Klopt. En je mag weten dat doen we. Dagelijks. En ondanks dat ontspoort het regelmatig op smartphone gebied. Wordt het verzet alleen maar groter. Stiekem achter je rug laten ze zich toch bijten door de komodovaraan. Dubbele acvounts, dubbele mobiel, inloggen op andermans Wifi. Je kunt het zo gek niet verzinnen of...Maanenschijn schreef:@Lilian1975,
ik denk ook niet dat je ongelijk hebt dat de huidige tijd zich kenmerkt door een verdergaande verkilling, eenzaamheid en individualisme. Ik zie hierin de kenmerken van de eindtijd steeds duidelijker. En ons boze hart zoekt steeds naar alles wat van de Heere afhoud. Ik denk dat we het daarin niet oneens zijn. Maar dat geconstateerd hebbende: hoe daar dan praktisch mee om te gaan. Bijvoorbeeld in het (mijn) gezin. Dan helpen argumenten zoals hier op het forum naar voren komen van: je verspilt genadetijd, het is niet diepgaand, stap op de fiets en ga naar vrienden, etc. niet echt.
Mijn ervaring is dat naast het gebed je niet veel meer kunt doen meekijken op zo'n schermpje. Praten over de filmpjes, meekijken in de timelijn, ja ook begrenzen (door apps op de telefoon van de kinderen die tijdens het leren de telefoon uitschakelt), en vooral in bewogenheid meegeven wat het met hun ziel doet.
Ik heb hier thuis het voorbeeld van de komodovaraan vaak verteld. Hij bijt zijn prooi. Die prooi gaat niet direct dood. De varaan blijft het volgen totdat de prooi soms na dagen dood neer valt. Dan eet de varaan de prooi op. Zo is het ook met alles wat tot ons komt. Het gaat langzaam, we gaan er aan wennen. Onterende beelden, vloeken en taalgebruik, zondige (sexuele) relaties, relativering van schriftgezag. Het is als het gif van de varaan.
Innerlijk moet er door genade een afkeer ontstaan aan alles wat van God afhoud. Het is taak van ouders, gezin, school en kerk om de jongelui bekend te maken met de weg tot zaligheid.
Mag ik hierbij een persoonlijke ervaring delen? Dit voorjaar was ik in het buitenland. In een centrum met verslaafden. Niet aan smartphones, maar drugs en alcohol. Onverwacht werd mij gevraag te 'preken'. Onder ons zouden we zeggen: een stichtelijk woord te spreken. Het overviel me. Ik had me niet voorbereid. Ik las Jesaja 53 en mocht ze met liefde wijzen op het Lam Gods. Jezus aanprijzen voor zondige mensen.
Dat hebben ook vooral onze jongeren nodig: naast praktische vaardigheden met social media, etc. etc.: Ouders, docenten, gemeenteleden die op Jezus wijzen als weg tot zaligheid.
Gewoonweg omdat ze je niet geloven dat ze in gevaar zijn. Omdat in hun omgeving er veel ruimer wordt gedacht door medeleerlingen, docenten etc. Die een dubbelleven voorleven. Die (ongewild?) De indruk wekken dat dat kan.
En dan in zo'n situatie zich volzuigen met alles wat maar tegen God ingaat. En zo steeds onbereikbaarder worden.
Ondanks ons (liefdevol)waarschuwen, ons wijzen op. Het voorleven. En dan, dan neig ik er naartoe om te stoppen met het begeleid confrontreren. Ik geloof er niet meer in.
Ik heb nergens gezegd dat je alleen met opmerkingen over genadetijd moet komen.
Verstuurd vanaf mijn SM-A520F met Tapatalk