Opwekking?? en ""Komen tot christus zoals je bent""
Alleen die in de Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven. Dan moet het zeker wel een vol en sterk geloof zijn, dominee. Dat zegt de Schrift niet, Thomas. Daar zijn klein-gelovigen en wankelende gelovigen en sterke gelovigen, doch dat is geen principieel verschil. Dus wat is er nu te overdenken, dominee? Daar valt te onderzoeken, Thomas, of je overreed bent geworden van de noodzakelijkheid om met Christus verenigd te worden. Onze eigen gerechtigheid, of vroomheid, die zo dikwijls de grond is, waarop men bouwt, moet eens een keer totaal weggevallen zijn. Is dit met je gebeurd? En heb je gezien, dat je nimmer zalig zult kunnen worden, tenzij Christus in je hart geopenbaard en omhelsd is. De overtuiging van zonde is onmisbaar. Doch even onmisbaar is de overtuiging van de noodzakelijkheid om met Christus verenigd te worden. En vervolgens, dominee?
Ten tweede moet je onderzoeken, Thomas, of je gezien hebt, dat je totaal machteloos bent, om in Christus te geloven zoals het behoort. Ik dacht, dat u zou zeggen, dominee, dat ik moest nagaan of ik het geloof beoefende. Alles op z¹n tijd, Thomas. De weg om zalig te worden is zo eenvoudig. Het is maar, dat de mens zichzelf leert kennen.
Sommigen geven zo hoog op van hun geloof en wekken zo opgetogen anderen op om toch ook te geloven. Dat kan makkelijk zeggen ze. Maar Gods volk leert, dat zij het niet kunnen. Ja maar, dominee, wij zijn toch verplicht te geloven? Ja zeker, Thomas. Maar wij zijn ook duur verplicht om Gods geboden te houden. Doch daarmee kunnen wij dat nog niet. Wij, kunnen pas geloven als God ons een verlicht verstand schept. Calvijn schreef daarvan: "En opdat het vlees niet zou roemen, dat het zich, toen God riep en Zichzelf uit genade aanbood, gehoorzaam tegenover deze roeping gedragen heeft, zo betuigt Hij, dat wij geen oren hebben om te horen, geen ogen om te zien, anders dan die Hij gemaakt heeft."
Moeten wij dan maar stil afwachten, dominee, of wij het geloof krijgen? Welneen, Thomas, wie dat kan, bewijst, dat hij onbekend is en een vijand van genade.
Want ieder moet ten derde onderzoeken of hij, in het afgelopen jaar of daarvoor worstelingen heeft gehad om die vereniging met Christus te verkrijgen. De zondaar, die de noodzakelijkheid van de vereniging met Christus heeft geleerd, gaat bidden en smeken, opdat hij ogen des geloofs zou mogen ontvangen om Jezus te zien en voeten om tot Hem te gaan en armen om Hem te omhelzen. Aan welke mannen en vrouwen worden deze ogen en voeten en armen gegeven, dominee? Aan verbrokenen van hart, Thomas, en aan verslagenen van geest.
Jezus openbaart zich aan alle armen van geest, alle treurenden over het Godsgemis, allen die hongeren en dorsten naar gerechtigheid. Ik ontmoet elke dag mensen, dominee, die het veel vlugger en makkelijker hebben gekregen. Dat kan wel, Thomas. Wij beleven wonderlijke tijden. Dat zei Comrie al. De mensen komen tot de grootste zaken van het Christendom met heel weinig strijd,en worsteling. Men moet zeggen: hoe hebt gij het zo gauw gevonden? Hoe zijt gij zo schielijk tot Jezus, tot verbondsonderhandeling en geloofsverzekerdheid gekomen? Zij zijn niet ontdekt, mag men vrezen, aan hun onmacht om te geloven. En daarom kunnen zij zo hevig de zweep er bij een ander opleggen. Zij hebben nooit om geloof hoeven te vragen, want wat volgens de Heere Jezus bij de mensen onmogelijk is, was bij hen wel mogelijk.
