Adagio schreef:Herman schreef:Ik zie niet in dat je aan de bijbel gezag kunt toekennen als je het ware geloof niet bezit.
De vraag is maar, wat met 'gezag' bedoeld wordt. De duivelen geloven ook, en zij sidderen.
samanthi schreef:Als je gezag aan Zijn Woord toekent, het dus gelooft, dan kun je niet onbekeerd blijven.
De Bijbel wordt het Woord van God genoemd. De kerk besloot niet de Bijbel gezag te 'geven' door haar 'Woord van God' te noemen. De kerk hérkende en érkende dat dit Gods Woord was. Kerkvaders hebben hier gesproken over de autopistie van de Schrift: de Schrift overtuigt van haar eigen geloofwaardigheid.
Maar er is ook een gezag dat bij mensen overkomt door de werking van de Heilige Geest; bij de Emmaüsgangers gingen de 'harten branden'. Het lezen van de reactie van @Herman deed mij, wellicht niet helemaal terecht, denken aan een te sterk accent op het subjectieve. (ver doorgetrokken: hierdoor werd in het verleden de weg gebaand voor vrijzinnigheid. Berkouwer sprak over een correlatiebegrip van geloof en openbaring. Weer een stap verder ging Kuitert, die stelde dat al het spreken over boven van beneden komt.)
En wat nu bij A. Huijgen, in “Lezen en laten lezen”? Huijgen miskent dat de Schrift het fundament en criterium van Godskennis is. Hij geeft aan dat je de Schrift alleen vanuit ‘eigen leven en culturele gevoeligheid’ kan lezen. Maar dat kan niet een zelfstandig, oorspronkelijk motief zijn. Want ook dat moet onder de 'vastheid' van de Bijbel gelegd worden.
Zeker noemt Huijgen bij het gezag van de Bijbel, haar autopistie. Maar als hij ook het innerlijke getuigenis van Gods Geest als fundament van dat gezag noemt, wekt dat verwarring. De Schrift heeft gezag ook voor wie haar niet aanvaardt. Huijgen spreekt alleen over de inhoud van de Schrift in relatie tot de mens die gelooft. Hij schrijft in algemene zin: ‘Wij blijken zondaren te zijn. Maar God laat het daar niet bij. Hij oordeelt ook dat wij gerechtvaardigd zijn om Christus’ wil.’ Door dit te stellen, wordt niet onderkend dat er twee wegen naar de eeuwigheid zijn. Ieder mens ligt in Adam onder Gods oordeel. Wanneer iemand door een zaligmakend geloof Christus is ingeplant, is hij rechtvaardig voor God. Waarom geen oproep tot bekering van de duisternis naar het licht?
De Heilige Schrift heeft daarom gezag vanwege haar inhoud (Gods roepstem en Zijn openbaring aan een gevallen menselijk geslacht), maar zeker ook vanwege haar Goddelijke oorsprong. Als dit laatste niet wordt vastgehouden, is het gevaar groot dat er binnen de Bijbel onderscheid aangebracht wordt tussen gedeelten die men van godsdienstig belang acht en dus wel gezag toekent, en historische en andere gedeelten, waarin men dat gezag niet of in mindere mate toekent.