Valcke schreef:Allereerst wil ik duidelijk stellen dat de gereformeerde belijdenis leert dat de geestelijke betekenis van de sacramenten van besnijdenis en doop overeenkomen. Daarom mogen we ook zeggen dat wat de besnijdenis in geestelijk opzicht betekende en verzegelde als sacrament voor de Joden hetzelfde is als wat nu verzegeld wordt door de doop. In dit opzicht is het dus een en hetzelfde sacrament,
Mee eens, de doop is een teken van de besnijdenis van het hart.
Valcke schreef:Omstandigheden zijn verschillend:
A het teken zelf
B onder welke verbondsbedeling
C de personen: onder het OT de gelovige Abraham en zijn zaad (jongetjes), onder het NT de gelovigen en hun jonge kinderen.
Als de doop een teken is van de besnijdenis van het hart (dus geloof, waar we het beiden over eens waren),
dan kan je het niet vervolgens weer terugplaatsen onder het verbond.
Als je zegt: nee, het is wel onder het verbond, welk verbond bedoel je dan precies?
De fysieke besnijdenis hoort bij het Joodse volk, als instelling van het Abrahamitisch verbond, en dit gebeurt nog steeds.
De geestelijke besnijdenis voltrekt zich alleen in allen die geloven. Daar is de doop een teken van, zegt Paulus in Galaten 3 vers 27.
En hij zegt het niet alleen daar, maar in nog meer brieven. De doopteksten in het NT, laten zien dat het altijd gaat over geloof, zich met Christus bekleden, met Hem begraven worden en opstaan in een nieuw leven, wedergeboorte.
HC, vraag 73 zegt het heel mooi:
Waarom noemt dan de Heilige Geest den Doop het bad der wedergeboorte en de afwassing der zonden?
God spreekt alzo niet zonder grote oorzaak; namelijk, niet alleen om ons daarmede te leren, dat, gelijk de onzuiverheid des lichaams met water, alzo ook onze zonden door het bloed en den Geest van Jezus Christus weggenomen worden , maar veelmeer, omdat Hij ons door dit Goddelijk pand en waarteken wil verzekeren,
dat wij zo waarachtiglijk van onze zonden geestelijk gewassen zijn, als wij uitwendig met het water gewassen worden.
Het is dus een teken van wat er daadwerkelijk gebeurd is.
Dat het alleen door het geloof is, dat heidenen Abrahams (geestelijke) kinderen kunnen zijn, legt Paulus heel mooi uit in de Galatenbrief:
Galaten 3:
7 Begrijp dan toch dat zij die
uit het geloof zijn, Abrahams kinderen zijn.
8 En de Schrift, die voorzag
dat God uit het geloof de heidenen zou rechtvaardigen, verkondigde eertijds aan Abraham het Evangelie: In u zullen al de volken gezegend worden.
9 Daarom worden
zij die uit het geloof zijn, gezegend samen met de gelovige Abraham
14 o
pdat de zegen van Abraham in Christus Jezus tot de heidenen zou komen, en opdat wij
de belofte van de Geest zouden ontvangen door het geloof.
27 Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed.
29
En als u van Christus bent, dan bent u Abrahams nageslacht en overeenkomstig de belofte erfgenamen.
Alleen door geloof delen we in de zegeningen van het verbond met Abraham. Eerder niet.