Afgewezen schreef:O sorry, had ik over het hoofd gezien. Het woord 'uitstorting' is dus met 'klein' vertaald. Maar zijn de argumenten daarvoor deugdelijker dan die van de andere vertalingen?
Zonderling schreef:Ho, ho, dat gaat te snel.
Je leest kennelijk het woord 'shèthèph'. Maar er staat 'shètsèph'.
Ik weet dat veel uitleggers en vertalers doen zoals jij (ze volgen elkaar gewoon na) en dan komen ze inderdaad op de betekenis 'overstromen'.
Maar het is helemaal niet gezegd dat deze letterverwisseling juist is.
De verklaring die meestal gegeven wordt is dat deze letterverwisseling bewust zou zijn gebeurd om 2 woordjes (van elk 3 letters) te laten rijmen.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik dit een erg dubieuze theorie vind.
Ik weet niet of er in Jesaja wel meer voorbeelden zijn van opzettelijke aanpassingen in de spelling om woorden te laten rijmen.
Wanneer deze voorbeelden er niet zijn, hecht ik er eerlijk gezegd weinig geloof aan.
Bovendien is het verwisselen van een letter in zo'n kort woordje haast niet te herkennen voor de lezer en daarmee schiet de letterverwisseling zijn doel voorbij. (Verwissel in onze taal maar eens een letter in een woordje van 3 letters, wie snapt het dan nog?)
Het woord dat er staat, komt maar 1x in de Bijbel voor. De betekenis is daarmee onzeker.
Er zijn diverse verklaringen voor, bijvoorbeeld van Kimchi en andere rabbijnen die het woord de betekenis 'klein' (of 'een weinig') geven. Dat 'weinig' kan zowel in tijdsduur als intensiteit worden opgevat.
Of van Gataker die het woord gelijkstelt aan 'shèmèts', wat eveneens in de betekenis 'klein' gebruikt wordt. Voor Gataker zie de bijbelverklaring Patrick, Polus en Wels.
Ik denk zelf dat de Statenvertalers Kimchi en andere rabbijnen gevolgd hebben.
Wat is deugdelijker?
Ik heb nog geen goede argumenten gezien voor de letterverwisseling om 2 woorden te laten rijmen. Wanneer dat alleen hier het geval is, lijkt die theorie mij moeilijk te verdedigen.
Verder volgen joodse vertalingen (in ieder geval Tanakh) nog steeds Kimchi waarmee (ook hier dus) de joodse vertalingen met de Statenvertaling overeenkomen.
P.S. ik had mij al eerder in dit voorbeeld verdiept, vandaar!
Afgewezen schreef:O sorry, had ik over het hoofd gezien. Het woord 'uitstorting' is dus met 'klein' vertaald. Maar zijn de argumenten daarvoor deugdelijker dan die van de andere vertalingen?
Zonderling schreef:Ho, ho, dat gaat te snel.
Je leest kennelijk het woord 'shèthèph'. Maar er staat 'shètsèph'.
Ik weet dat veel uitleggers en vertalers doen zoals jij (ze volgen elkaar gewoon na) en dan komen ze inderdaad op de betekenis 'overstromen'.
Maar het is helemaal niet gezegd dat deze letterverwisseling juist is.
De verklaring die meestal gegeven wordt is dat deze letterverwisseling bewust zou zijn gebeurd om 2 woordjes (van elk 3 letters) te laten rijmen.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik dit een erg dubieuze theorie vind.
Ik weet niet of er in Jesaja wel meer voorbeelden zijn van opzettelijke aanpassingen in de spelling om woorden te laten rijmen.
Wanneer deze voorbeelden er niet zijn, hecht ik er eerlijk gezegd weinig geloof aan.
Bovendien is het verwisselen van een letter in zo'n kort woordje haast niet te herkennen voor de lezer en daarmee schiet de letterverwisseling zijn doel voorbij. (Verwissel in onze taal maar eens een letter in een woordje van 3 letters, wie snapt het dan nog?)
Het woord dat er staat, komt maar 1x in de Bijbel voor. De betekenis is daarmee onzeker.
Er zijn diverse verklaringen voor, bijvoorbeeld van Kimchi en andere rabbijnen die het woord de betekenis 'klein' (of 'een weinig') geven. Dat 'weinig' kan zowel in tijdsduur als intensiteit worden opgevat.
Of van Gataker die het woord gelijkstelt aan 'shèmèts', wat eveneens in de betekenis 'klein' gebruikt wordt. Voor Gataker zie de bijbelverklaring Patrick, Polus en Wels.
Ik denk zelf dat de Statenvertalers Kimchi en andere rabbijnen gevolgd hebben.
Wat is deugdelijker?
Ik heb nog geen goede argumenten gezien voor de letterverwisseling om 2 woorden te laten rijmen. Wanneer dat alleen hier het geval is, lijkt die theorie mij moeilijk te verdedigen.
Verder volgen joodse vertalingen (in ieder geval Tanakh) nog steeds Kimchi waarmee (ook hier dus) de joodse vertalingen met de Statenvertaling overeenkomen.
P.S. ik had mij al eerder in dit voorbeeld verdiept, vandaar!
Ik laat me graag door je onderwijzen. Ik had even niet in de gaten dat het woord 'een ogenblik' al was meegenomen in de vertaling van de SV, dus dat was gewoon mijn fout.
parsifal schreef:Ik heb het al eerder genoemd: Ooit citeerde ik tegenover een roodharige de beschrijving "roodachtig, mitsgaders schoon van aanzien". Direct was de vraag wat mitsgaders nu eigenlijk betekent (en, bovendien, dus, maar toch?), daarbij vergetend dat roodachtig al niet op het haar slaat.
Dat is maar de vraag. Sommigen menen dat het op zijn jeugd slaat.
Daarom heeft Groot Nieuws Bijbel: 'een jongen met een blozend gezicht'.
