Vleselijk en geestelijk
Vleselijk en geestelijk
Paulus schrijft aan de gemeente van Korinthe: "En ik, broeders, kon tot u niet spreken als tot mensen die geestelijk zijn, maar als tot mensen die nog vleselijk zijn, als tot jonge kinderen in Christus". (1 Kor. 3:1)
Vraagje: wanneer ben je geestelijk, en wanneer nog vleselijk. Wat is een 'geestelijke christen' en wat een 'vleselijke christen'?
Volgende vraag. In Romeinen 7 zegt Paulus dat hij zelf ook nog vleselijk is, verkocht onder de zonde zelfs. Hoe moet ik dit kloppend krijgen? Wat zegt Paulus hiermee van zichzelf, en wat wil hij ons hiermee leren? Dat je nooit geestelijk zal worden?
Is ontdekken dat je zelf vleselijk ben, en vleselijk zal blijven een soort tweede ontdekking in het christenleven? Ben benieuwd hoe jullie hierover denken. Ik vind het nogal lastig.
Vraagje: wanneer ben je geestelijk, en wanneer nog vleselijk. Wat is een 'geestelijke christen' en wat een 'vleselijke christen'?
Volgende vraag. In Romeinen 7 zegt Paulus dat hij zelf ook nog vleselijk is, verkocht onder de zonde zelfs. Hoe moet ik dit kloppend krijgen? Wat zegt Paulus hiermee van zichzelf, en wat wil hij ons hiermee leren? Dat je nooit geestelijk zal worden?
Is ontdekken dat je zelf vleselijk ben, en vleselijk zal blijven een soort tweede ontdekking in het christenleven? Ben benieuwd hoe jullie hierover denken. Ik vind het nogal lastig.
Re: Vleselijk en geestelijk
Ik wil specifiek op het 'ik ben vleselijk' van Paulus ingaan. Paulus besefte dat hij volledig afhankelijk was van Gods genade. Het was voor Kohlbrugge een bevrijding toen hij dat in ging zien. Er was van het vlees niets, en nooit meer wat te verwachten. Alle wettische heiligmaking gaat met dat besef overboord.
Het 'ik ben vleselijk' wordt door velen fatalistisch of lijdelijk opgevat. We moeten wel maar kunnen niet. Het wordt nooit wat met ons. En idd, het wordt ook nooit wat met ons.
Paulus had meer te zeggen;
24 Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?
25 Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere.
We moeten uit de opstandingkracht van Christus leren leven. In die kracht overwinnen we de zonde!
Tot zover de theorie
Het 'ik ben vleselijk' wordt door velen fatalistisch of lijdelijk opgevat. We moeten wel maar kunnen niet. Het wordt nooit wat met ons. En idd, het wordt ook nooit wat met ons.
Paulus had meer te zeggen;
24 Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?
25 Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere.
We moeten uit de opstandingkracht van Christus leren leven. In die kracht overwinnen we de zonde!
Tot zover de theorie

Hedendaagse bijbelstudie is voor een belangrijk deel het elimineren van theologische contradicties.
- JolandaOudshoorn
- Berichten: 11271
- Lid geworden op: 15 mar 2006, 20:53
- Locatie: Groot Ammers
Re: Vleselijk en geestelijk
Ja Gian, ik voel het met je mee!Gian schreef:
Tot zover de theorie![]()
Ik weet, mijn Verlosser leeft
- zusterelly
- Berichten: 1083
- Lid geworden op: 06 feb 2008, 12:52
- Locatie: op de grote stille heide
Re: Vleselijk en geestelijk
Ik heb ergens nog een boekje van Aad van de Sande dat hierover gaat. Ik zal dat eens opzoeken. Daar zal vast wel het één en ander in staan. Dat zal ik dan hier nog even melden. Dat wordt niet vandaag, volgende week ergens.
Genade is enerzijds: niet krijgen wat ik wel heb verdiend, en anderzijds: wel krijgen wat ik niet heb verdiend.
-
- Berichten: 29
- Lid geworden op: 07 apr 2008, 19:37
Re: Vleselijk en geestelijk
'In Romeinen 7 zegt Paulus dat hij zelf ook nog vleselijk is, verkocht onder de zonde zelfs. Hoe moet ik dit kloppend krijgen? Wat zegt Paulus hiermee van zichzelf, en wat wil hij ons hiermee leren? Dat je nooit geestelijk zal worden?
Is ontdekken dat je zelf vleselijk ben, en vleselijk zal blijven een soort tweede ontdekking in het christenleven?'
Mijn reactie:
In Romeinen 7 zie je dat Paulus enorm worstelt met zijn eigen-ik. Tel het aantal keer dat het woordje 'ik' in dit hoofdstuk. Hij worstelt met zichzelf en met de volmaaktheid van de wet. Maar lees dan door in Romeinen 8. Zie vers 2! Tel ook eens hoevaak dan het woord 'Geest' voorkomt in dit hoofdstuk.
Vleselijk leven is leven vanuit het vlees. Het is onafhankelijk van Gods optreden. Je bent je eigen bron. Je leeft als gelovige vanuit je oude Adam. Leven van de Geest is afhankelijk van en met de Heere leven. Je stelt je afhankelijk tov de Heere op en leeft door het geloof vanuit Zijn kracht. Joh. 6:53-56 is ook zo treffend... Waar geestelijk leven/geestelijke groei bij degene, die drinkt van Zijn bloed en eet van Zijn lichaam. Drinken bloed: duidt erop dat ik in geloof aanneem dat Hij voor mij gekruisigd is en dat Hij voor mij betaald heeft. Eten lichaam: duidt erop dat ik in geloof aanneem dat mijn oude natuur samen met Hem gestorven is. Dat de macht van de oude natuur gebroken is.
