Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

[Iemand]

Daarentegen veracht jij Christus dan ook. Want Hij is te Zijner tijd voor de Zijnen gestorven. Niet voor de verworpenen maar voor de uitverkorenen.

Dan kan je wel denken in Hem te geloven, maar als je Zijn woord verwerpt ben je net zo ongelovig als anderen die niet in Christus geloven.

Ik heb je meerdere keren zien schrijven dat Christus te Zijner tijd voor de Zijnen gestorven is, maar dit staat niet in de Bijbel. Wat in de Bijbel staat is dat Christus te Zijner tijd voor de Goddelozen gestorven is, Rom. 5:6.

Heb je dan wel ooit gelezen in Gods woord dat Kain, Ezau, Bileam, Saul, Judas, etc. het ook kregen aangeboden maar weigerden? Nee, want het is geen aangeboden goed.

Ja. God sprak zelfs rechtstreeks met Kaïn. En de HEERE zeide tot Kaïn: waarom zijt gij ontstoken, en waarom is uw aangezicht vervallen? Is er niet indien gij weldoet verhoging, en zo gij niet weldoet: de zonde ligt aan de deur. Zijn begeerte is toch tot u, en gij zult over hem heersen, Gen. 4:6, 7.

En Saul: doch Samuël zeide tot Saul: Ik zal met u niet wederkeren; omdat gij het woord des HEEREN verworpen hebt, zo heeft u de HEERE verworpen, dat gij geen koning over Israël zult zijn, 1 Sam. 15:26. Het berouwde de HEERE zelfs dat Hij Saul koning gemaakt had, 1 Sam. 15:11. Zoals het de HEERE ook berouwde dat Hij den mens op de aarde gemaakt had, en het smartte Hem aan Zijn hart, Gen. 6:6.

God is GEEN marktkoopman die zijn waar aanbied aan iedereen.

Niet aan iedereen, maar wel aan allen die onder het Evangelie leven: die geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn, zal zalig worden; maar die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden, Mark. 16:16.

Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe, Joh. 3:16.

[GJdeBruijn]

Geeske verwart duidelijk motief en middel en de volgorde wet-evangelie.
Wet: Breng vruchten voort. Dat wordt gepredikt tegen dode zondaren om ze een motief te 'leren' om zo plaats te maken voor de Zaligmaker die de Wet heeft vervuld.
Zelf kunnen we dat niet. Want: "Uit u geen vrucht in der eeuwigheid". Dat behoort dus tot de wets-prediking.
Geestke betrekt dit op de het Evangelienodiging. En daar gaat ze consequent mis.
De boodschap van de geestelijke doodstaat, onze onmacht en onze onwil zou een motief moeten zijn voor onszelf om te vluchten tot de God die Zijn genade aanbiedt in het Evangelie.
Want het Evangelie geeft een verlossende Uitweg
Evangelie: "Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die Mijn woord hoort, en gelooft Hem, Die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven, en komt niet in de verdoemenis, maar is uit den dood overgegaan in het leven. Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De ure komt, en is nu, wanneer de doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven."
Je kunt niet en nooit de wet als tegenwerping gebruiken om het Evangelie teniet te doen. Dat is de redenatie van het ongeloof. Dat is God tot een leugenaar maken.

Ik betrek het nergens op.
Uit u geen vrucht meer in der eeuwigheid slaat op geestelijke vruchten.
We zijn blind voor de zonde en ellende.
We kunnen geestelijk geen goed meer doen.
Dus ook niet iets aannemen zoals een aangeboden geloof.

Verstuurd vanaf mijn SM-S911B met Tapatalk

Geeske, je citeert willekeurig losse teksten zonder rekening te houden met het verband waarin het staat. Te pas en te onpas.
Verdiep je eens echt in God Woord en de leer van de reformatie!
Wilhelmus a Brakel schrijft: Dewijl nu Christus allen, die onder de bediening zijn, aangeboden wordt, zo mag niet alleen een iegelijk komen, en niemand behoeft achter te blijven, uit vreze of hij wel geroepen wordt, maar een iegelijk moet tot Christus komen, en Hem aannemen, om door Hem gerechtvaardigd, geheiligd, bewaard en verheerlijkt te worden. Dit moet men niet opvatten, alsof een iegelijk verplicht ware te geloven, dat Christus voor hém gestorven en zijn Zaligmaker was, dat zij verre, dat is het geloof niet. 't Geloof is niet de verzekering, die is een gevolg van 't geloof; maar 't bestaat in de uitgang uit zichzelf van een verlegene over zijn ellendige staat, en van een begerige ziel naar verzoening, vrede, heiligheid en heerlijkheid; en in het overgaan in Christus, en in het aannemen van Hem, die Zichzelf aanbiedt, en een ieder tot Zich roept en nodigt, met belofte, dat die komen, niet uitgeworpen zullen worden; en in het verlaten van zijn ziel op Hem, als de almachtige, waarachtige en getrouwe Zaligmaker.

