Generale Synode Gereformeerde Gemeenten 2007

Gebruikersavatar
Jager
Berichten: 228
Lid geworden op: 11 sep 2007, 09:12

Bericht door Jager »

Los van personen, toch nog een reactie over de vraag of de tucht enkel en altijd medisch van aard is.
Marnix schreef:
memento schreef:
Zonderling schreef:Op Bijbelse gronden moet de tucht altijd pastoraal zijn en niet juridisch. (...)
Niet waar. Op bijbelse gronden is de tucht ook om Gods gemeente heilig te bewaren. Zie bv Achan, die door zijn diefstal de toorn van God over de hele gemeenschap haalt, en gestenigd moet worden. De medische aard van de tucht is dus niet altijd van toepasing, ja, ik acht zelfs dat zij ondergeschikt is aan het andere, namelijk het heilig bewaren van de gemeente van God.
Volgens mij is dit niet gegrond op de tucht.... Of werd Achan soms gestenigd om zijn ziel te behouden....? Hij had God de rug toegekeerd. De tucht is gericht op het redden van mensen. Dan is steniging natuurlijk niet functioneel want iemand kan zich dan nooit meer bekeren.
memento bevindt zich wel in goed gezelschap. Het boek Bavianen en slijkgeuzen van Prof.Dr. A.Th. van Deursen laat heel duidelijk zien dat de tucht in de 16de/17de eeuw voornamelijk was ten dienste van de gemeenschap (de gemeente). Enkele citaten:
Prof.Dr. A.Th. van Deursen schreef:Wat wil eigenlijk kerkelijke tucht? Censuur dient, volgens de synode van Middelburg 1581, "om den sondaar met zyn kerke en met zyn naasten te versoenen, en de ergernissen uit de gemeente Christi weg te nemen". Tucht wordt hier dus in de eerste plaats gedefinieerd als verzoening, niet als straf. Een begonnen tuchtprocedure behoort niet te eindigen met afsnijding van de zondaar, maar met zijn schuldbelijdenis. In de zeventiende eeuw is dat inderdaad nog het normale verloop. De zondaar wordt verzoend, volgens het Middelburgse artikel, "met zijn kerke en met zyn naasten". De formulering is karakteristiek voor de geest van het Hollandse calvinisme. De verzoening dient te geschieden met en in de gemeenschap. Buiten de avondsmaalsgemeenschap van de kerk bestaat geen werkelijk christelijk leven, verzoening betekent dus: de zondaar weer in die gemeenschap binnenleiden en hem weer aanvaardbaar maken door hem met zijn zonde te laten breken. De gehele tuchtoefening heeft weinig te maken met bestraffing van het individu, maar draait om de gemeenschap. Het stichten van een gemeente en het invoeren van tucht zijn met elkaar identiek. Wil men een korte definitie geven van de kerkelijke tucht in de hervormde kerk voor het hier behandelde tijdvak, dan zou die het beste kunnen luiden: instandhouding van de gemeenschap. Alle doelstellingen van de kerkelijke tucht zijn onder dat hoofd te brengen. (203)
(...)
Tucht is dienst aan alle lidmaten. "De ontstichtinge der gemeynte", de overweging dat "de gemeynte Christi alhier bovenmaten daerin ontrust is" zijn daarom motieven van zeer wezenlijke betekenis. Tucht moet vooral de zwakken en de eenvoudigen in de gemeente te hulp komen. Kerkeraden houden wel eens in twijfelgevallen lidmaten van het avondmaal, met de motivering dat men zwakken geen ergenis moet geven. Een kerkeraad die zich in de eerste plaats om het individuele gemeentelid bekommerde zou juist andersom redeneren, en bij twijfel permissie tot aangaan verlenen. Maar de zeventiende-eeuwse tuchtoefening denkt steeds van de gemeente uit. (204)
(...)
Ergernis brengt de gehele gemeente in opspraak. Als de zwakke lidmaten het al niet meer begrijpen, hoe zullen dan degenen oordelen die buiten de hervormde kerk leven? (205)
(...)
Het is ook zeker waar dat de kerkelijke rechtsspraak sterk verschilt van de wereldlijke, als het aankomt op de bescherming van de beklaagde. Tucht beschermt de gemeente, en de rechten van het individu verdwijnen daarbij op de achtergrond. Hij kan onverhoord geoordeeld worden. Hij moet antwoorden op de vraag of hij schuldig is of niet, en dus als zijn eigen aanklager optreden. Hij mist het recht een verdediger mee te brengen. De namen van zijn beschuldigers behoeven hem niet meegedeeld te worden. Hij ontvangt geen inzage van stukken of kopie van resolutiën, "want de kercke en hadde die ghewoonte niet". Hij moet alle ambtsdragers als zijn rechters aanvaarden, en mist de mogelijkheid een of meer van het te wraken - ook niet bij voorbeeld als het gaat om een direct meningsverschil met de predikant, de voorzitter van de kerkeraad. (208)
(...)
Een tuchtprocedure begint in de regel met een voorlopige afhouding. Dat betekent nog helemaal niet, dat de uitgeslotene in principe al wordt afgeschreven. (210)
(...)
De voorlopige uitsluiting kan zeer lang duren (...) al naar de ernst van het vergrijp en het bedrag van de gestrafte. Bij zware zonde moet ook op het berouw nog een lange proeftijd volgen. Heropneming wordt niet toegestaan zolang "de saecke nog versch is". Daar de afhouding het belang van de gehele gemeente diende, had die tot op zekere hoogte ook zelf een stem. Het liefst liet men iemand niet toe zolang te verwachten viel dat zijn aangaan ergernis zou geven. Had de afhouding lang genoeg geduurd, en toonde de man ook berouw over het gebeurde, dan kon hij weer tot de avondmaalsgemeenschap toegelaten worden, maar nooit zonder schuldbelijdenis. (210)
(...)
Slaagt de tuchtoefening niet, en weigert de gecensureerde schuld te bekennen, dan is de verzoening mislukt. De tucht kan nu haar dienende taak tot instandhouding van de gemeenschap nog slechts vervullen door te veranderen in straf. (213)
De uiterste consequentie van de tucht, de afsnijding, kent nog altijd een tenzij, en is dus in zekere zin nog steeds medisch, maar tegelijkertijd is dit wel degelijk een oordeel (Matt. 18:18). Juridisch dus.

