Lees dan maar in de Bijbel daar lees je over diakenen,opzieners,apostelen die het Woord bedienden. In de eerste gemeenten in Openbaring 2 en 3 lees je ook van een voorganger schrijf aan de engel=boodschapper/voorganger van de gemeente.
Hier artikel 30 van onze NGB met verwijsteksten. Dit zou op dit forum het laatste woord moeten hebben.
ARTIKEL 30 De regering van de Kerk Wij geloven dat deze ware Kerk geregeerd moet worden naar de geestelijke politie*, die ons onze Heere heeft geleerd in Zijn Woord1; namelijk dat er dienaars of herders moeten zijn, om Gods Woord te prediken en de Sacramenten te bedienen2; dat er ook opzieners3 en diakenen4 zijn, om met de herders te zijn als de raad der Kerk5, en door dit middel de ware religie te onderhouden, en te maken, dat de ware leer haar loop hebbe, dat ook de overtreders op geestelijke wijze gestraft worden en in den toom gehouden; opdat ook de armen en bedrukten geholpen en getroost worden, naar dat zij van node hebben6.
Door dit middel zullen alle dingen in de Kerk wel en ordelijk toegaan, wanneer zulke personen verkoren worden, die getrouw zijn7, en naar den regel, dien de heilige Paulus daarvan geeft in den brief aan Timotheüs8.
* politie betekent hier regering
1 Hand. 20:28 28 Zo hebt dan acht op uzelven en op de gehele kudde, over dewelke u de Heilige Geest tot opzieners gesteld heeft, om de Gemeente Gods te weiden, welke Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed. Ef. 4:11,12 11 En Dezelfde heeft gegeven sommigen tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen tot evangelisten, en sommigen tot herders en leraars; 12 tot de volmaking der heiligen, tot het werk der bediening, tot opbouwing des lichaams van Christus; 1 Tim. 3:15 15 Maar zo ik vertoef, opdat gij moogt weten, hoe men in het huis Gods moet verkeren, hetwelk is de Gemeente des levenden Gods, een pilaar en vastigheid der waarheid. Hebr. 13:20,21 20 De God nu des vredes, Die den grote Herder der schapen, door het bloed des eeuwigen testaments, uit de doden heeft wedergebracht, namelijk onze Heere Jezus Christus, 21 die volmake u in alle goed werk, opdat gij Zijn wil moogt doen; werkende in u, hetgeen voor Hem welbehagelijk is, door Jezus Christus; Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. 2 Luc. 1:2 2 Gelijk ons overgeleverd hebben, die van den beginne zelven aanschouwers en dienaars des Woords geweest zijn; Luc. 10:16 16 Wie u hoort, die hoort Mij; en wie u verwerpt, die verwerpt Mij; en wie Mij verwerpt, die verwerpt Dengene, Die Mij gezonden heeft. Joh. 20:23 23 Zo gij iemands zonden vergeeft, dien worden zij vergeven; zo gij iemands zonden houdt, dien zijn zij gehouden. Rom. 10:14 14 Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in Welken zij niet geloofd hebben? En hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt? 1 Kor. 4:1 1 Alzo houde ons een ieder mens, als dienaars van Christus, en uitdelers der verborgenheden Gods. 2 Kor. 5:19,20 19 Want God was in Christus de wereld met Zichzelven verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende; en heeft het woord der verzoening in ons gelegd. 20 Zo zijn wij dan gezanten van Christus wege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christus wege: laat u met God verzoenen. 2 Tim. 4:2 2 Predik het woord; houd aan tijdelijk, ontijdelijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer. 3 Hand. 14:23 23 En als zij in elke Gemeente, met opsteken der handen, ouderlingen verkoren hadden, gebeden hebbende met vasten, bevalen zij hen den Heere, in Welken zij geloofd hadden. Tit. 1:5 5 Om die oorzaak heb ik u te Kreta gelaten, opdat gij, hetgeen nog ontbrak, voorts zoudt te recht brengen, en dat gij van stad tot stad zoudt ouderlingen stellen, gelijk ik u bevolen heb: 4 1 Tim. 3:8-10 8 De diakenen insgelijks moeten eerbaar zijn, niet tweetongig, niet die zich tot veel wijns begeven, geen vuil-gewinzoekers; 9 houdende de verborgenheid des geloofs in een rein geweten. 10 En dat deze ook eerst beproefd worden, en dat zij daarna dienen, zo zij onbestraffelijk zijn. 5 Fil. 1:1 1 Paulus en Timotheus, dienstknechten van Jezus Christus, al den heiligen in Christus Jezus, die te Filippi zijn, met de opzieners en diakenen: 1 Tim. 4:14 14 Verzuim de gave niet, die in u is, die u gegeven is door de profetie, met oplegging der handen des ouderlingschaps. 6 Hand. 6:1-4 1 En in dezelfde dagen, als de discipelen vermenigvuldigden, ontstond een murmurering der Grieksen tegen de Hebreen, omdat hun weduwen in de dagelijkse bediening verzuimd werden. 2 En de twaalven riepen de menigte der discipelen tot zich, en zeiden: Het is niet behoorlijk, dat wij het Woord Gods nalaten, en de tafelen dienen. 3 Ziet dan om, broeders, naar zeven mannen uit u, die goede getuigenis hebben, vol des Heiligen Geestes en der wijsheid, welke wij mogen stellen over deze nodige zaak. 4 Maar wij zullen volharden in het gebed, en in de bediening des Woords. Tit. 1:7-9 7 Want een opziener moet onberispelijk zijn, als een huisverzorger Gods, niet eigenzinnig, niet genegen tot toornigheid, niet genegen tot den wijn, geen smijter, geen vuil-gewinzoeker; 8 maar die gaarne herbergt, die de goeden liefheeft, matig, rechtvaardig, heilig, kuis; 9 die vasthoudt aan het getrouwe woord, dat naar de leer is, opdat hij machtig zij, beide om te vermanen door de gezonde leer, en om de tegensprekers te wederleggen. 7 1 Kor. 4:2 2 En voorts wordt in de uitdelers vereist, dat elk getrouw bevonden worde.
8 1 Tim. 3