Maar NBV, Willibrord vertaling en eerder dus ook Statenvertaling en NBG 1951 laten 'rood' allemaal wel degelijk op het haar slaan.
Ook van Ezau staat dat hij 'rood' werd geboren. Daar staat hetzelfde woord.
Sommigen menen dat dit zijn babykleur was en slechts een zinspeling op de latere geschiedenis van de linzenmoes.
Maar waarschijnlijker is dat dit 'rood' wel degelijk zijn haarkleur betrof.
(Voor degenen die het nog niet wisten: baby's worden wel degelijk mét hoofdhaar geboren. En Ezau was zeer behaard bij zijn geboorte zoals we uitdrukkelijk vinden. Wat is waarschijnlijker dat dit 'rode' dus ook zijn haarkleur betrof. En wanneer dat voor hem zo is, waarom niet voor David?)
Hier drukte ik me verkeerd uit. Ik had "mogelijk" willen toevoegen. Dus dat roodachtig niet perse op de haarkleur hoeft te slaan.
Verder heb ik het idee dat je vaak in je beoordeling van teksten en vertalingen zaken in het voordeel van de SV uitlegt. Dus bij de SV is een onzekere of mogelijke vertaling eerder geaccepteerd dan bij de HSV. Je kennis van de talen is vele malen groter dan die van mij (die van mij is vrijwel nihil en ik maak voornamelijk gebruik van internet en de strongs), maar ik vraag me af of dit idee van mij een kern van waarheid heeft. Dit is niet als kritiek bedoeld, maar eerder uit luiheid om je berichten iets makkelijker te plaatsen.
Zoals ik al aangaf ben ik wat bijbelvertaling betreft ook tevreden met een goede parafrase.
Wat betreft "de tuchtmeester tot Christus" ik weet dat het woord ook een beweging kan aanduiden. Ik probeerde duidelijk te maken dat de andere betekenis vaak vergeten wordt (en dat de uitleg van "tot" in een beweging, heel wat speculatiever is gezien de context, dan "tot" als tijdsaanduiding).
"Then he isn't safe?" said Lucy.
"Safe?" said Mr. Beaver. "Don't you hear what Mrs. Beaver tells you? Who said anything about safe? "Course he isn't safe. But he's good. He's the King, I tell you."
parsifal schreef:Ik heb het al eerder genoemd: Ooit citeerde ik tegenover een roodharige de beschrijving "roodachtig, mitsgaders schoon van aanzien". Direct was de vraag wat mitsgaders nu eigenlijk betekent (en, bovendien, dus, maar toch?), daarbij vergetend dat roodachtig al niet op het haar slaat.
Dat is maar de vraag. Sommigen menen dat het op zijn jeugd slaat.
Daarom heeft Groot Nieuws Bijbel: 'een jongen met een blozend gezicht'.
Maar NBV, Willibrord vertaling en eerder dus ook Statenvertaling en NBG 1951 laten 'rood' allemaal wel degelijk op het haar slaan.
Ook van Ezau staat dat hij 'rood' werd geboren. Daar staat hetzelfde woord.
Sommigen menen dat dit zijn babykleur was en slechts een zinspeling op de latere geschiedenis van de linzenmoes.
Maar waarschijnlijker is dat dit 'rood' wel degelijk zijn haarkleur betrof.
(Voor degenen die het nog niet wisten: baby's worden wel degelijk mét hoofdhaar geboren. En Ezau was zeer behaard bij zijn geboorte zoals we uitdrukkelijk vinden. Wat is waarschijnlijker dat dit 'rode' dus ook zijn haarkleur betrof. En wanneer dat voor hem zo is, waarom niet voor David?)
Hier drukte ik me verkeerd uit. Ik had "mogelijk" willen toevoegen. Dus dat roodachtig niet perse op de haarkleur hoeft te slaan.
Verder heb ik het idee dat je vaak in je beoordeling van teksten en vertalingen zaken in het voordeel van de SV uitlegt. Dus bij de SV is een onzekere of mogelijke vertaling eerder geaccepteerd dan bij de HSV. Je kennis van de talen is vele malen groter dan die van mij (die van mij is vrijwel nihil en ik maak voornamelijk gebruik van internet en de strongs), maar ik vraag me af of dit idee van mij een kern van waarheid heeft. Dit is niet als kritiek bedoeld, maar eerder uit luiheid om je berichten iets makkelijker te plaatsen.
Zoals ik al aangaf ben ik wat bijbelvertaling betreft ook tevreden met een goede parafrase.
Wat betreft "de tuchtmeester tot Christus" ik weet dat het woord ook een beweging kan aanduiden. Ik probeerde duidelijk te maken dat de andere betekenis vaak vergeten wordt (en dat de uitleg van "tot" in een beweging, heel wat speculatiever is gezien de context, dan "tot" als tijdsaanduiding).
Er is hier volgens mij maar 1 betekenis, en dat is tot als tijdsaanduidig.
Het is nl in voltooid verleden tijd geschreven, als ik me niet vergis.
Zonderling zal dat wel weten.
Why do we spend money we don’t have on things we don’t need to create impressions that don’t last on people we don’t care about ?
Eerst een verantwoording voor het overnemen van een artikel uit het kerkelijk weekblad der Gereformeerde Gemeenten "De Saambinder"
In het colofon staat geen verbod daartoe. Was dat het geval geweest, dan zou men dat in het colofon kenbaar maken.
In andere periodieken leest men dan: "Niets uit deze uitgave mag, in welke vorm of op welke wijze dan ook, worden overgenomen, zonder schriftelijke
toestemming van de uitgever."
Ik geloof dat het dan ook niet goed is om de inhoud van een blad als De Saambinder alleen voor een besloten groep te behouden
DE GEREFORMEERDE GEMEENTEN KUNNEN NIET MEE MET DE HSV -4- Afsluitend artikel
Maar hoe moet het dan met onze jeugd?