Van Deursen beschijft a.d.h.v. bronnen de toenmalige feitelijke situatie. Ook 'kleine' zonden, die openbaar kwamen, konden al leiden tot afhouding. Wanneer dan geen boetvaardigheid werd getoond, werd doorgegaan tot afsnijding. De eigenlijke reden lag dan meer in het zich niet bekeren, dan in het vergrijp op zich. En elke openbare zonde is tuchtwaardig.

Zonden moeten concreet worden aangewezen, zodat ze ook kunnen worden beleden en vergeven, in overeenstemming met het doel van de kerkelijke tucht.

Noot:
Wat betreft boeken: dit vereist een inhoudelijke behandeling. Hoe kunnen anders zonden worden aangewezen? Is er een verbod op boeken schrijven over theologische onderwerpen door niet-ambtsdragers? Ook als het de zuivere leer alhier slechts beaamd en bevestigd? Zo ja, op grond waarvan? Is dat ook in strijd met het gebod om eerst tot je broeder (lees: de kerkeraad) te gaan, en die te 'bestraffen'? Zo nee, dan is een inhoudelijke behandeling inderdaad ten alle tijde vereist!
Zonden concreet aanwijzen opent ook de weg, om alle goede punten overeind te houden, na belijdenis van (evt.) onjuistheden. Gewoon rectificeren, of een 2de druk uitbrengen.

Overigens merkt Matthew Henry het volgende op over de geschiedenis van Achan:
Matthew Henry schreef:Er was bij de inneming van Jericho meer gezien van God, dan bij de inneming van de andere steden van Kanaän, en daarom moet zij ook meer dan de anderen Hem gewijd zijn.
(...)
Zij worden er zeer bijzonder voor gewaarschuwd om zich met het verbannene in te laten, want zo zij zich iets ten eigen gebruike zouden toeëigenen van hetgeen de Heere gewijd was, dan zou dit een vloek voor hen blijken te zijn, en daarom, vers 18, alleenlijk, dat gij u wacht van het verbannene.
"Gij zult de neiging in u gevoelen om er van te nemen, maar beteugelt die neiging, schrikt er voor om er iets mee te doen te hebben." Hij spreekt alsof hij de zonde voorzag van Achan waarvan wij het bericht hebben in het volgende hoofdstuk, als hij deze reden geeft voor zijn waarschuwing, opdat gij u misschien niet verbant, en het leger Israëls stelt tot een ban, noch hetzelve beroert, zoals Achan bleek gedaan te hebben.
(...)
het lot sprak, was: Gij zijt de man, vers 18. Het was vreemd dat Achan zich van schuld bewust zijnde, en het lot al nader en nader tot zich ziende naderen, het verstand niet had om zich uit de voeten te maken, of de genade niet had om belijdenis van schuld te doen, maar zijn hart was verhard door de bedriegelijkheid van de zonde, en het bleek dat dit hem ter verderfenis was.
Hoewel deze situatie niet geheel te vergelijken is met de tucht (hier wordt Achans gehele huis gestenigd), toch wordt het overtreden van het verbond de gehele gemeenschap aangerekend. Zo vermaant ook Paulus tegen het vermengen met "iemand, een broeder genaamd zijnde, een hoereerder is, of een gierigaard, of een afgodendienaar, of een lasteraar, of een dronkaard, of een rover" (1 Kor 5:11), kortom: met iedere openbare zondaar.

