elkaar opbouwen in het geloof
J.C. Ryle over “wasdom in de genade”.
“Wanneer ik spreek over wasdom in de genade, bedoel ik op geen enkele wijze dat her aandeel van een christen aan Christus kan groeien. Ik bedoel niet dat hij kan groeien in de genadige aanneming door God. Ik bedoel niet dat hij ooit meet gerechtvaardigd kan zijn, meer vergeving van zonden en meer vrede met God kan hebben dan op her moment dat hij voor her eerst gelooft. Ik ben er ten diepste van overtuigd dat de rechtvaardiging van de gelovige een volkomen werk is en dat ook de zwakste in de genade, ook al weet hij her met en voelt hij her niet, niet minder gerechtvaardigd is dan de sterkste gelovige. Onze verkiezing, roeping en toegang tot God laten geen standen toe. Er is daarin geen afname of toename mogelijk. Ik ging liever de brandstapel op dan af te doen aan de waarheid dat elke gelovige in Christus volmaakt rechtvaardig voor God is. slechts dat de genadegaven die de Heilige Geest in ons hart gelegd heeft, groeien in kracht, sterkte en intensiteit. (...) Wanneer ik van iemand zeg dat hij groeit in de genade, bedoel ik heel eenvoudig dat zijn schuldbesef verdiept, zijn geloof sterker wordt, zijn hoop helderder, zijn liefde vuriger en zijn geestelijk gezind-zijn meer aan de dag treedt. Zo iemand voelt meer van de kracht van de godzaligheid in zijn eigen hart. Her komt ook meer tot openbaring in zijn leven.”
Uit zijn boek: “Holiness” (Heiligheid)
“Wanneer ik spreek over wasdom in de genade, bedoel ik op geen enkele wijze dat her aandeel van een christen aan Christus kan groeien. Ik bedoel niet dat hij kan groeien in de genadige aanneming door God. Ik bedoel niet dat hij ooit meet gerechtvaardigd kan zijn, meer vergeving van zonden en meer vrede met God kan hebben dan op her moment dat hij voor her eerst gelooft. Ik ben er ten diepste van overtuigd dat de rechtvaardiging van de gelovige een volkomen werk is en dat ook de zwakste in de genade, ook al weet hij her met en voelt hij her niet, niet minder gerechtvaardigd is dan de sterkste gelovige. Onze verkiezing, roeping en toegang tot God laten geen standen toe. Er is daarin geen afname of toename mogelijk. Ik ging liever de brandstapel op dan af te doen aan de waarheid dat elke gelovige in Christus volmaakt rechtvaardig voor God is. slechts dat de genadegaven die de Heilige Geest in ons hart gelegd heeft, groeien in kracht, sterkte en intensiteit. (...) Wanneer ik van iemand zeg dat hij groeit in de genade, bedoel ik heel eenvoudig dat zijn schuldbesef verdiept, zijn geloof sterker wordt, zijn hoop helderder, zijn liefde vuriger en zijn geestelijk gezind-zijn meer aan de dag treedt. Zo iemand voelt meer van de kracht van de godzaligheid in zijn eigen hart. Her komt ook meer tot openbaring in zijn leven.”
Uit zijn boek: “Holiness” (Heiligheid)
- Miscanthus
- Berichten: 5306
- Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
- Locatie: Heuvelrug
Zou dit wel ontvankelijk zijn?Oorspronkelijk gepost door Matthijs
J.C. Ryle over “wasdom in de genade”.
“Wanneer ik spreek over wasdom in de genade, bedoel ik op geen enkele wijze dat her aandeel van een christen aan Christus kan groeien. Ik bedoel niet dat hij kan groeien in de genadige aanneming door God. Ik bedoel niet dat hij ooit meet gerechtvaardigd kan zijn, meer vergeving van zonden en meer vrede met God kan hebben dan op her moment dat hij voor her eerst gelooft. Ik ben er ten diepste van overtuigd dat de rechtvaardiging van de gelovige een volkomen werk is en dat ook de zwakste in de genade, ook al weet hij her met en voelt hij her niet, niet minder gerechtvaardigd is dan de sterkste gelovige. Onze verkiezing, roeping en toegang tot God laten geen standen toe. Er is daarin geen afname of toename mogelijk. Ik ging liever de brandstapel op dan af te doen aan de waarheid dat elke gelovige in Christus volmaakt rechtvaardig voor God is. slechts dat de genadegaven die de Heilige Geest in ons hart gelegd heeft, groeien in kracht, sterkte en intensiteit. (...) Wanneer ik van iemand zeg dat hij groeit in de genade, bedoel ik heel eenvoudig dat zijn schuldbesef verdiept, zijn geloof sterker wordt, zijn hoop helderder, zijn liefde vuriger en zijn geestelijk gezind-zijn meer aan de dag treedt. Zo iemand voelt meer van de kracht van de godzaligheid in zijn eigen hart. Her komt ook meer tot openbaring in zijn leven.”
Uit zijn boek: “Holiness” (Heiligheid)
Wees eens wat concreter?Oorspronkelijk gepost door MiscanthusZou dit wel ontvankelijk zijn?Oorspronkelijk gepost door Matthijs
J.C. Ryle over “wasdom in de genade”.