Deze vraag klinkt nogal eens in het gesprek over Statenvertaling en de herziening ervan in de HSV.
Aan de vooravond van de presentatie van deze nieuwe vertaling willen we in een afrondend artikel nadenken over deze vraag. Want onze jeugd moet ons zeker aan het hart gaan.
In het licht van Psalm 22:31-32 zien we uit naar de tekenen van Gods werk onder onze jongeren.
Maar juist de liefde tot de jeugd brengt ons terug bij de Statenvertaling. Onze jeugd is namelijk gediend met een betrouwbare Bijbel
In drie artikelen stonden we stil bij de herziening van de Statenvertaling. We concludeerden dat de Stichting Herziene Statenvertaling een vertaling heeft gemaakt die geen Statenvertaling is.
Het is een andere vertaling geworden, die op vele punten verder gaat dan de Nieuwe Vertaling van 1951.
In het tweede artikel kwamen we tot de slotsom dat we met de HSV vele schatten uit de Kerkgeschiedenis kwijtraken. We wezen op de kanttekeningen, het verstaan van
de Belijdenisgeschriften, de Liturgische formulieren, wezenlijke uitdrukkingen uit de geloofsleer en de eenheid in het kerkelijk leven.
Al met al hangt er aan de HSV een hoog, heel hoog prijskaartje.
WEZENLIJKE INHOUD
In het derde artikel moesten we vaststellen dat de Herziene Statenvertaling doelbewust inhoudelijk afwijkt van de Statenvertaling.
Door soms onbegrijpelijke keuzes gaat de rijkdom en de diepte van Gods Woord in een aantal teksten zelfs verloren.
De gehechtheid aan de Statenvertaling is dus niet een nostalgische liefde voor een museumstuk, maar een verbondenheid aan de wezenlijke inhoud van Gods Woord.
Natuurlijk willen we niet suggereren dat de medewerkers aan de HSV die verbondenheid missen. Het zij verre van ons om een oordeel over personen uit te spreken.
Maar juist de bestudering van het uiteindelijke resultaat bracht tot de onthutsende conclusie dat er heel wat van de diepte van Gods Woord verdwenen is.
Of, zoals iemand het onlangs zei: Ik ben bang dat het pit en het merg eruit weg is. En weg is weg, dat komt niet meer terug.
In het vierde artikel willen we komen tot een afronding. Daarbij betrekken we de reacties in de media op de besluiten van onze Generale Synode over de HSV.
Opnieuw heeft deze breedste kerkelijke vergadering immers opgeroepen om de HSV af te wijzen, en het gebruik van de Statenvertaling krachtig te bevorderen.
Tijdens dezelfde synodedagen is een warm pleidooi gevoerd om onze jeugd in het oog te blijven houden.
NIET GEDIEND MET DE HSV
Het liep als een rode draad door de verschillende besprekingen heen dat de jeugd –de toekomst van de kerk- ons zeer ter harte moet gaan.
Wel, zo reageren sommigen, de zorg voor de jeugd pleit toch juist voor de HSV? Waarom wordt deze dan afgewezen?
Onze Synode heeft opnieuw uitgesproken dat onze jeugd juist niet met de HSV gediend is. Ze is gediend met een voluit betrouwbare Statenvertaling.
Liefde tot de jeugd gaat voor onze Synode juist samen met AFWIJZING van de HSV. Een zo drastisch herziene Bijbelvertaling is een verkeerde oplossing om onze jeugd
bij Gods Woord te behouden.
JONGEREN: HSV IS PRACHTIG
Tevoren kunnen we natuurlijk niet weten wat de HSV met de jeugd zal doen.
Zullen degenen die eerder kozen voor de Groot Nieuws Bijbel of de Nieuwe Bijbelvertaling via de HSV terugkeren tot de Statenvertaling?
Als we kennis nemen van de discussies onder jongeren op internet lijkt dit er voorlopig niet op. Een aantal jongeren vind de HSV prachtig: Nu hebben ze er weer een vertaling bij!
Het lijkt er verder op dat juist de studerenden naar nieuwere vertalingen grijpen. Terwijl juist zij het meeste verstand hebben gekregen om de Statenvertaling te begrijpen.
Ze geven aan dat ze al in allerlei vertalingen lezen en dat een nieuwe vertaling welkom is.
Sluit dit niet aan bij een trend onder jongeren (en ook ouderen) die al langere tijd zichtbaar is? Een vrije keuze doet het in onze tijd beter dan binding.
Kerkelijk shoppen is hier ook een uiting van.
De BEDOELING achter de herziene vertaling is inderdaad om de jeugd bij de Statenvertaling te blijven betrekken.
Op allerlei wijzen wordt ook via de digitale wegen de HSV gepromoot.
“De cover is speciaal ontworpen voor jou!” zo lezen we op de website van de HSV. Maar laten we nuchter zijn, als we doormiddel van zo’n speciale HSV-editie een Bijbelvertaling
aantrekkelijk moeten maken voor de jeugd, dan moeten we ons wel afvragen of we op het goede spoor zitten.
En al zouden jongeren gewonnen worden door de HSV, dan zijn ze nog niet bij de Statenvertaling, maar bij een herziening ervan die heel ver gaat.
Hoe lang zal deze herziene vertaling overigens bruikbaar blijven? Taal verandert snel. Is de HSV een open vertaling die voortdurend herzien zal worden? Is de HSV van 2010 over
twintig jaar weer vervangen door een nieuwere vertaling, omdat ook de HSV de jeugd onvoldoende bleek te binden?
Wie de geschiedenis van de Bijbelvertalingen kent, weet dat het vrijwel nooit bij één herziening blijft.
WEZENLIJK VERSCHIL
We komen zo bij een fundamenteel verschil met de Statenvertaling. Deze vertaling is niet gemaakt, omdat andere vertalingen VEROUDERD waren.
