Mara schreef:Rambam: het gaat mij om het doordrijven van persoonlijke meningen, bij bepaalde tradities en waarden die al heel lang in veel kerkverbanden zijn. Waarom moet je als indivudu daar opeens aan gaan tornen ?
Als iemand zich afvraagt waarom iets wordt gedaan, terwijl er geen expliciete bijbelse gronden zijn om datgeen te doen, vind ik het niet raar om dat onderwerp van gesprek te maken.
Maar eentje begint ergens mee, voor de 2e is dan de weg gebaand, en zo gaat nr 3 en 4, plus de rest hierin mee.
Als het zo makkelijk gaat, dan is de bijbelse onderbouwing ervan blijkbaar nogal zwak. Het kan toch niet zo zijn dat als één persoon een afwijkende kleur das draagt dat vervolgens iedereen zonder enig overleg ook maar gaat dragen wat hem goed dunkt.
Het zit-um niet alleen in dat zwarte pak, of die effen das, het is EN EN.
Dat en-en zie ik dus niet. In de Bijbel staat heel duidelijk beschreven aan welke eisen een ambtsdrager dient te voldoen, mijns inziens komt dat het meest duidelijk naar voren in 1 Tim. 3:1-7. Zolang een ambtsdrager voldoet aan alle eisen die de Bijbel aan hem stelt, zie ik geen reden om hem vanwege blijkbare menselijke inzettingen aan te spreken.
1 Dit is een getrouw woord: zo iemand tot eens opzieners ambt lust heeft, die begeert een treffelijk werk.
2 Een opziener dan moet onberispelijk zijn, ener vrouwe man, wakker, matig, eerbaar, gaarne herbergende, bekwaam om te leren;
3 Niet genegen tot den wijn, geen smijter, geen vuil-gewinzoeker; maar bescheiden, geen vechter, niet geldgierig.
4 Die zijn eigen huis wel regeert, zijn kinderen in onderdanigheid houdende, met alle stemmigheid;
5 (Want zo iemand zijn eigen huis niet weet te regeren, hoe zal hij voor de Gemeente Gods zorg dragen?)
6 Geen nieuweling, opdat hij niet opgeblazen worde, en in het oordeel des duivels valle.
7 En hij moet ook een goede getuigenis hebben van degenen, die buiten zijn, opdat hij niet valle in smaadheid, en in den strik des duivels.
8 De diakenen insgelijks moeten eerbaar zijn, niet tweetongig, niet die zich tot veel wijns begeven, geen vuil-gewinzoekers;
9 Houdende de verborgenheid des geloofs in een rein geweten.
10 En dat deze ook eerst beproefd worden, en dat zij daarna dienen, zo zij onbestraffelijk zijn.
11 De vrouwen insgelijks moeten eerbaar zijn, geen lasteressen, wakker, getrouw in alles.
12 Dat de diakenen ener vrouwe mannen zijn, die hun kinderen en hun eigen huizen wel regeren.
13 Want die wel gediend hebben, verkrijgen zichzelven een goeden opgang, en vele vrijmoedigheid in het geloof, hetwelk is in Christus Jezus.
14 Deze dingen schrijf ik u, hopende zeer haast tot u te komen;
15 Maar zo ik vertoef, opdat gij moogt weten, hoe men in het huis Gods moet verkeren, hetwelk is de Gemeente des levenden Gods, een pilaar en vastigheid der waarheid.
16 En buiten allen twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot; God is geopenbaard in het vlees, is gerechtvaardigd in den Geest, is gezien van de engelen, is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, is opgenomen in heerlijkheid.
Je kunt een ander nog tot hinder zijn, als je in de kerk zit met tegendraadse uitdossing.
Een verschillende kleur das zou ik persoonlijk niet willen typeren als een tegendraadse uitdossing. Ongeacht dit, de vraag is in hoeverre je jouw argument in bovenstaand citaat kunt gebruiken in deze discussie.
Veel mensen vinden het geen gezicht als een k.r. met allerlei snoepkleurige dassen in de voorste banken zit.
Dat zou kunnen. Ik vermoed dat er ook veel mensen zijn die het niet zoveel uitmaakt. Belangrijker is of het gebod om geen aanstoot te geven op dit onderwerp van toepassing is.