“Wanneer ik spreek over wasdom in de genade, bedoel ik op geen enkele wijze dat her aandeel van een christen aan Christus kan groeien. Ik bedoel niet dat hij kan groeien in de genadige aanneming door God. Ik bedoel niet dat hij ooit meet gerechtvaardigd kan zijn, meer vergeving van zonden en meer vrede met God kan hebben dan op her moment dat hij voor her eerst gelooft. Ik ben er ten diepste van overtuigd dat de rechtvaardiging van de gelovige een volkomen werk is en dat ook de zwakste in de genade, ook al weet hij her met en voelt hij her niet, niet minder gerechtvaardigd is dan de sterkste gelovige. Onze verkiezing, roeping en toegang tot God laten geen standen toe. Er is daarin geen afname of toename mogelijk. Ik ging liever de brandstapel op dan af te doen aan de waarheid dat elke gelovige in Christus volmaakt rechtvaardig voor God is. slechts dat de genadegaven die de Heilige Geest in ons hart gelegd heeft, groeien in kracht, sterkte en intensiteit. (...) Wanneer ik van iemand zeg dat hij groeit in de genade, bedoel ik heel eenvoudig dat zijn schuldbesef verdiept, zijn geloof sterker wordt, zijn hoop helderder, zijn liefde vuriger en zijn geestelijk gezind-zijn meer aan de dag treedt. Zo iemand voelt meer van de kracht van de godzaligheid in zijn eigen hart. Her komt ook meer tot openbaring in zijn leven.”
Uit zijn boek: “Holiness” (Heiligheid)
- Miscanthus
- Berichten: 5306
- Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
- Locatie: Heuvelrug
Dit was een off-topic-opmerking met een knipoog naar de niet-ontvankelijkverklaring van een bezwaar aan de PS van de GerGem.Oorspronkelijk gepost door MatthijsWees eens wat concreter?Oorspronkelijk gepost door MiscanthusZou dit wel ontvankelijk zijn?Oorspronkelijk gepost door Matthijs
J.C. Ryle over “wasdom in de genade”.
“Wanneer ik spreek over wasdom in de genade, bedoel ik op geen enkele wijze dat her aandeel van een christen aan Christus kan groeien. Ik bedoel niet dat hij kan groeien in de genadige aanneming door God. Ik bedoel niet dat hij ooit meet gerechtvaardigd kan zijn, meer vergeving van zonden en meer vrede met God kan hebben dan op her moment dat hij voor her eerst gelooft. Ik ben er ten diepste van overtuigd dat de rechtvaardiging van de gelovige een volkomen werk is en dat ook de zwakste in de genade, ook al weet hij her met en voelt hij her niet, niet minder gerechtvaardigd is dan de sterkste gelovige. Onze verkiezing, roeping en toegang tot God laten geen standen toe. Er is daarin geen afname of toename mogelijk. Ik ging liever de brandstapel op dan af te doen aan de waarheid dat elke gelovige in Christus volmaakt rechtvaardig voor God is. slechts dat de genadegaven die de Heilige Geest in ons hart gelegd heeft, groeien in kracht, sterkte en intensiteit. (...) Wanneer ik van iemand zeg dat hij groeit in de genade, bedoel ik heel eenvoudig dat zijn schuldbesef verdiept, zijn geloof sterker wordt, zijn hoop helderder, zijn liefde vuriger en zijn geestelijk gezind-zijn meer aan de dag treedt. Zo iemand voelt meer van de kracht van de godzaligheid in zijn eigen hart. Her komt ook meer tot openbaring in zijn leven.”
Uit zijn boek: “Holiness” (Heiligheid)
Nuut gebore
As iemand nie opnuut gebore word nie, kan hy die koninkryk van God nie sien nie
(Joh. 3:3).
Om nuut gebore te word is om van jou eie sterflikheid én ewigheid, van jou eie
menslikheid en van jou Skepper bewus te word, van jou skuld en vergifnis, van ’n
ander golflengte van lewe, van God wat alles is en alles vir jou wil wees in
Jesus Christus. Elke nuwe geboorte is ’n proses. Dit hang af uit watter hoek ons
kyk.
Ek weet nie van my eie geboorte nie. My ma en my dokter-oom het laat deurskemer
dat dit nogal moeilik was. Ek is daar onbewus van. Ander geboortes is dalk
maklik. Nog ander loop totaal skeef. So is dit ook met die nuwe geboorte. Ons
raak bewus van God: dalk skielik, dalk as ’n proses, vir sommige “moeilik”, vir
ander “maklik” – in ons en met ons. Ons raak bewus van skuld. Ons raak bewus van
vergifnis. Ons raak bewus daarvan dat ons aanvaar word. Dit is die groot
ontdekking van Christen-wees, het die teoloog Paul Tillich gesê: “Jy is
aanvaar!” Dit is die Gees wat werk met ons gees. W.B. Yeats praat van: “reborn
as an idea, something intended, complete” (uit: Essays and Introductions).
Nikodemus wat Jesus in die nag besoek het, wou alles van Jesus weet. Hy was ’n
geleerde en gerekende man, “’n leraar van Israel”. Hy het alles van die wet
geweet, en van ordentlike gedrag. Maar van die wese van geloof, die inwoning van
God en die bewus wees van iets nuuts in jou wat groei, dáárvan het hy niks
geweet nie.
Hy was ’n man met sekere insigte en opregte strewe. Hy het vrae oor aardse
geboorte en die onmoontlikheid van ’n tweede geboorte gehad. Jesus beredeneer
nie eens hierdie punt nie. Hy sê bloot God vra ’n nuwe begin, ’n begin hier
binne, ’n begin wat groei en aanhou groei, elke dag ’n nuwe bewuswording of ’n
nuwe “bekering”, selfs al is dit bloot die wete: “God is groot, en God is my
Vader.”
Here, iewers in die tyd is ons in U gebore en U in ons. Dit is ons troos. Prent
dit vir ons in.
As iemand nie opnuut gebore word nie, kan hy die koninkryk van God nie sien nie
(Joh. 3:3).
Om nuut gebore te word is om van jou eie sterflikheid én ewigheid, van jou eie
menslikheid en van jou Skepper bewus te word, van jou skuld en vergifnis, van ’n
ander golflengte van lewe, van God wat alles is en alles vir jou wil wees in
Jesus Christus. Elke nuwe geboorte is ’n proses. Dit hang af uit watter hoek ons
kyk.