De opdracht voor de Statenvertaling ging uit, omdat andere vertalingen NIET GOED GENOEG waren. Ze stonden te ver af van de grondtalen waarin de HEERE Zichzelf had geopenbaard.
De Statenvertalers kregen niet de opdracht om een vertaling te maken voor de jeugd, maar om een getrouwe vertaling te maken. Dit uitgangspunt is wezenlijk anders dan
die van de HSV.
We doen er richting onze jeugd goed aan als we hen op de Statenvertaling wijzen als de beste Nederlandse Bijbelvertaling. Waar zijn ze meer mee gediend dan met
zo’n betrouwbare vertaling.
Het is al moeilijk genoeg om bij alle vragen die op hen afkomen, vast te houden aan Gods onveranderlijk Woord. Juist dan hebben we een vast baken nodig, een Bijbel
waarvan we met een gerust hart kunnen zeggen dat het een zeer getrouwe weergave is van wat God gesproken heeft.
NIET GEMAKKELIJK
Laten we richting onze jonge mensen maar open en eerlijk zeggen dat de Heilige Geest geen Bijbel heeft geïnspireerd die heel gemakkelijk te begrijpen is. Daarvan ligt de
schuld niet bij de Statenvertaling maar bij ons verduisterd verstand.
Laten we ons eens verplaatsen in de gemeenten die door de apostel Paulus zijn gesticht. Korte tijd na de overgang uit het heidendom kregen ze van de apostel Paulus
brieven die diep van inhoud en niet gemakkelijk te begrijpen waren.
Zelfs Petrus, die drie jaren onderwijs van de Heere Jezus had gekregen, erkent dat (2 Petrus 3:16). En toch heeft de Heere Paulus zo geleid dat hij deze brieven schreef.
Is het niet gepast dat wij –van jongs af opgevoed bij Gods Woord- zwijgen als we de Bijbel moeilijk vinden?
Is het niet beter dat we onszelf onderzoeken waarom we de Bijbel moeilijk vinden?
Het is ondertussen allerminst de bedoeling om de problemen van jongeren weg te wuiven. We willen ook zeker niet de moeien van leerkrachten en ouders van
bijvoorbeeld moeilijk lerende kinderen van tafel te vegen.
Maar als we die taalkloof als het grootste probleem zien en vervolgens die taalkloof willen wegnemen door een nieuwe Bijbelvertaling, dan gaan we voorbij aan onze
grootste nood: Ons verduisterde verstand én onze geestelijke onwil om onderwezen te worden uit Gods Woord.
EEN UITNEMENDER WEG
We willen geen stenen gooien, maar we moeten wel eerlijk blijven: Hoe staat het met ons Bijbellezen? Laten we maar niet beginnen met onze jeugd, maar met de
vaders die werken. Hoe vaak gaat hun Bijbel open?
Wat lezen we per week?
Wat betekent ons jawoord bij de Doop als we onszelf al nauwelijks verdiepen in Gods Woord? Komen we dan toe aan het onderwijzen van onze kinderen?
Er is een veel uitnemender weg dan het maken van een herziene vertaling. We hebben het persoonlijk onderwijs van Gods Geest nodig. Dat allereerst.
Maar laten we nooit vergeten dat de Heere middellijk werkt. Door een geopende Bijbel heeft Hij al zoveel Adamskinderen bekeerd.
Laat het Woord toch opengaan aan de tafels. Echt, het Woord in de Statenvertaling. Laat het Woord uitgelegd worden, in de preek, op de catechisatie, maar zeker
ook in de huizen. Daar ligt de eerste opdracht (Deut. 6:6-9) die we bij de Doop vrijwillig op ons namen (derde doopvraag)!
DERTIEN JAAR
Tenslotte, begin 1998, dus bijna 13 jaar geleden, schreef ds. A. Moerkerken in De Saambinder een artikel over het pleidooi dat toen klonk vioor een herziening van de Statenvertaling.
In november 2003 volgde een ander artikel van zijn hand. Inhoudelijk staan de artikelen die nu geschreven zijn geheel in deze lijn.
In 2007 wees onze Generale Synode unaniem en krachtig af. Tijdens de Synode van september dit jaar werd dit standpunt nog eens onderstreept.
In het verslag in De Saambinder lezen we: “Meerdere afgevaardigden vroegen de Synode opnieuw uit te spreken dat de gemeenten onverkort vasthouden aan de Statenvertaling.”
Er loopt dus een constante lijn door de meest recente geschiedenis van onze gemeenten, een lijn die al meer dan een eeuw oud is, namelijk een hartelijke
verbondenheid aan de onveranderde Statenvertaling.
Sinds het ontstaan van de Gereformeerde Gemeenten is dit nooit een zaak van discussie geweest. Laat dit zo blijven.
Dat is niet alleen een verantwoordelijkheid van een Synodale vergadering, maar ook van de leden van de gemeenten. Zij hebben zich door hun jawoord toch van
harte verbonden aan het kerkverband? Als een kerkverband met zulke overtuiging een standpunt inneemt voor onze Statenvertaling is het dan onze gezamelijke
inspanning waard om op dit punt de eenheid te bewaren?
EENHEID ONDER DRUK
We betreuren het uitermate dat door dit zelfstandig initiatief door het bestuur van de Gereformeerde Bond binnen de PKN deze eenheid onder druk kont te staan.
Laat ons hopen en bidden, dat zoals dar vanaf 1907 nooit een punt geweest is,
het gebruik van dezelfde Bijbelvertaling onder ons –ondanks initiatieven van derden- nooit een punt wordt.
De Synode wenst UNANIEM niets anders voor het gehele grondvlak van de gemeenten. Laat ons in Kerk, school en gezin in de lijn van het verleden van harte
vasthouden aan dezelfde Statenvertaling. Met recht en reden!
