Hoe komt dit ? Kun je hiervan een predikant de schuld geven, die een voorbeeldfunctie toch moet hebben ? Of ligt dat heel anders.
Hebben wij hierin een verantwoordelijkheid naar elkaar ?
Ik zal maar een paar voorbeelden geven, niet TE oud, dus de trein laat ik buiten beschouwing. De eerste trein werd nl gezien als een "hangend oordeel".
Maar laten we teruggaan tot de helft van vorige eeuw.
Het zondagsrijden, de lange broek van de vrouw, de hoed, telefoneren op zondag, iets anders lezen dan een stichtelijk boek, handwerken op zondag, lang haar voor meisjes, oorbelletjes, spijkergoed, scheiden, moeten trouwen.
Zijn de mensen in zn geheel er anders over gaan denken ?
Ik ben een jaren 50 kind, en als ik dan al zie wat er veranderd is

De glijdende schaal gaat zo: voorbeeld de hoed. Zoals het bij ons gebeurde. Doordeweekse diensten worden niet gezien als een eredienst (?) dus sommige vrouwen zetten geen hoed meer op. Toen werd dat doorgevoerd naar de zondag, de k.r. eiste nog wel een hoed bij H.A. en dopen. Maar ook dat is nu weg.
Zo ook met de lange broek, eerst op dankdag, toen zachtjesaan ook op zondag en nu zie je het zelfs ook bij het H.A.
En er zijn veel meer voorbeelden, maar het gaat mij om die glijdende schaal dus.