Wonderlijke boodschap: Jezus niet alleen genoeg gedaan aan het kruis om zonden te vergeven, maar ook genoeg gedaan om de zonde te overwinnen. Die overwinning kun je zoeken, als je die nog niet hebt ondervonden. Wil ik iets meer over zeggen.
Petrus liep op een gegeven moment vast en kwam op het punt dat hij bitterlijk weende. Toen brak hij en was klaar voor Pinksteren. Toen de Heilige Geest hem vervullen. Weet je wat Zac Poonen schrijft: 'It would be dangerous for God to empower an unbroken man'. Dat zie je in het OT, NT en de kerkgeschiedenis. God leidt mensen tot bekering en breekt dan hun eigen 'ik'. Dat was het geheim van Moody en John Wesley!
Jakob in het OT. Komt tot bekering bij Beth-El. Komt tot geloof en leert persoonlijk de God van het verbond kennen. Maar God gaat Zijn weg met Jakob. Jakob wordt bedrogen door Laban en andersom ook (broer bedrogen). Jakob moest leren om niet meer dingen uit eigen kracht te willen doen en te bewerken, maar om God te vertrouwen, de wil van God te zoeken en samen met God te wandelen. Jakob worstelt dan met God bij de Jabbok. Hij zei: 'Heere, ik zal U niet laten gaan, tenzij dat Gij mij zegent!' Jakob komt dus op het punt dat hij zegt: 'NU of NOOIT!' Dat gebeurt vaak in de 2e fase van geestelijke groei op weg naar het overwinningsleven. Het punt: 'Heere, ik kan zo niet verder. Heere, ik kan mezelf niet verlossen. U moet wat doen in mijn leven.' Niet ik, maar Christus. Radicaal buigen voor Koning Jezus... Volkomen gebroken worden door het Lam... Dat gaat heel diep, is afsnijdend en pijnlijk, maar is de noodzakelijke weg naar een leven in volheid en overwinning. Dit kan door een crisis heen gaan (een tweede zegen), maar kan ook geleidelijk aan. De Geest waait waarheen Hij wil.
Volg Zijn wegen, al geeft dat een grote strijd, al loopt alles door elkaar en weet je geestelijk niet waar je bent. Ga niet tegen Hem in! Volg de HJ en Hij zal je leiden van overwinning tot overwinning.
Leven uit Jezus... Niet partner, kinderen, daginvulling, de bron waar je uit leeft, maar Jezus is de Wijnstok! Zie jezelf als in Jezus, gelovige, en leef uit Hem.
Is ontdekken dat je zelf vleselijk ben, en vleselijk zal blijven een soort tweede ontdekking in het christenleven?'
Mijn reactie:
In Romeinen 7 zie je dat Paulus enorm worstelt met zijn eigen-ik. Tel het aantal keer dat het woordje 'ik' in dit hoofdstuk. Hij worstelt met zichzelf en met de volmaaktheid van de wet. Maar lees dan door in Romeinen 8. Zie vers 2! Tel ook eens hoevaak dan het woord 'Geest' voorkomt in dit hoofdstuk.
Vleselijk leven is leven vanuit het vlees. Het is onafhankelijk van Gods optreden. Je bent je eigen bron. Je leeft als gelovige vanuit je oude Adam. Leven van de Geest is afhankelijk van en met de Heere leven. Je stelt je afhankelijk tov de Heere op en leeft door het geloof vanuit Zijn kracht. Joh. 6:53-56 is ook zo treffend... Waar geestelijk leven/geestelijke groei bij degene, die drinkt van Zijn bloed en eet van Zijn lichaam. Drinken bloed: duidt erop dat ik in geloof aanneem dat Hij voor mij gekruisigd is en dat Hij voor mij betaald heeft. Eten lichaam: duidt erop dat ik in geloof aanneem dat mijn oude natuur samen met Hem gestorven is. Dat de macht van de oude natuur gebroken is.
Wonderlijke boodschap: Jezus niet alleen genoeg gedaan aan het kruis om zonden te vergeven, maar ook genoeg gedaan om de zonde te overwinnen. Die overwinning kun je zoeken, als je die nog niet hebt ondervonden. Wil ik iets meer over zeggen.
Petrus liep op een gegeven moment vast en kwam op het punt dat hij bitterlijk weende. Toen brak hij en was klaar voor Pinksteren. Toen de Heilige Geest hem vervullen. Weet je wat Zac Poonen schrijft: 'It would be dangerous for God to empower an unbroken man'. Dat zie je in het OT, NT en de kerkgeschiedenis. God leidt mensen tot bekering en breekt dan hun eigen 'ik'. Dat was het geheim van Moody en John Wesley!
Jakob in het OT. Komt tot bekering bij Beth-El. Komt tot geloof en leert persoonlijk de God van het verbond kennen. Maar God gaat Zijn weg met Jakob. Jakob wordt bedrogen door Laban en andersom ook (broer bedrogen). Jakob moest leren om niet meer dingen uit eigen kracht te willen doen en te bewerken, maar om God te vertrouwen, de wil van God te zoeken en samen met God te wandelen. Jakob worstelt dan met God bij de Jabbok. Hij zei: 'Heere, ik zal U niet laten gaan, tenzij dat Gij mij zegent!' Jakob komt dus op het punt dat hij zegt: 'NU of NOOIT!' Dat gebeurt vaak in de 2e fase van geestelijke groei op weg naar het overwinningsleven. Het punt: 'Heere, ik kan zo niet verder. Heere, ik kan mezelf niet verlossen. U moet wat doen in mijn leven.' Niet ik, maar Christus. Radicaal buigen voor Koning Jezus... Volkomen gebroken worden door het Lam... Dat gaat heel diep, is afsnijdend en pijnlijk, maar is de noodzakelijke weg naar een leven in volheid en overwinning. Dit kan door een crisis heen gaan (een tweede zegen), maar kan ook geleidelijk aan. De Geest waait waarheen Hij wil.
