Marnix schreef:Opnieuw mis je het belangrijkste. Je vervalt weer in eenzijdigheid en ik blijf het benadrukken. Wat je constant verkondigt is:-DIA- schreef:Waarom nee?Fjodor schreef:nee: om het evangelie van genade te brengenBert Mulder schreef: Als het goed is, is een preek NOOIT puur een oordeelsprediking. De preek is er in de eerste plaats ter glorie Gods. Daarnaast om Zijn volk te vertroosten, en om het Evangelie van vrije genade te brengen...
God doet in de eerste plaats alles om
Zijn Zelfswil, opdat Hij erin verheerlijk worde.
Dat er een Evangelieboodschap mag klinken
is de Genade van die God die alles werkt
om Zijn Eigen eer te verhogen...
Die Booschap mag er zijn omdat Hij dat
heeft gewilld. Niet uit medelijden met een gevallen
zondaar. Maar in de eerste plaats om Zichzelf.
Hoe ging die foute berijming van 1773 ook weer...
De MET ONS LOT BEWOGEN...
Of was het DIE IN ZICHZELF BEWOGEN...
Zo lief heeft God zichzelf gehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Je hebt het constant over God die op Zijn eer gericht is. Dat Hij de eer moet krijgen en ook zal krijgen klopt. Maar daarom redt Hij niet in de eerste plaats mensen. Hij redt mensen omdat Hij liefde is. Hij heeft de wereld lief en wil daarom mensen redden.
Die liefde van Hem, die liefde IS, mis ik in je postings continue. Het is telkens: Hij is niet met ons bewogen maar in zichzelf. Hij redt mensen om aan zijn eer te komen. En dan mis je het belangrijkste. Het is niet Gods eerzucht, zelfzucht waarom Hij Jezus stuurt. Het is geen narcisme, waardoor Hij mensen trekt, omdat Hij nou eenmaal eer wil hebben en daar mensen voor nodig heeft. Het is LIEFDE.[/b[/ Zo LIEF heeft Hij de wereld gehad dat Hij zijn Zoon stuurde om ons te redden.
Ga je daar eens in verdiepen. God laat ons in de Bijbel op zoveel plaatsen in Zijn hart kijken. Vergeet je die liefde, dan wordt het evangelie maar een flets.
What is good for the goose, is good for the gander. Dus, als het erdee zo uitgebreid de WS mag citeren, mag ik het hier ook, meen ik....
In De Wachter Sions (blad van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland) reageert L. M. P. Scholten op prof. G. van den Brink. De laatste stelde dat orthodox-gereformeerden de zin ”Die, met ons lot bewogen” uit de Lofzang van Zacharias niet altijd meezingen.
„In het decembernummer van het theologische tijdschrift Theologia Reformata reageert prof. dr. G. van den Brink op een opmerking van de bekende schrijver J. Mastenbroek. De redactie van het blad Oude Paden had eind september een symposium georganiseerd over de Psalmen. Mastenbroek, een van de sprekers, was daar onder meer ingegaan op de regel in de berijmde lofzang van Zacharias „Die met ons lot bewogen.”
Het RD had daarover geschreven in het verslag van het symposium: „Mastenbroek kent kerkenraadsleden die dan niet meezingen, omdat zij geloven dat God alleen in Zichzelf bewogen kan zijn.”
Van den Brink: Waar het de weigeraars om gaat, is dat God in deze regel wordt voorgesteld als zijnde bewogen met ons mensen. Dat zou onbijbels zijn, aangezien God in werkelijkheid „alleen in Zichzelf” bewogen kan zijn. Volgens Van den Brink komt deze gedachte over een onbewogen God uit de antieke, heidense Griekse filosofie en spreekt dit godsbeeld zeer gelovige mensen aan, omdat het lijkt alsof de afstand tot God onoverbrugbaar is. Toch is het een gedachte die, aldus prof. Van den Brink, „het hart in het Evangelie van Gods genadige toewending tot zondaren” in het geding brengt. Zonder de ontferming van God zou de overrompelende ervaring van genade die Jezus Christus heeft gebracht, ondenkbaar zijn. Het is deze liefde van God die bijzonder tot uitdrukking komt in het feest van de geboorte van Jezus: Kerst. Tot zover Van den Brink.
