Gereformeerde Gemeenten

Gebruikersavatar
Johann Gottfried Walther
Berichten: 5205
Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49

Re: Gereformeerde Gemeenten

Bericht door Johann Gottfried Walther »

Bedankt.

2 citaten slechts:
"Dienaren van het Woord zijn verplicht om bij elke gelegenheid over Christus te prediken"
Ralph Robinson (1614-55) Puritein.

De vooraanstaande Puritein Solomon Stoddard (1643 -1729) uit zijn boek: De zaligmakende bekering.

"De eerste daad van bekering is in Christus geloven.
Iemand die bekeerd is, oefent op allerlei wijze genade. Hij verricht daden van liefde, vrees, onderwerping, droefheid naar God, geduld en nederigheid. Maar de EERSTE daad van bekering is in Jezus Christus geloven. Er gaat geen genadedaad aan het geloof vooraf. Wat dat betreft wordt de bekering in elk bekeerd mens op dezelfde manier gewerkt. Genade wordt na de eerste genadedaad niet in vaste volgorde beoefend. Maar deze daad, in Christus geloven, gaat overal aan vooraf. De één maakt geen begin met het liefhebben van God, een ander niet met droefheid over de zonde, een ander niet met lijdzaamheid en een ander niet met nederigheid. Maar allen beginnen met het aannemen van Christus, zoals Hij wordt aangeboden in het evangelie. Voordat iemand in Christus gelooft heeft hij geen ware liefde, droefheid naar God of nederigheid. Ware heiligheid begint als iemand in Christus gelooft. Dan gaat hij in door de enge poort. Daarvoor is er geen sprake van een zeker kenmerk van verkiezing. Daarom raadt Petrus ons aan onze roeping en verkiezing vast te maken (2 Petr. 1:10). Dat brengt ons in de staat van rechtvaardigmaking. "Die in Hem gelooft, die heeft het eeuwig leven" (Joh 3:36). Niets dat eraan voorafgaat, geeft recht op het eeuwige leven. Als heiligheid voor het geloof nodig zou zijn, zou ze de mens moeten aanmoedigen om te geloven. Maar er is genoeg dat bemoedigt, al heeft iemand nog nooit één goede daad gedaan: het aanbod van Gods genade in het evangelie en de gerechtigheid van Christus. God rechtvaardigt immers de goddeloze (Rom. 4:5), de mens die tot OP de minuut van zijn vereniging met Christus een goddeloos leven heeft geleid. Of ze zou het hart moeten neigen om tot Christus te komen. Maar er moet een eerste heilige daad zijn en en voorafgaande heiligheid om iemand daartoe te neigen is niet nodig".
Laatst gewijzigd door Johann Gottfried Walther op 15 jul 2025, 09:21, 2 keer totaal gewijzigd.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Gebruikersavatar
refo
Berichten: 24693
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:45

Re: Gereformeerde Gemeenten

Bericht door refo »

Ja. Het dagboek van Luther zegt dat vandaag ook.
Gebruikersavatar
Bogerman
Berichten: 371
Lid geworden op: 27 okt 2010, 00:10

Re: Gereformeerde Gemeenten

Bericht door Bogerman »

“JanRap” schreef: Hij (Comrie) was vuurbang voor het Remonstrantisme. En vuurbang voor het woord 'geloof'.
Hij was er zo bang voor dat hij nooit een boekje zou schrijven met de titel ‘Het ABC des geloofs’!

Oh, wacht… :bobo
KDD
Berichten: 2110
Lid geworden op: 17 okt 2020, 21:40

Re: Gereformeerde Gemeenten

Bericht door KDD »

Johann Gottfried Walther schreef: 14 jul 2025, 22:30 Bedankt.

2 citaten slechts:
"Dienaren van het Woord zijn verplicht om bij elke gelegenheid over Christus te prediken"
Ralph Robinson (1614-55) Puritein.

De vooraanstaande Puritein Solomon Stoddard (1643 -1729) uit zijn boek: De zaligmakende bekering.