Volg Zijn wegen, al geeft dat een grote strijd, al loopt alles door elkaar en weet je geestelijk niet waar je bent. Ga niet tegen Hem in! Volg de HJ en Hij zal je leiden van overwinning tot overwinning.
Leven uit Jezus... Niet partner, kinderen, daginvulling, de bron waar je uit leeft, maar Jezus is de Wijnstok! Zie jezelf als in Jezus, gelovige, en leef uit Hem.
Re: Vleselijk en geestelijk
Mooi verwoord JK!
Hedendaagse bijbelstudie is voor een belangrijk deel het elimineren van theologische contradicties.
Re: Vleselijk en geestelijk
maar John..als je nou kijkt naar je eigen leven, red je het dan?
Re: Vleselijk en geestelijk
Ik heb ook een boekje van Zac Poonen gelezen. Daar kwam ik ook zoiets tegen. Maar toen ik het las bekroop me wel het gevoel: dit is weer een soort standenleer, de bevinding gedogmatiseerd (2e fase, de weg van de discipelen, Bethel en Pniel (!)). Ik heb er wel moeite mee, eigenlijk. Ik geloof wel dat je 'ik' gebroken moet worden, maar ik geloof niet dat mijn 'ik' vanaf die tweede fase definitief gebroken zal zijn. Zelfs Paulus worstelt nog met zijn eigen ik, zeg je zelf al. Zodra je het hoofd laat zakken, zal het fout gaan, ben ik bang...
-
- Berichten: 29
- Lid geworden op: 07 apr 2008, 19:37
Re: Vleselijk en geestelijk
Nee! Gode zij dank niet. Maar Jezus wel!helma schreef:maar John..als je nou kijkt naar je eigen leven, red je het dan?
Re: Vleselijk en geestelijk
Eens.freek schreef:Ik geloof wel dat je 'ik' gebroken moet worden, maar ik geloof niet dat mijn 'ik' vanaf die tweede fase definitief gebroken zal zijn.
Welke bladzij schrijft ZP dat? Heb het boekje nog niet gelezen.
Hedendaagse bijbelstudie is voor een belangrijk deel het elimineren van theologische contradicties.
Re: Vleselijk en geestelijk
Er wordt niet gezegd dat het definitief gebroken is en niet meer kan functioneren. We kunnen het 'ik' ook weer gaan voeden. De strijd blijft gedurende je leven. Maar op zich is het logisch dat hoe meer Christus in mij gestalte krijg, hoe meer mijn ik gebroken wordt.Gian schreef:Eens.freek schreef:Ik geloof wel dat je 'ik' gebroken moet worden, maar ik geloof niet dat mijn 'ik' vanaf die tweede fase definitief gebroken zal zijn.
Welke bladzij schrijft ZP dat? Heb het boekje nog niet gelezen.
Op het moment als we mogen leven als Henoch, wandelend met God, denk ik dat er minder ruimte voor ons 'eigen ik' is als we bijvoorbeeld ver bij God vandaan leven.
Re: Vleselijk en geestelijk
Dag Freek,
Een ziel ontvangt de Geest van Christus, wanneer die ziel de kruisdood met Hem is gestorven.
"Want die gestorven is, is gerechtvaardigd van de zonden(Rom.6:7)"
Zolang een ziel dus nog niet aan de Wet der Wet is gestorven, heeft hij nog een verontruste en ontwaakte ziel voor God, hebbende een bloedwreker (Wet) op zijn hielen.
"Ik ben de Wet der Wet gestorven, opdat ik Gode (in Christus) leve zou..."(Gal. 2:19-20)
Dus eerst sterven en dan pas leven door inenting in zijn verbroken Lichaam, middels het zaligmakende geloof, welke immer is werkende door de Liefde. En dit (ver-)nieuwde Leven uit Hem wederbaart de ziel, waardoor de Geest van Christus, en der vrijheid in de ziel komt inwonen. Dan pas is een ziel geestelijk, en alles wat daarvoor geschiedt, is nog immer in een geestelijke doodstaat,
ondanks dat die ziel al wenende en smekende voor God in het reine probeert te komen.
Lees hier ook Rom. 7:1-6 eens over...
En Paulus schrijft ergens in zijn Korinthe-brief, dat het gezaaide zaad dat niet sterft, ook nimmer zal leven, opwassen, noch vrucht zal dragen.
Wat betreft het vleselijke, het volgende :
Simson was vleselijk gesteld met en bij Delilah
David met Batsheba
En Salomo met zijn duizend vrouwen, die hij er op na hield
Maar dit deed hun genade nimmer te niet, ondanks dat Gods' volk nooit goedkoop zondigt.
God rekent met hen af, aan deze zijde van het graf, en de anderen laat Hij gaan.
En dat vleselijke vlees begeert nu altijd tegen de vernieuwde Geest, en zal nimmer bekeerd worden, want het kan ook niet.
Hierom zij Job tegen het graf : "gij zijt mijn moeder", en tegen het gewormte : "gij zijt mijn broeders en zusters"
Wetende dat straks die wormen bij het sterven, het zondelijk dat hij als een juk moest meesjouwen, op zouden vreten...
En Paulus verzuchte in deze strijd : "wie zal mij verlossen..." - hier leert al Gods' volk wat van kennen!!
