
Rara...wie heeft dit geschreven?
Re: Rara...wie heeft dit geschreven?
Er is trouwens een nieuw boekje van Roy Hession uit over het Zien op Jezus, vertaald door L.J. van Valen. Aanbevolen.
Re: Rara...wie heeft dit geschreven?
Ik kan me overigens niet helemaal aansluiten bij zijn concept voor Deeper life. Hession zegt dat het voor de gelovige nodig is binnen te gaan in een tweede ervaring van Christus, een “volle redding” (full salvation), en als iemand deze ervaring bereikt heeft, zal hij compleet 'overgegeven zijn' en hoeft hij zich niet opnieuw over te geven.Grace schreef:Er is trouwens een nieuw boekje van Roy Hession uit over het Zien op Jezus, vertaald door L.J. van Valen. Aanbevolen.
Re: Rara...wie heeft dit geschreven?
Raden wie deze meditatie schreef?
Ben wel benieuwd...
===============================
MEFIBOSETH AAN 'S KONINGS TAFEL
Alzo woonde Mefiboseth te Jeruzalem, omdat hij geduriglijk at aan des konings tafel; en hij was kreupel aan beide zijne voeten.
2 Samuël 9:13
Wat zal het Mefiboseth een wonder zijn geweest dat hij aanzitten mocht aan de tafel des konings. Hoe was hij geschrokken, toen hij ontboden werd door de koning. Hij dacht dat zijn laatste ogenblik aangebroken was. Hij was immers een nakomeling van Saul, die David fel had vervolgd en hem meer dan eens naar het leven had gestaan! Wat kon hij anders verwachten dan dat hij sterven moest. Doch wat een wonder; David ontbood hem niet om hem om te brengen, maar om hem te beweldadigen. Hij krijgt zelfs een plaats aan des konings tafel. Neen, niet de plaats van een knecht, maar van een kind. Ongetwijfeld zal hij van verwondering meer dan eens vergeten hebben de kostelijke spijs te eten.
Maar gaat het zo ook niet met Gods kinderen, als ze genodigd worden aan des Heeren tafel. Ze leerden bij het licht van de Heilige Geest hun verdoemelijkheid kennen, en bekendgemaakt aan zichzelf, konden ze niets anders verwachten dan het vonnis des doods. Zij hebben immers gedaan dat kwaad was in des Heeren oog! En het is niet alleen dit kwaad dat roept om straf. O, ze ontdekken bij zichzelf zoveel ongerechtige dingen. Zou God met hen te doen willen hebben? Aan hen gedenken in genade? Alles getuigt tegen hen.
En toch, zij krijgen een plaatsje aan de dis van de Koning der koningen! Hen wil Hij Zijn liefde en gunst betonen. Op dezen zal Ik zien, op de arme en verslagene van geest en die voor Mijn Woord beeft. O, wat een wonder. Dat is niet klein te krijgen. En als ze dan de hemelse lekkernijen proeven, die hen voorgezet worden, dan weidt hun ziel met een verwonderend oog. Ja, Zijn gunst sterkt meer dan de uitgezochtste spijzen. Dan genieten ze het beginsel van de eeuwige vreugde. O, dat geleid worden in de grazige weiden der genade en aan de wateren der vertroosting.
Waarom ontfermde David zich over Mefiboseth? Het was om Jonathans wil! Als Jonathan er niet geweest was, was er voor Mefiboseth geen hoop geweest. Als Christus niet gekomen was, dan was er geen hoop geweest voor een doemschuldig volk. Dat ellendige zondaars beweldadigd worden, het geschiedt niet om iets in of van hen, maar het is om de meerdere Jonathan.
De zaligheid van de Kerk ligt verankerd in het eeuwige verbond, in de gezegende Verbondsmiddelaar en in het dierbare Verbondsbloed. Maar daarom is de zaligheid van Gods Kerk ook zo zeker. Geen zonde of duivel kan daar iets aan veranderen.