Misschien wat scherper gezegd: is het niet eigenwijs om in te gaan tegen een zo heldere lijn in onze gemeenten en op eigen houtje, voor persoonlijk gebruik,
of in het gezin toch gewoon de HSV te gebruiken?
Of is dit typisch iets van onze postmoderne tijd: De kerk kan iets vinden, een ambtelijke vergadering mag een besluit nemen, maar ik maak mijn eigen keuzes,
desnoods lijnrecht tegen het standpunt van de Synode in. Als ik me er maar goed bij voel.
Weten we echt zeker, dat dit ook een Bijbelse weg is waar zegen op rust voor onszelf en ons nageslacht?
DOOR GOD GEZEGEND
Vanzelf, een Synode bindt niemand in het geweten, maar het samen behoren tot een kerkverband geeft toch ook een gezamenlijke opdracht. Tot onderlinge
samenbinding, opscherping en welzijn.
We lezen in de Bijbel dat de Synodevergadering van Jeruzalem geestelijk gezag had (Handelingen 15:29, 16:4). De besluiten werden met blijdschap ontvangen,
omdat men aanvoelde, dat de Synode het goede voor de gemeenten op het oog had (Handelingen 15:31).
Het volgen van deze besluiten werd kennelijk door de Heere gezegend (Handelingen 16:5).
Op deze wijze heeft onze Generale Synode zowel in 2007 als in 2010 gesproken over de HSV. Het vertalen van de Bijbel is niet bepaald een middelmatige zaak,
waarin iedereen maar zoveel mogelijk zijn eigen keuzes moet maken.
De Bijbel is hét middel om tot de zaligheid te komen.
Daarom gaar er vanuit de kerk opnieuw een hartelijke oproep uit om de Statenvertaling te bewaren als een pand dat ons door Gods goedheid is toebetrouwd.
Meliskerke, ds. G.J.N. Moens
Middelburg, ds. J.M.D. de Heer
Zonderling schreef:@parsifal, deze keer citeerde ik toch ook nog NBG, Willibrord en zelfs de NBV.
Ja, het voorbeeld van David was voornamelijk om aan te geven dat het niet verkeerd is om het woord mitsgaders vervangen. De opmerking over roodachtig was vooral om aan te geven dat er hier wat onduidelijkheid is, ook onder experts.
Mijn verdere opmerking was vooral naar aanleiding van de tekst uit Jesaja. Er is een redelijk verschil in HSV en SV en de HSV lijkt hier goed te verdedigen te zijn. De SV beroept zich als ik het goed begrijp niet op veel bronnen en geven bovendien in de kanttekeningen aan dat klein als kort van duur gelezen kan/moet worden. Een betekenis die het in het huidige Nederlands eigenlijk al niet meer heeft. Op zo'n moment is een tekst als die van de HSV toch winst?
"Then he isn't safe?" said Lucy.
"Safe?" said Mr. Beaver. "Don't you hear what Mrs. Beaver tells you? Who said anything about safe? "Course he isn't safe. But he's good. He's the King, I tell you."
Zonderling schreef:@parsifal, deze keer citeerde ik toch ook nog NBG, Willibrord en zelfs de NBV.
Ja, het voorbeeld van David was voornamelijk om aan te geven dat het niet verkeerd is om het woord mitsgaders vervangen. De opmerking over roodachtig was vooral om aan te geven dat er hier wat onduidelijkheid is, ook onder experts.
Mijn verdere opmerking was vooral naar aanleiding van de tekst uit Jesaja. Er is een redelijk verschil in HSV en SV en de HSV lijkt hier goed te verdedigen te zijn. De SV beroept zich als ik het goed begrijp niet op veel bronnen en geven bovendien in de kanttekeningen aan dat klein als kort van duur gelezen kan/moet worden. Een betekenis die het in het huidige Nederlands eigenlijk al niet meer heeft. Op zo'n moment is een tekst als die van de HSV toch winst?
Ik denk dat je Zonderlings betoog precies verkeerd samenvat...
parsifal schreef:Zoals ik al aangaf ben ik wat bijbelvertaling betreft ook tevreden met een goede parafrase.
Ik zeker niet. De getrouwheid is veel belangrijker, wat ook de opdracht aan de statenvertalers was.
Maar los van mijn standpunt of dat van de statenvertalers, zou ik toch de HSV niet als "een goede parafrase" willen bestempelen.
De Saambinder schreef:DE GEREFORMEERDE GEMEENTEN KUNNEN NIET MEE MET DE HSV -4- Afsluitend artikel
Maar hoe moet het dan met onze jeugd?
Deze vraag klinkt nogal eens in het gesprek over Statenvertaling en de herziening ervan in de HSV.
Aan de vooravond van de presentatie van deze nieuwe vertaling willen we in een afrondend artikel nadenken over deze vraag. Want onze jeugd moet ons zeker aan het hart gaan.
In het licht van Psalm 22:31-32 zien we uit naar de tekenen van Gods werk onder onze jongeren.
Maar juist de liefde tot de jeugd brengt ons terug bij de Statenvertaling. Onze jeugd is namelijk gediend met een betrouwbare Bijbel
In drie artikelen stonden we stil bij de herziening van de Statenvertaling. We concludeerden dat de Stichting Herziene Statenvertaling een vertaling heeft gemaakt die geen Statenvertaling is.
Het is een andere vertaling geworden, die op vele punten verder gaat dan de Nieuwe Vertaling van 1951.
In het tweede artikel kwamen we tot de slotsom dat we met de HSV vele schatten uit de Kerkgeschiedenis kwijtraken. We wezen op de kanttekeningen, het verstaan van
de Belijdenisgeschriften, de Liturgische formulieren, wezenlijke uitdrukkingen uit de geloofsleer en de eenheid in het kerkelijk leven.
Al met al hangt er aan de HSV een hoog, heel hoog prijskaartje.