DJK
Een ziel ontvangt de Geest van Christus, wanneer die ziel de kruisdood met Hem is gestorven.
"Want die gestorven is, is gerechtvaardigd van de zonden(Rom.6:7)"
Zolang een ziel dus nog niet aan de Wet der Wet is gestorven, heeft hij nog een verontruste en ontwaakte ziel voor God, hebbende een bloedwreker (Wet) op zijn hielen.
"Ik ben de Wet der Wet gestorven, opdat ik Gode (in Christus) leve zou..."(Gal. 2:19-20)
Dus eerst sterven en dan pas leven door inenting in zijn verbroken Lichaam, middels het zaligmakende geloof, welke immer is werkende door de Liefde. En dit (ver-)nieuwde Leven uit Hem wederbaart de ziel, waardoor de Geest van Christus, en der vrijheid in de ziel komt inwonen. Dan pas is een ziel geestelijk, en alles wat daarvoor geschiedt, is nog immer in een geestelijke doodstaat,
ondanks dat die ziel al wenende en smekende voor God in het reine probeert te komen.
Lees hier ook Rom. 7:1-6 eens over...
En Paulus schrijft ergens in zijn Korinthe-brief, dat het gezaaide zaad dat niet sterft, ook nimmer zal leven, opwassen, noch vrucht zal dragen.
Wat betreft het vleselijke, het volgende :
Simson was vleselijk gesteld met en bij Delilah
David met Batsheba
En Salomo met zijn duizend vrouwen, die hij er op na hield
Maar dit deed hun genade nimmer te niet, ondanks dat Gods' volk nooit goedkoop zondigt.
God rekent met hen af, aan deze zijde van het graf, en de anderen laat Hij gaan.
En dat vleselijke vlees begeert nu altijd tegen de vernieuwde Geest, en zal nimmer bekeerd worden, want het kan ook niet.
Hierom zij Job tegen het graf : "gij zijt mijn moeder", en tegen het gewormte : "gij zijt mijn broeders en zusters"
Wetende dat straks die wormen bij het sterven, het zondelijk dat hij als een juk moest meesjouwen, op zouden vreten...
En Paulus verzuchte in deze strijd : "wie zal mij verlossen..." - hier leert al Gods' volk wat van kennen!!
DJK
Re: Vleselijk en geestelijk
Dag Daan ,
Je kon het dan ook zeker wel vinden met Dhr LJ van Valen, zeker als het gaat over zijn nuancering van het overwinningsleven bij A Murray , vandaag in het RD :
Je kon het dan ook zeker wel vinden met Dhr LJ van Valen, zeker als het gaat over zijn nuancering van het overwinningsleven bij A Murray , vandaag in het RD :
Leen J. van Valen in het RD schreef: Leen J. van Valen: In omgang met mensen kijken naar wat bindt
Hij belegt al geruime tijd in aandelen en obligaties op de spirituele kapitaalmarkt van puriteinen als Thomas Boston en Ralph en Ebenezer Erskine. De rendementen die hij zich laat uitkeren, stellen hem nooit teleur en deelt hij graag met anderen: regelmatig verschijnen van zijn hand boeken en artikelen van kerkhistorische aard. In hoeverre beïnvloedt hij daarmee het geestelijk peil van de gereformeerde gezindte? Leen J. van Valen (62): „Het is mijn verlangen dat Gods kinderen meer zicht krijgen op de rijkdom die zij hebben. Ik ben bang dat velen van hen onder de maat leven.”
Van Valen was 16 jaar oud toen hij voor het eerst kennismaakte met de Schotse en Engelse puriteinen uit voorgaande eeuwen. Hij was meteen verkocht. Van hun theologische inzichten en pastorale omgang met mensen raakte hij diep onder de indruk. Later besloot hij het goud dat hij in hun geschriften opdelfde voor anderen uit te stallen in publicaties en lezingen.
Als auteur beleefde Van Valen vooral in de jaren ’90 een bloeitijd: de ene biografie was nog niet uit of de volgende lag al bij de uitgever. Zo tekende hij de levensverhalen op van George Whitefield, Ralph en Ebenezer Erskine, Thomas Boston, Samuel Rutherford en Robert Murray MacCheyne. Zijn uitgaven kregen aansprekende titels als ”Herauten van het Kruis” en ”Gedreven door Zijn liefde”. Dit najaar verschijnt zijn vijfentwintigste boek, ”Geworteld in Zijn liefde”, een biografie over de Zuid-Afrikaanse opwekkingsprediker Andrew Murray.
Stel dat u met een van de theologen over wie u een boek schreef een ontmoeting kon hebben - wie zou u kiezen?
Zonder te aarzelen: „Rabbi John Duncan, tijdgenoot van Robert Murray McCheyne. Die man kende de Heere Jezus, hij sprak altijd met grote liefde over Hem. Maar hij had ook veel bestrijding. De vraag of hij werkelijk een kind van God was speelde hem vaak parten. Rabbi Duncan was zeer begaafd. Hij beheerste dertien talen. Tegelijk had hij een kinderlijk geloof. Mooi hè?”
Welke vraag zou u hem stellen?
„Ik zou van hem willen weten hoe het is de Heere Jezus van aangezicht tot aangezicht te zien. Uit zijn dagboeken blijkt dat Duncan tijdens zijn leven vurig verlangde naar de dag waarop hij zou worden ontbonden om bij Christus te zijn. Hij heeft zijn wens verkregen.”
„Naar die dag verlang ik ook. Begin dit jaar moest ik worden geopereerd voor een nieuwe heup. Op zichzelf niet zo’n grote ingreep. Toch zag ik er tegenop. Maar de Heere maakte het goed. Ik mocht geloven dat ik eenmaal de Heere in Zijn hemelse heerlijkheid zal zien en Hem zal groot maken.”