Daarom mag ieder wel aan zichzelf vragen. Heeft, het mij gebed gekost? Heb ik mijn onmacht leren kennen? Zouden sommige groepen en personen dan een nagebootst geloof hebben, dominee? Dat zou wel eens kunnen zijn, Thomas. Waaraan weet ik dan of het mijne echt is? Als je bevindelijk aan je onmacht ontdekt bent geworden, en als je niet hebt kunnen geloven tot vereniging met Christus, totdat God je het geloof gaf. Dan ga je veilig, jongen. Maar ik moet toch niet alleen mijn onmacht bevindelijk kennen, dominee? Zeker niet, Thomas, je moet ook Christus kennen. Daarom moet je eens nagaan, hoe je er toe gekomen bent om tot Jezus te gaan?
Wat heeft je vrijmoedigheid gegeven? Wat een verschil in personen. Aan de ene kant de Zone Gods, de God-mens, de Koning der koningen. Daarnaast een schuldig, arm, melaats zondaar. Ja, dominee, zo is het. Als een mens gebukt gaat onder zijn last en een overbuigend en beschamend gezicht van zijn onwaardigheid heeft dan durft hij er niet aan denken, dat die grote Christus zijn Heere en Heiland ooit zou kunnen worden. Wat is een mens dan bevreesd, dat het veel te stoutmoedig is om naar Jezus te gaan met zijn ellendige ziel. Wat zou dan een zondaar in deze toestand vrijmoedigheid kunnen geven, Thomas?
Ik denk, dominee, niets dan het woord Gods. De genade is immers niet voor bijzonder vrome mensen of voor engelen, doch voor ellendigen. Zo is het,Thomas. Het is precies zoals iemand schreef: "De predikanten en vromen raadden mij aan tot Jezus te gaan. Maar ik durfde niet. Toen ik evenwel zo verlegen en treurig er bij zat, kwamen er enige woorden uit de Schrift in mijn hart: Wendt u naar Mij toe en wordt behouden. Al waren uw zonden als scharlaken en karmozijn Ik zal ze maken als witte wol. Door die woorden smolt mijn hart, in die woorden werd van nabij aan mijn ziel de Borg ontdekt in zijn gepastheid, algenoegzaamheid en bereidwilligheid en dat voor mij, een van de aller vloekwaardigste en doemwaardigsten. Ja, die woorden hadden zulk een kracht, dat ze mijn ziel zodanig overreedden en trokken, dat ik mijn zielstoestemming niet kon terughouden, maar moest uitroepen: "Heere, nu zijt Gij mij te machtig geworden, nu ben ik overreed van uw bereidwilligheid, waaraan ik zo dikwijls twijfelde. Wilt Gij juist zo een als ik hebben? Ze hier ben ik en geef Mij aan U over voor tijd en eeuwigheid."
Wie er zo toe gekomen is, dominee, is het dan goed? Dan is het goed, Thomas.
Als iedereen het met dit stukje eens is, dan zijn we het werkelijk eens, maar ik vrees het ergste.
Ten tweede moet je onderzoeken, Thomas, of je gezien hebt, dat je totaal machteloos bent, om in Christus te geloven zoals het behoort. Ik dacht, dat u zou zeggen, dominee, dat ik moest nagaan of ik het geloof beoefende. Alles op z¹n tijd, Thomas. De weg om zalig te worden is zo eenvoudig. Het is maar, dat de mens zichzelf leert kennen.
Sommigen geven zo hoog op van hun geloof en wekken zo opgetogen anderen op om toch ook te geloven. Dat kan makkelijk zeggen ze. Maar Gods volk leert, dat zij het niet kunnen. Ja maar, dominee, wij zijn toch verplicht te geloven? Ja zeker, Thomas. Maar wij zijn ook duur verplicht om Gods geboden te houden. Doch daarmee kunnen wij dat nog niet. Wij, kunnen pas geloven als God ons een verlicht verstand schept. Calvijn schreef daarvan: "En opdat het vlees niet zou roemen, dat het zich, toen God riep en Zichzelf uit genade aanbood, gehoorzaam tegenover deze roeping gedragen heeft, zo betuigt Hij, dat wij geen oren hebben om te horen, geen ogen om te zien, anders dan die Hij gemaakt heeft."
