huisman schreef:Tiberius schreef:huisman schreef:Kun je het nog wat duidelijker uitleggen wat nu precies de definitie van een "samenvaldrijver" is. (De dikke van Dale laat mij in de steek

"
Geen resultaat voor ' samenvaldrijver 'Het woord is verkeerd gespeld of het staat niet in het gratis woordenboek." )
Ik herhaal even een vorige quote:
Tiberius schreef:Samenvaldrijvers ontkennen dat er levendmaking is vóór de bewuste Christuskennis. Zoals ik al eerder aangegeven heb.
Die zeggen dus, dat Paulus als een dode zondaar drie dagen bad.
En dat de verloren zoon in zijn doodsstaat naar de vader ging.
Veel duidelijker lukt het denk ik niet. Wat vind je hier onduidelijk aan?
Ik kan het met gemak onduidelijk maken. Wat is een bewuste Christuskennis ? Om bij jouw voorbeelden te blijven : Christus openbaarde zich aan Paulus op de weg naar Damascus "En de Heere zeide: Ik ben Jezus, Dien gij vervolgt. " Je kunt toch niet volhouden dat hij Christus niet kende toen hij bad.
Ook de verloren zoon kende zijn vader en wist in zijn ellende zelfs goed van hem te spreken.
17 En tot zichzelven gekomen zijnde, zeide hij: Hoe vele huurlingen mijns vaders hebben overvloed van brood, en ik verga van honger!
18 Ik zal opstaan en tot mijn vader gaan, en ik zal tot hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen den Hemel , en voor u;
Dus ik zeg: Saulus en de verloren zoon waren levendgemaakt (een dode zondaar is immers blind voor zijn ellendestaat)maar hadden ook enige bewuste kennis van Christus.
Nu ga je het begrip Christuskennis wel heel erg oprekken. In jouw definitie hadden alle mensen tijdens Jezus' omwandeling bewuste Christuskennis. Ook iemand als Judas. Of de rijke jongeling.
Laat ik het dan met MacCheyne zeggen (heb ik geloof ik al eens eerder gedaan), de coupletten 4 t/m 6:
4 Maar toen mij Gods Geest al mijn schuld had ontdekt,
Toen werd in mijn ziele de vreze gewekt,
Toen voelde ik wat eisen Godsheiligheid deed;
Daar werd al mijn deugd een wegwerpelijk kleed!
5 Toen vluchtte ik tot Jezus! Hij heeft mij gered;
Hij heeft mij verlost van het vonnis der Wet;
Mijn heil en mijn vrede en mijn leven werd Hij;
Ik boog me, en geloofde, en mijn God sprak mij vrij.
6 Nu ken ik die waarheid, zo diep als gewis,
Dat Christus alleen mijn gerechtigheid is.
Nu tart ik de dood, nu verwin ik het graf,
Nu neemt mij geen Satan de zegekroon af!
Mensen die beweren, dat "
Maar toen mij Gods Geest al mijn schuld had ontdekt"
altijd in de tijd samenvalt met "
nu ken ik die waarheid, zo diep als gewis, Dat Christus alleen mijn gerechtigheid is.", die noem ik samenvaldrijvers.