Ek weet nie van my eie geboorte nie. My ma en my dokter-oom het laat deurskemer
dat dit nogal moeilik was. Ek is daar onbewus van. Ander geboortes is dalk
maklik. Nog ander loop totaal skeef. So is dit ook met die nuwe geboorte. Ons
raak bewus van God: dalk skielik, dalk as ’n proses, vir sommige “moeilik”, vir
ander “maklik” – in ons en met ons. Ons raak bewus van skuld. Ons raak bewus van
vergifnis. Ons raak bewus daarvan dat ons aanvaar word. Dit is die groot
ontdekking van Christen-wees, het die teoloog Paul Tillich gesê: “Jy is
aanvaar!” Dit is die Gees wat werk met ons gees. W.B. Yeats praat van: “reborn
as an idea, something intended, complete” (uit: Essays and Introductions).
Nikodemus wat Jesus in die nag besoek het, wou alles van Jesus weet. Hy was ’n
geleerde en gerekende man, “’n leraar van Israel”. Hy het alles van die wet
geweet, en van ordentlike gedrag. Maar van die wese van geloof, die inwoning van
God en die bewus wees van iets nuuts in jou wat groei, dáárvan het hy niks
geweet nie.
Hy was ’n man met sekere insigte en opregte strewe. Hy het vrae oor aardse
geboorte en die onmoontlikheid van ’n tweede geboorte gehad. Jesus beredeneer
nie eens hierdie punt nie. Hy sê bloot God vra ’n nuwe begin, ’n begin hier
binne, ’n begin wat groei en aanhou groei, elke dag ’n nuwe bewuswording of ’n
nuwe “bekering”, selfs al is dit bloot die wete: “God is groot, en God is my
Vader.”
Here, iewers in die tyd is ons in U gebore en U in ons. Dit is ons troos. Prent
dit vir ons in.
- Miscanthus
- Berichten: 5306
- Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
- Locatie: Heuvelrug
- Miscanthus
- Berichten: 5306
- Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
- Locatie: Heuvelrug
Genesis 18:3 En hij zeide: Heere! heb ik nu genade gevonden in Uw ogen, zo gaat toch niet aan Uw knecht voorbij.
Stadhouder Pilatus was geen slecht mens en hij was in ieder geval verstandig. Toen men er bij hem op aandrong, Jezus Christus te kruisigen, nam hij tenslotte water, wies zijn handen voor het oog van het volk en sprak: “Ik ben onschuldig aan Zijn bloed.” Zo gaf hij Hem toen over, om gekruisigd te worden. –Zo denkt en handelt hij, die in de ogen des Heeren geen genade gevonden heeft. Niet het feit dat hij Christus kruisigen liet, bewijst, dat hij geen genade gevonden heeft. In’t midden van ons allen, door ons aller ongerechtigheid, is Christus gekruisigd. En dat Christus, de onder ons en door ons Gekruisigde, bij ons is, dát betekent juist, dat God met ons is; dat is het Evangelie, de zich heerlijk openbarende genade Gods. God is altijd Degene, die ten goede denkt, wat wij ten kwade hebben gedacht. Maar het “geen genade gevonden hebben”wordt duidelijk, als wij tegenover deze onder ons aanwezige God reine handen willen hebben en onschuldig willen zijn. Aan zulke onschuldigen gaat de Heere voorbij en laat ze in de buitenste duisternis achter. – En al het volk, antwoordende, zeide: “Zijn bloed kome over ons en onze kinderen.” Het was een verdraaid. Een waanzinnig volk, dat zo sprak. Het riep het oordeel uit over eigen hoofd en het gericht bleef niet uit. En toch sprak de wijsheid Gods niet uit de mond van de verstandige Pilatus, maar uit de mond van het volk. Niet doordat het volk het slechte wilde, maar doordat God door het slechte van het volk het goede wilde en deed. Wie geen reine handen hebben, niet onschuldig zijn, wie veeleer zijn schuld aan de kruisiging van Christus belijden wil, aan hem gaat de Heere niet voorbij. Wij weten al evenmin als dat volk, wat wij moeten doen; het gebeurt met niet minder overmoed, wanneer wij deze onze schuld belijden. Maar wanneer mensen genade vinden in Gods ogen, dan doet God het niet om hun oprechtheid, of laat Hij het niet om hun onoprechtheid, maar het gaat om Zijn eigen grote Naam. Christus’bloed, het bloed van het nieuwe verbond. Waarin Hij, terwijl het wegstroomt, verzoenend treedt in de plaats van hen, die geloven, -dat bloed moet komen over ons en onze kinderen. Zouden wij graag willen, dat de Heere niet aan ons voorbijgaat? Dan kunnen we niets beters doen, dan met gebogen hoofd in de rij van dat dwaze volk gaan staan.
Heere, wij zijn zo geschrokken van onszelf, dat wij U zo makkelijk en zo vaak vergeten kunnen. Wek ons op uit onze verstrooidheid, opdat wij opnieuw erkennen, dat bij U, en bij niemand anders, de vergeving is. Amen.