Moeten wij dan maar stil afwachten, dominee, of wij het geloof krijgen? Welneen, Thomas, wie dat kan, bewijst, dat hij onbekend is en een vijand van genade.
Want ieder moet ten derde onderzoeken of hij, in het afgelopen jaar of daarvoor worstelingen heeft gehad om die vereniging met Christus te verkrijgen. De zondaar, die de noodzakelijkheid van de vereniging met Christus heeft geleerd, gaat bidden en smeken, opdat hij ogen des geloofs zou mogen ontvangen om Jezus te zien en voeten om tot Hem te gaan en armen om Hem te omhelzen. Aan welke mannen en vrouwen worden deze ogen en voeten en armen gegeven, dominee? Aan verbrokenen van hart, Thomas, en aan verslagenen van geest.
Jezus openbaart zich aan alle armen van geest, alle treurenden over het Godsgemis, allen die hongeren en dorsten naar gerechtigheid. Ik ontmoet elke dag mensen, dominee, die het veel vlugger en makkelijker hebben gekregen. Dat kan wel, Thomas. Wij beleven wonderlijke tijden. Dat zei Comrie al. De mensen komen tot de grootste zaken van het Christendom met heel weinig strijd,en worsteling. Men moet zeggen: hoe hebt gij het zo gauw gevonden? Hoe zijt gij zo schielijk tot Jezus, tot verbondsonderhandeling en geloofsverzekerdheid gekomen? Zij zijn niet ontdekt, mag men vrezen, aan hun onmacht om te geloven. En daarom kunnen zij zo hevig de zweep er bij een ander opleggen. Zij hebben nooit om geloof hoeven te vragen, want wat volgens de Heere Jezus bij de mensen onmogelijk is, was bij hen wel mogelijk.
Daarom mag ieder wel aan zichzelf vragen. Heeft, het mij gebed gekost? Heb ik mijn onmacht leren kennen? Zouden sommige groepen en personen dan een nagebootst geloof hebben, dominee? Dat zou wel eens kunnen zijn, Thomas. Waaraan weet ik dan of het mijne echt is? Als je bevindelijk aan je onmacht ontdekt bent geworden, en als je niet hebt kunnen geloven tot vereniging met Christus, totdat God je het geloof gaf. Dan ga je veilig, jongen. Maar ik moet toch niet alleen mijn onmacht bevindelijk kennen, dominee? Zeker niet, Thomas, je moet ook Christus kennen. Daarom moet je eens nagaan, hoe je er toe gekomen bent om tot Jezus te gaan?
Wat heeft je vrijmoedigheid gegeven? Wat een verschil in personen. Aan de ene kant de Zone Gods, de God-mens, de Koning der koningen. Daarnaast een schuldig, arm, melaats zondaar. Ja, dominee, zo is het. Als een mens gebukt gaat onder zijn last en een overbuigend en beschamend gezicht van zijn onwaardigheid heeft dan durft hij er niet aan denken, dat die grote Christus zijn Heere en Heiland ooit zou kunnen worden. Wat is een mens dan bevreesd, dat het veel te stoutmoedig is om naar Jezus te gaan met zijn ellendige ziel. Wat zou dan een zondaar in deze toestand vrijmoedigheid kunnen geven, Thomas?
Ik denk, dominee, niets dan het woord Gods. De genade is immers niet voor bijzonder vrome mensen of voor engelen, doch voor ellendigen. Zo is het,Thomas. Het is precies zoals iemand schreef: "De predikanten en vromen raadden mij aan tot Jezus te gaan. Maar ik durfde niet. Toen ik evenwel zo verlegen en treurig er bij zat, kwamen er enige woorden uit de Schrift in mijn hart: Wendt u naar Mij toe en wordt behouden. Al waren uw zonden als scharlaken en karmozijn Ik zal ze maken als witte wol. Door die woorden smolt mijn hart, in die woorden werd van nabij aan mijn ziel de Borg ontdekt in zijn gepastheid, algenoegzaamheid en bereidwilligheid en dat voor mij, een van de aller vloekwaardigste en doemwaardigsten. Ja, die woorden hadden zulk een kracht, dat ze mijn ziel zodanig overreedden en trokken, dat ik mijn zielstoestemming niet kon terughouden, maar moest uitroepen: "Heere, nu zijt Gij mij te machtig geworden, nu ben ik overreed van uw bereidwilligheid, waaraan ik zo dikwijls twijfelde. Wilt Gij juist zo een als ik hebben? Ze hier ben ik en geef Mij aan U over voor tijd en eeuwigheid."