Opmerkelijk trouwens, dat Matthew Henry er op wijst dat Achan pas zijn schuld bekende nadat het bewezen was (d.m.v. het lot).
Gebruikersavatar
Tiberius
Administrator
Berichten: 34693
Lid geworden op: 12 jan 2006, 09:49
Locatie: Breda

Bericht door Tiberius »

Klavier schreef:
Polemicus schreef: Ware ellendekennis is volgens hen per definitie geloofskennis. Ook zonder enige kennis van Christus, ook als Hij nog geheel verborgen is voor de zondaar.
Deze conclusie kan ik niet maken, althans, niet in deze formulering.
Het gaat niet over zonder enige kennis van Christus, maar zonder enige kennis van Christus als mijn Zaligmaker. Er is bij een ware ellendige een hart dat brand van liefde tot God maar dat tegelijkertijd zichzelf verafschuwt vanwege de zonde en misdaden.
Er is wel een rotsvast geloof in Jezus als de Christus, als de Zaligmaker van zondaren. Die geloofszekerheid is er dan wel, maar vraag niet naar zijn of haar geloof. Dat kan niet uitgesproken worden. Maar vraag eens aan zo iemand: Wat dunkt u de Christus? Dan krijg je ongetwijfeld een antwoord dat Hem grootmaakt! Al deze zaken ontbreken bij de valse bekommerde, in de niet ware ellendekennis.
Precies, Klavier.
Daarom kan ik ook een heel eind met Polemicus mee.
Alleen: omdat zijn formulering niet zo zorgvuldig is, neigt deze al gauw naar een karikatuur.

Maar de bezwaarden, c.q. Bart c.s., gaan nog een stapje verder. Daar houdt het voor mij op. En kennelijk voor meerdere GG-ers.
Zonderling
Berichten: 4330
Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31

Bericht door Zonderling »

memento schreef:
Op Bijbelse gronden moet de tucht altijd pastoraal zijn en niet juridisch. De eerste lijn mag nooit divergeren van de tweede lijn.
Niet waar. Op bijbelse gronden is de tucht ook om Gods gemeente heilig te bewaren. Zie bv Achan, die door zijn diefstal de toorn van God over de hele gemeenschap haalt, en gestenigd moet worden. De medische aard van de tucht is dus niet altijd van toepasing, ja, ik acht zelfs dat zij ondergeschikt is aan het andere, namelijk het heilig bewaren van de gemeente van God.
O.k. Memento, mee eens.

Maar tegelijk is het doel altijd om de afgesnedene te brengen tot bekering. In die zin maakte ik mijn opmerking.
Zonderling
Berichten: 4330
Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31

Bericht door Zonderling »

Klavier schreef:
Tiberius schreef:Voor een plaatsmaken voor Christus door de wet, een prediking dus van wet en evangelie, is geen plaats.
Is dat een conclusie die dhr. Bart zelf maakt?
Voor de duidelijkheid: Ik ken zijn visie niet, ik ben vooral nieuwsgierig naar zijn inhoudelijk bezwaar. Als ik op internet zijn publicaties lees, zie ik dat hij zich beroept op diverse oude schrijvers. Dan lijkt de genoemde conclusie nogal tegenstrijdig met de aangevoerde bronnen ter onderbouwing. Is dhr. Bart dan zo inconsistent in zijn bezwaar?
Het is een pertinente onwaarheid dat mr. Bart geen toeleidende weg kent door de Wet. Alleen plaatst hij die toeleidende weg vóór de wedergeboorte, zoals ook de puriteinen (inclusief Owen), de Schotten (inclusief Boston en de Erskines), de Heidelberger theologen (Olevianus en Ursinus), enzovoort.