WEZENLIJKE INHOUD
In het derde artikel moesten we vaststellen dat de Herziene Statenvertaling doelbewust inhoudelijk afwijkt van de Statenvertaling.
Door soms onbegrijpelijke keuzes gaat de rijkdom en de diepte van Gods Woord in een aantal teksten zelfs verloren.
De gehechtheid aan de Statenvertaling is dus niet een nostalgische liefde voor een museumstuk, maar een verbondenheid aan de wezenlijke inhoud van Gods Woord.
Natuurlijk willen we niet suggereren dat de medewerkers aan de HSV die verbondenheid missen. Het zij verre van ons om een oordeel over personen uit te spreken.
Maar juist de bestudering van het uiteindelijke resultaat bracht tot de onthutsende conclusie dat er heel wat van de diepte van Gods Woord verdwenen is.
Of, zoals iemand het onlangs zei: Ik ben bang dat het pit en het merg eruit weg is. En weg is weg, dat komt niet meer terug.
In het vierde artikel willen we komen tot een afronding. Daarbij betrekken we de reacties in de media op de besluiten van onze Generale Synode over de HSV.
Opnieuw heeft deze breedste kerkelijke vergadering immers opgeroepen om de HSV af te wijzen, en het gebruik van de Statenvertaling krachtig te bevorderen.
Tijdens dezelfde synodedagen is een warm pleidooi gevoerd om onze jeugd in het oog te blijven houden.
NIET GEDIEND MET DE HSV
Het liep als een rode draad door de verschillende besprekingen heen dat de jeugd –de toekomst van de kerk- ons zeer ter harte moet gaan.
Wel, zo reageren sommigen, de zorg voor de jeugd pleit toch juist voor de HSV? Waarom wordt deze dan afgewezen?
Onze Synode heeft opnieuw uitgesproken dat onze jeugd juist niet met de HSV gediend is. Ze is gediend met een voluit betrouwbare Statenvertaling.
Liefde tot de jeugd gaat voor onze Synode juist samen met AFWIJZING van de HSV. Een zo drastisch herziene Bijbelvertaling is een verkeerde oplossing om onze jeugd
bij Gods Woord te behouden.
JONGEREN: HSV IS PRACHTIG
Tevoren kunnen we natuurlijk niet weten wat de HSV met de jeugd zal doen.
Zullen degenen die eerder kozen voor de Groot Nieuws Bijbel of de Nieuwe Bijbelvertaling via de HSV terugkeren tot de Statenvertaling?
Als we kennis nemen van de discussies onder jongeren op internet lijkt dit er voorlopig niet op. Een aantal jongeren vind de HSV prachtig: Nu hebben ze er weer een vertaling bij!
Het lijkt er verder op dat juist de studerenden naar nieuwere vertalingen grijpen. Terwijl juist zij het meeste verstand hebben gekregen om de Statenvertaling te begrijpen.
Ze geven aan dat ze al in allerlei vertalingen lezen en dat een nieuwe vertaling welkom is.
Sluit dit niet aan bij een trend onder jongeren (en ook ouderen) die al langere tijd zichtbaar is? Een vrije keuze doet het in onze tijd beter dan binding.
Kerkelijk shoppen is hier ook een uiting van.
De BEDOELING achter de herziene vertaling is inderdaad om de jeugd bij de Statenvertaling te blijven betrekken.
Op allerlei wijzen wordt ook via de digitale wegen de HSV gepromoot.
“De cover is speciaal ontworpen voor jou!” zo lezen we op de website van de HSV. Maar laten we nuchter zijn, als we doormiddel van zo’n speciale HSV-editie een Bijbelvertaling
aantrekkelijk moeten maken voor de jeugd, dan moeten we ons wel afvragen of we op het goede spoor zitten.
En al zouden jongeren gewonnen worden door de HSV, dan zijn ze nog niet bij de Statenvertaling, maar bij een herziening ervan die heel ver gaat.
Hoe lang zal deze herziene vertaling overigens bruikbaar blijven? Taal verandert snel. Is de HSV een open vertaling die voortdurend herzien zal worden? Is de HSV van 2010 over
twintig jaar weer vervangen door een nieuwere vertaling, omdat ook de HSV de jeugd onvoldoende bleek te binden?
Wie de geschiedenis van de Bijbelvertalingen kent, weet dat het vrijwel nooit bij één herziening blijft.
WEZENLIJK VERSCHIL
We komen zo bij een fundamenteel verschil met de Statenvertaling. Deze vertaling is niet gemaakt, omdat andere vertalingen VEROUDERD waren.
De opdracht voor de Statenvertaling ging uit, omdat andere vertalingen NIET GOED GENOEG waren. Ze stonden te ver af van de grondtalen waarin de HEERE Zichzelf had geopenbaard.
De Statenvertalers kregen niet de opdracht om een vertaling te maken voor de jeugd, maar om een getrouwe vertaling te maken. Dit uitgangspunt is wezenlijk anders dan
die van de HSV.
We doen er richting onze jeugd goed aan als we hen op de Statenvertaling wijzen als de beste Nederlandse Bijbelvertaling. Waar zijn ze meer mee gediend dan met
zo’n betrouwbare vertaling.
Het is al moeilijk genoeg om bij alle vragen die op hen afkomen, vast te houden aan Gods onveranderlijk Woord. Juist dan hebben we een vast baken nodig, een Bijbel
waarvan we met een gerust hart kunnen zeggen dat het een zeer getrouwe weergave is van wat God gesproken heeft.
NIET GEMAKKELIJK
Laten we richting onze jonge mensen maar open en eerlijk zeggen dat de Heilige Geest geen Bijbel heeft geïnspireerd die heel gemakkelijk te begrijpen is. Daarvan ligt de
schuld niet bij de Statenvertaling maar bij ons verduisterd verstand.
