Het grote weertopic

Herman60
Berichten: 143
Lid geworden op: 12 jun 2012, 15:08

Re: Het grote WEERTOPIC [2]

Bericht door Herman60 »

Desiree schreef:Hi, hi.. ben ik een uitzondering.

We bleven dit jaar in Nederland om verschillende redenen maar ook dat het lekker Hollands weer zou zijn. Ik krijg zo'n hoofdpijn van warm weer en dan de hele vakantie hoofdpijn is niet echt ontspannen.

Mijn wens is wel uitgekomen.. het was aangenaam uitrusten.

He he...een verstandige vrouw!
Mara
Berichten: 23142
Lid geworden op: 15 jun 2010, 15:54

Re: Het grote WEERTOPIC [2]

Bericht door Mara »

Manlief belt net, hij komt uit Duitsland en meldt dat hij later thuis is vanwege het noodweer :oO . Onweer, regen en hier schijnt een stralende zon!
Als er schaduw is, dan moet er ook licht zijn ~ Spurgeon
Gebruikersavatar
MarthaMartha
Berichten: 13043
Lid geworden op: 21 nov 2007, 21:04
Locatie: Linquenda

Re: Het grote WEERTOPIC [2]

Bericht door MarthaMartha »

Mara schreef:Manlief belt net, hij komt uit Duitsland en meldt dat hij later thuis is vanwege het noodweer :oO . Onweer, regen en hier schijnt een stralende zon!
Hier is net een flinke regenbui met wat onweer over. De zon schijnt weer.
Als de moed je in de schoenen zinkt, ga dan eens op je kop staan!
Mara
Berichten: 23142
Lid geworden op: 15 jun 2010, 15:54

Re: Het grote WEERTOPIC [2]

Bericht door Mara »

MarthaMartha schreef:
Mara schreef:Manlief belt net, hij komt uit Duitsland en meldt dat hij later thuis is vanwege het noodweer :oO . Onweer, regen en hier schijnt een stralende zon!
Hier is net een flinke regenbui met wat onweer over. De zon schijnt weer.
Hij was net de grens over met Venlo, het gesprek verliep moeizaam, er vielen steeds woorden uit.
Maar ik kon er net begrijpen dat het tussen half 9 en 9 uur zou worden.
Inmiddels begint mijn maag te knorren. :)
Als er schaduw is, dan moet er ook licht zijn ~ Spurgeon
Chrisje72
Berichten: 1602
Lid geworden op: 09 apr 2012, 11:50

Re: Het grote WEERTOPIC [2]

Bericht door Chrisje72 »

De woorden die er tussenuit vielen waren: ga....maar....vast.....eten :nananere
Gebruikersavatar
Lourens
Berichten: 3873
Lid geworden op: 09 jun 2008, 20:15
Locatie: Bunsburg

Re: Het grote WEERTOPIC [2]

Bericht door Lourens »

Gistermiddag de kerk uit........ gewoon een zwarte lucht. Het rommelde flink.
Thuis omgekleed en kijkend naar de lucht maar even het doek van de partytent gehaald en het frame vastgezet. Ik was nauwelijks 2 minuten binnen of het barstte los.
Hagelstenen, groter dan knikkers. In het dorp een aantal auto's met schade.

Hier was de enige schade een gat in dak van voliere. (gelukkig zit daar nog gaas onder dus de vogels zaten nog veilig.
Vertel God niet hoe groot jouw storm is. Vertel de storm hoe groot jouw GOD is !!!
Mara
Berichten: 23142
Lid geworden op: 15 jun 2010, 15:54

Re: Het grote WEERTOPIC [2]

Bericht door Mara »

Chrisje72 schreef:De woorden die er tussenuit vielen waren: ga....maar....vast.....eten :nananere
:haha nee hoor en het tijdstip van thuiskomst viel nog mee. Het werd naarmate hij dichter bij huis kwam, beter om te rijden.
Dus we hebben heerlijk "zuiders" om 9 uur gegeten.
Ik had er al rekening mee gehouden door een late lunch te nemen ;)
Als er schaduw is, dan moet er ook licht zijn ~ Spurgeon
Gebruikersavatar
henriët
Berichten: 12915
Lid geworden op: 30 mar 2007, 17:54

Re: Het grote WEERTOPIC [2]

Bericht door henriët »

donderdag 09 tot en met woensdag 15 augustus 2012

Vandaag en morgen: Wisselend bewolkt en vrijwel overal droog
Vanavond is er alleen wat hoge bewolking De wind is zwak tot matig uit noordelijke richtingen
Vannacht is er weinig bewolking, landinwaarts ontstaat plaatselijk wat grondmist of een enkele mistbank. De minimumtemperatuur ligt tussen 7en 11 graden. De wind is zwak en veranderlijk van richting.

Morgen overdag is het aan de kust zonnig, landinwaarts ontstaan ook enkele stapelwolken. De middagtemperatuur ligt tussen 18 graden in het Waddengebied en 23 in het zuidwesten. De wind is zwak tot matig uit noordelijke richtingen. (Bron: KNMI)


Vooruitzichten
Vrij zonnig met temperaturen van rond of iets boven normaal, na het weekeinde een toenemende kans op een enkele regen- of onweersbui.

bron:knmi
Een vriendelijk woord hoeft niet veel tijd te kosten maar de echo ervan duurt eindeloos....
Mara
Berichten: 23142
Lid geworden op: 15 jun 2010, 15:54

Re: Het grote WEERTOPIC [2]

Bericht door Mara »

Wat een verschil met verleden week zaterdag! Twee buurvrouwen hadden heel optimistisch een grote was buiten gehangen, maar die kunnen nu opnieuw door de centrifuge. Het komt af en toe werkelijk met bakken uit de hemel.
Als er schaduw is, dan moet er ook licht zijn ~ Spurgeon
-DIA-
Berichten: 33966
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Het grote WEERTOPIC [2]

Bericht door -DIA- »

WeerWeetjes
Achtergronden bij het weer
1e Jaargang nr. 4

*********************************************************************************************************************************************************************************
Records
De laatste jaren worden er in ons land opmerkelijk veel records bijgeschreven,
vooral warmterecords. Zeker sinds 1987, toen een warme periode is begonnen,
zijn vooral in de winter veel warmterecords gesneuveld. Ook Duitse meteorologen
hebben vastgesteld dat warmterecords ongeveer twee keer zo vaak zijn voorgekomen
dan kouderecords. Dat temperatuurverloop heeft zeker de aandacht van klimaatonderzoekers
omdat het informatie kan bieden over de natuurlijke variabiliteit.
Een verschil met vroeger is ook dat meteorologen tegenwoordig veel meer ruchtbaarheid
gegeven aan records. In sommige rubrieken wordt zelfs per dag gekeken wat voor die bewuste
de hoogste en laagste waarden van temperatuur of luchtdruk zijn.
Zodra de waarde wordt overschreden wordt gesproken van een nieuw record en als we eenmaal
in een koude- of hittegolf zitten, kan dagen achtereen het ene na het andere record worden
overtroffen.

Het temperatuurverloop vertoont in ons land echter een grillig gedrag en dat zien we pas
goed als we alle dagrecords van de eeuw op een rij zetten. Zo noteerde het KNMI met -24,8
graden op 27 januari 1942 het recordminimum voor die datum. Op geen enkele 27e januari
in deze eeuw was het nog kouder. De laagste temperatuur voor de dag daarop is -12,6 gemeten
in 1947. Op 28 januari zou dus met -12,7 graden al een nieuw record zijn geboekt terwijl het
op de 27e januari minstens 24,9 graden zou moeten vriezen om van een record te spreken.

Nu is dit een extreem voorbeeld, maar voor verschillende opeenvolgende data verschillen de
eeuwrecords 4 tot 6 graden! Om een record op een zinvolle manier vast te stellen moet daarom
ook altijd naar alle uiterste temperaturen van de decade (= 10 dagen), waarin de bewuste
datum valt. Het KNMI vermeldt temperatuurrecords meestal pas als de waarden in een
bepaalde decade, maand of over een nog langere periode worden overtroffen.

