Zonderling schreef:theoloog schreef:Ik zal morgen even de tijd nemen om een korte exegese/woordstudie te doen. Vooreerst lijkt het me toe dat dit de betekenis moet zijn, omdat vrijwel alle vertalingen engels/duits/frans/nederlands deze oplossing kiezen. Je hoort nog van me.
O.k. dank je wel, ik wacht de reactie af.
Vooralsnog blijf ik van mening dat het woord 'afsnijding' en 'afgesneden zaak' vanuit de OT context (dus ook vanuit het Hebreeuws) moeten worden verklaard. Misschien wilt u daarom in uw woordstudie juist ook op de Hebreeuwse betekenis van 'afsnijden' ingaan.
Wat nu volgt is misschien nogal een lastig technisch verhaal. Dit bedoel ik dan vooral vanuit theologisch oogpunt. Als je dit vaktechnische verhaal niet helemaal volgt is dat geen schande.
Om goed te kunnen begrijpen wat er in het Grieks staat en hoe je dat zou moeten vertalen spelen er namelijk 3 zaken mee. Als eerste op het niveau van Paulus die nogal vrij citeert uit het OT. Als tweede op het niveau van de tekstkritiek: hebben overschrijvers Paulus woorden verbeterd? Als derde hoe moet deze tekst binnen de perikoop worden verstaan: wat bedoeld Paulus nu eigenlijk? Het lastige bij deze laatste is dat je volgens mij hier als vertaler al een keus moet maken, omdat anders de tekst helemaal niet meer te begrijpen is.
Paulus citeert in Romeinen 9:27-28 woorden uit Jesaja 10:22-23 en Hosea 1:10 en lijkt ze samen te nemen.
Ik zet de teksten even onder elkaar vanuit de NBV HSV en SVV
Jesaja schreef:
22 Want, Israël, al was je volk zo talrijk als zandkorrels aan de zee, slechts een rest zal terugkeren. Je vernietiging staat vast en de gerechtigheid zal overvloedig zijn. 23 Want God, de HEER van de hemelse machten, heeft tot vernietiging van het hele land besloten. (NBV)
22 Want, Israël, al is uw volk als het zand van de zee, toch zal maar een rest daarvan terugkeren; tot verdelging is vast besloten; het stroomt over van gerechtigheid. 23 Ja, een vernietigend einde – en dat is vast besloten – gaat de Heere, de HEERE van de legermachten, in het midden van heel het land ten uitvoer brengen. (HsV)
22 Want ofschoon uw volk, o Israël! is gelijk het zand der zee, zo zal toch maar het overblijfsel daarvan wederkeren; de verdelging is vastelijk besloten, overvloeiende met gerechtigheid. 23 Want een verdelging, die vastelijk besloten is, zal de Heere HEERE der heirscharen doen in het midden dezes gansen lands. (SVV)
Hosea schreef:
1 Maar eens zullen de kinderen van Israël talrijk zijn als zandkorrels aan de zee, die niet te meten en niet te tellen zijn.
10 Toch zal het aantal Israëlieten zijn als het zand van de zee, dat niet gemeten en niet geteld kan worden.
10 Nochtans zal het getal der kinderen Israëls zijn als het zand der zee, dat niet gemeten noch geteld kan worden;
Romeinen schreef:
27 En Jesaja roept over Israël uit: ‘Al zou het volk van Israël zo talrijk zijn als zandkorrels aan de zee, slechts een klein deel zal worden gered. 28 Want de Heer zal zijn woord op aarde gestand doen, onvoorwaardelijk en onverkort.’
27 En Jesaja roept over Israël uit: Al zou het getal van de Israëlieten zijn als het zand van de zee, slechts het overblijfsel zal behouden worden. 28 Want Hij voltooit een zaak en handelt die af in gerechtigheid. De Heere immers zal metterdaad Zijn zaak snel afhandelen op de aarde.
27 En Jesaja roept over Israël: Alware het getal der kinderen Israëls gelijk het zand der zee, zo zal het overblijfsel behouden worden. 28 Want Hij voleindt een zaak en snijdt ze af in rechtvaardigheid; want de Heere zal een afgesneden zaak doen op de aarde.