Wie er zo toe gekomen is, dominee, is het dan goed? Dan is het goed, Thomas.
Als iedereen het met dit stukje eens is, dan zijn we het werkelijk eens, maar ik vrees het ergste.
Niet direct, ik heb een beetje moeite met de formulering die je gebruikt. Dat zijn zulke beladen en verwarrende termen. Ik zeg liever dat ik het dogma voorsta dat Christus allen roept om tot Hem te komen om zo door Hem behouden te worden, zonder onderscheid.Origineel geplaatst door Kislev
Leo, Zoeker, ndonselaar, Zeeuw2, Mirror, Refojongere, zo te lezen uit jullie reacties allemaal voorstander van een onvoorwaardelijk welmenend aanbod van genade. Kan ik daaruit dan ook concluderen dat eerdergenoemde geen tegenstander zijn van de uitdrukking: 'je mag komen zoals je nu bent.'?
Zoeker,
Mee eens. In ieder geval staan we dan achter de Dordtse Leerregels:
Doch zovelen als er door het Evangelie geroepen worden, die worden ernstiglijk geroepen. Want God betoont ernstiglijk en waarachtiglijk in Zijn Woord wat Hem aangenaam is, namelijk dat de geroepenen tot Hem komen. Hij belooft ook met ernst allen, die tot Hem komen, en geloven, de rust der zielen en het eeuwige leven.
Refojongere,
Met dat stuk van Vroegindeweij ben ik het opzich wel eens. In ieder geval is het voor mij persoonlijk herkenbaar. Toch zit aan dat stukje van Vroegindeweij weer het gevaar dat je min of meer een weg uitstippelt. Wel is het zo -zoals Zoeker ook al opmerkte- dat ieder een beetje praat vanuit z`n achtergrond en ieder daardoor een bepaalde kant (sterker) benadrukt.
Overigens begrijp ik niet dat de schrijver van 'aanbod der genade' het door mij geciteerde gedeelte van de D.L. kan onderschrijven.
[Veranderd op 26/8/02 door Kislev]
Mee eens. In ieder geval staan we dan achter de Dordtse Leerregels:
Doch zovelen als er door het Evangelie geroepen worden, die worden ernstiglijk geroepen. Want God betoont ernstiglijk en waarachtiglijk in Zijn Woord wat Hem aangenaam is, namelijk dat de geroepenen tot Hem komen. Hij belooft ook met ernst allen, die tot Hem komen, en geloven, de rust der zielen en het eeuwige leven.
Refojongere,
Met dat stuk van Vroegindeweij ben ik het opzich wel eens. In ieder geval is het voor mij persoonlijk herkenbaar. Toch zit aan dat stukje van Vroegindeweij weer het gevaar dat je min of meer een weg uitstippelt. Wel is het zo -zoals Zoeker ook al opmerkte- dat ieder een beetje praat vanuit z`n achtergrond en ieder daardoor een bepaalde kant (sterker) benadrukt.
Overigens begrijp ik niet dat de schrijver van 'aanbod der genade' het door mij geciteerde gedeelte van de D.L. kan onderschrijven.
[Veranderd op 26/8/02 door Kislev]
"Doch zovelen als er door het Evangelie geroepen worden, die worden ernstiglijk geroepen. Want God betoont ernstiglijk en waarachtiglijk in Zijn Woord wat Hem aangenaam is, namelijk dat de geroepenen tot Hem komen. Hij belooft ook met ernst allen, die tot Hem komen, en geloven, de rust der zielen en het eeuwige leven."
Overigens begrijp ik niet dat de schrijver van 'aanbod der genade' het door mij geciteerde gedeelte van de D.L. kan onderschrijven.
Ik begrijp het wel denk ik. De schrijver zegt namelijk dit:
Alle hoorders worden uitgenodigd om in de weg van waar berouw tot Christus te komen. Wij weigeren dus tot Christus te komen als we weigeren schuldenaar voor God te worden.