NOG EXTREMER
In een zomer die misschien voor velen het predicaat ‘wisselvallig’ verdient, smacht de natuur
in sommige gebieden naar regen. Zo is er in grote delen van Brabant deze maand opvallend
weinig neerslag gemeten. Deurne en Someren zijn zelfs nog niet verder gekomen dan 2 millimeter
augustus neerslag. We kunnen daar gerust spreken van serieuze droogte.

Friesland
De natste plekken in Nederland vinden we in de noordelijke provincies. Volgens de metingen
van het KNMI netwerk is het Friese Herbayum tot dusver de natste plaats met 95 millimeter
augustus neerslag. Herbayum ligt aan de noordwestkust van Friesland.
Aan de Waddenzee dus. Daar zit men niet te wachten op een flinke hoeveelheid regen.

Watertemperatuur
Echter, het weer houdt geen rekening met wensen. Niet van de natuur en niet van boeren.
En zo kan het gaan gebeuren, dat de plekken die om regen zitten te springen, er bekaaid
af komen in het aangekondigde natte weekend. En tevens, dat de al zo natte plaatsen er nog
een grote slok neerslag bij krijgen. Over het verwachtte natte weekend schreven we gisteren
ook al. Aanjager is een depressie die naar de Noordzee trekt en vooral opvalt door de zeer
onstabiele lucht die met het systeem mee komt. Met temperaturen van -20 graden op het
500 hPa niveau, samen met watertemperaturen van 20 graden aan zee en van lokaal 25 graden
op het IJsselmeer vraagt dat om een fikse reactie van de atmosfeer. In de vorm van zware
buien. De onstabiliteit wordt daarmee aan de kust en met name ook in het noordwesten het
grootst. Daar kan de combinatie van hoge watertemperatuur en daarmee veel verdamping en
toevoer van vocht aan de atmosfeer de buien het best stimuleren.

ECMWF
Kijken we nu naar de berekening van het ECMWF voor de periode tot en met maandagnacht,
dan zien we een verdachte verdeling. Het westen en noordwesten het natst, het zuidoosten het droogst.
De natste plekken vinden we met ruim 40 mm op de Waddenzee en voor de kust van
Zuid Holland. Omdat het hier om buien gaat, die in werkelijkheid in een dergelijke situatie vaak
in relatief smalle lijnen opereren, zou het zo maar kunnen dat de natste plekken de dubbele hoeveelheid
krijgen dan in dit globale kaartje is weergegeven. Zoals eerder genoemd, een
enkel station zou misschien zelfs wel de grens van 100 millimeter weekendneerslag kunnen
halen.

Tegelijkertijd is het ook waarschijnlijk, dat er in het drogere zuidoosten plaatsen zijn waar
de 5 millimeter in het weekend niet eens gehaald wordt. Volgens het model is Limburg het
droogst, maar de genoemde plaatsen Deurne en Someren, in het zuidoosten van Brabant,
liggen daar verdacht dicht bij. Het zou overigens kunnen, dat deze weekendneerslag voor
het zuidoosten in de loop van vanavond juist valt. En dat het zaterdag en zondag dus erg
meevalt met de buien of zelfs bijna helemaal droog blijft.

Nog extremer
Samenvattend is het zeer waarschijnlijk, dat de reeds zo grote verschillen in augustusneerslag
dit weekend alleen maar groter worden. En dat men in het zuidoosten ook volgende week nog
altijd moet beregenen, terwijl men in het noordwesten het water op de akkers heeft staan.
De herfstkleuren worden misschien nog wat duidelijker zichtbaar door de aanhoudende droogte,
terwijl er het noordwesten sommige gewassen wellicht eerder dreigen te verrotten in de
verzadigde grond.

Bronnen: KNMI en MeteoConsult
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Gebruikersavatar
henriët
Berichten: 12915
Lid geworden op: 30 mar 2007, 17:54

Re: Het grote WEERTOPIC [2]

Bericht door henriët »

Vandaag en morgen: Van tijd tot tijd regen of een bui
Er is veel bewolking en van tijd tot tijd valt er buiige regen. De regen trekt aan het begin van de nacht richting Duitsland weg. Vannacht is het dan overwegend bewolkt en lokaal vallen er nog enkele buien. De minimumtemperatuur wordt zo'n 9 graden. De zuidwestelijke wind is matig, kracht 3, aan zee en op het IJsselmeer soms vrij krachtig of krachtig, 5 of 6 Bft.
Overdag is er met name in het zuidoosten veel bewolking, het regent daar van tijd tot tijd. Elders laat de zon zich nu en dan zien en is er kans op een enkele bui. De middagtemperatuur wordt ongeveer 14 graden. De wind is overwegend zuidwestelijk en matig, aan de kust vrij krachtig. (Bron: KNMI)


Vooruitzichten
Vrij veel bewolking en van tijd tot tijd regen. Vrijdag veel wind. Op zondag af en toe zon en waarschijnlijk droog.
Een vriendelijk woord hoeft niet veel tijd te kosten maar de echo ervan duurt eindeloos....
Gebruikersavatar
Bert Mulder
Berichten: 9099
Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
Contacteer:

Re: Het grote WEERTOPIC [2]

Bericht door Bert Mulder »

http://www.weatheroffice.gc.ca/city/pag ... ric_e.html

TonightPartly cloudy. 30 percent chance of showers early this evening. Wind northwest 30 km/h gusting to 50 becoming light this evening. Low minus 3. TuesdayCloudy. 40 percent chance of showers late in the morning and in the afternoon. High 9. Tuesday nightPeriods of rain. Amount 5 mm. Low plus 1. WednesdayPeriods of snow. High plus 2. ThursdayA mix of sun and cloud. Low minus 8. High plus 2. FridayCloudy. Low zero. High 10. SaturdayA mix of sun and cloud. Low plus 2. High 16. SundaySunny. Low plus 2. High 17.
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 10305
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Het grote WEERTOPIC [2]

Bericht door J.C. Philpot »

Nederland relatief laat in herfsttooi
WAGENINGEN - Nederland krijgt dit jaar relatief laat te maken met verkleurend blad aan de bomen en bladval.

Pas eind oktober staan eiken en beuken in herfsttooi en rond eind november is het blad van de bomen, zo verwacht natuurnetwerk De Natuurkalender op basis van tellingen en van onderzoek van de Wageningen Universiteit.

Met de late herfstverkleuring wordt de trend van deze eeuw voortgezet.

De laatste jaren schuift het moment dat de bladeren vallen steeds op naar het einde van de herfst, aldus Arnold van Vliet van De Natuurkalender. De temperatuur in september lijkt daarvoor het meest bepalend.

http://www.nu.nl/wetenschap/2928301/ned ... ttooi.html
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
-DIA-
Berichten: 33966
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Het grote WEERTOPIC [2]

Bericht door -DIA- »

WeerWeetjes
Achergroden bij het weer
1e jaargang nr. 4
***********************************************************************************************************************************************
Beste lezers! Voor u ligt het nieuwste nummer van het zo populaire weermagazine WeerWeetjes. De (eenmans)redactie doet er alles aan om het magazine zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor een breed publiek. Helaas hebt u als lezer weer geruime stijd moeten wachten op een nieuw nummer. Maar door allerlei omstandigheden was de (eenmans)redactie verhinderd meer nummers te publiceren. Maar wij gaan het nu ruimschoots goed maken door een extra dik themanummer over SNEEUW. Veel leesplezier.
Namens uw (eenmans)redacteur, DIA


__________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Sneeuw
Sneeuw veroorzaakt de grootste problemen voor het wegverkeer, openbaar vervoer en vliegverkeer met name wanneer de neerslag valt bij vorst, vooral bij matige tot strenge vorst. Als het dan ook hard waait, gaat de sneeuw stuiven en ontstaan sneeuwduinen die veel overlast opleveren. Wanneer sneeuw wordt verwacht die gladheid veroorzaakt geeft het KNMI extra waarschuwingen uit. Sneeuw zelf is niet glad, maar wordt door het verkeer tot glad ijs gereden.

Sneeuw die grotendeels uit water bestaat, wordt natte sneeuw genoemd. De vlokken zijn dan groter dan bij temperaturen onder het vriespunt. Grote sneeuwvlokken kunnen heel hinderlijk zijn voor het verkeer, zeker ook voor fietsers.