Hieronder een citaat van mr. Bart. Ieder oordele zelf:
Bart schreef:Hoe moeten wij dan de toeleidende weg tot Christus invullen? Het antwoord is vanuit de historie van onze gemeenten eenvoudig. Wij moeten onder afwijzing van dr Steenblok en zijn visie op de heilsorde en van al degenen die op dat fundament voortgebouwd hebben, terug naar onze grondleggende beginselen, terug naar de leer van Boston en de Erskines, ja terug naar de Schrift. De wet eist van iedere zondaar een volkomen gerechtigheid. Zij is niet uit het geloof, maar de mens die deze dingen doet, zal door dezelve leven, Gal. 3:12. Zij vervloekt een ieder die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet om dat te doen, Gal. 3:10. Zij stelt de gehele wereld verdoemelijk voor God, Rom. 3:19. Door de wet is de kennis der zonde, Rom. 3:20. Zonder de wet is de zonde dood, maar als de Heilige Geest een zondaar gaat overtuigen door de wet, wordt de zonde weer levend. Dan moet de zondaar sterven en wordt de zonde hem de dood, Rom. 7. Daarom wordt de wet door Paulus genoemd de wet der zonde en des doods, Rom. 8:2. En de Heilige Geest, die de zondaar overtuigt van zonde, wordt door hem genoemd de Geest der dienstbaarheid tot vreze, Rom. 8:15. Dan blijft de zondaar geen andere weg over dan de toevlucht te nemen tot de Zoon van God, de Zaligmaker der wereld. Want het (doel)einde van de wet is Christus, tot rechtvaardigheid een iegelijk die gelooft, Rom. 10:4. In Gal. 3:24 noemt Paulus de wet daarom een tuchtmeester tot Christus, opdat wij uit het geloof zouden gerechtvaardigd worden. De letter (dat is: de wet) doodt en is een bediening van de dood, maar de Geest (door de verlichting van het Evangelie van de heerlijkheid van Christus) maakt levend, 2 Kor. 3:6-8 i.v.m. 4:4 en 5. De zondaar ontvangt dan de Geest van de aanneming tot kinderen, Rom. 8:15. In de herschepping schijnt God in het hart, om te geven verlichting van de kennis van de heerlijkheid van God in het gelaat van Jezus Christus (in tegenstelling tot het glanzende gelaat van Mozes, de bemiddelaar van de wet, 2 Kor. 4:6. Want de Heilige Geest wederbaart een zondaar door middel van het aanschouwen van de heerlijkheid van God in de persoon van Jezus Christus, 2 Kor. 3:18. Zo kon Paulus aan de Efeziërs schrijven dat zij in Christus ingelijfd waren, nadat zij het woord der waarheid, namelijk het Evangelie van hun zaligheid, gehoord hadden, Ef. 1:13. En Petrus neemt het beeld van nieuw geboren kinderen, die door het Evangelie zijn wedergeboren en de redelijke onvervalste melk hebben gesmaakt, namelijk dat Jezus Christus, tot Wie zij komen, goedertieren is, 1 Petr. 2:2 e.v. Wij zien met hoeveel recht Comrie de stelling kon verfoeien, dat Gods Geest in de bekering van een zondaar zou werken zonder de belofte van het Evangelie.

Aan een medepredikant schreef Comrie “dat ik liever één traan schrei, die voortvloeit uit het zien van Jezus, zoals God Hem mij aanbiedt en de Heilige Geest hem aan mijn ziel openbaart, dan een hele oceaan, voortvloeiende uit een wettische beschouwing.”

Ik sluit deze paragraaf graag af met de getuigenis van een vertegenwoordiger van de Nadere Reformatie, Theodorus van der Groe (1705-1784), die een instemmende voorrede schreef op de werken van de Erskines. Hij zegt van de toeleidende weg tot Christus:

“Geen overtuiging zal ooit heilzaam of zaligmakend zijn, dan die door de krachtdadige werking des Geestes ’s mensen hart dadelijk doorbreekt tot een oprechte gelovige kennis en omhelzing van de Heere Jezus, zoals Hij ons wordt voorgedragen in de beloften van het heilig Evangelie. Hierin ligt het wezenlijke onderscheid tussen een zaligmakende en een algemene overtuiging.”

En voorts:

“Want de Wet is, zonder samenvoeging met het Evangelie maar een dodende en verdoemende letter. En het Evangelie zonder de Wet is maar een loze pleister, die wel in het eerst onze wonden een weinig zal verzachten, maar deze in de grond nooit zal kunnen genezen. Zij, die meest hun ogen openen voor de Wet, terwijl zij die sluiten voor het Evangelie, zullen de vloek en de dood maar tegemoet lopen en met al hun arbeid slechts een afgod van eigengerechtigheid oprichten.”
Gebruikersavatar
Tiberius
Administrator
Berichten: 34693
Lid geworden op: 12 jan 2006, 09:49
Locatie: Breda

Bericht door Tiberius »

Ik had het niet over de toeleidende weg, maar over de bevindelijke ellendekennis.
Er is mij geen puritein of Schot bekend, die dat voor de wedergeboorte plaatst.

Of jou wel, Zonderling?
Klavier
Berichten: 1514
Lid geworden op: 14 apr 2006, 08:31

Bericht door Klavier »

Tiberius schreef:Ik had het niet over de toeleidende weg, maar over de bevindelijke ellendekennis.
Er is mij geen puritein of Schot bekend, die dat voor de wedergeboorte plaatste. Of jullie wel?
Precies!!
Zonderling schreef:Het is een pertinente onwaarheid dat mr. Bart geen toeleidende weg kent door de Wet. Alleen plaatst hij die toeleidende weg vóór de wedergeboorte, zoals ook de puriteinen (inclusief Owen), de Schotten (inclusief Boston en de Erskines), de Heidelberger theologen (Olevianus en Ursinus), enzovoort.
Ik denk dat het niet juist is te veronderstellen dat de toeleidende weg zoals de GG die bedoelt hetzelfde is als het voorbereidend werk van Gods Geest voor de wedergeboorte zoals Boston dat beschrijft in zijn Viervoudige staat. Ik dacht zelf aanvankelijk wel in die richting, maar juist dan ontstaan er ten onrechte karikaturen.
De GG leert dat de zondaar op de toeleidende weg gekenmerkt wordt door liefde tot God, door een honger naar Christus en zijn gerechtigheid. Door een zondekennis en besef van de noodzaak van de Zaligmaker. De zondaar in deze toestand belijdt zijn zonden en werpt zich voor de voeten van de Zaligmaker, direct na de wedergeboorte! Is dat dan een dode zondaar? Nee, dat zou ontkenning zijn van Gods Werk. Een mens van nature haat God en wil van een Zaligmaker niets weten.
Dat is wat Boston als kenmerken noemt van wedergeborenen! Kijk het maar na. Hieruit concludeer ik toch dat de toeleidende weg wat anders is dan de bijlslagen bij Boston. Ik denk dan ook dat er voor de wedergeboorte, ook zoals de standenleer dat aangeeft, algemene overtuigingen vooraf gaan die de zondaar wettisch onder het Woord zet. Want de zondaar moet eerst onder het Woord gebracht. Wie nat wil worden moet in de regen gaan lopen, zoals dat vroeger gezegd werd. Zo zou ik dat hier willen plaatsen.