Zullen gelovigen elkaar in de hemel kennen en herkennen?
„Ja, vast. Ik ben beschroomd om het te zeggen, maar in de nacht waarin ik tot ruimte kwam en vergeving van zonden ontving, mocht ik een betrekking krijgen op John Duncan en de gehele kerk. Dat was zo groot, dat is niet onder woorden te brengen. De strijdende kerk krijgt dan verbondenheid met de triomferende kerk. Met slechts één Persoon in hun midden, Jezus Christus.
Ik was toen 34 jaar. Enkele dagen eerder had ik gelezen over de worstelingen die Duncan had gehad met het komen tot Jezus Christus. Mag ik komen? Hoe kan ik komen? Wat is het om te komen? Ik vroeg het ook aan wijlen ds. C. Smits, die een voorwoord schreef in mijn eerste boek over de Schotse kerkgeschiedenis: „Kunt u zeggen wat geloof is?” Zijn antwoord zal ik nooit vergeten. Hij zei: „Met lege handen naar Christus gaan.””
Dat klinkt eenvoudig. Is het dat ook?
„Wij kunnen het onszelf moeilijk maken door te denken dat het gelovig komen een heel bijzondere, gevoelsmatige ervaring is. Zelf heb ik lang gedacht dat ik eerst een diepe weg van ellende en benauwdheid moest meemaken voordat ik tot Christus mocht vluchten. Ik zocht naar geschiktheden en bijzonderheden. Maar ik had er geen erg in dat ikzelf het grootste obstakel was dat mij van de Heere Jezus vandaan hield.
De bijlslag was voor mij een preek van Richard Cameron over Jezus’ woorden: „En gij wilt tot Mij niet komen.” Toen zag ik dat ik de Zaligmaker jarenlang aan de deur van mijn leven had laten staan. Ik dacht dat ik gewillig was, maar ik was één en al onwil. Een week daarna riep ik uit: „Ik geloof, Heere, kom mijn ongelovigheid te hulp.” Waarop de Heere Jezus Zich aan mij bekendmaakte als de Weg, de Waarheid en het Leven.”
Loste alle twijfel toen voor altijd op?
„Ik heb nadien ontzettend getwijfeld. Helaas. Ik kwam in een diepe crisis terecht. Lang heb ik gedacht dat ik de grootste huichelaar op aarde was. Gelukkig is dat de laatste jaren anders geworden. Ik mag weten dat ik de Heere toebehoor. En het is mijn liefste wens dat anderen dat ook mogen weten. Dat zij tot geloof komen en zekerheid krijgen van hun deel aan Christus. Alleen dan gaan we leven tot eer van God. En daar gaat het uiteindelijk om. Daar was het ook de puriteinen om te doen. Niet de mens stond bij hen centraal, maar de verheerlijking van Gods Naam.”
Speelt karakter een rol in het geloofsleven?
„Jazeker. Ik ben zelf gevoelsmatig van aard, al heb ik ook een sterk rationele inslag. Vooral in het verleden konden negatieve gevoelens mijn gedachten overwoekeren. Dan werd ik chaotisch en miste ik overzicht. Ik voelde me hard, depressief, verlaten, ver van de Heere vandaan.
In de loop der jaren heb ik meer en meer geleerd dat tegenover mijn gevoelens van benauwdheid de beloften van God staan. De boeken van Ralph en Ebenezer Erskine zijn mij daarbij behulpzaam geweest. In de theologie van deze broers functioneert het geloof door de werking van Gods Geest meer vanuit de wil en het verstand. Het richt zich op de beloften die in Christus ja en amen zijn. Gevoelens van vrede en vreugde komen pas daarna. En soms komen ze niet. Dat is dan ook niet meer zo erg, omdat je mag zien Wie de Heere is. Wie in duisternis zit en geen licht heeft, betrouwe op de Naam des Heeren.
Van doorslaggevende betekenis voor mij is wat Paulus schrijft in Romeinen 6: Houdt het daarvoor dat gij der zonde dood zijt, maar Gode levend in Christus Jezus. Dat te geloven lijkt bijna brutaal, zeker als je de zonde in je voelt woelen. Je durft het niet. Toch roept Paulus ertoe op: Houdt het ervoor. Dat is erg bevrijdend. Het is de basis waarop elk kind van God mag staan, juist op momenten waarop hij de zonden in zichzelf gewaar wordt en de satan hem aanvalt op zijn tekortkomingen.”
Heeft geloven invloed op het karakter?
„Vooral op de negatieve eigenschappen, denk ik. Niet dat ze helemaal verdwijnen, maar ze veranderen. Zelf ben ik nogal driftig van aard. Zwart-wit ook. De Heere tempert dat. Misschien speelt mijn leeftijd ook een rol. Ik ben de zestig inmiddels gepasseerd. Dan leer je meer relativeren.”
Krijgt u wel eens kritiek op uw werk?
„O, zeker.”
Hoe gaat u ermee om?
„Ik onderzoek of ze terecht is. Soms reageer ik boos. Dan ga ik op m’n knieën en vraag ik of de Heere mijn negatieve gevoelens wil wegnemen. Het wonder is dat Hij dat doet. Ik hoef er gelukkig nooit lang mee te lopen.”
Hoe groot is het risico het gedachtegoed van de puriteinen in een eigen mal te gieten?
„Het gevaar dat je bij het schrijven mensen naar je hand zet, is reëel. Mijn intentie is altijd om een eerlijk en betrouwbaar portret te schetsen. Dat doe ik aan de hand van de gegevens die ik verzamel. Tegelijk lees ik secundaire bronnen en ga ik na hoe anderen over mijn hoofdpersoon hebben geschreven.”
