Luther schreef:lien75 schreef:Dat was nu van mij weer niet helder geformuleerd! De Wet des Heeren is in Christus vervuld maar geldt nog als regel der dankbaarheid. Maar dat geldt niet bij de ceremoniële wetten. Die zijn ook vervuld maar gelden niet meer. Omdat de voorafschaduwing niet meer is. Dus verder laat ik staan wat ik geschreven heb.
Zijn we het zo echt eens met elkaar?
Nee, nog niet helemaal. De functie van de ceremoniële wetten is door de vervulling niet geheel vervallen.
a. Er zijn ceremoniële wetten die als voorschrift of gebod nog steeds gelden, omdat zij toen de Heere een gruwel waren, niet opgeheven zijn, en daarmee ook Hem nu nog een gruwel zijn.
b. Alle wetgeving doet ons facetten kennen van Wie God in Christus is, ook al is de feitelijke functie van die wetgeving vervallen. (Ook het stuk van de dankbaarheid dus.)
c. De Wet van de 10 geboden heeft zeker als functie een leefregel der dankbaarheid te zijn, maar evenzeer een kenbron van onze ellendige staat en een tuchtmeester tot Christus.
d. Het feit dat de wet vervuld is, betekent niet: de wet is afgeschaft.
Luther, ik kan je niet volgen mbt a en B.
ad a; In de ceremoniële wetten staat inderdaad geen afgoden dienen. Maar nergens in het NT staat dat we die afgoden moeten verbranden. Nog steeds of tegelijkertijd blijft staan dat we die afgoden niet mogen dienen. Zie tien geboden. Niet omdat het in de ceremoniele wet staat, maar omdat het in de Wet des Heeren staat. En natuurlijk zien we nu nog steeds in de beschrijving van die offerdienst het rijke werk van Christus, maar wel als dat het in Christus is vervuld en niet alsof het nog moet gebeuren... Maar de discussie ging erover dat jij zei dat een deel van die wetten voor ons nog geldt. Alsof we ze moeten houden.
citaat van Luther
.Ja, er zijn wetten die voorkomen in de ceremoniële en burgerlijke wetgeving die nog steeds gelden, omdat er expliciet bij staat dat het de Heere een gruwel is. Als de Heere die wetten niet zelf expliciet heeft opgeheven (zoals het eten van onrein vlees) dan gelden die wetten nog onverkort, want dan is het de Heere nu nog steeds een gruwel.
Dus nog steeds bijvoorbeeld letterlijk de afgoden moeten verbranden! Dat leidde jij af uit het woordje gruwel. Die zaken afgoden dienen etc zijn inderdaad nog steeds een gruwel, het verbod daarvan staat ook in de wet des Heeren, maar maakt niet dat dat deel van de ceremoniële wet niet heeft afgedaan. Die hele wet is wel afgedaan.
Ik heb ook nog daarna gevraagd welke geboden uit de ceremoniele wetten nog steeds gelden volgens jou.
. lien75 schreef:
Geef eens wat voorbeelden dan?
Luther schreef
. Het gaat dan o.a. over Lev. 18 en 20 m.b.t. de teksten rond homoseksualiteit.
- Deut. 7: 25 De gesneden beelden van hun goden zult gij met vuur verbranden; het zilver en goud, dat daaraan is, zult gij niet begeren, noch voor u nemen, opdat gij daardoor niet verstrikt wordt; want dat is den HEERE, uw God, een gruwel.
26 Gij zult dan den gruwel in uw huis niet brengen, dat gij een ban zoudt worden, gelijk datzelve is; gij zult het ganselijk verfoeien, en ten enenmaal een gruwel daarvan hebben, want het is een ban.
- Het gaat in Lev. 13, 14 over afgodenoffers, en onreine dieren. (Dit is opgeheven in het NT.)
- Of dit in Deut. 17: 1 Gij zult den HEERE, uw God, geen os of klein vee offeren, waaraan een gebrek zij of enig kwaad; want dat is den HEERE, uw God, een gruwel.
- Deut. 18:
9 Wanneer gij komt in het land, dat de HEERE, uw God, u geven zal, zo zult gij niet leren te doen naar de gruwelen van dezelve volken.
10 Onder u zal niet gevonden worden, die zijn zoon of zijn dochter door het vuur doet doorgaan, die met waarzeggerijen omgaat, een guichelaar, of die op vogelgeschrei acht geeft, of tovenaar.
11 Of een bezweerder, die met bezwering omgaat, of die een waarzeggenden geest vraagt, of een duivelskunstenaar, of die de doden vraagt.
12 Want al wie zulks doet, is den HEERE een gruwel; en om dezer gruwelen wil verdrijft hen de HEERE, uw God, voor uw aangezicht, uit de bezitting.
13 Oprecht zult gij zijn met den HEERE, uw God.
- De bekende tekst uit Deut. 22:5 Het kleed eens mans zal niet zijn aan een vrouw, en een man zal geen vrouwenkleed aantrekken; want al wie zulks doet, is den HEERE, uw God, een gruwel.
(En let wel: het gaat hier niet over broek-rok, want toentertijd liep iedereen in een rok - aparte discussie)
etc.
In de bijbelgedeelten die jij gaf mbt wat de Heere een gruwel was staat iets over het offeren van dieren die helemaal gaaf moesten zijn. En als er een mankement aan het beest was dat ze wilden offeren, was dat een gruwel. Uit het hele NT blijkt dat de offerdienst heeft opgehouden te bestaan bij het scheuren van het Voorhangsel. Het gebod maar ook de noodzaak om te offeren is er dus niet meer. Wel blijft staan de
betekenis van het dier dat volkomen gaaf moest zijn, als heenwijzing naar Christus. Maar de
opdracht om het nu nog steeds te doen is er niet meer! Of er nu gruwel bij staat of niet.
B We hadden het over verschillende wetten. Ceremoniële, burgerlijke en zedelijke. Die eerste zijn opgehouden te bestaan. De burgerlijke waren specifiek wetten voor het volk Israel in verhouding met de volken om hen heen. En de zedelijke wetten staan tot de 10 geboden. Waarvan ik steeds gezegd heb dat we ze nog steeds dienen na te leven. In de ceremoniële wetten zien we de voorafschaduwing van Christus. Maar waar zien we dat in de andere wetten?
Kan je dat toelichten?
Wat wil je nu eigenlijk zeggen met punt B mbt over wat ik heb gezegd?
C. Mee eens. Maar dat heb ik ook nergens weersproken.
D. De wet is vervuld. Daarmee bedoelde ik steeds de ceremoniële wetten voor bijvoorbeeld de offerdienst. Die offerdienst, wat een voorafschaduwing was, is opgehouden te bestaan. En in die zin is die voor ons afgeschaft. Wij hoeven deze wetten niet meer na te leven!
Met betrekking tot de zedelijke wetten, zoals 10 geboden, heb ik nergens gezegd dat die zijn afgeschaft! Ook al zijn die in Christus vervuld!