Grote vlokken belemmeren het zicht meer dan kleinere vlokken bij droge sneeuw. In sneeuwval van betekenis is het zicht vaak minder dan 500 meter, soms minder dan 200 meter, net als in mist. In bijzonder zware sneeuwval kan het zicht tot minder dan 50 meter teruglopen, vergelijkbaar met zeer dichte mist. Ook stuifsneeuw kan het zicht tot een paar honderd meter beperken. Stuivende sneeuw kan de kleinste kieren en gaten binnendringen en geruime tijd overlast opleveren ook nadat het is opgehouden met sneeuwen.

Veranderen de sneeuwvlokken plotseling van grootte dan wijst dat op een temperatuurverandering op enige hoogte boven ons hoofd. Dat kan invallende dooi zijn of invallende vorst. Zeker bij veranderingen van temperatuur is het raadzaam alert te zijn op plotseling optredende gladheid. De risico's kunnen van plek tot plek verschillen afhankelijk van strooizout en wegdektemperaturen. Bij temperaturen rond het vriespunt en buiig weer kan er ook korrelsneeuw vallen. Dat zijn witte ondoorzichtige en meestal ronde of kegelvormige korreltjes, die op de harde grond opspringen en doen denken aan hagel.

Korrelsneeuw is echter in tegenstelling tot hagel nogal bros en samendrukbaar en kan gemakkelijk uiteenspatten. In tegenstelling tot ijs heeft sneeuw een witte kleur. Dat komt omdat sneeuw een veel minder dichte samenstelling heeft dan ijs. Sneeuw bevat lucht waardoor het licht weerkaatst wordt. Bij sneeuw is de weerkaatsing van licht voor alle kleuren gelijk en dat verklaart de witte kleur. Sneeuw kan soms echter ook een heel andere kleur hebben. Zo lijkt de sneeuw tegen de achtergrond van een donkere lucht een grijze kleur te hebben.

Plaksneeuw bij temperaturen rond het vriespunt is ideaal voor sneeuwballen, sneeuwpoppen en glijbanen. Bij strenge vorst kunnen de sneeuwvlokjes zeer klein zijn en is sprake van poedersneeuw of motsneeuw. Bij rustig weer en temperaturen van meer dan 8 graden onder nul kan er zelfs bij een wolkenloze hemel poolsneeuw vallen. De ijsnaaldjes of ijsplaatjes schitteren in het zonlicht.

-------------------------
Sneeuwweetjes
Sneeuw heeft ons land weinig, landelijk op 30 dagen per jaar. Veel valt er meestal niet en vaak is het natte sneeuw bij temperaturen boven nul. Een sneeuwlaag, die dagen blijft liggen, komt nog minder voor. In sommige winters helemaal niet, maar meestal ligt er wel even sneeuw.

In Zeeland en Zuid-Holland op 10 dagen per jaar, in het oosten van Groningen, Drenthe en op de Limburgse heuvels ligt op 25 dagen sneeuw. In het binnenland valt gemiddeld eens per 10 jaar meer dan 20 cm, eens per 50 jaar meer dan 35 cm. De vroegste datum met een sneeuwtapijt in De Bilt is 13 oktober (1975), de laatste 17 mei (1935). Sneeuwvlokken zijn ook in september of juni wel eens gezien.

Ontstaan van sneeuw
Vrijwel alle neerslag begint als sneeuw. Water van de aarde verdampt, gaat over in druppels en die vormen een wolk. Door verdamping van waterdruppels slaat de waterdamp neer op de nietige ijskristallen die reeds gevormd waren. De ijskristallen groeien steeds verder aan ten koste van de waterdruppels waardoor de ijskristallen steeds groter en zwaarder worden en op gegeven moment zullen gaan vallen. De ijskristallen verkleven verder met elkaar. De sneeuw(vlok) is dan geboren! Als de lucht op de aarde koud genoeg is smelten ze niet en valt de neerslag als sneeuw of smeltende sneeuw.

Kleur van sneeuw
In tegenstelling tot ijs is sneeuw wit, omdat sneeuw een minder dichte samenstelling heeft. Sneeuw bevat lucht waardoor licht wordt weerkaatst. Bij sneeuw is de weerkaatsing voor alle kleuren gelijk en daardoor zijn de vlokken wit. Alleen tegen een donkere achtergrond, zoals een donkere lucht lijkt sneeuw grijs.

Geluid van sneeuw
Door de lucht die sneeuw bevat werkt sneeuw als geluiddemper en is dan veel stiller op straat. De toonhoogte van voetstappen in sneeuw is hoger bij lagere temperaturen. Bij temperaturen boven nul smelt de sneeuw onder de voetstappen en wordt smeltwater opgezogen. Vriest het meer dan vijf graden, dan wordt de sneeuw vrijwel geruisloos samengedrukt onder de voeten. Vriest het meer dan twaalf graden, dan kraakt sneeuw.

Afkoeling door uitstraling
Boven sneeuw, vooral boven verse sneeuw, koelt het ’s nachts onder een heldere hemel sterker af dan boven een onbedekte bodem. Sneeuw en vooral verse sneeuw bevat veel lucht dat sterk isoleert. Daardoor kan het verschil in temperatuur tussen het bovenste laagje en de onderste sneeuw heel groot worden. De bovenste centimeters zijn het koudst, dieper in de sneeuw loopt de temperatuur op tot nul bij de aarde. Door de temperatuurverschillen in de sneeuw ontstaat een transport van waterdamp. Onderin de sneeuw is de druk het grootst zodat het watertransport van onder naar boven gaat. Als de damp vanuit de diepte in de toplaag komt, zal het vocht vastvriezen op het al aanwezige sneeuwijs en kan een korstje vormen. De aangroei van boven gaat ten koste van sneeuw beneden die verdampt.

Sneeuwpatronen
In sneeuw die op een terras valt is het legpatroon van de tegels bij temperaturen boven nul te herkennen. De eerste sneeuw smelt en het smeltwater loopt in de voegen. Daardoor koelt de voeg af tot het vriespunt en daar nieuwe sneeuw ophopen. Pas na een tijd is de ondergrond zo koud dat de sneeuw ook op de tegels blijft liggen. De laag is dan dunner dan op de voegen waar de eerste vlokken ook al bleven liggen.

Gewicht van sneeuw
Vooral natte sneeuw kan problemen en gevaar opleveren voor daken, met name voor platte daken. Een kubieke meter poedersneeuw weegt 50 kilo. Dezelfde hoeveelheid samengedrukte plaksneeuw weegt zo'n 200 kilo en die hoeveelheid als natte sneeuw kan meer dan 500 kilo wegen.

Sneeuwstatistiek
Klimatologisch is weinig bekend over sneeuw. In vorige eeuwen kwam men niet op het idee een liniaal in de sneeuw te steken en pas halverwege de vorige eeuw begonnen de weerkundigen met het aanleggen van reeksen met sneeuwmetingen. In dagboeken uit de zeventiende en achttiende eeuw wordt wel vermeld of er sneeuw is gevallen en of dat veel was maar indertijd gaf sneeuw voor de samenleving veel minder problemen dan met het drukke verkeer tegenwoordig. Paard en slee waren vroeger ideaal om een weg te banen door de sneeuw en de grootste problemen ontstonden pas als de sneeuw ging smelten. Juist op de modderige wegen was er geen doorkomen aan.

Smelten van sneeuw
Het smeltproces van sneeuw begint al bij de stenen waarop het valt. Die slorpen veel straling op en worden dus warmer. In een stedelijke omgeving smelt sneeuw ook sneller omdat de neerslag door rook en stof is vervuild. Vuile sneeuw smelt dus sneller dan schone sneeuw. Oudere sneeuw is niet zo wit als verse sneeuw en neemt meer zonlicht op als warmte. Vuiligheid verlaagt bovendien het smeltpunt en zorgt er net als strooisel bij gladheid voor dat de sneeuw eerder smelt.
-------------------------
Sneeuwbuien
Sneeuwbuien kunnen het verkeer behoorlijk parten spelen. De neerslag kan soms heftig zijn waardoor het wegdek in een mum van tijd spiegelglad kan worden. De intensiteit van de neerslag kan plotseling veranderen en over korte afstanden sterk verschillen.

