Het ND van vandaag schreef:De andere werkelijkheid van Klaas Hendrikse
door onze redacteur Reina Wiskerke
Zaterdag verschijnt het boek Geloven in een God die niet bestaat, geschreven door de protestantse predikant Klaas Hendrikse. De Protestantse Kerk zit nu met een dominee die als atheïst in de publiciteit treedt. Wat gelooft hij precies? Wat heeft hij op de kansel nog te zeggen?
MIDDELBURG - Als dominee Klaas Hendrikse de Koorkerk in Middelburg inloopt, schiet hij her en der mensen aan. Links slaat hij zijn arm om een bejaarde vrouw die al in de banken zit te wachten op wat komen gaat. Ze lacht naar hem. Even verderop buigt hij zich rechts voor een kort gesprekje over naar een andere kerkganger. En weg is hij weer.
Hendrikse, vrijzinnig protestants predikant in Middelburg en Zierikzee, ,,gelooft in een God die niet bestaat''. Hij werkt dit uit in zijn boek, dat zaterdag verschijnt. Met het oog op de verkoopcijfers schept Hendrikse enig genoegen in reuring. Maar dat hij uit is op een rel, of dat hij graag de kerk uitgezet wil worden, ontkent de predikant, die al ruim twintig jaar in Zeeland zijn ambt bekleedt.
Hendrikse weet dat bestuurders van de landelijke kerk hem graag kwijt zijn - formeel is het echter niet aan hen om in te grijpen, zeggen die. Intussen zet hij zijn werk ongehinderd en onverminderd voort, zoals vanochtend in de Koorkerk, die deel uitmaakt van het Middelburgse Abdijcomplex.
Wat heeft een voorganger op de kansel te zeggen, als hij niet gelooft in het bestaan van God? Genoeg, meent Hendrikse. Hij kan vol overtuiging verdedigen dat hij een taak heeft binnen de kerk. Naar eigen zeggen wil hij niet iedereen overtuigen van zijn gelijk, maar volgens hem zijn er gelovigen die wat aan zijn visie kunnen hebben.
Voor zijn gemeente in Middelburg - een samenwerkingsverband van protestanten en remonstranten - koos de predikant als jaarthema 'God als werkwoord'. God heeft zich aan Mozes voorgesteld als 'ga maar, dan zal ik er zijn', aldus zijn toelichting in het jaarboekje van de Koorkerkgemeenschap. ,,Het 'ik' is daarbij niet letterlijk op te vatten, maar als het product van een Bijbelschrijver die zich God heeft voorgesteld als iets wat mensen aanspreekt en in beweging zet.'' Hendrikse belooft het thema uit te werken met behulp van werkwoorden als genezen, vergeven, vernieuwen en verzoenen. Vanochtend is het werkwoord lachen aan de beurt.
In de historische kerk zitten ruim tachtig mensen. Veel ouderen, maar ook wat jongere mensen en een paar kinderen. Hoge ramen laten het buitenlicht overvloedig binnen.
Stilte
Voorgaan in gebed doet Hendrikse niet voorafgaande aan zijn preek. Wel zegt hij: ,,We zullen eerst stil zijn om ons erbij te bepalen waarom we hier eigenlijk zijn. Laten we proberen ons te richten op onszelf, op elkaar en op wat daar bovenuit stijgt en we hier God noemen.'' De stilte wordt na een minuutje zachtzinnig doorbroken door organist Leen de Broekert. ,,Verborgen God, laat je toch vinden'', zingt de gemeente.
De Schriftlezing omvat drie Bijbelgedeelten, die in de preek terugkomen. Het gaat over Abraham die van bezoekers hoort dat Sara nog een zoon zal krijgen, waarop Sara in zichzelf lacht. Het gaat ook over Mozes die bij Farao een kikkerplaag moet aankondigen. Het gaat over Prediker die zegt dat er een tijd is om te huilen en een tijd om te lachen.
Zijn tekstkeuze is gevallen op Psalm 2 vers 4 ('Die in de hemel troont lacht, de Heer spot met hen.'), door Hendrikse samengevat met 'In de hemel is een lach'. ,,Toegegeven de tekst is enigszins uit z'n context gerukt, en niet helemaal juist vertaald, maar het staat er toch maar'', tekent hij erbij aan. De woorden rollen uit zijn mond, op een wijze die doet denken aan oud-politicus Marcel van Dam.
