Ad Anker schreef:Ik moet deze gelijkenis morgen aan groep 5 vertellen. Ik vind het wel lastig ja. Het is vergelijkbaar met Matth. 24, maar toch weer anders. Hoe maak je de boodschap duidelijk. Als iemand nog snelle tips heeft, welkom!
Gehaald van Refoweb: De gelijkenis van de ponden die we vinden in
Lucas 19 is te vergelijken met de gelijkenis van de talenten in
Mat. 25. In beide gaat het
niet om het discipelschap van wedergeborenen.
Het gaat om mensen die ongelovig en onbekeerd zijn en van God alles krijgen wat nodig is om tot bekering te komen. God geeft daartoe gaven zoals genadetijd, zijn Woord, de prediking, onze christelijke opvoeding ...
Wat 1 Kor. 3 betreft, daar gaat het
om mensen die reeds tot geloof gekomen zijn, speciaal ambtsdragers. Als ze hun ambtswerk niet goed verricht hebben omdat ze met hooi, stro of hout op het ene fundament Christus gebouwd te hebben, verkrijgen ze geen ambtsbeloning. Hen zal niet toegeroepen worden: “Over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal Ik u zetten.” Wel worden ze zelf behouden, doch als door vuur d.w.z. als het ware geblakerd door het vuur van het oordeel op de jongste dag, hoewel niet verteerd.
In Mat. 5 gaat het ook weer om
gelovigen. Het loon dat ze ontvangen is genadeloon, waarin God zijn eigen werk, het geloof dus en de geloofsvruchten, beloont en bekroont.
Bron:
https://www.refoweb.nl/vragenrubriek/17 ... de-ponden/
I'm writing a book, and discussions here help me shape thoughts that may someday find their way into its pages.