refo schreef:
Hetzelfde geldt voor Calvijn. Hij noemt Christus ergens de Zaligmaker der wereld. En dan bedoelt hij niet 'de wereld der uitverkorenen'.
Hij bedoelt het daar niet, maar hij leert het tegelijkertijd wel!
Daar ligt een spanningsveld als de leer en de prediking onevenwichtig in praktijk worden gebracht.
Het kan zonder spanning zijn als we de gezonde gereformeerde evenwichtigheid vasthouden.
Alle mensen moeten zich richten als ware hij of zij mogelijk uitverkoren en in de gelegenheid te mogen geloven. Zo niet, dan zou de oproep van het Evangelie een leugen zijn. Dit is wat ook Brakel benadrukt in zijn afsluitende opmerkingen over het hoofdstuk van de verkiezing.
Als mensen rekening dienden te houden met een mogelijkheid verworpen te zijn, zou het verwerpen van het Evangelie door ongeloof geen reden kunnen zijn van de verwerping door God. Wie leert dat alleen Gods Kinderen in Joh 3:16 worden aangesproken stellen dat er toehoorders zijn die reeds verworpen zijn in de tijd en daarom geen toegang tot de Zaligmaker mogen hebben om tot Hem te vluchten. Dat is een klem aanbrengen die nergens in de reformatie is terug te vinden in welke preek of postorale boodschap dan ook.
Calvijn preekt net als de andere reformatoren volgens de geopenbaarde wil van God en
verklaart deze vanuit de verborgen wil van God. Evangelieprediking en dogmatiek moeten we goed onderscheiden. Dat onderscheid moeten we wel laten staan willen we de gereformeerde leer eerlijk onder ogen zien.
Calvijns institutie bijv. kunnen we enkel op de juiste wijze verklaren als we de praktijk van Calvijns prediking er naast houden. En andersom kunnen we Calvijns en Luthers preken niet loszetten van hun dogmatische werken. Niet eenzijdig de dogmatiek confisceren en er een eenzijdige dogmatische predking uit beargumenteren met de predestinatie voorop.
Ook niet eenzijdig de Evangelieverkondiging met vrije genade voor alle mensen loskoppelen van de predestinatieleer en zo de algemene verzoening introduceren.
Beide punten zijn gevaarlijke klippen. Beide punten zijn het verzinsel van Armiunius. Het ene ter beschuldiging van de gereformeerde leer, het andere ter vervanging van de gereformeerde leer.
Calvijn en met hem de hele reformatie zetten het Evangelie in alle volheid en aanbieding van het heil voorop in de verkondiging.
De DL en NGB hanteren ook de volgorde van eerst het Evangelie en dan de leer over de uitverkiezing. Ter uitleg van de oorzaak van het Evangelie en als troost van de vastheid van de staat van de gelovige.
We mogen daarnaast nooit de uitverkiezing loskoppelen van het Evangelie, of beter gezegd, het ' effect' op de prediking, ook niet van Joh. 3:16 want er staat niet voor niets bij " een ieder die in Hem
gelooft. En dat geloof is geen mensenwerk. Dat leerden juist de reformatoren zo nadrukkelijk.