Voor het verkeer is dat verraderlijk omdat dan ook de toestand van het wegdek van plaats tot plaats sterk kan verschillen. Niet alleen tijdens een bui maar ook kort nadat de bui is gepasseerd. Vooral na een flinke bui bij temperaturen rond het vriespunt en lage wegdektemperaturen kan de weg nog een hele tijd glad blijven. De buien gaan soms vergezeld met windstoten waardoor de omstandigheden voor het verkeer nog slechter worden.

Bovendien loopt in sneeuwbuien het zicht plotseling sterk terug. Als het een beetje sneeuwt valt dat nog wel mee. In lichte sneeuw is het zicht nog zo’n een tot twee kilometer. Naarmate het harder sneeuwt, wordt het zicht snel minder. In een zware sneeuwbui ligt het zicht tussen 200 en 500 meter, vergelijk met het zicht in mist. In zware sneeuwbuien kan het zicht verder teruglopen soms zelfs tot minder dan 50 meter. Dat komt overeen met het zicht in zeer dichte mist.

In combinatie met de gladheid en de ophoping van sneeuw op de voorruit levert dat op de weg gevaarlijke situaties op. Sneeuwbuien ontstaan vaak in koude lucht die van noordelijke breedten (uit het poolgebied) wordt aangevoerd. Vooral als die lucht op grote hoogte in de atmosfeer zeer koud is, kunnen flinke buien ontstaan. Het relatief warme water van de Noordzee vormt een extra voedingsbron voor de buien.

De invloed van het zeewater is het grootst wanneer de lucht aangevoerd wordt over het zeegebied tussen IJsland en Scandinavië en een lange weg over zee aflegt. Satelliet- en radarbeelden tonen dan lange buienstraten waarin de buien zich clusteren. De Waddeneilanden liggen bij een koude noordoostenwind soms in de aanvoerroute van sneeuwbuien, die boven het relatief warme zeewater ontstaan. Onder die omstandigheden viel daar bijvoorbeeld in de winters van 1985 en 1987 een halve meter sneeuw, een zeldzaamheid in ons land. Ook met een zwakke westelijke wind kunnen sneeuwbuien die in koude lucht boven de Noordzee zijn ontstaan de kustprovincies binnendrijven en plaatselijk sneeuw van betekenis achterlaten.

In gebieden waar deze intensieve buien passeren, kan het enige tijd flink sneeuwen. Dat levert bij buiig weer grote verschillen op in weertype: over een afstand van nog geen tien kilometer kan het weer totaal anders zijn. In een deel van het land kan een dik pak sneeuw vallen terwijl het landschap een eindje verderop groen blijft. Ook hoogteverschillen kunnen invloed hebben op de neerslag. De koude lucht waarin sneeuwbuien ontstaan, is vooral op grote hoogte koud waardoor de neerslag op de heuveltoppen van de Veluwe of van Limburg eerder in sneeuw overgaat dan in lagere delen van Nederland.

De weerkundigen houden daar rekening mee in hun waarschuwingen voor gladheid. Ook het tijdstip van de neerslag is van belang: sneeuwbuien in de spitsuren leveren aanzienlijk meer problemen op dan sneeuwval in de rustige nachtelijke uren.

-------------------------
Sneeuwdek
Een flink pak sneeuw dat bovendien geruime tijd blijft liggen is in ons land uitzonderlijk. Gemiddeld over een heel jaar loopt het aantal dagen met een sneeuwdek uiteen van 10 in Zeeland en Zuid-Holland tot meer dan 25 in het oosten van Groningen en Drenthe en het Limburgse heuvelland. Dat lijkt nog een redelijk aantal, maar op de meeste dagen ligt er maar weinig en in veel gevallen is de sneeuw zo weer verdwenen.

Een grote hoeveelheid sneeuw van meer dan 20 centimeter, die niet door de wind is opgewaaid, komt in het binnenland gemiddeld slechts eens in de 10 jaar voor. Een laag van meer dan 35 centimeter ongeveer eens in een halve eeuw.

In de kustprovincies is de kans op een dikke laag sneeuw in het algemeen nog kleiner, met uitzondering van het Waddengebied. De Waddeneilanden liggen bij een koude noordoostenwind soms in de aanvoerroute van sneeuwbuien, die boven het relatief warme zeewater ontstaan. Onder die omstandigheden viel daar bijvoorbeeld in de winters van 1985 en 1987 een halve meter sneeuw. Ook met een zwakke westelijke wind kunnen sneeuwbuien die in koude lucht boven de Noordzee zijn ontstaan de kustprovincies binnendrijven en plaatselijk heel wat sneeuw achterlaten. Door het buiige karakter van de neerslag en de geringe verplaatsingssnelheid van de buien kunnen de hoeveelheden over korte afstanden soms meer dan 10 centimeter verschillen.

Een sneeuwsituatie waarbij de sneeuw lange tijd bleef liggen maken we niet vaak mee. Eind 2010 lag er in het zuiden van Limburg plaatselijk 30 tot 35 cm. Op 20 december 2009 lag er in een groot deel van het land 10 tot 20 cm, op enkele plaatsen 30 cm. Uniek was de late sneeuwval op 2 en 3 maart 2005: in een groot deel van het noorden van ons land viel 20 tot ruim 50 cm. Nog geen week later was die enorme hoeveelheid sneeuw weer volledig gesmolten. In de strenge winters van 1963 en 1979 lag ons land op respectievelijk 71 en 58 dagen onder een laag sneeuw. De winter van 2010 telde in De Bilt 41 dagen met een sneeuwdek, het grootste aantal sinds 1979.

Soms ligt er in november al sneeuw. De maand telt gewoonlijk twee of drie sneeuwdagen. Uitzonderlijk was 25 november 2005 toen de sneeuwval vooral in de oostelijke helft van het land intensief was en aanleiding gaf tot een verkeersinfarct. Door de sneeuw en de zware windstoten braken tal van takken af en bezweken ook hoogspanningsleidingen. De vroegste sneeuwdatum in de geschiedenis is 13 oktober 1975 toen er een laagje sneeuw van enkele centimeters viel.

De afgelopen dagen (januari 2013) kregen veel plaatsen zo'n 5 tot 10 cm sneeuw. In het westen is lokaal 15 cm sneeuw gemeten. Vooral in de noordelijke helft van het land zijn door de harde wind sneeuwduinen ontstaan van plaatselijk ruim een halve meter hoogte.

-------------------------
Sneeuwintensiteit
Sneeuw veroorzaakt de grootste problemen voor het wegverkeer, openbaar vervoer en vliegverkeer met name wanneer de neerslag valt bij vorst, vooral bij matige tot strenge vorst. Wanneer sneeuw wordt verwacht die gladheid veroorzaakt geeft het KNMI extra waarschuwingen uit. Sneeuw zelf is niet glad, maar wordt door het verkeer tot glad ijs gereden.

Sneeuw leidt niet alleen tot gladheid maar ook tot vermindering van het zicht. Als het een beetje sneeuwt valt dat nog wel mee. In lichte sneeuw is het zicht nog zo’n een tot twee kilometer.

Naarmate het harder sneeuwt, wordt het zicht snel minder. In een zware sneeuwbui ligt het zicht tussen 200 en 500 meter, vergelijk met het zicht in mist. In zware sneeuwbuien kan het zicht verder teruglopen soms zelfs tot minder dan 50 meter. Dat komt overeen met het zicht in zeer dichte mist. In combinatie met de gladheid en de ophoping van sneeuw op de voorruit levert dat op de weg gevaarlijke situaties op.

Ook stuifsneeuw kan het zicht tot een paar honderd meter beperken. Stuivende sneeuw, die optreedt bij harde wind, kan de kleinste kieren en gaten binnendringen en geruime tijd overlast opleveren ook nadat het is opgehouden met sneeuwen.

Veranderen sneeuwvlokken plotseling van grootte dan wijst dat op een temperatuurverandering op enige hoogte boven ons hoofd. Zeker bij veranderingen van temperatuur rond het vriespunt is het raadzaam alert te zijn op plotseling optredende gladheid. De risico's kunnen van plek tot plek verschillen afhankelijk van strooizout en wegdektemperaturen.