1. Alle hoorders worden uitgenodigd om in de weg van waar berouw tot Christus te komen.
2. Wij weigeren dus tot Christus te komen als we weigeren schuldenaar voor God te worden.
Mag ik trouwens uit dit citaat concluderen dat wie het met de tweede zin eens is, het ook met de eerste zin eens is en dus een in jullie ogen voorwaardelijke prediking voorstaat?
2. Wij weigeren dus tot Christus te komen als we weigeren schuldenaar voor God te worden.
Mag ik trouwens uit dit citaat concluderen dat wie het met de tweede zin eens is, het ook met de eerste zin eens is en dus een in jullie ogen voorwaardelijke prediking voorstaat?
Kom ik hier veel tegen bij Nederlanders die op bezoek zijn! Wat zeg je dan? 1 zonde is genoeg om voor goed verloren te zijn! Moet je ze dan nog meer op de wet wijzen? Of om duidelijk te maken dat ze al genoeg overtreden hebben om verloren te zijn? Dan ben ik het er wel mee eens dat je wet en evangelie moet laten zien. Maar wat zeg je tegen iemand die in tranen vertelt dat ze niet AL haar zonden voelt, en niet al haar zonden ALTIJD voelt? En dat ze dus niet tot Christus DURFT vluchten, omdat ze niet weet of ze dan wel welkom is... Stel dat het nog niet mocht...Maar wat nu als je mensen tegenkomt die wachten op overtuiging op diepere zondekennis en die klagen dat ze helemaal geen zondekennis hebben? Wijzen op de wet of zeggen 'je mag komen zoals je bent'?

Ik ben het wel met de samenvatting eens. Inderdaad halen bepaalde mensen voorwaarde en kenmerk door elkaar...
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
1. Alle hoorders worden uitgenodigd om tot Christus te komen. en juist England, dan is een kenmerk dat dat veelal gebeurt in een weg van berouw
2. Wij weigeren dus tot Christus te komen als we Hem in ons ongeloof afwijzen. Het is Hem aannemen door het geloof, om Hem verwerpen door ons ongeloof
2. Wij weigeren dus tot Christus te komen als we Hem in ons ongeloof afwijzen. Het is Hem aannemen door het geloof, om Hem verwerpen door ons ongeloof
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Met je eerste stelling ben ik het niet eens Refojongere. Je stelt het hier namelijk als een beschrijving, voorwaarde, weg etc. etc.Origineel geplaatst door Refojongere
1. Alle hoorders worden uitgenodigd om in de weg van waar berouw tot Christus te komen.
2. Wij weigeren dus tot Christus te komen als we weigeren schuldenaar voor God te worden.
Mag ik trouwens uit dit citaat concluderen dat wie het met de tweede zin eens is, het ook met de eerste zin eens is en dus een in jullie ogen voorwaardelijke prediking voorstaat?
Op zich is de stelling prachtig. Maar wat is de praktijk? Dat zeer velen zullen zeggen geen berouw te hebben, ongevoelig te zijn etc. en dus van mening zijn niet tot Christus te mogen komen.
Na het weekend zal ik hier een mooi stukje over plaatsen van een Schotse oudvader.
Grt,
Kislev
P.S. England; welcome back in town!
[Veranderd op 29/8/02 door Kislev]
Ik kan met je meevoelen en ik weet ook zeker dat zo'n prediking op den duur zulke reacties teweegbrengt. Ja, zo'n prediking is dat je jezelf moet waardig maken om tot Christus te komen. Ja, het heeft tot gevolg dat niemand tot Christus durft te komen. Maar zouden we dan zulke mensen niet voorhouden: Christus roept geen waardigen, maar onwaardigen! Geen rechtvaardigen maar onrechtvaardigen!Maar wat is de praktijk? Dat zeer velen zullen zeggen geen berouw te hebben, ongevoelig te zijn etc. en dus van mening zijn niet tot Christus te mogen komen.
Hoe kunnen we er voor zorgen dat mensen niet met een ingebeeld geloof verloren gaan?