en:
't Ongeloof is een schrikkelijke zonde, ja zulk een zonde, dat hij God als een leugenaar acht:
1 Joh. 5:10 ...die God niet gelooft, heeft Hem tot een leugenaar gemaakt, dewijl hij niet geloofd heeft de getuigenis, die God getuigd heeft van Zijn Zoon.
Joh. 16:8,9. En Die gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde... omdat zij in Mij niet geloven. Indien Christus aan de ongelovig blijvende niet aangeboden werd, zo ging het hem niet aan, hij had er niet mede te doen, 't was hem geen zonde, dat hij niet geloofde; maar nu het hem een zonde is, dat is een klaar blijk dat het hem aangeboden was.

Je kunt de doodstaat nooit als tegenwerping gebruiken. De doodstaat is een huiveringwekkende waarheid. Maar geen verontschuldiging om daarmee het Evangelie, het aanbod van vrije soevereine genade te ontkennen.
Ons antwoord moet juist zijn: Verbrokenheid van hart, een verslagen ziel. Een stop op de mond. Een vluchten tot de Bron van Zaligheden. Om genade te verkrijgen te Zijner tijd.

Wie nog (ogenschijnlijk) rationeel hier mee omgaat en zonder schaamte de het onvermogen als rechtzinnige waarheid opvoert verdedigt hooguit een menselijk denkschema.

[Posthoorn]

Dus ook niet iets aannemen zoals een aangeboden geloof.

Daar heb je gelijk in, maar dát is ook niet wat ons wordt aangeboden in het Evangelie. Het Evangelie biedt vergeving van zonden en behoud in Christus aan. Dat kun je idd. alleen door het geloof aannemen. Maar de Heilige Geest werkt dat geloof dóór het Evangelie, zodat het een 'kracht Gods is tot zaligheid'.

En verder kun je het niet kloppend krijgen. Jij niet en wij niet. Maar geef daarvan niet de schuld aan het Evangelie.

[Ooievaar]

Geeske verwart duidelijk motief en middel en de volgorde wet-evangelie.
Wet: Breng vruchten voort. Dat wordt gepredikt tegen dode zondaren om ze een motief te 'leren' om zo plaats te maken voor de Zaligmaker die de Wet heeft vervuld.
Zelf kunnen we dat niet. Want: "Uit u geen vrucht in der eeuwigheid". Dat behoort dus tot de wets-prediking.
Geestke betrekt dit op de het Evangelienodiging. En daar gaat ze consequent mis.
De boodschap van de geestelijke doodstaat, onze onmacht en onze onwil zou een motief moeten zijn voor onszelf om te vluchten tot de God die Zijn genade aanbiedt in het Evangelie.
Want het Evangelie geeft een verlossende Uitweg
Evangelie: "Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die Mijn woord hoort, en gelooft Hem, Die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven, en komt niet in de verdoemenis, maar is uit den dood overgegaan in het leven. Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De ure komt, en is nu, wanneer de doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven."
Je kunt niet en nooit de wet als tegenwerping gebruiken om het Evangelie teniet te doen. Dat is de redenatie van het ongeloof. Dat is God tot een leugenaar maken.

Ik betrek het nergens op.
Uit u geen vrucht meer in der eeuwigheid slaat op geestelijke vruchten.
We zijn blind voor de zonde en ellende.
We kunnen geestelijk geen goed meer doen.
Dus ook niet iets aannemen zoals een aangeboden geloof.

Verstuurd vanaf mijn SM-S911B met Tapatalk

Geeske, in wat een ontzagwekkende diepe put van ellende moet jij verkeren zeg!
Je zegt dat jij:
'Geen vrucht meer in der eeuwigheid' hebt.
'Blind voor de zonde en ellende' bent.
'Geestelijk geen goed meer doen' kan.
'Dus ook niet iets aannemen zoals een aangeboden geloof'.

Wat is het nodig dat wat je zegt echt waar en oprecht is. Je leeft buiten Christus. Dat zijn je eigen woorden. Bent dus voor eeuwig verloren indien Christus je Borg en Zaligmaker niet wordt. Dat zal alleen uit genade kunnen, dat is waar. Werp je toch maar in Zijn armen!
Buiten Hem is er ook echt geen hulp of bijstand te wachten.

Laat het een constante gebedszaak zijn! Dat bovenal. Is het dat? Hoe staat het daarmee trouwens, met je gebeden? Dat mag toch wel gevraagd worden?

