zal dat zeker verhoren. De Heere is een gezinsdenker. Hij zal de nakomelingen zegenen van hen die God vrezen. Dat is iets heel anders dan dat God de gedoopte kinderen zal zegenen, met name als ze na hun doop nooit meer in de kerk komen en/of ouders de Heere niet dienen. Kinderen van gelovige ouders, dat zijn niet alle kinderen die in de gemeente geboren worden helaas. Er zijn veel kerkelijk ongelovigen helaas. Deze kinderen komen gelukkig wel onder het Woord maar zij hebben geen vader of moeder die de Heere kent en daarvan getuigt in het gezin. En daar ligt nou juist de grote zegen. In dat getuigen en het voorleven.
5. De gelijkenis van de Ware Wijnstok gaat over vrucht dragen. De Heere wil ons waarschuwen voor vruchteloosheid. Het is tragisch als een christen geen vrucht draagt. We kunnen gerust zeggen vreselijk, een christen te zijn die geen vrucht draagt! Wat een tragedie is dat leven van de zorgeloze christen, de lauwe christen, de zondigende christen, de christen die z’n tijd verdoet, de wereldse christen, de gebedsloze christen! We doen er goed aan onszelf heel ernstig af te vragen of we nu vruchtdragende ranken zijn, of nutteloze ranken - zonder vrucht... Een leven zonder vrucht is een verkwist, nutteloos leven. Voor de “rechterstoel van Christus” zul je dan “schade lijden” (1 Kor. 3:13-15; 2 Kor. 5:9-10). Alles wat je in die verloren jaren geproduceerd hebt, wordt verbrand. De woorden van de apostel mogen mysterieus klinken, het zijn ook ernstige en ontzagwekkende woorden: “...doch hijzelf zal gered worden, maar als door vuur heen.” Dat is de betekenis van deze gelijkenis. Verder vergeestelijken is gevaarlijk.
Deze gelijkenis gaat niet over het Nieuwe Verbond of gemeente zijn en mag je daar dus ook niet op toepassen. Als je deze gelijkenis overal op gaat toepassen kun je tot vreemde conclusies komen, zoals een afval der heiligen.