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Christus RJ, roept ook de waardigen, Hij roept ook de rechtvaardigen. Hij roept immers allen zonder onderscheid. Maar RJ, als we Christus omhelzen door het geloof dan verliezen we onze waardigheid en dan verliezen we onze rechtvaardigheid.Origineel geplaatst door Refojongere
Maar zouden we dan zulke mensen niet voorhouden: Christus roept geen waardigen, maar onwaardigen! Geen rechtvaardigen maar onrechtvaardigen!
Hoe kunnen we er voor zorgen dat mensen niet met een ingebeeld geloof verloren gaan?
Jouw pijn RJ zit erin dat je bang bent dat mensen met een ingebeeld geloof zich iets toe-eigenen wat hun niet toekomt toch? Zomaar geloven dat is toch te gemakkelijk? Hierin is toch Gods Woord zeer duidelijk RJ.
Lees Jakobus:
Wat nuttigheid is het, mijn broeders, indien iemand zegt, dat hij het geloof heeft, en hij heeft de werken niet? Kan dat geloof hem zaligmaken?
Zie je, het gaat om de werken oftewel de vruchten van dat geloof. Welke vruchten? Hiervan zegt Paulus tegen de Galaten:
Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid.
Hierop dienen we te letten RJ. Heeft het geloof vrucht? Hoeveel? Ach de ene zal 2 voudig vrucht voortbrengen en de andere 100 voud. We hoeven niet te zien op de mate, wel op de aanwezigheid.
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Zoals beloofd het één en het ander van Horatius Bonar. In zijn boekje 'Gods weg van vrede' stelt hij aan de ongevoelige zondaar zes vragen:
1. Verandert uw gebrek aan gevoel het evangelie?
2. Is uw gebrek aan gevoel een verontschuldiging voor uw ongeloof?
3. Is uw gebrek aan gevoel een reden om u van Christus af te houden?
4. Zal uw gebrek aan gevoel u minder welkom voor Christus maken?
5. Zal uw wegblijven van Christus uw gebrek aan gevoel wegnemen?
6. Is uw ongevoeligheid niet een van uw zwaarste zonden?
Bij vraag drie wordt onderstaand antwoord gegeven:
Een gevoel van gemis behoorde u tot Christus te leiden, en u niet van Hem af te houden. “Er worden meer zielen tot Christus getrokkenâ€
1. Verandert uw gebrek aan gevoel het evangelie?
2. Is uw gebrek aan gevoel een verontschuldiging voor uw ongeloof?
3. Is uw gebrek aan gevoel een reden om u van Christus af te houden?
4. Zal uw gebrek aan gevoel u minder welkom voor Christus maken?
5. Zal uw wegblijven van Christus uw gebrek aan gevoel wegnemen?
6. Is uw ongevoeligheid niet een van uw zwaarste zonden?
Bij vraag drie wordt onderstaand antwoord gegeven:
Een gevoel van gemis behoorde u tot Christus te leiden, en u niet van Hem af te houden. “Er worden meer zielen tot Christus getrokkenâ€
n Donselaar, ik ben blij dat je die text uit Galaten noemt, het schijnt soms niet zo'n bekende text te zijn... Voor mij is die text heel waardevol, omdat het mij liet zien dat de vruchten van de Geest niet zijn dat je in het zwart moet lopen, en niet meer mag lachen ( mag een Christen eigenlijk lachen?) enzovoort... Maar dat die vruchten nou zijn liefde, vrede, vreugde.... Als alle Christenen nou die vruchten zouden tonen dan zag het er misschien wat beter uit met de kerk... En hoefde RJ ook niet meer zo bang te zijn voor mensen die zich iets toe eigenen... een boom wordt niet aan zijn wortel, maar aan zijn vrucht gekend...! Bij veel mensen lijkt het wel dat als het begin maar goed is de rest ook wel goed zal zijn...maar dta is kijken naar de wortel! Bovendien beneemt dat het zicht op Christus, doordat je dan telkens naar binnen moet kijken en graven naar die wortel! Maar het zien op Christus zogt er voor dat je vrucht draagt! En geloog is ook een vrucht, dus niet HOE ik tot Jezus gekomen ben is belangrijk, maar OF Christus is mij leeft...