Vooral bij sneeuwbuien kunnen de condities van plaats tot plaats sterk verschillen. Over een afstand van soms nog geen tien kilometer kan het weer totaal anders zijn. In een deel van het land kan een dik pak sneeuw vallen terwijl het landschap elders groen blijft. Ook aanvoer van minder koude lucht van zee en hoogteverschillen in het landschap kunnen invloed hebben op de neerslag. De koude lucht waarin sneeuwbuien ontstaan, is vooral op grote hoogte koud waardoor de neerslag op de heuveltoppen van de Veluwe of van Limburg eerder in de vorm van sneeuw valt dan in lagere delen van Nederland.

Het KNMI geeft naast waarschuwingen voor gladheid door neerslag ook waarschuwingen uit voor gladheid door op- of aanvriezing of bevriezing van natte weggedeelten of sneeuwresten.


Meteoalarm
Waarschuwingen en het Weeralarm voor 650 regio's in Europa zijn te vinden op de site http://www.meteoalarm.eu. Meteoalarm is het officiële Europese platform voor weerwaarschuwingen waaraan 33 landelijke weerinstituten deelnemen. Meteoalarm wordt gecoördineerd door de Oostenrijkse weerdienst (ZAMG) en het KNMI.
-------------------------
Sneeuw in april
In een normale april wordt op gemiddeld een of twee dagen sneeuw waargenomen. Door clustering van buien kan het soms enige uren achtereen onafgebroken sneeuwen, waardoor alles wit wordt, "Aprilletje zoet heeft ook nog wel eens een witte hoed". Zelfs in mei kan dat nog gebeuren; de "laatste" datum in het voorjaar waarop in De Bilt nog sneeuw is waargenomen is 17 mei in het jaar 1935. In de ochtend van de 2e mei 1979 werd ons land verrast met een laag van enkele centimeters sneeuw. Opmerkelijk waren toen de enorm grote sneeuwvlokken, wat verband houdt met het grote watergehalte van de sneeuw.

Ook op 14 en 15 april 1999 zijn in ons land grote sneeuwvlokken waargenomen van 5 cm doorsnee, waardoor een flinke sneeuwlaag ontstond. Vooral in Limburg viel veel sneeuw, op de Vaalserberg lag 15 cm. Veel takken braken af onder het gewicht van de sneeuw. Ook in 1998 viel er op 13 en 14 april sneeuw in Nederland, vooral in Den Haag en omgeving. In 2001 was Paaszaterdag (14 april) meer een winterdag: 's ochtends vroor het licht tot matig en in de namiddag en avond viel op uitgebreide schaal sneeuw, in het binnenland 1 tot 3 cm.

Heel uitzonderlijk was de sneeuwval op 11 april 1978. De bloeiende bolgewassen (narcissen en hyacinten) in het westen en noorden van ons land verdwenen die dag onder een dikke laag sneeuw. In het westen van het land sneeuwde het toen zo hevig dat het wegverkeer er veel hinder van ondervond en ook het treinverkeer grote vertragingen opliep. Op Schouwen-Duiveland en de Zuid-Hollandse eilanden groeide de sneeuwlaag op 11 april 1978 aan tot een dikte van 10 tot 20 cm en in Noord-Holland lag 's ochtends 10 tot 15 cm sneeuw. Friesland kreeg 10 tot 15 cm sneeuw; het duurde drie dagen voor alle sneeuw was gesmolten.

-------------------------
Sneeuwjacht
Sneeuw die door de wind wordt voortgejaagd is veel hinderlijker dan sneeuw die rustig dwarrelt. Sneeuw levert dan ook de grootste problemen als het hard waait, vooral als dan ook het vriest. Bij een krachtige tot harde wind, windkracht 6 of 7, is tijdens sneeuwval sprake van een ware sneeuwjacht.

De stuifsneeuw, die bij temperaturen onder nul in kieren en gaten doordringt, leidt tot grote overlast: het verkeer en openbaar vervoer worden ontwricht en wegen raken versperd door ophopingen en duinen van sneeuw.

In een sneeuwjacht is het zeer onaangenaam, zeker bij temperaturen ver onder nul. Bovendien vermindert het zicht, afhankelijk van de intensiteit van de sneeuw. In zware sneeuw kan het zicht teruglopen tot minder dan 500 meter en soms zelfs minder dan 50 meter, vergelijkbaar met zeer dichte mist.

Sneeuw en zeker een sneeuwjacht is zeer belemmerend voor het wegverkeer, openbaar vervoer en vliegverkeer, met name wanneer de neerslag valt bij vorst, zeker bij matige tot strenge vorst. In combinatie met gladheid en ophoping van sneeuw op de voorruit levert dat op de weg gevaarlijke situaties op.

Sneeuwval of driftsneeuw bij windkracht 8 of meer wordt een sneeuwstorm genoemd, zoals de blizzards in Canada en de Verenigde Staten.

Sneeuw is in ons land in het winterhalfjaar heel gewoon maar een sneeuwjacht komt niet vaak voor. Tijdens winterse buien met windstoten lijkt het soms een sneeuwjacht maar langdurig stuivende sneeuw bij vorst komt in Nederland heel weinig voor en dan meestal maar gedurende korte tijd.
In de meteorologie wordt onderscheid gemaakt tussen lage en hoge driftsneeuw. Lage driftsneeuw is sneeuw die door de wind tot ooghoogte (ongeveer 1,80 meter) wordt opgewerveld.

Van hoge driftsneeuw is sprake als de sneeuw door de wind veel hoger in de lucht wordt opgedwarreld waarbij ook het zicht op ooghoogte sterk wordt verminderd. Ook stuifsneeuw kan het zicht tot een paar honderd meter beperken. Stuivende sneeuw, die optreedt bij harde wind, kan de kleinste kieren en gaten binnendringen en geruime tijd overlast opleveren ook nadat het is opgehouden met sneeuwen.

Een heuse sneeuwstorm bij temperaturen onder nul en windkracht 8 of 9 is uitzonderlijk. In de twintigste eeuw kwam dat gemiddeld eens in de vijf jaar voor maar zeer onregelmatig in de tijd verdeeld. De volgende sneeuwstorm liet soms meer dan twintig jaar op zich wachten maar in strenge winters woedde soms enkele malen een sneeuwstorm.

De laatste hevige sneeuwstorm dateert van 1985 toen op het op 8 en 9 januari sneeuwde bij een stormachtige wind. De zwaarste en meest ontwrichtende sneeuwstorm van de laatste decennia was die van 14 februari 1979 met 90 uur achtereen driftsneeuw en sneeuwduinen van 3 tot 6 meter hoogte. Ook op 9 januari 2010 was in het noorden van ons land sprake van een sneeuwjacht.

Het KNMI geeft naast waarschuwingen voor gladheid door neerslag ook waarschuwingen uit voor gladheid door op- of aanvriezing of bevriezing van natte weggedeelten of sneeuwresten. Bij een sneeuwjacht of sneeuwstorm, waarin minstens windkracht 6 wordt bereikt in een gebied van minstens 50 bij 50 kilometer of over minstens 50 kilometer lengte kan het waarschuwingsniveau worden verhoogd naar code oranje (extreem weer) of code rood.

-------------------------
Sneeuwstorm
Sneeuw levert vooral problemen op als het ook hard waait. Bij temperaturen onder het vriespunt stuift de sneeuw en die fijne stuifsneeuw kan door de kleinste kieren en gaten binnendringen, het zicht tot een paar honderd meter beperken en grote overlast bezorgen. De van de grond opwaaiende sneeuw wordt driftsneeuw genoemd en daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen lage en hoge driftsneeuw. Lage driftsneeuw stuift alleen dichtbij het aardoppervlak en hoge driftsneeuw beperkt het zicht ook op ooghoogte.Wanneer sneeuw wordt verwacht bij windkracht 6 of 7 geeft het KNMI een weeralarm uit voor sneeuwjacht. Bij windkracht 8 of meer en sneeuw geldt een weeralarm voor sneeuwstorm.

Een sneeuwstorm, in veel landen blizzard genoemd, kan het openbare leven ontwrichten en soms hele dorpen isoleren. Als sprake is van een sneeuwstorm kunt u beter niet de weg op gaan als het niet strikt noodzakelijk is. Het verkeer wordt verlamd doordat wegen, rails en startbanen geblokkeerd raken. In een langdurige sneeuwstorm kan de sneeuw bij aanhoudende vorst tot meters hoge sneeuwduinen opstuiven en kunnen gestrande auto's insneeuwen. Lage temperaturen, harde wind en stuivende sneeuw maken het verblijf buiten de deur uiterst onaangenaam en bij matige tot strenge vorst zelfs gevaarlijk.