Hoe groot is de impact van uw werk op de gereformeerde gezindte?
„Dat weet ik niet. Hoef ik ook niet te weten. Ik geloof dat de Heere het gebruikt. Daar bid ik ook om. Soms hoor ik dat mensen erdoor tot geloof mogen komen. Dan springt mijn hart op van blijdschap. Dat is een grote genade. Alles is genade.”
In uw nieuwste boek richt u het vizier op Andrew Murray, negentiende-eeuws opwekkingsprediker uit Zuid-Afrika. Uitgekeken op Schotland en Engeland?
„O nee, helemaal niet. Ik wilde graag over Murray schrijven vanwege zijn grote bijdrage aan de uitbreiding van Gods Koninkrijk. Hij was een veelzijdig en kleurrijk leidersfiguur die van grote betekenis is geweest voor de kerk in Zuid-Afrika. Met veel toewijding gaf hij leiding aan een grote opwekking die er in 1860 plaats had.
Van Murrays vader is bekend dat hij veertig jaar lang naar een geestelijke herleving had uitgezien. Elke vrijdagavond trok hij zich in zijn studeerkamer terug om ervoor te bidden. Toen hij de wonderen zag die de Heere in tal van gemeenten deed, riep hij in tranen uit: „Dat ik dit nog mag meemaken...””
„Murray merkte in het pastoraat dat mensen zich min of meer gelaten neerlegden bij hun falen en hun inwonende zonden. Meer dan eens hoorde hij gemeenteleden zeggen: „We blijven tot het laatst zondaar, nietwaar?” Daar was hij het op zich mee eens, maar de manier waarop zulke uitspraken werden gedaan, wees hij af. Mensen namen er genoegen mee. Zij berustten erin. Ze gebruikten die waarheid als een dooddoener.
Na een weg van zoeken en tasten ontdekte Murray dat de Heere ons veel meer in de heiliging wil geven dan wij ons bewust zijn. In de weg van gebed en Bijbelonderzoek breekt Hij de heerschappij van de zonde in ons leven af. Christus is niet alleen de Gekruiste, maar ook de Opgestane. Daarom kunnen wij door de kracht van de Heilige Geest vorderen in de genade. De zonde is er wel, maar zij heerst niet meer over ons.”
Murray is bekritiseerd om zijn gedachten over het zogenaamde overwinningsleven. Hoe taxeert u die kritiek?
„Van Murray heb ik geleerd dat er bij de Heere veel meer genade verkrijgbaar is dan wij denken. Met grote liefde schrijft hij over Gods genade en barmhartigheid. Met puriteinen als Walter Marshall wijst hij er voortdurend op dat het leven van de heiliging voortvloeit uit het gelovig zien op het kruis. Christus heeft de straf op de zonden betaald. Maar Hij heeft ook overwonnen over zonde, dood en hel. Zie ik op Hem, dan weet ik: in Hem ben ik meer dan overwinnaar.
Mijn kritiekpunt op Murray is dat hij neigt tot verwaarlozing van het geloofsleven zoals Paulus dat beschrijft in Romeinen 7. Alsof Gods kinderen een stadium kunnen bereiken waarin zij niet meer uitroepen: „Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen van het lichaam des doods?” Het lijkt erop dat Murray onvoldoende rekent met de radicaliteit van de zonde. Tijdgenoten van Murray gingen nog een stapje verder. Zij leerden het perfectionisme: mensen zouden zelfs een zondeloze staat kunnen bereiken.
Heeft Murray te weinig oog voor Romeinen 7, wij missen naar mijn overtuiging al te zeer een helder inzicht in Romeinen 6. Dat hoofdstuk is in de gereformeerde traditie verwaarloosd, vind ik. Het beschrijft de uitgangspositie van de gelovige: hij is met Christus gestorven en begraven. Zijn schuld is betaald. Velen van Gods kinderen, of ze nu een zwak geloof hebben of een sterk, beseffen dat niet of nauwelijks.
Te weten met Christus gestorven te zijn is de sleutel tot heiliging. Hoe meer wij dat geloven, hoe meer wij het ervoor houden, niet als dogma maar als geestelijke realiteit, hoe meer we verlangen naar een leven tot eer van God, hoe meer geloofsvruchten wij dragen.”
Murrays opvattingen over het overwinningsleven komen ook aan bod op sommige bijeenkomsten en conferenties van jongeren in de gereformeerde gezindte. Hoe riskant is dat?
„Ik kan me een zekere huiver onder ouderen voorstellen, maar ik zeg er wel bij: Laten we ervoor waken het kind met het badwater weg te werpen. Onder jongeren leven veel vragen over thema’s rond de heiliging. Zij hebben behoefte aan onderwijs. De elementen die we in Murrays visie tegenkomen, zijn op hun bijeenkomsten bepaald niet dominant.”
Niet alle ouderen hebben er vertrouwen in.
„We moeten niet in een kramp schieten en onze jongeren met wantrouwen bejegenen. Dat verdienen ze niet. Ik hoor soms dat predikanten gesprekken met hen uit de weg gaan. Dat zij hun vragen wegwimpelen en afdoen als zelfgenoegzaamheid. Dat vind ik erg.
Natuurlijk zie ik de gevaren aan allerlei bijeenkomsten en activiteiten van jongeren. Is het verstandig sprekers uit te nodigen die de Drie Formulieren van Enigheid niet ondertekenen? Een tijd terug hoorde ik een jongeman zeggen dat hij maandenlang geen onreine gedachten had gehad. Als ik dat hoor, rijzen er vragen in mij op.”