Beste Leo,
"De goddelijke genade van de wedergeboorte werkt dan ook niet in de mensen alsof zij stokken en blokken waren en zij vernietigt de wil met zijn eigenschappen niet en dwingt de mens niet tegen wil en dank. Maar zij maakt de wil levend, geneest, herstelt hem en buigt hem liefdevol en tegelijk krachtig. Waar eerst de hardnekkige tegenstand van het vlees de mens helemaal beheerste, begint nu door de Geest een gewillige en oprechte gehoorzaamheid de overhand te krijgen. Daarin bestaat de geestelijke vernieuwing en de ware vrijheid van onze wil. Ja, indien de Heilige Geest die al het goede zo bewonderenswaardig werkt, niet op deze wijze met ons handelde, zou er voor de mens geen enkele hoop overblijven."
Hieruit blijkt dat een mens zich niet zo makkelijk gewonnen geeft aan God en uit vrije genade zich laat zaligen. Daar komt een natuurlijke vijandschap in openbaar, die zich verzet tegen Gods genade. Het boze vlees komt opzetten. Je kunt dit zien als een strijd tussen vlees en geest. De wil wordt wel vernieuwd, dit is een groot en onbegrijpelijk, aanbiddelijk wonder van genade. Daar waar eerst het vlees het voor het zeggen had, gaat meer en meer de geest het voor het zeggen krijgen.
Ach, een mens verzet zich, en dat laat zijn ellendigheid zien, telkens met zijn boze vlees tegen God. Tot God een mens (het vlees) laat sterven, zodat wij in Christus zullen opstaan in een nieuw godzalig leven. Wat moet er dus aan voor de wedergeboorte (in de wedergeboorte zo je wilt): Het (vrome) vlees, dat uit de werken gerechtvaardigd wil worden en de zonde heimelijk wil dienen.
Ik geloof dus in tegenstelling tot jou dat het citaat best waar kan wezen.
Nu, misschien lees je het in de verkeerde context. Kijk, in de DL 3/4:16 lees je:Citaat van Leo: "Ds. V. zegt ook in een van zijn preken dat de geest strijdt tegen het vlees en het vlees tegen de geest, dit duurt (volgens hem) totdat een mens wedergeboren is.
Ik wil niet liefdeloos zijn, maar hij spreekt niet naar het Woord."
"De goddelijke genade van de wedergeboorte werkt dan ook niet in de mensen alsof zij stokken en blokken waren en zij vernietigt de wil met zijn eigenschappen niet en dwingt de mens niet tegen wil en dank. Maar zij maakt de wil levend, geneest, herstelt hem en buigt hem liefdevol en tegelijk krachtig. Waar eerst de hardnekkige tegenstand van het vlees de mens helemaal beheerste, begint nu door de Geest een gewillige en oprechte gehoorzaamheid de overhand te krijgen. Daarin bestaat de geestelijke vernieuwing en de ware vrijheid van onze wil. Ja, indien de Heilige Geest die al het goede zo bewonderenswaardig werkt, niet op deze wijze met ons handelde, zou er voor de mens geen enkele hoop overblijven."
Hieruit blijkt dat een mens zich niet zo makkelijk gewonnen geeft aan God en uit vrije genade zich laat zaligen. Daar komt een natuurlijke vijandschap in openbaar, die zich verzet tegen Gods genade. Het boze vlees komt opzetten. Je kunt dit zien als een strijd tussen vlees en geest. De wil wordt wel vernieuwd, dit is een groot en onbegrijpelijk, aanbiddelijk wonder van genade. Daar waar eerst het vlees het voor het zeggen had, gaat meer en meer de geest het voor het zeggen krijgen.
Ach, een mens verzet zich, en dat laat zijn ellendigheid zien, telkens met zijn boze vlees tegen God. Tot God een mens (het vlees) laat sterven, zodat wij in Christus zullen opstaan in een nieuw godzalig leven. Wat moet er dus aan voor de wedergeboorte (in de wedergeboorte zo je wilt): Het (vrome) vlees, dat uit de werken gerechtvaardigd wil worden en de zonde heimelijk wil dienen.
Ik geloof dus in tegenstelling tot jou dat het citaat best waar kan wezen.