Stadhouder Pilatus was geen slecht mens en hij was in ieder geval verstandig. Toen men er bij hem op aandrong, Jezus Christus te kruisigen, nam hij tenslotte water, wies zijn handen voor het oog van het volk en sprak: “Ik ben onschuldig aan Zijn bloed.” Zo gaf hij Hem toen over, om gekruisigd te worden. –Zo denkt en handelt hij, die in de ogen des Heeren geen genade gevonden heeft. Niet het feit dat hij Christus kruisigen liet, bewijst, dat hij geen genade gevonden heeft. In’t midden van ons allen, door ons aller ongerechtigheid, is Christus gekruisigd. En dat Christus, de onder ons en door ons Gekruisigde, bij ons is, dát betekent juist, dat God met ons is; dat is het Evangelie, de zich heerlijk openbarende genade Gods. God is altijd Degene, die ten goede denkt, wat wij ten kwade hebben gedacht. Maar het “geen genade gevonden hebben”wordt duidelijk, als wij tegenover deze onder ons aanwezige God reine handen willen hebben en onschuldig willen zijn. Aan zulke onschuldigen gaat de Heere voorbij en laat ze in de buitenste duisternis achter. – En al het volk, antwoordende, zeide: “Zijn bloed kome over ons en onze kinderen.” Het was een verdraaid. Een waanzinnig volk, dat zo sprak. Het riep het oordeel uit over eigen hoofd en het gericht bleef niet uit. En toch sprak de wijsheid Gods niet uit de mond van de verstandige Pilatus, maar uit de mond van het volk. Niet doordat het volk het slechte wilde, maar doordat God door het slechte van het volk het goede wilde en deed. Wie geen reine handen hebben, niet onschuldig zijn, wie veeleer zijn schuld aan de kruisiging van Christus belijden wil, aan hem gaat de Heere niet voorbij. Wij weten al evenmin als dat volk, wat wij moeten doen; het gebeurt met niet minder overmoed, wanneer wij deze onze schuld belijden. Maar wanneer mensen genade vinden in Gods ogen, dan doet God het niet om hun oprechtheid, of laat Hij het niet om hun onoprechtheid, maar het gaat om Zijn eigen grote Naam. Christus’bloed, het bloed van het nieuwe verbond. Waarin Hij, terwijl het wegstroomt, verzoenend treedt in de plaats van hen, die geloven, -dat bloed moet komen over ons en onze kinderen. Zouden wij graag willen, dat de Heere niet aan ons voorbijgaat? Dan kunnen we niets beters doen, dan met gebogen hoofd in de rij van dat dwaze volk gaan staan.
Heere, wij zijn zo geschrokken van onszelf, dat wij U zo makkelijk en zo vaak vergeten kunnen. Wek ons op uit onze verstrooidheid, opdat wij opnieuw erkennen, dat bij U, en bij niemand anders, de vergeving is. Amen.
Misterie
Die wind waai waar hy wil. Jy hoor sy geluid, maar jy weet nie waar hy vandaan kom en waar hy heen gaan nie. So gebeur dit met elkeen wat uit die Gees gebore is (Joh. 3:8).
Die wind is ’n misterie. Goed, ons kan dit verklaar met lugdrukstelsels en sogenaamde natuurwette. Selfs ’n dwaas kan alles verklaar. Maar hoe meer ’n mens soek na die waarheid, hoe dieper word die misterie, en hoe meer verwonder jy jou aan die misterie.
Soms sit ek in my studeerkamer en luister hoe die winterwind om die hoek van die huis huil. Soms sien ek die ritseling van die blare in die bome. Soms voel ek hoe die dak bewe van die rukwind. Soms voel ek dit net liggies buite deur my natgeswete hemp. Dit herinner dat daar magte en kragte buite my is wat ek nie kan beheer nie, en nog minder kan verstaan. Jesus sê daardie tipe gebeure en magte en kragte vind ook binne-in my plaas. God is besig in en met my.
Soms ruk Hy my rond soos in ’n storm voordat die groot reën kom. Soms huil die stemme uit die ewigheid oor my en my dade en dinge. Soms ritsel God se Gees deur my in ’n bewuswording van ’n waarheid wat ek tevore nie gesnap het nie. Soms skroei God se wind deur my soos die Sirocco, die woeste wind van die woestyn. Soms praat die wind van God met my in sagte stiltes en koeltes. Dis God se manier om my die volle toonaard van lewe te leer, van die basnote van smart tot die fyn note van engelesang.
Dis een van die mooiste beelde van God se werk in die Bybel. Die wind wat skroei, huil, verkoel, laaf, vertroos en skoon waai. So, sê Jesus, gebeur dit met elkeen wat uit die Gees gebore is.
Dit is die troos wanneer ons voel ons vergaan onder die hitte en stof. Dit is die troos wanneer die toonaard van die wind verander en God ons seën met die ritseling van sy Teenwoordigheid en krag. Dit is sy aanraking, sy asem.
U wat die wind beheer, beheer ook vir my. U wat misterie is, U begryp my.
Die wind waai waar hy wil. Jy hoor sy geluid, maar jy weet nie waar hy vandaan kom en waar hy heen gaan nie. So gebeur dit met elkeen wat uit die Gees gebore is (Joh. 3:8).
Die wind is ’n misterie. Goed, ons kan dit verklaar met lugdrukstelsels en sogenaamde natuurwette. Selfs ’n dwaas kan alles verklaar. Maar hoe meer ’n mens soek na die waarheid, hoe dieper word die misterie, en hoe meer verwonder jy jou aan die misterie.
Soms sit ek in my studeerkamer en luister hoe die winterwind om die hoek van die huis huil. Soms sien ek die ritseling van die blare in die bome. Soms voel ek hoe die dak bewe van die rukwind. Soms voel ek dit net liggies buite deur my natgeswete hemp. Dit herinner dat daar magte en kragte buite my is wat ek nie kan beheer nie, en nog minder kan verstaan. Jesus sê daardie tipe gebeure en magte en kragte vind ook binne-in my plaas. God is besig in en met my.
Soms ruk Hy my rond soos in ’n storm voordat die groot reën kom. Soms huil die stemme uit die ewigheid oor my en my dade en dinge. Soms ritsel God se Gees deur my in ’n bewuswording van ’n waarheid wat ek tevore nie gesnap het nie. Soms skroei God se wind deur my soos die Sirocco, die woeste wind van die woestyn. Soms praat die wind van God met my in sagte stiltes en koeltes. Dis God se manier om my die volle toonaard van lewe te leer, van die basnote van smart tot die fyn note van engelesang.
Dis een van die mooiste beelde van God se werk in die Bybel. Die wind wat skroei, huil, verkoel, laaf, vertroos en skoon waai. So, sê Jesus, gebeur dit met elkeen wat uit die Gees gebore is.