De Fontein des behouds ontspringt in de eeuwige vrederaad. Het was des Vaders welbehagen hun het Koninkrijk te geven, en het was de verlustiging des Zoons om dat welbehagen mogelijk te maken. Daarom zei Hij: Zie, Ik kom, in de rol des Boeks is van Mij geschreven; ik heb lust, o Mijn God, om Uw welbehagen te doen! En nu is het de Heilige Geest Die het volk des welbehagens opzoekt en toebrengt.
Zo wordt Gods Kerk zalig en beweldadigd om het eeuwig welbehagen. Het is een zalig worden uit genade om Christus’ wil. Wat krijgt dat beweldadigde volk de Verbondsmiddelaar lief, en hoe dierbaar wordt hen het verbond. Om de meerdere Jonathan worden ze bediend uit de volheid des Konings, zodat ze ontvangen genade voor genade. Om Jonathans wil lacht het aangezicht van de Koning hen toe.
In Christus toch is de Kerk dierbaar in Gods oog. O, hoe valt al het onze als grond ten enenmale weg. Ik doe het niet om uwentwil, naar Ik doe het om Mijns Heiligen Naams wil, opdat die verheerlijkt worde. Wat een zegen dan, onszelf kwijt te raken onder het recht des Konings, om als een ellendige en arme zondaar gezaligd te worden, om Jonathans wil. Wat maakt dat het zalig worden ruim.
Mefiboseth bleef kreupel aan beide zijne voeten. Van zichzelf kan hij niet gaan of staan. Maar is het ook niet zo met Gods kinderen? Ook na ontvangen genade zijn en blijven ze tot hinken en zinken ieder ogenblik gereed. Ze blijven zondaren tot hun dood toe. Maar als zij dat gaan inleven, dan kunnen zij nooit groot worden. Neen, dan wordt alleen genade groot.
Van zichzelf kunnen ze niets, alleen alles bedreven en verzondigen. Ze gaan leren: Zonder U kan ik niet gaan, zonder U kan ik niet staan, zonder U kan ik niet zuchten, noch van hier naar boven vluchten. Ze moeten dagelijks gedragen en geholpen worden.
Ze blijven kreupel, niet aan één voet, maar aan beide voeten. Als kreupelen worden ze gevonden, als kreupelen getrokken, als kreupelen beweldadigd en als kreupelen gezaligd. O, wat zijn dat ongelukkige mensen! Ze blijven tot hun dood toe afhankelijk van de goedgunstigheid van een Ander. En gaat dat niet tegen onze natuur?
Ja, en toch, wat zijn dat gelukkige mensen! Ze behoeven zelf niets te doen, alles is voor hen gedaan. Ze worden uit genade zalig. Zo wordt God verheerlijkt in Zijn eigen werk, zo is alle roem uitgesloten en wordt het onverdiende zaligheid. Zo gaan ze zingen: Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht. Uw vrije gunst alleen wordt de ere toegebracht. Wij steken het hoofd omhoog en zullen de eerkroon dragen, door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen!
Ben wel benieuwd...
===============================
MEFIBOSETH AAN 'S KONINGS TAFEL
Alzo woonde Mefiboseth te Jeruzalem, omdat hij geduriglijk at aan des konings tafel; en hij was kreupel aan beide zijne voeten.
2 Samuël 9:13
Wat zal het Mefiboseth een wonder zijn geweest dat hij aanzitten mocht aan de tafel des konings. Hoe was hij geschrokken, toen hij ontboden werd door de koning. Hij dacht dat zijn laatste ogenblik aangebroken was. Hij was immers een nakomeling van Saul, die David fel had vervolgd en hem meer dan eens naar het leven had gestaan! Wat kon hij anders verwachten dan dat hij sterven moest. Doch wat een wonder; David ontbood hem niet om hem om te brengen, maar om hem te beweldadigen. Hij krijgt zelfs een plaats aan des konings tafel. Neen, niet de plaats van een knecht, maar van een kind. Ongetwijfeld zal hij van verwondering meer dan eens vergeten hebben de kostelijke spijs te eten.