Het verschil zit in de onderscheiding tussen de kenmerken van wedergeboorte en geloof zonder te weten, of te durven belijden persoonlijk in Christus te mogen zijn. Dat is wat anders dan het feitelijk niet te zijn. Ik denk dan aan de tollenaar in de tempel die om genade smeekte. Hij ging gerechtvaardigd uit de tempel. Of hij dat toen wist, staat er niet bij. Maar wel de kern: Wie met zijn schuld bij God in Christus komt, krijgt genade. Want in die schuldbelijdenis ligt de erkenning van God als Rechthebbende en de erkenning van Christus als Bron van de genade. Een geloofsdaad of niet?
Mijns inziens neemt de GG Boston geheel over in deze zaken, zij het dat er andere accenten worden geplaatst. Als je de toeleidende weg afmeet aan de norm van de voorbereidende werkzaamheden van Gods Geest volgens Boston, ja, dan kom je tot forse dwalingen. Maar daarmee wordt de GG geen recht gedaan, want zo wordt het niet bedoeld. Niemand in de GG spreekt een zondaar zalig zonder geloof en zonder de daad van het geloof in het belijden van de Christus als de Zoon van God. Als Volkomen Zaligmaker van Zijn Volk. Het verschil zit enkel in het onderscheiden van kleingeloof dat niet durft toeeigenen maar al wel tot Christus is gevlucht, zij het dat de kleingelovige zich niet in die termen zo herkent. Maar daarmee is het feitelijk nog wel zo!
Ik meen oprecht dat hieromtrent grote misverstanden bestaan, waar ik zelk ook niet altijd oog voor heb gehad.
Dat er gevaren op de loer liggen in het onderscheiden van kleingeloof dat niet direct durft in te stemmen met HC zondag 7 en de meer geoefende gelovige die dat wel mag, is ook duidelijk.
Maar ik meen dat niemand zal stellen dat een zojuist wedergeborene direct ook verzekerd is van zijn geloof in het gevoel en dat het kan stormen in de ziel. Wel is er zekerheid van het heil in Christus. Dat staat vanaf het allereerste begin vast. En als er veel tijd zit tussen wedergeboorte en toeeigening, dan mag de prediking ook nagekeken worden op het feit of er wel genoeg genade om niet mag worden verkondigd juist voor die kleingelovigen die er zo naar snakken. Het is pastoraal met wijsheid en voorzichtigheid omgaan om de ware van de valse bekommernis te onderscheiden maar nooit zonder recept voor de beide groepen: De valse bekommerde dient krachtig tot het belijden van zijn zonden te worden vermaand en zich te bekeren. De ware bekommerde mag vertroost worden maar tevens vermaand niet te twijfelen aan Gods genade (zo kwam ik dat onlangs tegen bji ds. Hellenbroek). In bekommernis blijven liggen vanwege twijfel of God hem of haar ook genadig wil zijn, is het kleingeloof koesteren waarin Petrus werd bestraft en Thomas mee in duisternis kwam. De apostelen zijn duidelijk in de brieven: Er dient gestaan te worden naar vaste spijs. Chronische bekommernis is niet goed (Ik zeg niet dat het bij tijd en wijlen niet de kop kan opsteken, wie meent te staan...).
Lees Petrus Immens over de verzekering van het geloof: Een Christen die de Zaligmaker liefheeft zonder standvastig geloof kan moeilijk van Hem getuigen in de wereld. Daar gaat het om: Zijn Naam moet verheerlijkt worden. Daartoe worden de gelovigen opgeroepen een lichtend licht te zijn en een zoutend zout.
"People often asked me: What is the secret of your succes? I answer always that I have no other secret but this, that I have preached the gospel, not about the gospel, but the gospel"
C.H. Spurgeon.
Erasmiaan
Berichten: 8596
Lid geworden op: 17 okt 2005, 21:25

Bericht door Erasmiaan »