Waarom denk je dat de wonderen van genezingen in de Evangeliën staan denk je? Het is waar, de ene keer was er iemand die 15 jaar liep te tobben en al haar koopgeld eerst aan anderen kwijtraakte, de andere keer was het een blinde die heel eenvoudig riep 'Gij Zone Davids ontferm U mijner'.

En wat denk je waarom Jezus Zelf zegt Matthéüs 11 vers 28: Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. zie ook de kanttekening hierbij. En heb geen uitvlucht dat hier in de kanttekening staat 'ja maar daar wordt bedoeld vermoeiend van de zonde en dat ben ik niet'. Daar zou je je zelf toch wel heel ontzettend mee openbaren als of een goddeloze of als een huichelaar, toch? Dat een mens stekenblind is voor zijn doodstaat is wat anders, maar nergens, op geen enkele plaats in de Bijbel staat een verhindering om voor welk mens dan ook om tot Christus te komen. Daarom staat er ook, wat hadden onze oudvaders en de schrijvers van de kanttekeningen toch een helder inzicht in de ware Bijbelse leer, in dezelfde kanttekening geschreven vermoeid van de wet of menselijke inzettingen!

En die mensen die Hem hebben leren kennen zoals Zijn Naam is, Zaligmaker van zondaren, die komen hun eigen zondige natuur elke keer weer tegen; maar het grootste wonder is dat God in Christus hen niet meer los kan laten en zij hun Zaligmaker daarom ook niet meer los kunnen laten. Het is Zijn liefde die wederliefde werkt. Dat werkt echt geen heilige mensen; dat werkt wel heiligmaking, vernieuwing van hart en wandel. Daar krijgt een drieënige God de eer van en een zondaar de zaligheid. Van harte gegund hoor.

Als laatste zou ik drie tips willen geven, uit eigen ervaring, door schade en schande:
1. Het eigen dwaalziek en onbekeerlijk hart maar telkens voor de Heere neerleggen en aan Hem je totale leven wijden: daar wil Hij zijn zegen aan geven. Ga niet wachten op een bepaalde gestalte in jezelf waarvan jij denkt dat je dan wel goed bent voor Christus ofzo. Wat voor gestalte moet dat dan zijn denk je? Waarom moesten de Israëlieten met hun offers komen? Gewoon, ze moesten offeren: schuldoffer, zondoffer, reukoffer, dankoffer. Zeker, ook toen gold dat de Heere het hart aanzag. Er was ook toen veel godsdienst niet zoals God het had bedoeld. Maar het gaat om de kern van de zaak: die hele offerdienst zag op Christus, daarmee vraag God ons hele hart, maar er is geenszins een belemmering om tot Hem te komen. Lees eens met aandacht (en ontzag) de vragen en antwoorden welke zijn gesteld en beantwoord bij het doen van belijdenis. Daar staat echt gewoon wat daar echt staat hoor.
En nu wil een mens zich op één of andere manier pasklaar maken voor Christus? Ja, juist; werd dat maar eens ingezien, dat al dat pasklaar maken inzichzelf eigenlijk pure vroomheid is waar Jezus een gruwel van had. De mens wil niet zijn wie Hij is wat hij werkelijk is: goddeloos. Maar alleen goddeloze worden gerechtvaardigd! Hopelijk krijg jij hierdoor een priem in je hart.
2. Het is alleen de Heere die het hart van een ander oordelen kan en zal oordelen.
Ons is gegeven en te doen te oordelen uit liefde.
3. Dompel jezelf onder in de schat van wat de vroege-kerk, reformatie en nadere-reformatie: dat bewaard voor tunnelvisie en geeft het ware zicht op Gods Woord.
Zoek naar bronnenmateriaal om datgene wat je krijgt voorgeschoteld terug te vinden in wat onze oudvaders daarvan hebben gezegd; en waarom ze dat zo en niet op een andere manier hebben gezegd.
Uiteraard is en blijft Gods Woord het uitgangspunt, maar we belijden de dingen met de kerk van alle tijden, van alle plaatsen en alle eeuwen.

Het punt van de reformatie; zalig worden uit vrije genade, op grond van de verdienste van Christus alleen, zonder de werken der wet is ruimer dan je denkt. Maar dit leerstuk is, in de huidige tijd, in zijn zuiverste vorm, ook op veel plaatsen niet meer te horen; al denk je dat misschien wel.

Bedankt voor je aandacht.

[Delftenaar]

Calvijn was op dat gebied zelfs zo ruim dat hij in sommige afgescheiden, kerken niet populair is.

[Posthoorn]

Ik denk trouwens dat we niet in de 'preektoen' moeten vervallen tegen mensen als Geeske. Het is een discussieforum, geen pastoraal platform.