In ons land duurt het soms jaren voor een volgende sneeuwstorm opsteekt, maar in sommige winters komen er twee of drie in korte tijd voor. In totaal was er in de vorige eeuw in ons land op zeker 22 dagen sprake van een sneeuwstorm, de laatste keer op 8 februari 1985. Toen ondervond vooral het spitsverkeer in het zuiden en westen hinder van de sneeuw. Het zuidwesten van ons land kreeg ook op 9 januari 1985 een sneeuwstorm te verduren.

Eén van de hevigste sneeuwstormen van de eeuw trof de noordelijke helft van het land medio februari 1979. Het noodweer begon op de 14e en het noorden van ons land had ongeveer 90 uur lang zware driftsneeuw. De wind bereikte in vlagen snelheden van 100 kilometer per uur en de sneeuwduinen hoogtes van 3 tot 6 meter. Delen van het land boven de lijn Harderwijk-Amsterdam werden van de buitenwereld afgesneden. Eerder die winter, op oudejaarsdag 1978, werd vooral het zuiden van het land getroffen door een sneeuwstorm bij extreem lage temperaturen van 10 tot 15 graden onder nul. Berucht zijn ook sneeuwstormen uit de winters van 1937, 1942, 1945, 1947, 1958 en 1963.

-------------------------
Sneeuwstoring (polar low)
29 januari 2010 - In het winterhalfjaar kan een koude noordenwind sneeuwbuien naar ons land voeren. Soms groeperen de buien zich en sneeuwt het enige tijd. Vooral wanneer in de noordelijke stroming een lagedrukgebiedje meetrekt, een “polar low” genaamd, kan er een dik pak sneeuw vallen. Dergelijke sneeuwstoringen kunnen verrassend uitpakken niet alleen met zware sneeuwval maar soms ook met windstoten.

Een polar low is een klein venijnig lagedrukgebied tot grote hoogte gevuld met ijskoude lucht. De storing ontstaat in het zeegebied tussen Groenland en Lapland en dankt zijn vorming aan grote temperatuurcontrasten. Lucht met temperaturen van 20 tot 30 graden onder nul strijkt over warmer zeewater van 5 tot 10 graden boven nul. Op satellietfoto’s is in de kern van de wervel soms een oog zichtbaar net als bij een orkaan.

Meestal komen dergelijke pooldepressies niet verder dan de kusten van Noorwegen, Schotland of Denemarken waar ze dan een pak sneeuw achterlaten. Wanneer er echter een langgerekte noordelijke stroming staat van de Noorse zee tot de Noordzee, lukt het zo’n storing boven de zuidelijke Noordzee te komen. Boven het relatief warme water wordt de sneeuwdepressie dan actiever. Vooral in de kustprovincies valt dan veel sneeuw, soms ook langs de Belgische kust. Landinwaarts neemt de buienactiviteit snel af, maar ook daar kan het nog flink sneeuwen. De ontwikkeling van zo’n sneeuwstoring is goed te volgen op satellietfoto’s maar toch wordt de activiteit vaak pas op het laatste moment goed duidelijk.

Ondanks de zachtere winters zijn er de laatste jaren enkele polar lows op Nederland afgekomen die plaatselijk 10 tot 20 cm achterlieten. De meest actieve van de laatste decennia passeerde begin januari 1979, een bijzonder koude en sneeuwrijke winter. Het oog van de storing trok vlak langs onze kust maar veroorzaakte in vrijwel heel Nederland een sneeuwjacht, waarbij het langs de kust onweerde. De storing zorgde voor grote tegenstellingen: aan zee viel korte tijd de dooi in terwijl het in het binnenland sneeuwde bij 10 graden vorst.

-------------------------
Sneeuwstorm van de eeuw
In de winter van 2009 was het dertig jaar geleden dat het noorden van ons land getroffen werd door een van de zwaarste sneeuwstormen in de geschiedenis. Het openbare leven in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe, boven de lijn Harderwijk-Amsterdam, werd volledig lam gelegd en het leger moest eraan te pas komen om de weg vrij te maken.

De winter van 1979 had ook rond de jaarwisseling al gezorgd voor hevige sneeuwval en extreme vorst, maar de sneeuwstorm die rond half februari opstak overtrof alles. Oorzaak was een diepe depressie die in Het Kanaal verscheen en een opbouwend hogedrukgebied boven Scandinavië.

Dat leverde grote tegenstellingen op met de kou die vanuit het noorden ons land binnenstroomde. Dat proces begon op 13 februari met langdurig regen en ijzel en een toenemende oostenwind. Takken breken al af onder de ijslast en wind en het noorden heeft al grote verkeersproblemen. De kou wist echter snel terrein te winnen en de neerslag ging in het noorden over in sneeuw.

Op 14 februari 1979 ontwaakt het noorden in een sneeuwstorm die op Spitsbergen niet zou misstaan. Waarnemers spraken over dikke gordijnen van voortjagende sneeuw. Buitenshuis was het in de voortjagende sneeuw bij vijf graden vorst en een ijzig koude wind niet te harden. Bij sommige woningen stoof de sneeuw op tot het dakraam, hoogspanningsdraden sneuvelden en zelfs de snelwegen raakten volledig geblokkeerd. Complete dorpen werden voor meerdere dagen van de buitenwereld afgesneden.

Zoveel sneeuw viel er niet eens en was door de wind ook moeilijk te meter. Probleem was de aanhoudende stormachtige wind met vlagen van 100 km/uur die ongeveer 90 uur achtereen zorgde voor zware driftsneeuw die over grote afstanden werd meegevoerd. De sneeuwduinen die daardoor ontstonden bereikte hoogtes van 3 tot 6 meter . Het KNMI krijgt regelmatig de vraag of zo’n sneeuwstorm ook in het huidige warme klimaat nog mogelijk is. De vorige eeuw telde zeker 22 sneeuwstormen, deze eeuw nog geen enkele. Toch blijft het mogelijk.

Volgens de klimaatscenario’s worden de winters natter. In de zachtere winters is het aannemelijk dat de neerslag vaker als regen valt, maar sneeuw blijven we ook houden. Hoe de verhouding regen of sneeuw precies komt te liggen is moeilijk aan te geven. Het windklimaat lijkt amper te veranderen dus zo’n toevalstreffer van sneeuw in combinatie met harde wind of storm kan zoweer optreden.

-------------------------
Sneeuwstormen in de VS
Februari 2013 - Het noordoosten van de Verenigde Staten, dat getroffen wordt door een sneeuwstorm had vorig najaar ook al te maken met heftig weer. Eind oktober zaaide superstorm Sandy, ondanks de perfecte voorspellingen, dood en verderf en dit weekeinde ontwricht een sneeuwstorm de samenleving aan de Amerikaanse oostkust.

De VS zijn geregeld het toneel van zware sneeuwstormen. IJskoude lucht uit het noorden van de VS en Canada komt hier in aanraking met aanzienlijke warme lucht uit het zuiden, waardoor depressies boven het relatief warme zeewater sterk activeren.

In februari 2010 kreeg de Amerikaanse oostkust zelfs twee sneeuwstormen in één week te verwerken. Bij de Snowmegaddon van 6 februari 2010 viel lokaal bijna 80 cm met een intensiteit van 10 cm per uur bij winden van 80 km/uur (windkracht 9). Nog geen week later volgde Snowmegaddon 2.0 die het dichtbevolkte gebied van New York tot Washington trof. Op de luchthaven Baltimore Washington groeide de sneeuwlaag aan van 43 naar 89 cm.

Op 21 januari 2005 viel in Massachusetts bijna een meter sneeuw, in New York 30 cm. Ook twee jaar daarvoor was het hier raak: de oostkust van de Verenigde Staten werd op 17 en 18 februari 2003 getroffen door één van de zwaarste sneeuwstorm van de laatste decennia. Het noodweer, waarbij het openbare leven in steden als New York, Washington en Boston kwam volledig stil kwam te liggen, kostte toen aan 42 mensen het leven. Plaatselijk viel bijna een meter sneeuw bij windkracht 8 tot 9 met windstoten van 100 km/uur en temperaturen van 5 tot 10 graden onder nul. De meeste sneeuw viel in Garrett County (Maryland), waar 101 cm werd gemeten.