Klavier schreef:
Tiberius schreef:Ik had het niet over de toeleidende weg, maar over de bevindelijke ellendekennis.
Er is mij geen puritein of Schot bekend, die dat voor de wedergeboorte plaatste. Of jullie wel?
Precies!!
Zonderling schreef:Het is een pertinente onwaarheid dat mr. Bart geen toeleidende weg kent door de Wet. Alleen plaatst hij die toeleidende weg vóór de wedergeboorte, zoals ook de puriteinen (inclusief Owen), de Schotten (inclusief Boston en de Erskines), de Heidelberger theologen (Olevianus en Ursinus), enzovoort.
Ik denk dat het niet juist is te veronderstellen dat de toeleidende weg zoals de GG die bedoelt hetzelfde is als het voorbereidend werk van Gods Geest voor de wedergeboorte zoals Boston dat beschrijft in zijn Viervoudige staat. Ik dacht zelf aanvankelijk wel in die richting, maar juist dan ontstaan er ten onrechte karikaturen.
De GG leert dat de zondaar op de toeleidende weg gekenmerkt wordt door liefde tot God, door een honger naar Christus en zijn gerechtigheid. Door een zondekennis en besef van de noodzaak van de Zaligmaker. De zondaar in deze toestand belijdt zijn zonden en werpt zich voor de voeten van de Zaligmaker, direct na de wedergeboorte! Is dat dan een dode zondaar? Nee, dat zou ontkenning zijn van Gods Werk. Een mens van nature haat God en wil van een Zaligmaker niets weten.
Dat is wat Boston als kenmerken noemt van wedergeborenen! Kijk het maar na. Hieruit concludeer ik toch dat de toeleidende weg wat anders is dan de bijlslagen bij Boston. Ik denk dan ook dat er voor de wedergeboorte, ook zoals de standenleer dat aangeeft, algemene overtuigingen vooraf gaan die de zondaar wettisch onder het Woord zet. Want de zondaar moet eerst onder het Woord gebracht. Wie nat wil worden moet in de regen gaan lopen, zoals dat vroeger gezegd werd. Zo zou ik dat hier willen plaatsen.

Het verschil zit in de onderscheiding tussen de kenmerken van wedergeboorte en geloof zonder te weten, of te durven belijden persoonlijk in Christus te mogen zijn. Dat is wat anders dan het feitelijk niet te zijn. Ik denk dan aan de tollenaar in de tempel die om genade smeekte. Hij ging gerechtvaardigd uit de tempel. Of hij dat toen wist, staat er niet bij. Maar wel de kern: Wie met zijn schuld bij God in Christus komt, krijgt genade. Want in die schuldbelijdenis ligt de erkenning van God als Rechthebbende en de erkenning van Christus als Bron van de genade. Een geloofsdaad of niet?
Mijns inziens neemt de GG Boston geheel over in deze zaken, zij het dat er andere accenten worden geplaatst. Als je de toeleidende weg afmeet aan de norm van de voorbereidende werkzaamheden van Gods Geest volgens Boston, ja, dan kom je tot forse dwalingen. Maar daarmee wordt de GG geen recht gedaan, want zo wordt het niet bedoeld. Niemand in de GG spreekt een zondaar zalig zonder geloof en zonder de daad van het geloof in het belijden van de Christus als de Zoon van God. Als Volkomen Zaligmaker van Zijn Volk. Het verschil zit enkel in het onderscheiden van kleingeloof dat niet durft toeeigenen maar al wel tot Christus is gevlucht, zij het dat de kleingelovige zich niet in die termen zo herkent. Maar daarmee is het feitelijk nog wel zo!
Ik meen oprecht dat hieromtrent grote misverstanden bestaan, waar ik zelk ook niet altijd oog voor heb gehad.
Dat er gevaren op de loer liggen in het onderscheiden van kleingeloof dat niet direct durft in te stemmen met HC zondag 7 en de meer geoefende gelovige die dat wel mag, is ook duidelijk.
Maar ik meen dat niemand zal stellen dat een zojuist wedergeborene direct ook verzekerd is van zijn geloof in het gevoel en dat het kan stormen in de ziel. Wel is er zekerheid van het heil in Christus. Dat staat vanaf het allereerste begin vast. En als er veel tijd zit tussen wedergeboorte en toeeigening, dan mag de prediking ook nagekeken worden op het feit of er wel genoeg genade om niet mag worden verkondigd juist voor die kleingelovigen die er zo naar snakken. Het is pastoraal met wijsheid en voorzichtigheid omgaan om de ware van de valse bekommernis te onderscheiden maar nooit zonder recept voor de beide groepen: De valse bekommerde dient krachtig tot het belijden van zijn zonden te worden vermaand en zich te bekeren. De ware bekommerde mag vertroost worden maar tevens vermaand niet te twijfelen aan Gods genade (zo kwam ik dat onlangs tegen bji ds. Hellenbroek). In bekommernis blijven liggen vanwege twijfel of God hem of haar ook genadig wil zijn, is het kleingeloof koesteren waarin Petrus werd bestraft en Thomas mee in duisternis kwam. De apostelen zijn duidelijk in de brieven: Er dient gestaan te worden naar vaste spijs. Chronische bekommernis is niet goed (Ik zeg niet dat het bij tijd en wijlen niet de kop kan opsteken, wie meent te staan...).
Lees Petrus Immens over de verzekering van het geloof: Een Christen die de Zaligmaker liefheeft zonder standvastig geloof kan moeilijk van Hem getuigen in de wereld. Daar gaat het om: Zijn Naam moet verheerlijkt worden. Daartoe worden de gelovigen opgeroepen een lichtend licht te zijn en een zoutend zout.
Klavier, je vertolkt geheel de visie van Comrie. Ik zou zeggen als extra leestip: de verklaring van zondag zeven door Comrie. Comrie maakt daar onderscheid tussen de zekerheid van het geloof en de zekerheid van het gevoel. De zekerheid van het geloof is er vanaf de wedergeboorte, de zekerheid van het gevoel die is er vaak niet bij eerstbeginnenden.
Zonderling
Berichten: 4330
Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31

