Fjodor schreef:Het is dan bijzonder raar als dit soort vragen, die de waarschuwingen van een ander doortrekken naar het wezenlijke, abrupt afgekapt worden. Zoals Afgewezen bijvoorbeeld doet. Dat is niet het krachteloos maken van andermans woorden, dat is het essentieel maken van andermans woorden.
Daarbij van mijn kant de vraag, wat hebben we anderen te waarschuwen als we zelf niet getuigen van de hoop die in ons is?
Dat is helemaal niet bijzonder raar, het is reageren op een subtiele manier van op de persoon spelen. Precies zoals jij het zelf weergeeft: "Wat hebben we anderen te waarschuwen als we zelf niet getuigen van de hoop die in ons is?"
Ach, de bijbel is 66 boeken op de persoon spelen.
En op dat zinnetje van mij dat jij hier quoot legt hervormde bij Dia de vinger. En daar ben ik het mee eens. Ik hoop dat als we bij hervormde doorvragen of hij zondag 1 na kan zeggen dat hij dat dan kan.
Daartoe zijn de dingen gegeven, dat ze gebruikt worden; maar niet, opdat ze vergaard zouden worden - D. Bonhoeffer
Fjodor schreef:Ach, de bijbel is 66 boeken op de persoon spelen.
Afspraak is dit op het forum níét te doen. :)
Bovendien is het niet netjes en je beroep op de Bijbel vind ik in dezen kant noch wal raken.
Staat dat in de forumregels?
Ik vind het wel netjes. Niet als drogreden, maar als oprechte navolging van de bijbel.
De christenen moeten elkaar terechtwijzen, niet de niet-christenen de christenen.
Vergelijk het met de situatie in Korinthe waar Paulus de mensen bekritiseert dat ze hun recht zoeken bij de wereldse rechters.
En als je Zondag 1 niet kan naspreken en toch waarschuwt dan ben ik van mening dat Jezus' woord over de splinter en de balk geldt. (Dat wil niet zeggen dat de hoorders er niet naar moeten luisteren; de Joden moesten ook de wet van de Farizeeën doen).
We zeggen allemaal dat we onszelf moeten beproeven, maar als het puntje bij het paaltje komt dan is het opeens op de persoon spelen..
Daartoe zijn de dingen gegeven, dat ze gebruikt worden; maar niet, opdat ze vergaard zouden worden - D. Bonhoeffer
En wat blijft er over van dankdag? Zijn we nog dankbaar? Mogen we nog dankbaar zijn? Mogen we nog zeggen dat we dankbaar zijn? Hoe hebben wij het beleefd?
Ik mag zeggen: ik mocht dankbaar zijn. Voor alle goede gaven en zegeningen die ik iedere dag weer heb ontvangen. Voor alle mensen om mij heen. Maar bovenal, voor dat volmaakte offer van mijn Heiland. Hij voor mij! Eeuwig wonder! Daarover raak ik niet uitgedankt! Dat kan ik ook niet voor mijzelf houden. Dat wil ik delen, in mijn gezin, gemeente, familie, omgeving en ja, ook hier!
Heb ik het dan zomaar in mijn zak? Nee hoor, ik heb niets, maar alles wat ik heb, ontvang ik van mijn God op Zijn tijd en Zijn wijze!
En dat.... dat gun ik iedereen! Die blijdschap, overvloeiende bijdschap! Vreugde in God! Alles uit Hem, door Hem, tot Hem, in Hem!
caprice schreef:Wat wij lazen: het is een zeer moeilijk werk om dankdag te houden, omdat we van nature zo'n ondankbaar hart hebben.
Dat kan zo zijn, maar het ligt er aan welke natuur er in ons overheerst. Is het onze oude natuur, dan heb je helemaal gelijk.
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
caprice schreef:Wat wij lazen: het is een zeer moeilijk werk om dankdag te houden, omdat we van nature zo'n ondankbaar hart hebben.
Dat kan zo zijn, maar het ligt er aan welke natuur er in ons overheerst. Is het onze oude natuur, dan heb je helemaal gelijk.
Dat klopt, maar dat schreef ik dan ook: 'van nature'. Als God in ons hart woont, dan ontsteekt Hij die dankbaarheid in ons harten, en mag het als een liefelijke reuk zijn voor Zijn aangezicht.
Gewetensbezwaarde trouwambtenaar - 'De totalitaire staat werpt het geweten van haar burgers weg als een waardeloos vod' Dr. J.H. Bavinck
Ik lees hier regelmatig dat dankdag een menselijke instelling is. Dat denk ik zelf ook en of het een goede of slechte instelling is laat ik even in het midden, maar ik hoorde van de week op Nederland zingt dat het van oorsprong een Rooms gebruik is.
Het gebruik om in moeilijke tijden een aparte bededag te houden, zou ontstaan zijn in de Middeleeuwen. Er waren toen vaste bededagen,[1] zoals de quatertemperdagen en de kruisdagen. Daarbij ging het vooral om omstandigheden op seculier terrein: oorlog, honger en rampen. Na de reformatie in de 16e eeuw, toen grote delen van Nederland het katholicisme voor het protestantisme verruilden, werd het houden van bededagen door de reformatorische kerken overgenomen. In 1578 werd er door de Synode van Dordrecht bepaald dat er tijdens oorlog en andere rampen massaal gebeden en gedankt moest worden.[2] Wanneer er vervolgens een bid- of dankdag nodig was, werd dit door de landelijke of provinciale overheden uitgeschreven. Een vaste dag om te danken werd in 1658 in de provincie Overijssel vastgesteld: "dat alle jaren op den 1sten Donderdag in de Mey door de geheele Provintie een Algem. Vast- en Bededag tot afweeringe van Godes Plagen en het verkrygen van een gezegende Somer zal worden geholden,- en dat op den eersten Donderdag in September weder een Generale Dankdag voor de veelvoudige verkregen segeningen en weldaaden zal worden gecelebreert." Toen de industrialisatie toenam, is de viering veranderd in dankdag voor gewas én arbeid. Tegenover de dankdag werd later ook een vaste dag om te bidden ingesteld, en wel op de tweede woensdag van maart. Deze dag wordt biddag voor gewas en arbeid genoemd. Dankdag wordt gehouden op de eerste woensdag van november, met uitzondering van Zeeland waar deze wordt gehouden op de laatste woensdag van november. Lokaal kunnen er afwijkende data zijn: in de gemeente Tholen is biddag op de laatste woensdag van februari en dankdag op de derde woensdag van november. Als historische reden voor deze afwijkingen wordt genoemd dat veel kerkelijke gemeenten vacant waren en het op een afwijkende dag gemakkelijker was om een dominee van elders naar de - vóór de deltawerken erg afgelegen - eilanden te laten komen om daar de kerkdiensten te leiden.
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."