Marnix schreef:Onder dat motto kan je kinderen ook wel aan het avondmaal aan laten gaan. Er staat immers geschreven: Hoewel ze het niet begrijpen mogen we ze toch niet uitsluiten. Ook volstrekt misplaatst. Dit gaat over de doop, over het verbond dat God sluit met ons en onze kinderen en heeft helemaal niets met kindernevendiensten te maken. Ik hoop dat er sterkere argumenten zijn
Dat klopt, dat is ook precies de reden waarom vd Beek in hetzelfde boekje betoogt dat het avondmaal ook voor kinderen moet open staan. Hij vraagt zich af of het zelfonderzoek een maatstaf kan zijn

want wie van de ouderen kan ooit zeggen zichzelf te hebben onderzocht? Het leek me eigenlijk dat als iemand op het forum het hier mee eens zou zijn, dat jij dat dan zou zijn op grond van je verbondsvisie. Maar je vindt het geen sterk argument.
Overigens betoogt van de Beek dit niet op grond van het verbond, dat speelt bij hem vrijwel geen rol. Maar dat voert wat te ver, dan moet je het boekje lezen.
En wees verder niet bang, want al de mensen die het citaat over de nevendienst beaamden en zeiden het boekje te gaan kopen, zullen wat meer moeite hebben met dit standpunt denk ik.

Ik denk trouwens dat jij dit ook een boeiend boekje zou vinden, ik raad het je zeker aan. Al zul je het er vaak niet mee eens zijn wellicht.
Maar je tegenwerping gaat dus niet op, omdat vd Beek inderdaad die lijn doortrekt.
We bekijken in dit topic de preek ook wel heel eenzijdig: alsof het alleen iets is waarvan we iets
leren. Dus met andere woorden: je moet iets van de woorden begrijpen, dan heb je iets aan de preek. Van de Beek heeft ook oog voor het feit dat er veel méér gebeurt tijdens een dienst. De gemeente is bijeen, God is aanwezig. Het gaat niet alleen om iets verstandelijks, het gaat ook om het 'geheimenis' van de gemeente. Dat gegeven kan ook bevrijden van het krampachtige idee dat iedereen aangesproken moet worden. Een preek moet kindvriendelijk zijn, oudervriendelijk, alleenstaandenvriendelijk en weet ik niet wievriendelijk. Natuurlijk moet er een boodschap zijn voor de hoorders, maar er gebeurt veel meer.
Eigenlijk hetzelfde argument dat je zou kunnen gebruiken in de discussie rond preken uitzenden via internet. Waarbij de preek ook snel kan worden tot een boodschap die
mij moet leren, kan zegenen en kan opbouwen. Maar er speelt veel meer in de kerk dan alleen dit. En daar horen kinderen bij.
Het komt misschien ook omdat de preek zó centraal staat dat één schreeuwend kind al een ramp is voor de preek. Nu moet ik zeggen dat ik dat zelf precies zo ervaar, maar misschien kunnen we wat dat betreft wel leren van gemeenten waar daar wat losser mee omgegaan wordt. Zoals bijv. op het zendingsveld, waar je bij wijze van spreken tussen de kudde zit met de gemeente en de kinderen drinken krijgen tijdens de dienst. Maar zonder die lijn helemaal door te trekken: het gaat erom dat kinderen
erbij zijn.