Bericht door Zonderling »

Tiberius schreef:Het struikelblok is, dat mr. Bart het evangelie alleen ziet als een prediking van geloof in Christus. Christus moet ruim worden aangeboden en als men tot het geloof in die aangeboden Christus komt, dat dit de bekering is en genoeg is tot zaligheid. De wedergeboorte is dan het gelovig aannemen van de aangeboden Christus.
Voor een plaatsmaken voor Christus door de wet, een prediking dus van wet en evangelie, is geen plaats.

Dat is de reden tot censuur.
Tiberius schreef:Ik had het niet over de toeleidende weg, maar over de bevindelijke ellendekennis.
Er is mij geen puritein of Schot bekend, die dat voor de wedergeboorte plaatst.

Of jou wel, Zonderling?
Je sprak over "een plaatsmaken voor Christus door de wet... is geen plaats" (zie de eerste quote).
Ik meen dat dit dit ook wel toeleidende weg wordt genoemd. Dáár reageerde ik op.

En inderdaad, mij zijn zeer vele puriteinen en Schotten bekend die het plaatsmaken voor Christus door de wet vóór de wedergeboorte plaatsen.

Maar, om tot de kern te komen: Meen jij serieus dat het eerlijk is om - mede gezien genoemd citaat van mr. Bart - te zeggen dat er bij Bart "voor een plaatsmaken voor Christus door de wet" of voor "bevindelijke ellendekennis" geen plaats is ??

M.vr.gr.,
Zonderling
Gebruikersavatar
Tiberius
Administrator
Berichten: 34693
Lid geworden op: 12 jan 2006, 09:49
Locatie: Breda

Bericht door Tiberius »

Zonderling schreef:Maar, om tot de kern te komen: Meen jij serieus dat het eerlijk is om - mede gezien genoemd citaat van mr. Bart - te zeggen dat er bij Bart "voor een plaatsmaken voor Christus door de wet" of voor "bevindelijke ellendekennis" geen plaats is ??
Zeker wel, Zonderling. Juist op basis van het citaat.
Lees bijvoorbeeld dit:
In de herschepping schijnt God in het hart, om te geven verlichting van de kennis van de heerlijkheid van God in het gelaat van Jezus Christus (in tegenstelling tot het glanzende gelaat van Mozes, de bemiddelaar van de wet, 2 Kor. 4:6. Want de Heilige Geest wederbaart een zondaar door middel van het aanschouwen van de heerlijkheid van God in de persoon van Jezus Christus, 2 Kor. 3:18.

Meen jij serieus dat hier over een door de Heilige Geest ontdekte zondaar wordt gesproken? Ik meen van niet.
Zonderling
Berichten: 4330
Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31

Bericht door Zonderling »

Klavier schreef:
Zonderling schreef:]Het is een pertinente onwaarheid dat mr. Bart geen toeleidende weg kent door de Wet. Alleen plaatst hij die toeleidende weg vóór de wedergeboorte, zoals ook de puriteinen (inclusief Owen), de Schotten (inclusief Boston en de Erskines), de Heidelberger theologen (Olevianus en Ursinus), enzovoort.
Ik denk dat het niet juist is te veronderstellen dat de toeleidende weg zoals de GG die bedoelt hetzelfde is als het voorbereidend werk van Gods Geest voor de wedergeboorte zoals Boston dat beschrijft in zijn Viervoudige staat. Ik dacht zelf aanvankelijk wel in die richting, maar juist dan ontstaan er ten onrechte karikaturen.
De GG leert...
Ik had het niet over wat de GerGem leert, maar over wat Bart leert. Zijn visie op het werk der wet c.q. de toeleidende weg is wel degelijk vergelijkbaar met het voorbereidend werk van de Schotten, enz.

