Gian schreef:SecorDabar schreef: Zo zijn ook de belijdenisgeschriften voor ons het " prikkeldraad" om ons te beveiligen van dwaalwegen.
1Joh.1vs27 En de zalving, die gijlieden van Hem ontvangen hebt, blijft in u, en gij hebt niet van node, dat iemand u lere; maar gelijk dezelfde zalving u leert van alle dingen, zo is zij ook waarachtig, en is geen leugen; en gelijk zij u geleerd heeft, zo zult gij in Hem blijven.
Als je de belijdenisgeschriften
nodig hebt, heb je of de Geest niet, of misken je het werk van de Geest.
Beste Gian,
Als forumleden onderschrijven wij de 3 formulieren van eenheid:
1. Heidelberger Catechismus, 2. Ned. geloofsbelijdenis, 3. Dordtse leerregels.
Ik neem aan dat u deze ook onderschrijft.
Uw antwoord lijkt meer te passen bij de evangelischen, waar de slogan geldt:
"Niet de leer, maar de HEER' !!"
Als het over de Heilige Geest gaat, dan kunt u Zondag 20 van de HC,
of artikel 11 van de Ned. geloofsbelijdenis er op nalezen.
Beide geschriften eren de Heilige Geest.
Ik las in het boekje "de Gereformeerde eredienst" van
de hervormde ds. J. van der Haar het volgende:
Schrift en belijdenis zijn echter wel 2 onderscheiden zaken.
Wanneer ik deze beide, als in één adem noem,
dan hebben wij wel op onze hoede te zijn.
Er mag toch in geen geval een gelijkschakeling tussen beide grootheden zijn.
Een gevaar inmiddels, dat allerminst denkbeeldig is.
Wij mogen evenwel de belijdenisgeschriften niet laten
heersen over Gods Woord, maar dienen dat Woord van God
door ons erkend en beleden als geschonken in de Heilige Schrift
van Genesis 1 tot Openbaring 22, voorop te laten gaan, en nauwgezet
te luisteren of onze belijdenis daarmee overeenkomt.
Als ik dit zo vooropstel, mag men daaruit geen geringschatting
van onze belijdenisschat afleiden.
Elke gereformeerde belijdenis is appellabel aan Gods Woord te achten;
dat betekent, elke gereformeerde belijdenis is, waar en wanneer nodig,
te herzien van Gods Woord uit.
Dat belijdt onze belijdenis dan ook van haarzelf.
Mijn slotopmerking (Secor Dabar):
De belijdenisgeschriften hebben we m.i. nodig om de dwalingen
te onderkennen, en ze vertalen de woorden der Heilige Schrift,
in structureel verband, als het gaat om wat het ware geloof is
en inhoudt, naar de praktijk der godzaligheid.