Hemelse gave
Omdat, aldus Hendrikse, alleen mensen kunnen lachen en er buiten de aarde geen mensen wonen, komt hij - ,,met een kleine slag om de arm'' - tot de volgende vaststelling: de psalmtekst suggereert dat de hemel zich op aarde moet bevinden. ,,Of zou ermee bedoeld zijn dat menselijk lachen een hemelse gave is, in de zin van een goddelijke gave, gegeven bij de schepping?''
Hij legt op de hoge kansel uit met welk doel verhalen als die over Mozes en Abraham te boek zijn gesteld. Tijdens de Babylonische Ballingschap in de zesde eeuw voor Christus dreigden Israëlieten de hoop te verliezen. ,,En daarom vertelden ze elkaar verhalen van bevrijding. Over God-Bevrijder, die uit niets een nieuwe wereld schiep en een vrij en vruchtbaar land voor het onderdrukte volk. En verhalen over hun voorouders die onvruchtbaar en impotent tóch levenbrengers werden.''
Het is een ,,model'' dat in de Bijbel wel vaker gebruikt wordt. ,,Denk nou niet dat Abraham een zoon kreeg toen hij honderd was, want dat kan niet.'' Zoals in tekenfilms van Tom & Jerry de muis die eigenlijk kansloos is, toch altijd wint van de kat, zo wint Mozes van Farao en David van Goliat. Het is een vorm van humor om de moed erin te houden, aldus de predikant. En zo zeggen die ,,verhalen van bevrijding en overwinning niet iets over wat er toen en toen gebeurde, maar over wat er hier en nu en toen met mensen gebeurt''. ,,Als je open bent voor wat je niet zelf kunt fabriceren... Als je loslaat wat je vastklemt en je eindelijk op weg durft te gaan zonder te weten waar je uitkomt.''
Zuivere lach
Wat krijgen de kerkgangers mee ter overdenking voor het hier en nu? Hendrikse betoogt dat humor verwaarloosd is in de kerk, terwijl mensen de lach misschien wel heel hard nodig hebben. Hij doelt niet op platte lol, maar op ,,de zuivere lach die van binnenuit komt, die geboren wordt uit openheid voor het leven, voor mensen om ons heen, én uit levenswijsheid die de betrekkelijkheid van alle dingen doorziet. De betrekkelijkheid van de mens, en vooral: de betrekkelijkheid van jezelf''.
Opnieuw verbindt hij de lach met God, opnieuw in combinatie met woorden als 'misschien' en 'zo je wilt'. Om jezelf lachen maakt je milder, bescheidener, liefdevoller, is zijn boodschap. ,,Dat mag je misschien wel een goddelijke gave noemen. En daar zijn we dan, jij en ik, in een wereld vol tranen en verdriet, als mensen die toch, óók kunnen lachen. We hebben het zelf niet uitgevonden, maar we vinden het ergens diep in ons, als een soort geheimenis in ons wezen. In die lach zijn wij als het ware één met onze oorsprong, of zo je wilt: één met God. Dus toch: In de hemel is een lach. Amen.''
Na de preek gaat Hendrikse wél voor in gebed. ,,Zullen wij samen het Onze Vader bidden?'' De gemeente spreekt zachtjes met hem mee.
Aan het eind van de dienst krijgt iedereen bij wijze van 'zegen' nog een laatste woord van hem mee: ,,Laten we gaan, hopelijk gesterkt dit uur. Gesterkt door deze, wat wel genoemd wordt, gemeenschap. Als het goed is zat je hier niet alleen en dan ga je ook niet alleen. Weet je gesterkt door de nabijheid van die ander en van die onzichtbare kracht die we hier wel God noemen, want die gaat dan ook met je mee. Als een steun in je rug, als de grond onder je voeten als het vuur in je hart. Amen.''
Geheimenis
Een kerkganger die aantekeningen maakte tijdens de preek, schuifelt de banken uit. Vindt hij het niet vermoeiend naar een kerk te komen voor een God die niet bestaat? ,,God is een geheimenis'', reageert de bejaarde man.
Een geheimenis? Toch niet voor Hendrikse, die heel erg zeker weet dat God niet bestaat?
De kerkganger schudt zijn hoofd. ,,Jawel, je merkt aan wat hij hier zegt dat hij het over een andere werkelijkheid heeft.''
