schaap schreef:Ok, bedankt. Dit lijken me goede argumenten. Alleen zijn er wel mitsen en maars. Ikzelf weet er niet zoveel van af en ben echt op zoek naar de waarheid. Dus schrik niet van al mijn vragen...
> Markus 16:9 kan ook anders worden geinterpreteerd: Zo van Dat Jezus, de Opgestane, die morgen dit en dat deed.
> Wanneer hebben de twee vrouwen de specerijen gekocht, die ze hadden bereid? (Omdat namelijk ze zeer vroeg op de eerste dag van de week toen het nog donker was al op weg gingen met de gekocht en bereidde specerijen) Markus 16
> Waarom wordt er gesproken van een "grote" sabbat? (Lijkt me niet een zinnige opmerking als het toch al sabbat was de volgende dag.
> Messias belijdende Joden zouden toch goed moeten weten wanneer de 14 Nisan was?
> Waar kan ik info vinden over het verband tussen het feest der eerstelingen, Christus opstanding en pinksteren? Lijkt me heel boeiend! (Juist als dingen vervuld worden etc, dan neemt de geloofwaardigheid van de theorie toe, vind ik.)
Nou weer veel vragen...
Ik zal nog op de site kijken die je noemde. Misschien staat daar alles wat ik wil weten...
Ik zal proberen op je vragen in te gaan.
> Markus 16:9.
De tijdsbepalingen "vroeg" en "op de eerste dag van de week" staan in het Grieks direct ná het woord dat "opgestaan zijnde" betekent.
Bij het volgende werkwoord "hij verscheen" staat dan ook weer een bepaling, namelijk "eerst".
Omdat bij beide werkwoorden bepalingen staan, zou het erg vreemd zijn om alle bepalingen bij het tweede werkwoord te lezen. Dat is erg geforceerd vertaald en grammaticaal minstens onwaarschijnlijk.
> Wanneer hebben de vrouwen specerijen gekocht?
De vrouwen hebben zowel vóór als ná de sabbat specerijen gekocht. Vóór de sabbat direct na de kruisiging, dit moest zeer gehaast gebeurd zijn, want de sabbat brak bijna aan, dus er was weinig tijd meer. Ná de sabbat op zaterdagavond gaan de winkels weer open en zijn de resterende specerijen gekocht. (Zoals je weet is dat in Israël nu ook zo: de winkels zijn dicht op vrijdagavond + zaterdag overdag, maar gaan zaterdagavond weer open.) Deze twee tijdstippen blijken uit vergelijking van de Evangelieën en het is zeker niet onlogisch.
Lukas 23:56: "En wedergekeerd zijnde, bereidden zij specerijen en zalven; en op de sabbat rustten zij naar het gebod".
(Hier wordt dus gesproken van het gereedmaken van specerijen direct na de kruisiging, dus nog op 14 Nisan.)
Markus 16:1: "En als de sabbat voorbijgegaan was, hadden [eigenlijk staat hier gewoon: hebben] Maria Magdalena en Maria, de moeder van Jakobus, en Salome specerijen gekocht, opdat zij kwamen en Hem zalfden."
(Dit gebeurde na de sabbat en dat verklaar ik voor de zaterdagavond die immers geen sabbat meer is. De woorden "voorbijgegaan" duidt ook op een onmiddellijke actie van de vrouwen, ze lieten geen tijd meer verloren gaan, maar gingen na de sabbatsrust zo spoedig mogelijk de resterende specerijen kopen, dus op zaterdagavond.)
Bij een kruisiging op woensdag kom je in een veel onlogischer situatie. Dan zou donderdag de Paassabbat zijn geweest en zouden de specerijen op vrijdag gekocht zijn. De hele vrijdag zouden de vrouwen vervolgens NIET naar het graf zijn geweest en pas op zondagmorgen (in onze rekening maar liefst 4 dagen na de kruisiging) Christus hebben willen zalven. Dat is in zo'n warm land echt ondenkbaar voor een zalving die immers zo spoedig mogelijk na de dood moet plaatsvinden. De vrijdag zouden ze voorbij hebben laten gaan, terwijl dat de ideale dag was om naar het graf te gaan (geen sabbat of feestdag).