Een van de hevigste sneeuwstormen van de laatste decennia woedde begin januari 1996. Blizzard 96 kostte meer dan vijftig mensen het leven. Op veel plaatsen was het tijdens de sneeuw -5 tot -10 graden, maar door de wind voelde dat aan als 20 tot 30 graden onder nul. Tal van plaatsen kregen nieuwe sneeuwrecords, zoals Boston waar de sneeuw op 10 januari 1996 een dikte van 81 cm bereikte.

Zulke hoeveelheden sneeuw zijn uitzonderlijk in dit gebied, maar sneeuwstormen komen er vaker voor. Op 12 maart 1993 werd een nog groter gebied langs de Amerikaanse oostkust getroffen waarbij 270 doden vielen. Het gebied met hevige sneeuw reikte van Pennsylvania tot noordelijk New England en ook Florida kreeg zijn deel met storm, 27 windhozen en hagelbuien. Op tal van plaatsen bereikte de temperatuur een dieptepunt voor maart, zoals -17 graden in Birmingham.

Ook op 16 en 17 februari 1958 viel er vooral in het gebied van Alabama tot Maine veel sneeuw vergezeld van stormachtige winden, de Great Snowstorm. De sneeuwstorm van 1922 in Washington is de Grote Knickerbicker Storm omdat het Knickerbocker Theater toen instortte waarbij honderd doden waren te betreuren.

Berucht in de 19e eeuw zijn de "Great Atlantic Snowstorm" van 14-16 januari 1831, de Cold Storm op 18 en 19 januari 1857. Spectaculair zijn ook de Blizzard of the Century van 11 -14 maart 1888 en de "Great Eastern Blizzard" van 11-14 februari 1899.

-------------------------
Sneeuwrollers
Sneeuwrollers ontstaan wanneer een sterke wind vat krijgt op een sneeuwlaag op kale velden of hellingen. Voorwaarde zijn een temperatuur rond het vriespunt, waardoor de sneeuw samenkleeft en een sterke wind. Dergelijke verschijnselen komen geregeld voor in bijvoorbeeld Schotland en Canada.

Volgens Minnaert (Natuurkunde van 't vrije veld) zijn in de Ardennen in het verleden sneeuwrollers waargenomen van 2 meter lengte en anderhalve meter dikte. Dikwijls zijn de kleinere meer bolvormig, de grotere cilindrisch. Dat de natuurlijke sneeuwballen werkelijk rollend ontstaan blijkt uit het spoor dat ze in de sneeuw achterlaten en dat soms nog 20 of 30 meter achter de rollende sneeuwballen te volgen is.

Eén windstoot van anderhalve minuut kan voldoende zijn om meer dan 500 sneeuwrollen te vormen. De combinatie van wind en sneeuw leidde op 10 februari 1999 in Groningen tot de vorming van sneeuwrollers, voor onze omgeving een tamelijk zeldzaam fenomeen. Ook in februari 2003 zijn in ons land sneeuwrollers waargenomen

-------------------------
Sneeuwvalgrens
De sneeuwvalgrens is de hoogte boven de zeespiegel waarop de neerslag in de vorm van sneeuw of natte sneeuw valt. Onder de sneeuwvalgrens valt de neerslag in de vorm van regen. Het nulgradenniveau, de hoogte waar boven het vriest, ligt meestal zo'n 300 meter boven de grens waar regen overgaat in sneeuw.

Sneeuw kan immers al vallen bij temperaturen van enkele graden boven nul. Het nulgradenniveau kan in de bergen echter van plaats tot plaats sterk verschillen. Lokale (val)winden kunnen veel invloed hebben, maar ook door aanhoudende neerslag kan de lucht afkoelen en het nulgradenniveau verder zakken. De variërende hoogte van de sneeuwvalgrens is in berggebieden een belangrijk onderdeel van de weerberichten. Het is immers van belang te weten vanaf welke hoogte sneeuw blijft liggen en er gladheid kan optreden. De sneeuwvalgrens zakt vooral bij aanvoer van koude lucht uit noordelijke breedten. In het noorden van Europa ligt het niveau waarop sneeuw valt meestal lager dan in het warmere zuiden.

De sneeuwvalgrens is dus een ander begrip dan de sneeuwgrens die gedefinieerd is als de hoogte boven zeeniveau waarop sneeuw op veel plaatsen altijd blijft liggen. Hier is het zo koud dat sneeuw nooit helemaal wegdooit en steeds weer aangevuld wordt door verse sneeuw. De ondergrens van de eeuwige sneeuw ligt in de poolstreken ongeveer op zeeniveau, in de Alpen bijvoorbeeld op een hoogte van ongeveer 3000 meter en in de tropen op meer dan 5000 meter hoogte. De hoogte van de sneeuwgrens verloopt zeer onregelmatig. Deze hangt uiteraard ook af van de hoeveelheid sneeuw die in een gebied valt en van lokale klimatologische omstandigheden, zoals beschutting tegen wind en zon. Op een berghelling die altijd in de schaduw ligt zal de sneeuw minder smelten dan op een helling waar de zon bijkomt. De ligging van de sneeuwgrens verschilt ook van jaar tot jaar.

Daarnaast wordt ook onderscheid gemaakt met de klimatologische of regionale sneeuwgrens. Dat is de ideale sneeuwgrens waarbij de lokale invloeden niet meespelen en geeft een beeld van de gemiddelde sneeuwhoogte in een bepaald gebied over een langer tijdsverloop.

Hoewel nog veel onderzoek nodig is naar regionale klimaatveranderingen gaan de wetenschappers ervan uit dat de opwarming in deze eeuw doorzet en de neerslag toeneemt. De hoogte van de klimatologische sneeuwgrens schuift echter bergopwaarts, met 100 tot 150 meter per graad opwarming.

------------------------
Sneeuw in de Alpen
Het ene jaar worden de Alpen bedolven onder sneeuw en valt de eerste sneeuw al in oktober. Het andere jaar blijven de Alpenweiden groen en laat de eerste sneeuw lang op zich wachten.

Het aantal dagen met een sneeuwdek is afhankelijk van de ligging van het gebergte, de hoeveelheid zon op de helling en de hoogte. Boven de 2500 meter hoogte maakt dat vrijwel geen verschil en ligt vrijwel permanent sneeuw en boven 3000 meter valt alle neerslag, ook in de zomer in vaste vorm. Op de Säntis in Zwitserland begint de periode met een blijvend sneeuwdek al in oktober en pas in de zomer verdwijnt hier de sneeuw, gemiddeld eind juni.

Op het Zwitsers plateau, het gebied tussen de Jura en de Alpen en het Meer van Genève, is gemiddeld echter sprake van een sterke afname van het aantal dagen met een sneeuwdek. De neerslag viel vaker in de als regen en in het Alpengebied en de Duitse middelgebergten is een afname vastgesteld in de totale hoeveelheid sneeuw. In Bern is het aantal sneeuwdagen met minstens een centimeter sneeuw sinds het eind jaren van de jaren tachtig sterk afgenomen. Op de Hohenpeissenberg (977 meter) in het zuiden van Duitsland is de hoeveelheid sneeuw in de vorige eeuw afgenomen, van gemiddeld 295 cm in de jaren zestig tot 213 cm halverwege jaren negentig.

Sneeuwstatistieken laten echter te wensen over omdat de meetreeksen nog maar kort zijn, de meeste niet langer dan hooguit honderd jaar. Bovendien variëren de hoeveelheden van jaar tot jaar heel sterk en treden ook lokaal grote verschillen op.

De afgelopen jaren brachten in de Alpen soms weer veel sneeuw. Hoewel nog veel onderzoek nodig is naar regionale klimaatveranderingen gaan de wetenschappers ervan uit dat de opwarming in deze eeuw doorzet en de neerslag toeneemt. De hoogte van de sneeuwgrens schuift echter bergopwaarts, met 100 tot 150 meter per graad opwarming
.
-------------------------
Sneeuwlawines
De wintersportgebieden in de Alpen hadden in de winter van 2008/2009 geen gebrek aan sneeuw. In december viel in Oostenrijk in twee dagen lokaal dan een meter sneeuw. Ook in februari vielen herhaaldelijk grote hoeveelheden sneeuw.