Hand in hand het Onze Vader bidden
Wat gelooft ds. Klaas Hendrikse nu precies? Hij legde het onlangs uit in de Bergkapel in Rotterdam, waar vrijzinnig-protestanten en remonstranten samen diensten beleggen. Het is woensdagavond als Hendrikse komt spreken voor de 'informatieve gesprekskring', die dit jaar als thema koos: 'God is te groot om te bestaan', met vragen als: 'Geven wij wel voldoende ruimte aan uitingen van veranderend godsbesef? In hoeverre laten bepaalde vormen van atheïsme, 'ietsisme' of agnosticisme zich nog verenigen met kerkelijk leven?'
Onder vrijzinnig protestanten waait een geest die vele kanten uit kan. Vraag kan daarom zijn hoe uniek Klaas Hendrikse is met zijn stelling dat God niet bestaat. Hij onderscheidt zich wel door de duidelijkheid waarmee hij zijn mening uitdraagt. Hendrikse hult zich niet in metaforen waar je alles of helemaal niets achter kunt vermoeden.
God bestaat niet buiten mensen, maar ,,kan gebeuren'', zegt de protestantse predikant, atheïstisch opgevoed temidden van de bevindelijk-gereformeerden in Alblasserwaard. Het was voor hem een opluchting via de filosoof Nietzsche te ontdekken ,,dat je God een plek kunt geven in je leven, zonder te geloven in zijn bestaan''.
'Geloven' is volgens Hendrikse ,,het vermogen om van een gebeurtenis een ervaring te maken en daarop te vertrouwen''. Daarvan is volgens hem sprake wanneer contact tussen mensen ,,een werkelijke ontmoeting'' wordt. Of wanneer je naar de ellende op het Journaal kijkt, en daar niet onverschillig onder blijft.
Ieder mens heeft zijn eigen rugzakje met levenservaringen die zijn levenshouding stempelen. Zo zit het begrip 'God' ook in ieders rugzakje, legt Hendrikse uit in de Bergkapel. ,,God kan het woord zijn om een gebeurtenis te duiden die jij hebt ervaren. Het kan een ervaring zijn die jouw vertrouwen heeft bevestigd.'' En: ,,Geloven is trouw blijven aan het goede dat je hebt ervaren.''
Het valt stil in de Bergkapel als Hendrikse klaar is met zijn verhaal. Dan komen er vragen los bij zijn gehoor. Hoe kan hij troost bieden? ,,Troost heeft met nabijheid te maken. Of ik troostend kan zijn, moet u aan anderen vragen. Als ik bij mensen kom die het moeilijk hebben, heb ik niets bij me. Maar ik heb vertrouwen opgebouwd en daarom durf ik te gaan.''
Wie is Jezus Christus voor hem? ,,Jezus heeft God geleefd, zoals vele anderen dat hebben gedaan.''
Op de vraag of zijn opvatting een plek krijgt in het lespakket van theologische opleidingen, zegt hij: ,,Wie ben ik?'' Zijn kennis van het Oude Testament heeft hij in ieder geval niet van zichzelf, tekent hij erbij aan. ,,Veel daarvan heb ik als student theologie in Utrecht geleerd. Nota bene.''
Hoe denkt hij over 'geborgen zijn bij God'? ,,Ik geloof in geborgenheid bij mensen en dat God zo kan gebeuren.'' En als mensen ontbreken? ,,Ja, dan heb je pech. Een kindsoldaat zal nooit geloven in geborgenheid bij mensen. Daar heb ik ook geen antwoord op.''
Hoe kan hij bidden tot een God die niet bestaat?, wil een volgende weten. Hendrikse geeft toe dat hier een moeilijkheid ligt. Hij zoekt in de praktijk naar formuleringen die recht doen aan zijn visie op God. Maar het Onze Vader bidt hij zonder meer, al spoort het niet met zijn ratio. ,,Het is zo inconsequent als maar kan. Maar iedereen kent het Onze Vader, en het feit dat zovelen het na mij opnieuw zullen bidden... Als ik bij uitvaarten voorstel het Onze Vader te bidden, zeggen mensen bijna altijd 'ja', ook onkerkelijke mensen. Samen, hand in hand aan het graf het Onze Vader uitspreken, kan van een gebeurtenis een ervaring worden.''
Triest ...