Laten we ons eens verplaatsen in de gemeenten die door de apostel Paulus zijn gesticht. Korte tijd na de overgang uit het heidendom kregen ze van de apostel Paulus
brieven die diep van inhoud en niet gemakkelijk te begrijpen waren.
Zelfs Petrus, die drie jaren onderwijs van de Heere Jezus had gekregen, erkent dat (2 Petrus 3:16). En toch heeft de Heere Paulus zo geleid dat hij deze brieven schreef.
Is het niet gepast dat wij –van jongs af opgevoed bij Gods Woord- zwijgen als we de Bijbel moeilijk vinden?
Is het niet beter dat we onszelf onderzoeken waarom we de Bijbel moeilijk vinden?
Het is ondertussen allerminst de bedoeling om de problemen van jongeren weg te wuiven. We willen ook zeker niet de moeien van leerkrachten en ouders van
bijvoorbeeld moeilijk lerende kinderen van tafel te vegen.
Maar als we die taalkloof als het grootste probleem zien en vervolgens die taalkloof willen wegnemen door een nieuwe Bijbelvertaling, dan gaan we voorbij aan onze
grootste nood: Ons verduisterde verstand én onze geestelijke onwil om onderwezen te worden uit Gods Woord.
EEN UITNEMENDER WEG
We willen geen stenen gooien, maar we moeten wel eerlijk blijven: Hoe staat het met ons Bijbellezen? Laten we maar niet beginnen met onze jeugd, maar met de
vaders die werken. Hoe vaak gaat hun Bijbel open?
Wat lezen we per week?
Wat betekent ons jawoord bij de Doop als we onszelf al nauwelijks verdiepen in Gods Woord? Komen we dan toe aan het onderwijzen van onze kinderen?
Er is een veel uitnemender weg dan het maken van een herziene vertaling. We hebben het persoonlijk onderwijs van Gods Geest nodig. Dat allereerst.
Maar laten we nooit vergeten dat de Heere middellijk werkt. Door een geopende Bijbel heeft Hij al zoveel Adamskinderen bekeerd.
Laat het Woord toch opengaan aan de tafels. Echt, het Woord in de Statenvertaling. Laat het Woord uitgelegd worden, in de preek, op de catechisatie, maar zeker
ook in de huizen. Daar ligt de eerste opdracht (Deut. 6:6-9) die we bij de Doop vrijwillig op ons namen (derde doopvraag)!
DERTIEN JAAR
Tenslotte, begin 1998, dus bijna 13 jaar geleden, schreef ds. A. Moerkerken in De Saambinder een artikel over het pleidooi dat toen klonk vioor een herziening van de Statenvertaling.
In november 2003 volgde een ander artikel van zijn hand. Inhoudelijk staan de artikelen die nu geschreven zijn geheel in deze lijn.
In 2007 wees onze Generale Synode unaniem en krachtig af. Tijdens de Synode van september dit jaar werd dit standpunt nog eens onderstreept.
In het verslag in De Saambinder lezen we: “Meerdere afgevaardigden vroegen de Synode opnieuw uit te spreken dat de gemeenten onverkort vasthouden aan de Statenvertaling.”
Er loopt dus een constante lijn door de meest recente geschiedenis van onze gemeenten, een lijn die al meer dan een eeuw oud is, namelijk een hartelijke
verbondenheid aan de onveranderde Statenvertaling.
Sinds het ontstaan van de Gereformeerde Gemeenten is dit nooit een zaak van discussie geweest. Laat dit zo blijven.
Dat is niet alleen een verantwoordelijkheid van een Synodale vergadering, maar ook van de leden van de gemeenten. Zij hebben zich door hun jawoord toch van
harte verbonden aan het kerkverband? Als een kerkverband met zulke overtuiging een standpunt inneemt voor onze Statenvertaling is het dan onze gezamelijke
inspanning waard om op dit punt de eenheid te bewaren?
EENHEID ONDER DRUK
We betreuren het uitermate dat door dit zelfstandig initiatief door het bestuur van de Gereformeerde Bond binnen de PKN deze eenheid onder druk kont te staan.
Laat ons hopen en bidden, dat zoals dar vanaf 1907 nooit een punt geweest is,
het gebruik van dezelfde Bijbelvertaling onder ons –ondanks initiatieven van derden- nooit een punt wordt.
De Synode wenst UNANIEM niets anders voor het gehele grondvlak van de gemeenten. Laat ons in Kerk, school en gezin in de lijn van het verleden van harte
vasthouden aan dezelfde Statenvertaling. Met recht en reden!
Misschien wat scherper gezegd: is het niet eigenwijs om in te gaan tegen een zo heldere lijn in onze gemeenten en op eigen houtje, voor persoonlijk gebruik,
of in het gezin toch gewoon de HSV te gebruiken?
Of is dit typisch iets van onze postmoderne tijd: De kerk kan iets vinden, een ambtelijke vergadering mag een besluit nemen, maar ik maak mijn eigen keuzes,
desnoods lijnrecht tegen het standpunt van de Synode in. Als ik me er maar goed bij voel.
Weten we echt zeker, dat dit ook een Bijbelse weg is waar zegen op rust voor onszelf en ons nageslacht?
DOOR GOD GEZEGEND
Vanzelf, een Synode bindt niemand in het geweten, maar het samen behoren tot een kerkverband geeft toch ook een gezamenlijke opdracht. Tot onderlinge
samenbinding, opscherping en welzijn.
We lezen in de Bijbel dat de Synodevergadering van Jeruzalem geestelijk gezag had (Handelingen 15:29, 16:4). De besluiten werden met blijdschap ontvangen,
omdat men aanvoelde, dat de Synode het goede voor de gemeenten op het oog had (Handelingen 15:31).
Het volgen van deze besluiten werd kennelijk door de Heere gezegend (Handelingen 16:5).
Op deze wijze heeft onze Generale Synode zowel in 2007 als in 2010 gesproken over de HSV. Het vertalen van de Bijbel is niet bepaald een middelmatige zaak,
waarin iedereen maar zoveel mogelijk zijn eigen keuzes moet maken.