Als er veel sneeuw ligt kan dat onder verschillende omstandigheden, zowel bij dooi als vorst, lawinegevaar opleveren. Grote sneeuwmassa's komen dan van de hellingen omlaag met alle gevolgen vandien. Een sneeuwlawine kan verschillende oorzaken hebben.

Als er een warme wind opsteekt zal vooral bij zonnig weer de bovenste laag van de sneeuw smelten en kan het sneeuwdek gaan glijden. Ook verse natte sneeuw en smeltende oude sneeuw kunnen lawines veroorzaken door de grote hoeveelheden water die deze massa's bevatten. Veel sneeuwlawines doen zich voor bij vorst en harde wind. Hevige sneeuwval kan bij lage temperaturen aanleiding geven tot lawines van poedersneeuw, waarbij een dichte wolk van sneeuw met zeer grote snelheden van soms 200 tot 300 kilometer per uur omlaag komt.

Skiërs kunnen dergelijke lawines zelf op gang brengen door het veroorzaken van lichte trillingen. De vernietigende kracht van zo'n dichte sneeuwwolk is enorm vooral door de drukgolf die eraan voorafgaat en de wind die ermee gepaard gaat.

Stoflawines zijn levensgevaarlijk omdat de longen vol sneeuw komen, waarna het slachtoffer door de smeltende sneeuw kan stikken. Natte- of grondlawines bij regen en dooi, die vaak in het voorjaar optreden, glijden of rollen van de hellingen of storten in het dal. Ze bewegen langzamer dan stofsneeuwlawines, maar de verplaatste massa en de aangerichte verwoestingen zijn vaak zeer groot.

Het lawinegevaar wordt in Europa aangegeven op een schaal van 1 tot 5. Bij waarschuwingsfase 1 op de gevarenschaal is de kans op lawines gering en het sneeuwdek stabiel en vast.

Bij fase 2 is sprake van matig lawinegevaar, fase 3 betekent aanzienlijk gevaar, fase 4 staat voor groot lawinegevaar en bij fase 5 is het gevaar zeer groot. Bij die waarschuwingsfase is het sneeuwdek zeer instabiel en ontstaan spontaan talrijke grote lawines.

Wat lawines betreft was 1999 in de Alpen het meest dramatische jaar van de laatste decennis. Volgens de lawinediensten kwamen er toen meer dan duizend lawines naar beneden. Verschillende plaatsen hadden in zeker vijftig jaar niet zoveel gehad. Op de Säntis (2500 meter) in Zwitserland lag in 1999 half februari 735 cm , waarmee het februarirecord (660 cm in 1970) werd overtroffen. In april 1999 lag hier zelfs 785 cm , een nieuw absoluut record. Het vorige record was 740 cm in maart 1970.

-------------------------
Sneeuw in Engeland
Het zuidoosten van Engeland heeft deze winter te maken met de zwaarste sneeuwval van de laatste decennia. In het centrum van Londen lag circa 22 cm, in het zuidoosten lokaal 30 cm. Dat is uitzonderlijk veel voor dit dichtbevolktste deel van het Verenigd Koninkrijk. Ook in andere delen van Engeland sneeuwt het flink. De gevolgen zijn dan ook groot: op veel plaatsen is het verkeer volledig tot stilstand gekomen.

Het zuidoosten van Engeland heeft ongeveer net zo’n sneeuwklimaat als ons land maar in de rest van het land sneeuwt het vaker. In de heuvelachtige gebieden en zeker in het Schotse bergland komen de temperaturen veel vaker onder nul. In Wales en de Midlands levert iedere 100 meter stijging tot een hoogte van 400 meter ongeveer vijf extra sneeuwdagen op. In het noorden Schotland is dat verschil nog groter en komen er bij 100 meter stijging zeventien sneeuwdagen bij. Op een hoogte van 800 meter ligt er vier keer zo vaak sneeuw dan op zeeniveau.

Het zuiden telt jaarlijks gemiddeld zo’n 10 tot 20 sneeuwdagen, het noorden telt doorgaans 40 tot 70 dagen waarop het sneeuwt. Hier sneeuwt het ook midden in de zomer soms nog. Heel bijzonder was de sneeuwval van 2 juni 1975 toen aan de vooravond van een van de warmste zomers uit de geschiedenis Endinburgh en Birmingham bedekt werden door een sneeuwlaag.
Extreme sneeuwval doet zich in Engeland voor als een actieve depressie over het zuiden of ten zuiden langstrekt en bij een sterke oostenwind. De buien activeren dan in de koude vrieslucht boven de Noordzee en zorgen vooral in het oosten voor sneeuw. Een dergelijke sneeuwsituatie die samenhangt met aanvoer van koude lucht over zee kan zich in ons land ook bij de Waddeneilanden voordoen.

De Engelse historie verscheidene sneeuwstormen in honderd jaar waarbij de zware sneeuwstorm die het noorden van ons land in 1979 trof verbleekt. De winter van 1979 ging ook in Engeland niet ongemerkt voorbij maar een jaar eerder werd het zuidwesten getroffen door een van de zwaarste sneeuwstormen uit de Engelse geschiedenis. De “Great South-West Blizzard” leverde in het hele zuidwestelijke deel 30 tot 60 cm sneeuw op, die door de stormachtige wind tot meters hoge duinen opstoof.

De sneeuwsituatie van 2009 is voor de Londenaren op twee na de ergste in de recente geschiedenis. Nog erger was het in de winter van 1963 met 33 cm in de hoofdstad en in 1982 met 28 cm . Voor de hele zuidoostelijke regio is het de zwaarste sneeuwval sinds februari 1991, toen in Yorkshire plaatselijk een halve meter sneeuw lag.


Bronnen: KNMI
-----------------------------------------------------0000000000000000000000000000000000-------------------------------------------------------
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
-DIA-
Berichten: 33966
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Het grote WEERTOPIC [2]

Bericht door -DIA- »

WeerWeetjes
Achtergronden bij het weer
2e Jaargang nr. 1a

*********************************************************************************************************************************************************************************

EXTRA EDITIE!

KOUD IN MAART!

IJskoude nacht in maart breekt weerrecord: -13,3 graden in Limburg.
Volgens MeteoConsult is het zelfs een 'recordkoude' nacht voor deze tijd van het jaar. Zo koud
als afgelopen nacht is het zo laat in het seizoen in Zuid-Nederland nog niet eerder geweest.

Volgens weerman Casper Hootsen van MeteoConsult is het voor Brabant een unieke situatie.
"In het zuiden van Nederland komt in maart de temperatuur gemiddeld niet lager dan -6 tot -9.
De laagste temperatuur vannacht in Brabant is gemeten in Eindhoven, daar werd het -11,9 graden."

Niet zo koud sinds 1901
Maar ook het meetstation in het Limburgse Ell is volgens Hootsen 'representatief voor
Brabant'.
"Dat ligt vlak over de Brabantse grens, daar is de laagste temperatuur in het
zuiden gemeten, namelijk -13,3 graden.
Zo koud is het in Zuid-Nederland sinds 1901 zo laat in het seizoen nog niet eerder geweest."
Het oude record stamt uit 1958. Toen werd het 's nachts 12,6 graden onder nul.

Koud weer komt in maart wel vaker voor, maar dan vooral aan het begin van de maand. Hoe
later je in de maand maart komt, hoe lastiger het wordt om in de snel korter wordende
nachten tot echt lage temperaturen te komen. Dinsdag zorgde de sneeuw al voor ouderwetse
winterse taferelen. Ook woensdagochtend viel er lokaal nog wat sneeuw, vooral in het westen
van de provincie.

Sneeuw
Ook elders in Nederland was het koud: op verschillende plaatsen dook de temperatuur naar
de -10 graden. In Limburg ligt er bovendien tussen de 5 en 15 centimeter sneeuw.
Vandaag blijft het koud, met sneeuwbuien in grote delen van het land. Pas in het weekend
wordt het weer iets warmer. Maar ook dan ligt de temperatuur nog steeds een paar
graden onder het gemiddelde in deze tijd van het jaar.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Plaats reactie