Dit is die troos wanneer ons voel ons vergaan onder die hitte en stof. Dit is die troos wanneer die toonaard van die wind verander en God ons seën met die ritseling van sy Teenwoordigheid en krag. Dit is sy aanraking, sy asem.
U wat die wind beheer, beheer ook vir my. U wat misterie is, U begryp my.
- Miscanthus
- Berichten: 5306
- Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
- Locatie: Heuvelrug
Christus is Alles
Ik dank mijn God altijd voor u, omdat hij u in Christus Jezus zijn genade heeft geschonken.
1 Korintiërs 1:4
De genade van Christus
Wie zoekt naar genade, vindt Christus. Alleen in Hem is het mogelijk om de genade van God te ervaren. Daar draait het evangelie om dat door Paulus is verkondigd. Maar er is ook een ander evangelie: je wordt gelukkig als je je houdt aan wetten en regels of je vindt het heil als je het leven zelf in de hand houdt (‘je kúnt het!’). Maar dat is dus echt een ander evangelie, een verhaal zonder Jezus, een boodschap zonder de volkomen gratis genade van God voor wie daarnaar verlangen. Onthoud dit: genade vind je alleen in de verbondenheid met Jezus Christus.
Ik dank mijn God altijd voor u, omdat hij u in Christus Jezus zijn genade heeft geschonken.
1 Korintiërs 1:4
De genade van Christus
Wie zoekt naar genade, vindt Christus. Alleen in Hem is het mogelijk om de genade van God te ervaren. Daar draait het evangelie om dat door Paulus is verkondigd. Maar er is ook een ander evangelie: je wordt gelukkig als je je houdt aan wetten en regels of je vindt het heil als je het leven zelf in de hand houdt (‘je kúnt het!’). Maar dat is dus echt een ander evangelie, een verhaal zonder Jezus, een boodschap zonder de volkomen gratis genade van God voor wie daarnaar verlangen. Onthoud dit: genade vind je alleen in de verbondenheid met Jezus Christus.
- Miscanthus
- Berichten: 5306
- Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
- Locatie: Heuvelrug
Christus is Alles
Zo zal hij, in de eeuwen die komen, laten zien hoe overweldigend rijk zijn genade is, hoe goed hij voor ons is door Christus Jezus.
Efeziërs 2:7
Gods goedheid in Christus
God is goed. Deze korte uitspraak bergt een wereld aan geluk en vreugde in zich. Want het is helemaal waar: God is goed! Er lijkt in deze wereld en in ons eigen leven van alles tegen deze uitspraak in te brengen. Er is zoveel verdriet en lijden en tegenslag. En toch is het slechtste wat we kunnen doen: ons laten overweldigen door deze ervaring. Ik weet het: dat gebeurt je maar zo. En dan moeten we tegen elkaar zeggen: laat je niet door de ervaring maar door Gods openbaring overweldigen. Hoor het Woord! Kijk naar Christus! En geloof dat er niets beters is dan de overweldigende genade van God, die Hij in zijn goedheid in Christus bewezen heeft
[Aangepast op 22/4/05 door Miscanthus]
Zo zal hij, in de eeuwen die komen, laten zien hoe overweldigend rijk zijn genade is, hoe goed hij voor ons is door Christus Jezus.
Efeziërs 2:7
Gods goedheid in Christus
God is goed. Deze korte uitspraak bergt een wereld aan geluk en vreugde in zich. Want het is helemaal waar: God is goed! Er lijkt in deze wereld en in ons eigen leven van alles tegen deze uitspraak in te brengen. Er is zoveel verdriet en lijden en tegenslag. En toch is het slechtste wat we kunnen doen: ons laten overweldigen door deze ervaring. Ik weet het: dat gebeurt je maar zo. En dan moeten we tegen elkaar zeggen: laat je niet door de ervaring maar door Gods openbaring overweldigen. Hoor het Woord! Kijk naar Christus! En geloof dat er niets beters is dan de overweldigende genade van God, die Hij in zijn goedheid in Christus bewezen heeft
[Aangepast op 22/4/05 door Miscanthus]
Marktdag
„Zo wat de mens zaait, dat zal hij ook maaien.”
Indien u spaarzamelijk zaait, zult u ook spaarzamelijk maaien. Indien u een doof oor zaait om Gods Woord te horen, zult u van God een doof oor maaien op uw gebed. Hij zal eenieder vergelden naar zijn werken. Er is geen markt die altijd duurt. Wanneer zij komen op de tijd van de markt, dan kunnen zij voor hun geld bediend worden. Als zij echter te laat komen, zullen zij niemand aantreffen. De koopman wil immers niet altijd in zijn kraam staan, want hij gaat weg en wil niet wachten.
.
Beminden, God staat nu met Zijn kraam wijd open voor alle mensen. Als u nu niet wilt inkomen om te kopen zonder geld terwijl God Zijn waren aanbiedt, zal God Zijn waren opbergen en weggaan. Want de koopman wil zijn waren niet laten bederven, wat zou gebeuren als hij altijd in de openlucht bleef staan. Indien hij altijd bleef wachten op zijn klanten, zouden zijn waren bederven en verrotten.
.
Zo is het ook met God. Hoeveel zoete vermaningen, gezegende preken en sabbatten verliest Hij? Hoeveel kloppingen van de consciëntie verliest Hij? Hoeveel dagen van genade worden verkwist? Meent u dat Hij die alle wil verliezen en op een stapel wil laten verrotten? Nee, nee, de dag der genade en der barmhartigheid zal een einde hebben en dan zal de dag van de toorn komen. Heden, zo gij Zijn stem dan hoort, zo verhardt uw hart niet.
W. Fenner, predikant te Rochford (Het grote gevaar van uitstel der bekering, 1661)
„Zo wat de mens zaait, dat zal hij ook maaien.”