„Ik heb geleerd in de omgang met mensen eerst te kijken naar wat bindt en pas daarna naar wat scheidt. Met mensen die belijden dat zij de Heere Jezus kennen en bij wie een leven uit Hem praktijk is, voel ik me hartelijk verbonden. Wel heb ik moeite met de ruimte die sommigen in hun levensstijl en kleding geven aan de wereld.”
Tien jaar geleden zei u in een vraaggesprek met het familieblad Terdege te hopen op een opwekking. Is dat nog zo?
„Ik geloof dat de Heere grote dingen gaat doen. Toen ik in 1996 werkloos raakte, kreeg ik last van haatgevoelens tegenover mijn baas. Ik kon er geen kant mee op. Totdat ik helemaal vastliep en de Heere mij ervan verloste. Wat God deed, was goed. Toen kreeg ik te geloven dat de Heere onder jongeren een opwekking zou geven. „Het is tijd voor de Heere dat Hij werke.”
Ik zie daar nu de ritselingen van. De Heere werkt wonderen. Zeker, er is onder de jeugd veel vuur, maar er is ook licht. Er is bewogenheid en toewijding. Daar moeten we zuinig op zijn. We moeten voorkomen dat we onze jongeren in de oppervlakkige wateren van de evangelische beweging terechtkomen. Soms gebeurt dat. Dan bloedt mijn hart. Er zijn in die kringen weinig mannen over van het kaliber Johannes de Heer en Jan de Liefde. De diepgang die zij hadden, mis ik er al te zeer.”
Tot slot: U draagt uw 25e boek op aan uw vrouw, Nellie. Wie is Leen van Valen zonder haar?
Hij lacht breeduit. „Dat kan ik met één woord zeggen: Niets. Dat is zonder meer waar. Mijn vrouw leeft intensief met mij mee. Zij stimuleert mij in het schrijven, zij corrigeert waar nodig. In de grondzaken zijn we het van harte met elkaar eens. Dat ervaar ik als een bijzondere zegen.”
-
- Berichten: 1063
- Lid geworden op: 13 sep 2008, 18:44
Re: Vleselijk en geestelijk
18. Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is wel bij mij, maar het goede te doen, dat vind ik niet.
Al blijft het vlees ( staat voor werelds en onbekeerd) in ons, een christen kan nooit vleselijk zijn, een christen laat zich leiden door de Geest.
Gal.5; Want het vlees begeert tegen den Geest, en de Geest tegen het vlees; en deze staan tegen elkander, alzo dat gij niet doet, hetgeen gij wildet.
Maar indien gij door den Geest geleid wordt, zo zijt gij niet onder de wet.
Het woord christen( van Christus) staat tegenover het vleselijke.
Een christen is niet onder de wet, omdat hij geleid wordt door de Geest
De vruchten (daar leert men de boom aan kennen) zijn duidelijk;
19. De werken des vleses nu zijn openbaar; welke zijn overspel, hoererij, onreinigheid, ontuchtigheid,
20. Afgoderij, venijngeving, vijandschappen, twisten, afgunstigheden, toorn, gekijf, tweedracht, ketterijen,
21. Nijd, moord, dronkenschappen, brasserijen, en dergelijke; van dewelke ik u te voren zeg, gelijk ik ook te voren gezegd heb, dat die zulke dingen doen, het Koninkrijk Gods niet zullen beerven.
En daartegenover de vruchten van de Geest!
22. Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid.
23. Tegen de zodanigen is de wet niet.
De wereld doet wat ze zelf wil, maar dat kan een Christen niet, daarom is het leven ook een strijdt tegen de zonde, het inwonende vlees trekt altijd aan ons, dat is onze oude natuur, die we moeten doden, en dat kan alleen door Christus kracht.
Daarbij mag het niet blijven een Christen gaat verder!
25. Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere.
Het vlees verwacht het alleen van zichzelf, als iemand zover komt dat hij of zij niiks meer van zichzelf te verwachten heeft, dan gaat hij net zo als Paulus over naar Rom.8
1. Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest.
2. Want de wet des Geestes des levens in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods.
3. Want hetgeen der wet onmogelijk was, dewijl zij door het vlees krachteloos was, heeft God, Zijn Zoon zendende in gelijkheid des zondigen vleses, en dat voor de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees.
Dan zie je de diepte van Christus werk, , heeft God, Zijn Zoon zendende in gelijkheid des zondigen vleses, en dat voor de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees.
Dat is GENADE, daarom kan een mens die dat geproefd heeft nooit vleselijk leven.
Al blijft het vlees ( staat voor werelds en onbekeerd) in ons, een christen kan nooit vleselijk zijn, een christen laat zich leiden door de Geest.
Gal.5; Want het vlees begeert tegen den Geest, en de Geest tegen het vlees; en deze staan tegen elkander, alzo dat gij niet doet, hetgeen gij wildet.
Maar indien gij door den Geest geleid wordt, zo zijt gij niet onder de wet.
Het woord christen( van Christus) staat tegenover het vleselijke.
Een christen is niet onder de wet, omdat hij geleid wordt door de Geest
De vruchten (daar leert men de boom aan kennen) zijn duidelijk;
19. De werken des vleses nu zijn openbaar; welke zijn overspel, hoererij, onreinigheid, ontuchtigheid,
20. Afgoderij, venijngeving, vijandschappen, twisten, afgunstigheden, toorn, gekijf, tweedracht, ketterijen,
21. Nijd, moord, dronkenschappen, brasserijen, en dergelijke; van dewelke ik u te voren zeg, gelijk ik ook te voren gezegd heb, dat die zulke dingen doen, het Koninkrijk Gods niet zullen beerven.
En daartegenover de vruchten van de Geest!
22. Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid.
23. Tegen de zodanigen is de wet niet.
De wereld doet wat ze zelf wil, maar dat kan een Christen niet, daarom is het leven ook een strijdt tegen de zonde, het inwonende vlees trekt altijd aan ons, dat is onze oude natuur, die we moeten doden, en dat kan alleen door Christus kracht.
24. Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?Wat zegt Paulus hiermee van zichzelf, en wat wil hij ons hiermee leren? Dat je nooit geestelijk zal worden?
Daarbij mag het niet blijven een Christen gaat verder!
25. Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere.
Het vlees verwacht het alleen van zichzelf, als iemand zover komt dat hij of zij niiks meer van zichzelf te verwachten heeft, dan gaat hij net zo als Paulus over naar Rom.8
1. Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest.
2. Want de wet des Geestes des levens in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods.
3. Want hetgeen der wet onmogelijk was, dewijl zij door het vlees krachteloos was, heeft God, Zijn Zoon zendende in gelijkheid des zondigen vleses, en dat voor de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees.
Dan zie je de diepte van Christus werk, , heeft God, Zijn Zoon zendende in gelijkheid des zondigen vleses, en dat voor de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees.
Dat is GENADE, daarom kan een mens die dat geproefd heeft nooit vleselijk leven.
Re: Vleselijk en geestelijk
Dag Wilhelm,
Wat L.J. Van Valen opmerkt, dat velen van Gods' volk onder hun stand leven, en niet in de vrijheid durven te staan waarmede Christus hen heeft vrijgemaakt, ben ik het van harte mee eens. Het is alleen jammer dat hij dit zo weinig toelicht, over het waarom, hier in dit artikel, noch minder in zijn boeken...
Ik heb wel eens het gevoel dat deze man meer de vrede zoekt te behouden met vele huidige predikers en hun prediking, en hen hiermede (onwetend) verheft boven hetgeen wat Gods' Woord hierover leert. En toch ben ik verblijd dat er nog enkelen zijn die op mogen merken dat Gods' gerechtvaardigde volk, vaak wenende in het donker verkeerd, en daarentegen dat vele rijke jongelingen zich (ook onwetend) een oordeel eten aan het verbroken Lichaam van Christus, Wilhelm. Kijk en dat is nu het oordeel wat er op de kerken van Nederland rust, al zeer lange tijd... Geslagen door God met een dwaling, die zij zullen geloven, Wilhelm.
Dit wil niet zeggen dat God niet meer werkt, en geen zielen meer bekeert, maar het is heden ten dage wel de omgekeerde wereld geworden, in vele kerken. Met name ten tijden wanneer het HA staat aan gericht, waarbij de honden aangaan, en Gods' volk wenende op hun stoeltjes blijven zitten. Maar waar zijn nu de mannen, die machtig zijn in de Schriften, om met name vanuit de brieven der apostelen, Gods' volk te mogen onderwijzen, te stichten en te vertroosten, en die rijke jongelingen hun oordeel aan te zeggen.
Mag ik dit aangaande, nu eens een open vraag onder u middden neer leggen : 'waren de zonden van de blindgeborene uit Joh. 9, en van die Samaritaanse uit Joh.4 nu vergeven of niet, en mochten deze twee zielen hier nu de heilszekerheid in hun zielen daarvan omdragen, ondanks dat Christus voor hen in de volheid des tijds nog aan het kruis moest gaan?'
Deze vraag heb ik velen gesteld, en de meesten vonden het een moeilijke vraag, en wisten het antwoord niet...
DJK
Wat L.J. Van Valen opmerkt, dat velen van Gods' volk onder hun stand leven, en niet in de vrijheid durven te staan waarmede Christus hen heeft vrijgemaakt, ben ik het van harte mee eens. Het is alleen jammer dat hij dit zo weinig toelicht, over het waarom, hier in dit artikel, noch minder in zijn boeken...
Ik heb wel eens het gevoel dat deze man meer de vrede zoekt te behouden met vele huidige predikers en hun prediking, en hen hiermede (onwetend) verheft boven hetgeen wat Gods' Woord hierover leert. En toch ben ik verblijd dat er nog enkelen zijn die op mogen merken dat Gods' gerechtvaardigde volk, vaak wenende in het donker verkeerd, en daarentegen dat vele rijke jongelingen zich (ook onwetend) een oordeel eten aan het verbroken Lichaam van Christus, Wilhelm. Kijk en dat is nu het oordeel wat er op de kerken van Nederland rust, al zeer lange tijd... Geslagen door God met een dwaling, die zij zullen geloven, Wilhelm.
Dit wil niet zeggen dat God niet meer werkt, en geen zielen meer bekeert, maar het is heden ten dage wel de omgekeerde wereld geworden, in vele kerken. Met name ten tijden wanneer het HA staat aan gericht, waarbij de honden aangaan, en Gods' volk wenende op hun stoeltjes blijven zitten. Maar waar zijn nu de mannen, die machtig zijn in de Schriften, om met name vanuit de brieven der apostelen, Gods' volk te mogen onderwijzen, te stichten en te vertroosten, en die rijke jongelingen hun oordeel aan te zeggen.
Mag ik dit aangaande, nu eens een open vraag onder u middden neer leggen : 'waren de zonden van de blindgeborene uit Joh. 9, en van die Samaritaanse uit Joh.4 nu vergeven of niet, en mochten deze twee zielen hier nu de heilszekerheid in hun zielen daarvan omdragen, ondanks dat Christus voor hen in de volheid des tijds nog aan het kruis moest gaan?'
Deze vraag heb ik velen gesteld, en de meesten vonden het een moeilijke vraag, en wisten het antwoord niet...
DJK