Jammer dat hij niet even contact heeft opgenomen met Mastenbroek. Want het is niet te geloven dat deze (zelf ouderling in de Gereformeerde Gemeenten) kerkenraadsleden zou kennen die geloven „dat God alleen in Zichzelf bewogen kan zijn.” Alzo lief heeft God de wereld gehad...
Maar hoe zit het dan met het bezwaar tegen de regel uit de berijming van Zacharias’ lofzang? Wij kunnen het niet beter zeggen dan met de woorden van ds. Mallan. In een kerstpreek (te vinden in Het gesproken Woord, deel 1, blz. 62) gaat hij erop in, dat er nogal eens aanmerking wordt gemaakt op de regel „Die met ons lot bewogen.” Hij zegt daarvan dan: „En dan wordt er gezegd: „God is niet met het lot van de mens bewogen geweest.” In de eeuwige verkiezing is God ook niet met het lot van de mens bewogen geweest. Het hoofddoel in de verkiezing is de verheerlijking Gods geweest. En Hij heeft vrij en soeverein verkoren tot de zaligheid. Hij heeft geen deugd van de mens in aanmerking genomen en Hij heeft ook de ellende van de mens niet in aanmerking genomen. Dus Hij is wat dat betreft niet met ons lot bewogen geweest. Hij is in Zichzelf bewogen geweest. Maar we hebben de Raad des Vredes of het Verbond der verlossing wel te onderscheiden van de Goddelijke verkiezing, al is die Raad des Vredes ook van eeuwigheid geweest. Maar in die Raad des Vredes of dat Verbond der verlossing zag God de door Hem verkorenen als gevallen voor Zich en zag Hij ze in die diep ellendige staat. En dan is Hij wel (daar het de voorwerpen van Zijn liefde waren) met hun lot bewogen geweest. En zo is in die Raad des Vredes ook de weg geopend, waardoor God Zijn barmhartigheid zou kunnen bewijzen.” Tot zover ds. Mallan.
De botsing tussen Mastenbroek en Van den Brink zou niet gebeurd zijn als beiden dat onderscheid tussen de Goddelijke verkiezing en de raad des vredes maar in acht genomen hadden. Wij schrijven deze dingen met grote schroom. Want de kennis die de Heere van Zichzelf heeft geopenbaard in Zijn Woord gaat het begrip van de mens ver te boven. In het bijzonder geldt dit van Zijn eeuwig raadsbesluit. Hij is de algenoegzame, soevereine, alwijze God, Die in de vaststelling van Zijn raadsplan in geen enkel opzicht beïnvloed is door iets buiten Hem. Omdat alles uit Hem en door Hem en tot Hem is, is Hij volkomen vrij om te doen wat Hem belieft, en om te bepalen wat Hij verkiest. Dat Goddelijke welbehagen is volmaakt heilig en goed, want daarin zoekt Hij Zichzelf en verheerlijkt Hij Zijn deugden.
Tegelijk is het in volmaakte overeenstemming met Zijn heilig wezen, vrijmachtig, soeverein en tegelijk heilig, wijs en goed. Door niets is Hij bewogen dan alleen door Zichzelf. Paulus spreekt in Efeze 1:9 over „de verborgenheid van Zijn wil, naar Zijn welbehagen, hetwelk Hij voorgenomen had in Zichzelven.” (...)
Zo zijn de berijmers van 1773 niet mis geweest met de regel „Die met ons lot bewogen.” Trouwens, ze is in overeenstemming met de onberijmde tekst, die spreekt van de innerlijke bewegingen der barmhartigheid onzes Gods. We zien hier het grote belang van het maken van goede onderscheidingen in de geloofsleer. Wel benadrukken we nog eens, dat al het spreken vanuit ons eindig begrip over de kennis die de Heere van Zichzelf heeft geopenbaard in Zijn Woord, altijd een gebrekkig stamelen zal blijven.