Indien u spaarzamelijk zaait, zult u ook spaarzamelijk maaien. Indien u een doof oor zaait om Gods Woord te horen, zult u van God een doof oor maaien op uw gebed. Hij zal eenieder vergelden naar zijn werken. Er is geen markt die altijd duurt. Wanneer zij komen op de tijd van de markt, dan kunnen zij voor hun geld bediend worden. Als zij echter te laat komen, zullen zij niemand aantreffen. De koopman wil immers niet altijd in zijn kraam staan, want hij gaat weg en wil niet wachten.
.
Beminden, God staat nu met Zijn kraam wijd open voor alle mensen. Als u nu niet wilt inkomen om te kopen zonder geld terwijl God Zijn waren aanbiedt, zal God Zijn waren opbergen en weggaan. Want de koopman wil zijn waren niet laten bederven, wat zou gebeuren als hij altijd in de openlucht bleef staan. Indien hij altijd bleef wachten op zijn klanten, zouden zijn waren bederven en verrotten.
.
Zo is het ook met God. Hoeveel zoete vermaningen, gezegende preken en sabbatten verliest Hij? Hoeveel kloppingen van de consciëntie verliest Hij? Hoeveel dagen van genade worden verkwist? Meent u dat Hij die alle wil verliezen en op een stapel wil laten verrotten? Nee, nee, de dag der genade en der barmhartigheid zal een einde hebben en dan zal de dag van de toorn komen. Heden, zo gij Zijn stem dan hoort, zo verhardt uw hart niet.
W. Fenner, predikant te Rochford (Het grote gevaar van uitstel der bekering, 1661)
Geheiligd door Zijn leven
"INDIEN IEMAND GEZONDIGD HEEFT..."
"...als iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige."
1 Johannes 2:1
Wanneer wij bekleed zijn met de gerechtigheid van Christus, zullen wij de zonde niet meer liefhebben, want dan zal Christus met ons aan het werk zijn. Wij kunnen fouten maken, maar wij zullen de zonde haten, die het lijden veroorzaakte van de Zoon van God.
Indien iemand die dagelijks gemeenschap met God heeft, van het pad afdwaalt omdat hij voor een ogenblik zijn oog niet gericht heeft op Jezus, is dat niet omdat hij wíl zondigen. Want als hij zijn fout inziet, keert hij zijn ogen weer op Jezus, en het feit dat hij gedwaald heeft, maakt niet dat God minder van hem houdt. Hij weet, dat hij verbonden is met de Verlosser en al zou hij worden berispt, dan klaagt hij niet over God, of loopt met een mokkend gezicht rond, maar hij keert zijn fout in een overwinning.
Er zijn mensen, die de vergevende liefde van Christus hebben leren kennen en die werkelijk verlangen kinderen Gods te zijn. Maar zij zijn zich bewust, dat hun karakter onvolmaakt en hun leven verkeerd is. Zij staan op het punt om te betwijfelen of hun hart wel vernieuwd is door de Heilige Geest. Tot deze mensen zou ik willen zeggen: Wordt niet wanhopig. Wij zullen ons vaak moeten neerbuigen en wenen aan de voeten van Jezus om onze tekortkomingen en onze fouten, maar wij moeten niet ontmoedigd worden. Zelfs al zou de vijand ons overwinnen, wij worden niet aan onszelf overgelaten of door God verworpen. Nee, Christus is aan Gods rechterhand, Die ook voor ons bidt. De geliefde discipel Johannes zei: "Deze dingen schrijf ik u, opdat gij niet zondigt; en indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige." En vergeet de woorden van Christus niet: "De Vader Zelf heeft u lief" (Johannes 16:27). Hij verlangt u weer op te richten en tot Hem Zelf te brengen. Hij verlangt Zijn eigen reinheid en heiligheid in u te zien weerspiegelen. En als u nu maar uzelf aan Hem wilt overgeven, dan zal Hij, Die een goed werk in u is begonnen, dit voortzetten tot de dag van Jezus Christus (Fil. 1:6).
Wat een heerlijke boodschap voor ellendelingen als wij!
"INDIEN IEMAND GEZONDIGD HEEFT..."
"...als iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige."
1 Johannes 2:1
Wanneer wij bekleed zijn met de gerechtigheid van Christus, zullen wij de zonde niet meer liefhebben, want dan zal Christus met ons aan het werk zijn. Wij kunnen fouten maken, maar wij zullen de zonde haten, die het lijden veroorzaakte van de Zoon van God.
Indien iemand die dagelijks gemeenschap met God heeft, van het pad afdwaalt omdat hij voor een ogenblik zijn oog niet gericht heeft op Jezus, is dat niet omdat hij wíl zondigen. Want als hij zijn fout inziet, keert hij zijn ogen weer op Jezus, en het feit dat hij gedwaald heeft, maakt niet dat God minder van hem houdt. Hij weet, dat hij verbonden is met de Verlosser en al zou hij worden berispt, dan klaagt hij niet over God, of loopt met een mokkend gezicht rond, maar hij keert zijn fout in een overwinning.
Er zijn mensen, die de vergevende liefde van Christus hebben leren kennen en die werkelijk verlangen kinderen Gods te zijn. Maar zij zijn zich bewust, dat hun karakter onvolmaakt en hun leven verkeerd is. Zij staan op het punt om te betwijfelen of hun hart wel vernieuwd is door de Heilige Geest. Tot deze mensen zou ik willen zeggen: Wordt niet wanhopig. Wij zullen ons vaak moeten neerbuigen en wenen aan de voeten van Jezus om onze tekortkomingen en onze fouten, maar wij moeten niet ontmoedigd worden. Zelfs al zou de vijand ons overwinnen, wij worden niet aan onszelf overgelaten of door God verworpen. Nee, Christus is aan Gods rechterhand, Die ook voor ons bidt. De geliefde discipel Johannes zei: "Deze dingen schrijf ik u, opdat gij niet zondigt; en indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige." En vergeet de woorden van Christus niet: "De Vader Zelf heeft u lief" (Johannes 16:27). Hij verlangt u weer op te richten en tot Hem Zelf te brengen. Hij verlangt Zijn eigen reinheid en heiligheid in u te zien weerspiegelen. En als u nu maar uzelf aan Hem wilt overgeven, dan zal Hij, Die een goed werk in u is begonnen, dit voortzetten tot de dag van Jezus Christus (Fil. 1:6).