De Bijbel is hét middel om tot de zaligheid te komen.
Daarom gaar er vanuit de kerk opnieuw een hartelijke oproep uit om de Statenvertaling te bewaren als een pand dat ons door Gods goedheid is toebetrouwd.
Meliskerke, ds. G.J.N. Moens
Middelburg, ds. J.M.D. de Heer
Duidelijk.
Echt inhoudelijk is deze serie niet geweest.
In dit laatste artikel wordt er helaas op scherp gespeelt.
Maar gelukkig zijn we niet Rooms.
Kerkelijk gebruiken we van harte de SV, maar persoonlijk/prive HSV lezen heeft niets maar dan ook niets met gebrek aan onderdanigheid te maken.
Ik vind dit argument zelfs een van de zwakste.
Wilhelm schreef:Duidelijk.
Echt inhoudelijk is deze serie niet geweest.
Toch nog even het vorige artikel goed lezen. Dat heb je ook wel gedaan maar ik denk dat je he tniet wíl zien. Want daar is toch echt de vertaling vergeleken en daar zijn terechte punten gemaakt. Zou dat komen door hokjesdenken? Ds. J.M.D. de Heer heeft dit of dat gedaan dus alles wat hij zegt is fout. Ik hoop het niet.
Kerkelijk gebruiken we van harte de SV, maar persoonlijk/prive HSV lezen heeft niets maar dan ook niets met gebrek aan onderdanigheid te maken.
Wie zegt dat dan? Zie je de vervreemding niet ontstaan, als men thuis de HSV leest en in de kerk, op de verenigingen en op catechisaties de Statenvertaling? Dan komen er toch verschillen openbaar, en dan? En dan komt er onvermijdelijk ook een afzetten tegen die ouderwetse kerk, met die ouderwetse Bijbel. Bij jou nog niet, misschien, maar je nageslacht! Of is het niet erg als die ergens anders kerkelijk onderdak vinden? Kerkistisch zijn is niet goed, maar ik mag toch aannemen dat je wel weet waarom je lid bent van de GG?
Ik vind dit argument zelfs een van de zwakste.
Nog zwakker dan al die andere 'zwakke' en 'niet inhoudelijke' argumenten?!
Erasmiaan schreef:Zie je de vervreemding niet ontstaan, als men thuis de HSV leest en in de kerk, op de verenigingen en op catechisaties de Statenvertaling?
Ik zie juist een mooie start om de schrift nog nauwkeuriger te onderzoeken, als al eerder in dit topic gebeurd is.
Erasmiaan schreef:Dan komen er toch verschillen openbaar, en dan? En dan komt er onvermijdelijk ook een afzetten tegen die ouderwetse kerk, met die ouderwetse Bijbel.
Dan komt er juist meer verdiepingen in, en bewondering voor die rijke schrift! Laat toch een ieder, juist ook de jeugd, zelf onderzoek plegen alvorens iets al bij voorbaat af te wijzen.
Wilhelm schreef:
Kerkelijk gebruiken we van harte de SV, maar persoonlijk/prive HSV lezen heeft niets maar dan ook niets met gebrek aan onderdanigheid te maken.
Wie zegt dat dan?
De scribenten :
Misschien wat scherper gezegd: is het niet eigenwijs om in te gaan tegen een zo heldere lijn in onze gemeenten en op eigen houtje, voor persoonlijk gebruik,
of in het gezin toch gewoon de HSV te gebruiken?
Ik moet zeggen dat ik, als voorstander om de SV te blijven gebruiken en geen lid van de GG, de artikelen en zeker deel 4 zeer teleurstellend vind. Er worden conclusies getrokken die niet waar zijn. De SV verdient betere verdedigers.
Onderstaand citaat vind ik echt niet kunnen,misschien lees ik het verkeerd maar de Geest heeft echt een verstaanbaar Evangelie geïnspireerd. Wij hebben het met onze leerstellingen ingewikkeld gemaakt.
Laten we richting onze jonge mensen maar open en eerlijk zeggen dat de Heilige Geest geen Bijbel heeft geïnspireerd die heel gemakkelijk te begrijpen is Daarvan ligt de schuld niet bij de Statenvertaling maar bij ons verduisterd verstand.
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
Wilhelm schreef:
Kerkelijk gebruiken we van harte de SV, maar persoonlijk/prive HSV lezen heeft niets maar dan ook niets met gebrek aan onderdanigheid te maken.
Wie zegt dat dan?
De scribenten :
Misschien wat scherper gezegd: is het niet eigenwijs om in te gaan tegen een zo heldere lijn in onze gemeenten en op eigen houtje, voor persoonlijk gebruik,
of in het gezin toch gewoon de HSV te gebruiken?
huisman schreef:Ik moet zeggen dat ik, als voorstander om de SV te blijven gebruiken en geen lid van de GG, de artikelen en zeker deel 4 zeer teleurstellend vind. Er worden conclusies getrokken die niet waar zijn. De SV verdient betere verdedigers.
Tja, misschien moet huisman het maar doen. Maar die zie ik ook weinig pro-Statenvertaling schrijven.
Onderstaand citaat vind ik echt niet kunnen,misschien lees ik het verkeerd maar de Geest heeft echt een verstaanbaar Evangelie geïnspireerd. Wij hebben het met onze leerstellingen ingewikkeld gemaakt.
Laten we richting onze jonge mensen maar open en eerlijk zeggen dat de Heilige Geest geen Bijbel heeft geïnspireerd die heel gemakkelijk te begrijpen is. Daarvan ligt de schuld niet bij de Statenvertaling maar bij ons verduisterd verstand.
Ach, Petrus schreef ook dat Paulus dingen schreef die zwaar waren om te verstaan. Maar dat vindt huisman ook niet kunnen, zeker?