Maar gaat het zo ook niet met Gods kinderen, als ze genodigd worden aan des Heeren tafel. Ze leerden bij het licht van de Heilige Geest hun verdoemelijkheid kennen, en bekendgemaakt aan zichzelf, konden ze niets anders verwachten dan het vonnis des doods. Zij hebben immers gedaan dat kwaad was in des Heeren oog! En het is niet alleen dit kwaad dat roept om straf. O, ze ontdekken bij zichzelf zoveel ongerechtige dingen. Zou God met hen te doen willen hebben? Aan hen gedenken in genade? Alles getuigt tegen hen.
En toch, zij krijgen een plaatsje aan de dis van de Koning der koningen! Hen wil Hij Zijn liefde en gunst betonen. Op dezen zal Ik zien, op de arme en verslagene van geest en die voor Mijn Woord beeft. O, wat een wonder. Dat is niet klein te krijgen. En als ze dan de hemelse lekkernijen proeven, die hen voorgezet worden, dan weidt hun ziel met een verwonderend oog. Ja, Zijn gunst sterkt meer dan de uitgezochtste spijzen. Dan genieten ze het beginsel van de eeuwige vreugde. O, dat geleid worden in de grazige weiden der genade en aan de wateren der vertroosting.
Waarom ontfermde David zich over Mefiboseth? Het was om Jonathans wil! Als Jonathan er niet geweest was, was er voor Mefiboseth geen hoop geweest. Als Christus niet gekomen was, dan was er geen hoop geweest voor een doemschuldig volk. Dat ellendige zondaars beweldadigd worden, het geschiedt niet om iets in of van hen, maar het is om de meerdere Jonathan.
De zaligheid van de Kerk ligt verankerd in het eeuwige verbond, in de gezegende Verbondsmiddelaar en in het dierbare Verbondsbloed. Maar daarom is de zaligheid van Gods Kerk ook zo zeker. Geen zonde of duivel kan daar iets aan veranderen.
De Fontein des behouds ontspringt in de eeuwige vrederaad. Het was des Vaders welbehagen hun het Koninkrijk te geven, en het was de verlustiging des Zoons om dat welbehagen mogelijk te maken. Daarom zei Hij: Zie, Ik kom, in de rol des Boeks is van Mij geschreven; ik heb lust, o Mijn God, om Uw welbehagen te doen! En nu is het de Heilige Geest Die het volk des welbehagens opzoekt en toebrengt.
Zo wordt Gods Kerk zalig en beweldadigd om het eeuwig welbehagen. Het is een zalig worden uit genade om Christus’ wil. Wat krijgt dat beweldadigde volk de Verbondsmiddelaar lief, en hoe dierbaar wordt hen het verbond. Om de meerdere Jonathan worden ze bediend uit de volheid des Konings, zodat ze ontvangen genade voor genade. Om Jonathans wil lacht het aangezicht van de Koning hen toe.
In Christus toch is de Kerk dierbaar in Gods oog. O, hoe valt al het onze als grond ten enenmale weg. Ik doe het niet om uwentwil, naar Ik doe het om Mijns Heiligen Naams wil, opdat die verheerlijkt worde. Wat een zegen dan, onszelf kwijt te raken onder het recht des Konings, om als een ellendige en arme zondaar gezaligd te worden, om Jonathans wil. Wat maakt dat het zalig worden ruim.
Mefiboseth bleef kreupel aan beide zijne voeten. Van zichzelf kan hij niet gaan of staan. Maar is het ook niet zo met Gods kinderen? Ook na ontvangen genade zijn en blijven ze tot hinken en zinken ieder ogenblik gereed. Ze blijven zondaren tot hun dood toe. Maar als zij dat gaan inleven, dan kunnen zij nooit groot worden. Neen, dan wordt alleen genade groot.
Van zichzelf kunnen ze niets, alleen alles bedreven en verzondigen. Ze gaan leren: Zonder U kan ik niet gaan, zonder U kan ik niet staan, zonder U kan ik niet zuchten, noch van hier naar boven vluchten. Ze moeten dagelijks gedragen en geholpen worden.