Wat een heerlijke boodschap voor ellendelingen als wij!
- Miscanthus
- Berichten: 5306
- Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
- Locatie: Heuvelrug
Christus is Alles
Kinderen, zolang Christus geen gestalte in u krijgt, doorsta ik telkens weer barensweeën om u.
Galaten 4:19
De gestalte van Christus
Paulus heeft een intens pastoraal verlangen. Dat verlangen is niet allereerst gericht op het juiste gedrag of de juiste leer maar op een hart waarin Christus wordt gevormd. Hij heeft er - als een aanstaande moeder - veel pijn voor over om het nieuwe leven geboren te zien worden. Want daar draait het om in de wedergeboorte van mensen: dat in hen het leven van Christus gaat stromen, dat de gestalte van Christus in hen vorm gaat krijgen. Hoe zit dat bij jou? Zien anderen Christus in jou? Herkennen ze Jezus’ zachtmoedigheid en liefde, zijn kracht en trouw in je leven?
Kinderen, zolang Christus geen gestalte in u krijgt, doorsta ik telkens weer barensweeën om u.
Galaten 4:19
De gestalte van Christus
Paulus heeft een intens pastoraal verlangen. Dat verlangen is niet allereerst gericht op het juiste gedrag of de juiste leer maar op een hart waarin Christus wordt gevormd. Hij heeft er - als een aanstaande moeder - veel pijn voor over om het nieuwe leven geboren te zien worden. Want daar draait het om in de wedergeboorte van mensen: dat in hen het leven van Christus gaat stromen, dat de gestalte van Christus in hen vorm gaat krijgen. Hoe zit dat bij jou? Zien anderen Christus in jou? Herkennen ze Jezus’ zachtmoedigheid en liefde, zijn kracht en trouw in je leven?
- Miscanthus
- Berichten: 5306
- Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
- Locatie: Heuvelrug
De rijke jongeling
Lezen: Exodus 20:1-17 (Marcus 10:17-27)
Vers voor vandaag: "Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben. Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de Here, uw God, ben een naijverig God." (Exodus 20:3,5)
De kameel en het oog
Heel wat mensen hebben een afgod in hun leven zonder dat zij zich dat realiseren.
Heel wat christenen hebben iets in hun leven dat hun relatie met God in de weg staat.
Dat kan van alles zijn: geld, begeerte, tradities, godsdienst, hoogmoed, drank, sport, wetenschap, werk, OSW, enz. enz. Dat zijn allemaal dingen die ons leven kunnen beheersen, die de eerste plaats in ons leven kunnen innemen. Soms gaat het om verkeerde dingen; vaak gaat het om goede dingen die verkeerd worden als ze ons leven gaan beheersen.
Er was een afgod in het leven van de rijke jongeling. Die afgod was geld. Op zich is het niet verkeerd om rijk te zijn, zolang geld het leven niet gaat beheersen. Ook Jezus veroordeelt rijkdom niet. Jozef van Arimathéa en Nicodemus waren beiden discipelen van Jezus. Beiden waren vooraanstaande, rijke mannen. Toch benadert Jezus die twee mannen heel anders dan de rijke jongeling. Waarom? Omdat geld en bezit voor Jozef van Arimathéa en Nicodemus geen afgoden waren. In tegendeel, zij gebruikten hun bezittingen om God te dienen (Matthéüs 27:57-60 en Johannes 19:39).
Toen Jezus die oprechte jongeman voor een keuze stelde gebeurde er iets afschuwelijks. In Marcus 10:22 staat: "Maar zijn gelaat betrok bij dat woord en hij ging bedroefd heen, want hij bezat vele goederen." Op het meest beslissende moment in zijn leven maakte hij de verkeerde keuze. Hij koos er voor om zijn afgod te blijven dienen in plaats van het eeuwige leven te vinden, waar hij zo naar verlangde.
"Het is gemakkelijker dat een kameel gaat door het oog ener naald, dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat." Of om het anders te zeggen: het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te kruipen, dan voor iemand om het Koninkrijk van God binnen te gaan met een afgod.
Hebt u wel eens een kameel door het oog van een naald zien kruipen? Natuurlijk niet. Dat kan niet. Op dezelfde manier is het onmogelijk voor iemand die rijk is en die rijkdom koestert als een afgod, om het Koninkrijk van God binnen te gaan. Of, om het nog directer te zeggen: je komt niet binnen als je andere goden probeert mee te smokkelen. Wat voor afgoden dan ook. Onmogelijk.
Het eerste gebod van de tien geboden luidt als volgt: "Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben. Gij zult u geen gesneden beeld maken noch enige gestalte van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op de aarde is, noch van wat in de wateren onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de Here, uw God, ben een naijverig God." (Exodus 20:3-5a)
Er is niets mis met beelden, gestalten of rijkdom. Deze zaken worden echter een groot probleem als wij ons daarvoor gaan neerbuigen en die gaan dienen. Dat accepteert God niet. Hij alleen wil de eerste plaats in ons leven hebben. De eerste plaats of geen plaats. Dat is de radicale boodschap. En die boodschap kon de rijke jongeling niet aan. Bedroefd keerde hij Jezus de rug toe.
