Kislev schreef:Van ’t weekend het boek gelezen. Mag ook wel, want ik heb dit draadje december vorig jaar opgestart.
Tijden terug veel gehoord over positieve recensies. Boek heeft natuurlijk onlangs debuutprijs ontvangen. Het boek duikt ook werkelijk overal op (in winkels, reclames op internet –marktplaats bijv. etc).
Daarna hoorde ik recent weer negatieve reacties van mensen om me heen die het boek gelezen hebben. Ze vonden het eigenlijk tegenvallen. Wellicht komt het daardoor dat het mij weer meeviel.
Wat losse opmerkingen:
- Allereerst is Franca Treur een echte vertelster, ze weet te boeien. Haar schrijfstijl vind ik vergelijkbaar met Maarten ’t Hart, hij is ook een echte verteller, meer dan dat het een diepgaand literair werk is.
- Ze heeft van tijd tot tijd briljante passages. Met een paar zinnen weet ze een hele sfeer op te roepen. Ook observeert ze scherp en kan dat heel raak verwoorden.
- Net hiervoor een aantal boeken gelezen die echt naar een plot toewerkte. Dit boek bestond feitelijk uit allemaal losse verhalen, zonder samenhang. Moest ik even aan wennen. Is natuurlijk niet perse slecht maar ik had iets van ‘zo kan ik het ook’.
- Op ¾ van het boek was ik het helemaal zat met de tale kanaans. Het kwam mn neus uit. Elke bladzijde leek er op een gegeven moment vol van te staan, het bleef maar doorzeuren over het geloof. Alsof ze alle uitdrukking die ze nog kende op papier heeft gezet en daar een boek om heen heeft geschreven. Ben van haar leeftijd, ook gergem opgegroeid op platteland maar in het boek kwam op één dag meer tale kanaans voor dan bij ons in het gezin in een maand. Geeft daardoor een heel raar en vertekend beeld.
- Zondag in de kerk heb ik met de oren van Katelijn naar de leespreken zitten luisteren. Ging vanzelf. Diverse uitdrukkingen en passages in de preken die zo in het boek hadden gepast. Opvallend, die overvloed aan standaarduitdrukkingen en de voorspelbaarheid wat er gaat komen in (gergem)preken. Wat dat aangaat houdt het boek een spiegel voor.
- Wat mij bijstaat is dat men (refoland) het boek niet zo schopperig vond als bijvoorbeeld het werk van Maarten ’t Hart (weet niet of deze mening waar is maar dit staat me bij). Ik had op een gegeven moment toch echt iets van ‘nee, dit kan echt niet’ (terwijl ik dat niet snel heb). Vind daarom het boek toch vergelijkbaar met het werk van Maarten ’t Hart en niet met dat van Siebelink.
- Ongelofelijk dat dit boek zo goed verkoopt. Kan me er werkelijk niets bij voorstellen dat mijn buren dit lezen en dat ze dat volhouden. Voor mij roept het veel herkenning op maar voor een buitenstaander moet dit soms toch werkelijk niet te volgen zijn? Verschrikkelijk dat dit boek zoveel gelezen wordt en de buitenstaander door zo’n boek een beeld moet krijgen van een refogezin.
- Het boek straalt iets uit van 'logisch dat je van zo'n duf geloof afstand neemt, geloof is iets voor domme boeren die zelf niet nadenken'. Toch is het geen excuus. Zou ik (of mn vrouw) een dergelijk boek schrijven over hoe ik de gergem in mn jeugd ervaren heb dan zou het heftiger zijn dan dit boek. Het is geen excuus om af te haken dus.
Siebelink blijft toch dat twijfelen houden. Het is ook een gevoelige man.
Maarten tHart vindt zelf dat hij opgehouden is met te geloven, maar toch blijft hij er over schrijven !
Ook overdrijft hij, in de jaren 50 was de ger kerk echt geen zwartekousenkerk.
Maar dat zal de vrijheid van de schrijver wel zijn, alhoewel er mensen zijn die denken dat alles echt gebeurd is.
Noot: zijn moeder is niet overleden aan keelkanker, of ze nog steeds leeft weet ik niet, maar een paar jr geleden zat ze in een verpleeghuis.
Sommige boeken van tHart zijn de moeite waard, maar "Wie God verlaat heeft niets te vrezen" vind ik een zeer gevaarlijk en verwerpelijk boek.