Zonderling schreef:backtobasic schreef:Laatste poging,
Ik probeer te zeggen dat " bid dat uw vlucht niet op sabbat valle of in de winter, gepredikt is temidden van Jezus' voorspellende tekst over de laatste dagen, wanneer er een nooit weer evenaarbare verdrukking komt , en indien die dagen niet ingekort zullen worden, om wille van de uitverkorenen.....
het is toch duidelijk dat dit nog moet gebeuren?!Het gruwel der verwoesting, waar over door daniel gesproken is....(wat lag in de verre toekomst!!, dit is een beeld van de antichrist).
Ben benieuwd wat anderen er van vinden, tot nu toe lijkt iedereen bang zijn handen er niet aan te willen branden

Backtobasic,
Ik heb deze discussie graag aan anderen overgelaten. Vooral ook omdat ik het voor de kwestie sabbat/zondag van minder belang vindt.
Dat Jezus in de Evangeliën vóór zijn opstanding niet over de zondag gesproken heeft, hoeft ons niet te verbazen. Hij heeft toen ook niet gesproken over de roeping der heidenen, ook niet over de afschaffing van de ceremoniële wetten. Dat alles heeft gewacht totdat het moment daarvoor gekomen was, namelijk na Zijn dood en opstanding.
Verder ben ik het met Afgewezen eens dat de tekst die jij noemt vooral ziet op de verdrukking die voorafging aan de verwoesting van Jeruzalem. Dat geldt ook voor de gruwel der verwoesting staande in de heilige plaats (waar het niet behoort) zoals voorzegd door Daniël. Dat er nog een achterliggende, tweede betekenis kan zijn voor de komst van de antichrist wil ik niet ontkennen. Ik zie echter niet wat dit als argument toevoegt aan het onderwerp sabbat/zondag.
Z.
Uit Wikipedia:
Zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament (met name in de boeken Daniël en Openbaringen) wordt er voorspeld dat er een koning zal opstaan die zwaar in opstand komt tegen God en zijn heiligen:
Daniël 7:25 “Hij (een bepaalde koning in de eindtijd) zal in opstand komen tegen de hoogste God, en de heiligen van de hoogste onderdrukken. Hij zal proberen hun feesten en hun wet te veranderen, en zij zullen aan zijn heerschappij zijn overgeleverd voor één tijd, een dubbele tijd en een halve tijd.”
Daniël 9:27 “Hij (een toekomstige vorst) zal een sterk bondgenootschap sluiten met velen, één week lang. De helft van de week zal hij offers noch gaven laten brengen, en boven op het altaar zal een verwoesting brengende gruwel te zien zijn, totdat het aangekondigde einde van die verwoestende kracht komt.’ ”
Daniël 12:7 “Daarop hoorde ik (Daniël) de in linnen geklede man die zich boven het water van de rivier bevond, spreken. Hij hief beide handen op naar de hemel en zwoer bij de eeuwig Levende: ‘Eén tijd, een dubbele en een halve tijd: wanneer de macht van het heilige volk niet langer verbrijzeld zal worden, dan zullen al deze dingen zich hebben voltrokken.’ ”
Daniël 12:11 “En vanaf het moment dat het dagelijks offer wordt afgeschaft en een verwoesting brengend afgodsbeeld is opgericht, zullen er twaalfhonderdnegentig dagen verstrijken.”
Openbaringen 11:2 “De voorhof buiten de tempel moet je overslaan. Meet die niet op, want hij is bestemd voor de heidenen, die de heilige stad tweeënveertig maanden lang zullen vertrappen.”
Openbaringen 11:3 “Ik zal mijn twee getuigen opdracht geven om te profeteren. Gedurende twaalfhonderdzestig dagen zullen ze dat doen, gehuld in een boetekleed.” Dit slaat op de twee getuigen.
Er worden in deze aanhalingen verschillende tijdsaanduidingen gebruikt, die allemaal op eenzelfde periode lijken te duiden. “Eén tijd, een dubbele tijd en een halve tijd” is drieënhalf. “De helft van de week” is drieënhalve dag. “Twaalfhonderdnegentig dagen” is ongeveer drieënhalf jaar (1.277 dagen). “Tweeënveertig maanden” is eveneens drieënhalf jaar. En ook “Twaalfhonderdzestig dagen” is ongeveer drieënhalf jaar. Als “drieënhalve dag” als symbolische geïnterpreteerd wordt, zou dit als een periode van drieënhalf jaar gezien kunnen worden.
In onder andere Mattheus 24 spreekt Jezus ook over deze tijd, hoewel Hij er geen tijdsduur bij noemt. Hij noemt het “een tijd van enorme verschrikkingen, zoals er sinds het ontstaan van de wereld tot nu nooit geweest zijn en er ook niet meer zullen komen.” (Matth. 24:21). En in het volgende vers: "En indien die dagen niet ingekort werden zou geen vlees behouden worden; doch ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen worden ingekort" (Matth. 24:22).
[bewerken]Rampen tijdens de Grote Verdrukking
In de Bijbel staan ook grote rampen en oorlogen beschreven, die tijdens de Grote Verdrukking zouden gaan plaatshebben. In Mattheus hoofdstuk 24, vers 29-31 staat hierover: "29 Meteen na de verschrikkingen van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen. 30 Dan zal aan de hemel het teken zichtbaar worden dat de komst van de Mensenzoon aankondigt, en alle stammen op aarde zullen zich van ontzetting op de borst slaan als ze de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel, bekleed met macht en grote luister. 31 Dan zal hij zijn engelen uitzenden, en onder luid bazuingeschal zullen zij zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeenbrengen, van het ene uiteinde van de hemelkoepel tot het andere." Deze tekst geeft aan dat er dus een zonsverduistering en een maansverduistering zullen zijn en dat er sprake zal zijn van vallende sterren (kometen). Daarna vindt, zoals dat in het christendom genoemd wordt, de (tweede) Wederkomst plaats.
Denken wij hier anders over?