Uit het bovenstaande blijkt al dat er sprake is van een citaat dat niet woordelijk wordt geciteerd. Dit heeft er als eerste mee te maken, dat Paulus hier uit de LXX citeert. Daarnaast als je vervolgens de teksten naast elkaar legt, dan volgt hij in het eerste gedeelte Hosea en vult verder aan uit Jesaja.
Dat is het eerste punt.
Het tweede punt is dat zowel de SVV als de HSV een tekstversie volgen die niet waarschijnlijk is.
Letterlijk vertaald van uit het grieks staat er het volgende:
(door)Het woord= hier de daad/het werk | want | doelgericht/voleindigend | en | kortgesluitend/afgesnijdend
Tussengevoegd is [in | rechtvaardigheid | omdat | het werk (zie boven) | kortgesloten ]
Zal worden gedaan | (door) de Heer | op | de | aarde
Werkvertaling: Want het werk zal door de Heer op de aarde worden gedaan, voleindigend en afsnijdend.
Werkvertaling gecorrigeerde versie: Want het werk (zal worden) voleindigd en kortgesloten in rechtvaardigheid, omdat de Heer het afsnijdende zal doen op de aarde.
Vanuit de context is aannemelijk te maken dat Paulus hier woorden overslaat. Hij citeert parafraserend. Nu zijn er in de oudste tekstgetuigen (manuscripten) de tussengevoegde woorden niet aanwezig. Er is zelfs een manuscript met een latere verbetering in de kantlijn. Overschrijvers hebben dus Paulus gecorrigeerd in zijn citaat. Het is niet goed uit te leggen waarom de meest oudste handschriften deze extra woorden niet hebben. De Textus Receptus gaat uit van latere handschriften die de extra woorden wel hebben.
Als laatste nog iets over het woord
suntemnoon = afsnijdend/verkortend/kortsluitend. Dit is een woord wat alleen hier in het NT voorkomt. In het OT (in de LXX) komt deze vorm voor in de geciteerde tekst uit Jesaja. Maar wat wordt er bedoeld? Wat is een afsnijdende daad in rechtvaardigheid? In het Hebreeuws staat hier overvloeiend van rechtvaardigheid. Laten we samen eens kijken.
Het gaat in Jesaja over een rest van het talrijke Israel dat zal terugkeren. Hij zal op zo’n manier handelen dat er vernietiging zal plaatsvinden. Tegelijkertijd zal aan het licht komen dat Gods rechtvaardigheid ‘overstroomt’. Dit woord wordt dus als afsnijdend vertaalt in de LXX. Het betekent volgens Calvijn in Jesaja dat het doel van God is dat de rest rechtvaardiger zal blijken. Een boeiende gedachte! Jesaja staat voor deze gebeurtenissen. Paulus staat erna (de ballingschap) en ervoor (de diaspora van het jaar 70 nC). Wat opvalt is dat Paulus het heeft over behouden worden in plaats van terugkeren. Het gaat niet langer over het land, maar over geloof in Christus. Niet God, maar de Heer (=Christus bij Paulus) voert dit alles uit. In vers 29 lezen we dat dit lijkt op de manier zoals God handelt bij Sodom en Gomorra.
Nu komen we toe aan het woord suntemnoon, waar alles om was begonnen. Het kan op verschillende manieren worden uitgelegd. Misschien wordt er bedoeld afsnijdend in de zin van vernietigend/doorgaand (zie NBV die vertaalt als onverkort). Dat zou kunnen in Jesaja, maar bij Paulus zit er volgens mij te veel hoop in deze verzen. Dit is nl. het thema van het hoofdstuk. Hoewel het er niet op lijkt, enkel een rest, toch is er hoop voor Israel. Of moet het woord figuurlijk worden opgevat, nl. verkortend = sneller dan verwacht. Dus hier: de zaak snel afhandelen. Ik kies samen met Calvijn en andere commentaren voor het laatste.