Ze blijven kreupel, niet aan één voet, maar aan beide voeten. Als kreupelen worden ze gevonden, als kreupelen getrokken, als kreupelen beweldadigd en als kreupelen gezaligd. O, wat zijn dat ongelukkige mensen! Ze blijven tot hun dood toe afhankelijk van de goedgunstigheid van een Ander. En gaat dat niet tegen onze natuur?
Ja, en toch, wat zijn dat gelukkige mensen! Ze behoeven zelf niets te doen, alles is voor hen gedaan. Ze worden uit genade zalig. Zo wordt God verheerlijkt in Zijn eigen werk, zo is alle roem uitgesloten en wordt het onverdiende zaligheid. Zo gaan ze zingen: Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht. Uw vrije gunst alleen wordt de ere toegebracht. Wij steken het hoofd omhoog en zullen de eerkroon dragen, door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen!
© -DIA- 33.965 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Rara...wie heeft dit geschreven?
Te moeilijk?
OK, de betreffende predikant is in de jaren 80 overleden,
maar zijn preken worden nog regelmatig gelezen in vacante gemeenten...
OK, de betreffende predikant is in de jaren 80 overleden,
maar zijn preken worden nog regelmatig gelezen in vacante gemeenten...
© -DIA- 33.965 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Rara...wie heeft dit geschreven?
ds. A. Vergunst?
Re: Rara...wie heeft dit geschreven?
Ds. Hoogerland?
Re: Rara...wie heeft dit geschreven?
Ik meende dat meditaties bedoeld waren ter onderwijzing en niet ter vermaak: Raad de plaat.
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)
Re: Rara...wie heeft dit geschreven?
Dat dacht ik eerst maar die is naar ik meen later overleden.Smytegelt schreef:Ds. Hoogerland?
Re: Rara...wie heeft dit geschreven?
Tja, maar als beroepingswerk en tweetallen worden gevolgd zoals anderen de voetbaluitslagen bijhouden...Luther schreef:Ik meende dat meditaties bedoeld waren ter onderwijzing en niet ter vermaak: Raad de plaat.
~~Soli Deo Gloria~~
Re: Rara...wie heeft dit geschreven?
Tja, als ik aan jou het verschil moet uitleggen tussen een meditatie en statistiek...Hendrikus schreef:Tja, maar als beroepingswerk en tweetallen worden gevolgd zoals anderen de voetbaluitslagen bijhouden...Luther schreef:Ik meende dat meditaties bedoeld waren ter onderwijzing en niet ter vermaak: Raad de plaat.
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)
Re: Rara...wie heeft dit geschreven?
Wat mij betreft kan dit "Raadt ie het of niet" topic gesloten worden.jvdg schreef: Maar uiteindelijk is het niet interessant wie de scribent is, maar datgene wat geschreven is.
De uitnodiging, de aanprijzing, de weg naar Hem.....
Re: Rara...wie heeft dit geschreven?
Och, u kwaamt ook zelf mede te doen met raden, uwedele heer Van der Giessen. Maar inderdaad komt u gelijk te hebben dat het enigszins absurd komt te zijn, een "raad het citaat" met meditaties.
Re: Rara...wie heeft dit geschreven?
Mijn waarde,Erasmiaan schreef:Och, u kwaamt ook zelf mede te doen met raden, uwedele heer Van der G. Maar inderdaad komt u gelijk te hebben dat het enigszins absurd komt te zijn, een "raad het citaat" met meditaties.
Ik heb gemeend dat de door u in de openbaarheid gebrachte familienaam mijnerzijds te moeten elimineren, teneinde het circuit niet te derangeren.
Dat ik mij kwam te ontvallen aan de de door mijzelf geïnitieerde regels dit onderwerp aangaande lag ten grondslag aan het gepresenteerde schot voor open doel.
Een schot wat ik derhalve heb benut en leidde tot een score.
Enige ijdelheid is ook mij tenslotte niet vreemd.
Mijn afkeer van raad het citaat is onverkort, zeker nu hiervoor gedeeltes uit meditatiën en predikatiën worden geciteerd.
Het lijkt N.B. wel een reformatorische gokkast.
Ik wens derhalve over te gaan tot afsluiting van dit beladen en tot niets leidende ledigheid brengende onderwerp.
Ik groet u.