Zonderling
Zonderling
Berichten: 4330
Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31

Bericht door Zonderling »

Tiberius schreef:
Zonderling schreef:Maar, om tot de kern te komen: Meen jij serieus dat het eerlijk is om - mede gezien genoemd citaat van mr. Bart - te zeggen dat er bij Bart "voor een plaatsmaken voor Christus door de wet" of voor "bevindelijke ellendekennis" geen plaats is ??
Zeker wel, Zonderling. Juist op basis van het citaat.
Lees bijvoorbeeld dit:
In de herschepping schijnt God in het hart, om te geven verlichting van de kennis van de heerlijkheid van God in het gelaat van Jezus Christus (in tegenstelling tot het glanzende gelaat van Mozes, de bemiddelaar van de wet, 2 Kor. 4:6. Want de Heilige Geest wederbaart een zondaar door middel van het aanschouwen van de heerlijkheid van God in de persoon van Jezus Christus, 2 Kor. 3:18.

Meen jij serieus dat hier over een door de Heilige Geest ontdekte zondaar wordt gesproken? Ik meen van niet.
Ik meen serieus dat in de wedergeboorte de zondaar zaligmakend verlicht wordt om Christus te kennen.

En wat vooraf gaat, mogen we geen wedergeboorte noemen. Maar daarom is er nog wel een ontdekkend werk der wet, zowel vóór als ná de wedergeboorte. Maar waar de wedergeboorte is, daar is God schijnende in het hart en Christus bekendmakende. De schepping begon met "Er zij licht", de herschepping ook.

Dat is geen dwaling, maar de Dordtse leer. En ook de leer van de Schotten en puriteinen.
Klavier
Berichten: 1514
Lid geworden op: 14 apr 2006, 08:31

Bericht door Klavier »

Zonderling schreef:Ik meen serieus dat in de wedergeboorte de zondaar zaligmakend verlicht wordt om Christus te kennen.
Bedoel je hier met 'kennen' een direct zeker weten (op datzelfde moment van wedergeboorte dus), dat de zondaar Christus omhelst en zich dan ook direct bewust is van het verzoend zijn met God in Christus?
"People often asked me: What is the secret of your succes? I answer always that I have no other secret but this, that I have preached the gospel, not about the gospel, but the gospel"
C.H. Spurgeon.
Gebruikersavatar
Afgewezen
Berichten: 17323
Lid geworden op: 12 mei 2005, 21:50

Bericht door Afgewezen »

Klavier schreef:
Zonderling schreef:Ik meen serieus dat in de wedergeboorte de zondaar zaligmakend verlicht wordt om Christus te kennen.
Bedoel je hier met 'kennen' een direct zeker weten (op datzelfde moment van wedergeboorte dus), dat de zondaar Christus omhelst en zich dan ook direct bewust is van het verzoend zijn met God in Christus?
Hoe wou je het anders, Klavier?
Gebruikersavatar
Afgewezen
Berichten: 17323
Lid geworden op: 12 mei 2005, 21:50

Bericht door Afgewezen »

Tiberius schreef:
Zonderling schreef:Maar, om tot de kern te komen: Meen jij serieus dat het eerlijk is om - mede gezien genoemd citaat van mr. Bart - te zeggen dat er bij Bart "voor een plaatsmaken voor Christus door de wet" of voor "bevindelijke ellendekennis" geen plaats is ??
Zeker wel, Zonderling. Juist op basis van het citaat.
Lees bijvoorbeeld dit:
In de herschepping schijnt God in het hart, om te geven verlichting van de kennis van de heerlijkheid van God in het gelaat van Jezus Christus (in tegenstelling tot het glanzende gelaat van Mozes, de bemiddelaar van de wet, 2 Kor. 4:6. Want de Heilige Geest wederbaart een zondaar door middel van het aanschouwen van de heerlijkheid van God in de persoon van Jezus Christus, 2 Kor. 3:18.

Meen jij serieus dat hier over een door de Heilige Geest ontdekte zondaar wordt gesproken? Ik meen van niet.
Ik meen van wel en sluit mij verder aan bij zonderling.
Ik zeg niet dat het ik helemaal met mr. Bart eens ben, maar zijn visie is wel een legitieme 'variant' in de gereformeerde theologie.
Zonderling
Berichten: 4330
Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31

Bericht door Zonderling »

Klavier schreef:
Zonderling schreef:Ik meen serieus dat in de wedergeboorte de zondaar zaligmakend verlicht wordt om Christus te kennen.
Bedoel je hier met 'kennen' een direct zeker weten (op datzelfde moment van wedergeboorte dus), dat de zondaar Christus omhelst en zich dan ook direct bewust is van het verzoend zijn met God in Christus?
Ieder waar geloof is een kennis van en steunen op Christus zoals Hij in het Evangelie aangeboden wordt. En zonder dit geloof is een mens niet wedergeboren. Het lijkt voor jullie een nieuwe leer, maar dit is nu juist de oude gereformeerde leer. En die leer is ook dat de zekerheid niet altijd en bij iedereen even sterk is. Maar zonder toe-eigening van Christus en Zijn weldaden leerden onze vaderen dat er ook geen geloof was en ook geen wedergeboorte.
Gesloten