Uit het feit dat de vrouwen zo vroeg mogelijk naar het graf gingen blijkt al dat ze absoluut geen tijd wilden laten verloren gaan. Het is dan ook ondenkbaar dat ze (in de opvatting dat Christus al op woensdag gestorven zou zijn) de hele vrijdag zouden hebben laten passeren en pas op 5e (of onze rekening 4e) dag Christus lichaam gingen zalven.
> De grote sabbat.
Ik geloof zeker dat 15 Nisan grote sabbat genoemd kan worden. De wekelijkse sabbat is inderdaad al sabbat, maar dat neemt niet weg dat het samenvallen van de wekelijkse sabbat met een bijzondere sabbat nog steeds grote sabbat kan heten.
(Bij ons ervaren velen de zondag van Pasen trouwens ook als een bijzondere zondag.)
> Messiasbelijdende Joden en 14 Nisan
Dat de Messiasbelijdende Joden goed weten wat 14 Nisan is, daar twijfel ik niet aan. Echter, de bewering dat 14 Nisan dat jaar op woensdag viel, is echt gemakkelijker gezegd dan bewezen. Je moet dan namelijk zeker weten in welk jaar de kruisiging plaatsvond. Ik heb nog ergens een artikel liggen over de paasdata in de jaren 26-36 (tijdens Pontius Pilatus), geschreven door 2 astronomen die de maanstanden teruggerekend hadden. Ik zou dat artikel nog een keer kunnen opzoeken. Wat ik zeker weet, is dat in het jaar 30 en in het jaar 33 de datum 14 Nisan op vrijdag viel. Zoals ik je eerder heb geschreven is het jaar 30 een zeer waarschijnlijk jaartal. Het kan inderdaad zijn dat in het jaar 31 of 32 de 14e Nisan op woensdag viel, maar dat bewijst nog niet dat dit dan ook het juiste jaartal was. Kortom een hard bewijs van de dag van de week op grond van de kalender kan alleen wanneer je het jaartal hard kunt bewijzen. En over het jaartal bestaat nog wel wat verschil van mening, al zijn de meesten het erover eens dat de eerste jaren van Pilatus (26-28) te vroeg zijn en de laatste jaren (34-36) te laat (o.a. in verband met de bekering van Paulus die in het jaar 34 moet hebben plaatsgehad).
(Het is trouwens niet gezegd dat alle Messiasbelijdende Joden over deze kwestie zo denken als het artikel in de link die je gegeven hebt.)
> Het verband tussen Pesach (14 Nisan), de eerstelingen (16 Nisan) en de dood en opstanding van Christus.
Veel schrijvers hebben wel oog gehad voor het Paaslam in vergelijking met Christus. Over de betekenis van 16 Nisan is veel minder geschreven.
Toch vind je er hier en daar wel wat over. Een preek van Kohlbrugge op Pinksteren gaat er op in (Schriftverklaringen uitgave 1972, deel 21).
Wij vieren dus op het Pinksterfeest de 50e dag, namelijk van de opstanding van onze Heere en Heiland Jezus Christus, en tien dagen na Zijn glorierijke hemelvaart. In de boeken van Mozes is daarvan voorspeld, zoals wij lezen in Leviticus 23 vers 10 en vervolgens: Spreek tot de kinderen Israëls en zeg tot hen: Als gij in het land zult gekomen zijn, hetwelk Ik u geven zal en gij zijn oogst zult inoogsten, dan zult gij een garf der eerstelingen van uw oogst tot de priester brnegen. En hij zal die garf voor het aangezicht des Heeren brengen, opdat het voor u aangenaam zij; des anderen daags na de sabbat [=de paassabbat; dus de dag ná de paassabbat] zal de priester die bewegen.
Dat is dus de dag der opstanding, toen de eerstelingen van de priester bewogen werden voor de Heere; want Christus is de Eersteling van de doden. (...)
(Wat in deze quote tussen rechte haken staat is van mij; verder is het een quote van Kohlbrugge. Daarna zegt hij ook nog iets over het tellen van de 50 dagen vanaf die opstandingsdag (16e Nisan) tot Pinksteren.)
Tot zover. Je mag gerust meer vragen stellen, maar voor vandaag laat ik het hier bij.