Toepassing: Zou het kunnen zijn dat er haast onopgemerkt ook een andere god in uw leven is binnengeslopen? Een god, die uw relatie tot De God in de weg staat? Het advies kan alleen zijn: reken onmiddellijk en radicaal af met deze god. Draai Jezus de rug niet toe. Kom en volg!
Gebed: Heer, ik wil niemand anders volgen en dienen dan U alleen. Amen.
[Aangepast op 26/4/05 door Miscanthus]
Lezen: Exodus 20:1-17 (Marcus 10:17-27)
Vers voor vandaag: "Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben. Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de Here, uw God, ben een naijverig God." (Exodus 20:3,5)
De kameel en het oog
Heel wat mensen hebben een afgod in hun leven zonder dat zij zich dat realiseren.
Heel wat christenen hebben iets in hun leven dat hun relatie met God in de weg staat.
Dat kan van alles zijn: geld, begeerte, tradities, godsdienst, hoogmoed, drank, sport, wetenschap, werk, OSW, enz. enz. Dat zijn allemaal dingen die ons leven kunnen beheersen, die de eerste plaats in ons leven kunnen innemen. Soms gaat het om verkeerde dingen; vaak gaat het om goede dingen die verkeerd worden als ze ons leven gaan beheersen.
Er was een afgod in het leven van de rijke jongeling. Die afgod was geld. Op zich is het niet verkeerd om rijk te zijn, zolang geld het leven niet gaat beheersen. Ook Jezus veroordeelt rijkdom niet. Jozef van Arimathéa en Nicodemus waren beiden discipelen van Jezus. Beiden waren vooraanstaande, rijke mannen. Toch benadert Jezus die twee mannen heel anders dan de rijke jongeling. Waarom? Omdat geld en bezit voor Jozef van Arimathéa en Nicodemus geen afgoden waren. In tegendeel, zij gebruikten hun bezittingen om God te dienen (Matthéüs 27:57-60 en Johannes 19:39).
Toen Jezus die oprechte jongeman voor een keuze stelde gebeurde er iets afschuwelijks. In Marcus 10:22 staat: "Maar zijn gelaat betrok bij dat woord en hij ging bedroefd heen, want hij bezat vele goederen." Op het meest beslissende moment in zijn leven maakte hij de verkeerde keuze. Hij koos er voor om zijn afgod te blijven dienen in plaats van het eeuwige leven te vinden, waar hij zo naar verlangde.
"Het is gemakkelijker dat een kameel gaat door het oog ener naald, dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat." Of om het anders te zeggen: het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te kruipen, dan voor iemand om het Koninkrijk van God binnen te gaan met een afgod.
Hebt u wel eens een kameel door het oog van een naald zien kruipen? Natuurlijk niet. Dat kan niet. Op dezelfde manier is het onmogelijk voor iemand die rijk is en die rijkdom koestert als een afgod, om het Koninkrijk van God binnen te gaan. Of, om het nog directer te zeggen: je komt niet binnen als je andere goden probeert mee te smokkelen. Wat voor afgoden dan ook. Onmogelijk.
Het eerste gebod van de tien geboden luidt als volgt: "Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben. Gij zult u geen gesneden beeld maken noch enige gestalte van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op de aarde is, noch van wat in de wateren onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de Here, uw God, ben een naijverig God." (Exodus 20:3-5a)
Er is niets mis met beelden, gestalten of rijkdom. Deze zaken worden echter een groot probleem als wij ons daarvoor gaan neerbuigen en die gaan dienen. Dat accepteert God niet. Hij alleen wil de eerste plaats in ons leven hebben. De eerste plaats of geen plaats. Dat is de radicale boodschap. En die boodschap kon de rijke jongeling niet aan. Bedroefd keerde hij Jezus de rug toe.
Toepassing: Zou het kunnen zijn dat er haast onopgemerkt ook een andere god in uw leven is binnengeslopen? Een god, die uw relatie tot De God in de weg staat? Het advies kan alleen zijn: reken onmiddellijk en radicaal af met deze god. Draai Jezus de rug niet toe. Kom en volg!
Gebed: Heer, ik wil niemand anders volgen en dienen dan U alleen. Amen.
[Aangepast op 26/4/05 door Miscanthus]
- Miscanthus
- Berichten: 5306
- Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
- Locatie: Heuvelrug
Christus is Alles
Want hij heeft ons gemaakt tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden(werken) die God mogelijk heeft gemaakt. (Ef 2:10)
Goede daden (werken)
Als ik iets lees over ‘goede daden’ heb ik altijd de neiging om al bij voorbaat moe te worden. Dat komt omdat ik denk dat ik die goede daden zelf moet verrichten, in eigen kracht. Maar dat is niet zo! Ik ben in verbondenheid met Christus geschapen om op Hem te lijken en om in zijn voetspoor te gaan. En die goede daden liggen allang voor mij klaar! God heeft ze al gemaakt. Het enige wat ik hoef te doen: in verbondenheid met Jezus blijven en vol verwachting uitkijken naar wat God nu weer gaat doen. Goede daden zijn geen opgaven, maar kadoos. Zo vanuit de hemel.
Want hij heeft ons gemaakt tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden(werken) die God mogelijk heeft gemaakt. (Ef 2:10)
Goede daden (werken)
Als ik iets lees over ‘goede daden’ heb ik altijd de neiging om al bij voorbaat moe te worden. Dat komt omdat ik denk dat ik die goede daden zelf moet verrichten, in eigen kracht. Maar dat is niet zo! Ik ben in verbondenheid met Christus geschapen om op Hem te lijken en om in zijn voetspoor te gaan. En die goede daden liggen allang voor mij klaar! God heeft ze al gemaakt. Het enige wat ik hoef te doen: in verbondenheid met Jezus blijven en vol verwachting uitkijken naar wat God nu weer gaat doen. Goede daden zijn geen opgaven, maar kadoos. Zo vanuit de hemel.