"De eerste daad van bekering is in Christus geloven.
Iemand die bekeerd is, oefent op allerlei wijze genade. Hij verricht daden van liefde, vrees, onderwerping, droefheid naar God, geduld en nederigheid. Maar de EERSTE daad van bekering is in Jezus Christus geloven. Er gaat geen genadedaad aan het geloof vooraf. Wat dat betreft wordt de bekering in elk bekeerd mens op dezelfde manier gewerkt. Genade wordt na de eerste genadedaad niet in vaste volgorde beoefend. Maar deze daad, in Christus geloven, gaat overal aan vooraf. De één maakt geen begin met het liefhebben van God, een ander niet met droefheid over de zonde, een ander niet met lijdzaamheid en een ander niet met nederigheid. Maar allen beginnen met het aannemen van Christus, zoals Hij wordt aangeboden in het evangelie. Voordat iemand in Christus gelooft heeft hij geen ware liefde, droefheid naar God of nederigheid. Ware heiligheid begint als iemand in Christus gelooft. Dan gaat hij in door de enge poort. Daarvoor is er geen sprake van een zeker kenmerk van verkiezing. Daarom raadt Petrus ons aan onze roeping en verkiezing vast te maken (2 Petr. 1:10). Dat brengt ons in de staat van rechtvaardigmaking. "Die in Hem gelooft, die heeft het eeuwig leven" (Joh 3:36). Niets dat eraan voorafgaat, geeft recht op het eeuwige leven. Als heiligheid voor het geloof nodig zou zijn, zou ze de mens moeten aanmoedigen om te geloven. Maar er is genoeg dat bemoedigt, al heeft iemand nog nooit één goede daad gedaan: het aanbod van Gods genade in het evangelie en de gerechtigheid van Christus. God rechtvaardigt immers de goddeloze (Rom. 4:5), de mens die tot OP de minuut van zijn vereniging met Christus een goddeloos leven heeft geleid. Of ze zou het hart moeten enigen om tot Christus te komen. Maar er moet een eerste heilige daad zijn en en voorafgaande heiligheid om iemand daartoe te neigen is niet nodig".
Ik vraag mij af wat hij zou denken over de Dordtse Leerregels hoofd. 1 par. 16? Of van wat Ds. Perkins geschreven heeft over geloof als een mosterdzaad? Stoddard heeft ook geschreven over de werk van de Geest voor dat geloof in Christus gegeven is. Zo is mij ook altijd voorgehouden en ik denk dat het ook zo geleerd is in de Gereformeerde Gemeenten. Citaat:
Ds. Solomon Stoddard (1643 -1729) schreef: Vraag. Maar zijn de overtuigingen en ontsteltenissen van sommige mensen zaligmakende? Is er niet voortdurend onderscheid tussen de ontsteltenis van de uitverkoren en die van de verworpenen.
Antwoord.
Er is gedurende een lange tijd geen verschil in de twisting des Geestes met hen, die bekeerd zullen worden en hen, die dat niet zullen worden. Zo kunnen twee schepen een tijdlang hetzelfde vaarwater volgen, terwijl er slechts een ten slotte de haven bereikt en het andere vergaat; zo is het hier ook. Zij, die nooit bekeerd zullen worden, kunnen gedurende een aanmerkelijke tijd dezelfde bevindingen hebben als zij, die wel zullen bekeerd worden; het kan zijn, dat er geen verschil is in hun overtuigingen, in hun verbeteringen, in hun bemoedigingen, noch in hun gestalten. Dit blijkt hieruit:

1. Omdat die strijd, die dezulken hebben, die nooit bekeerd zullen worden, voldoende is om de mensen tot Christus te brengen. Er is volstrekt geen noodzaak, dat de uitverkorenen gedurende een poosje meer strijd zouden hebben dan aan de verworpenen eigen zijn; de overtuigingen, die de verworpenen kunnen hebben, zijn genoegzaam om de mensen tot Christus te brengen; die ontsteltenis die de ver- worpenen kunnen hebben zijn voldoende, om ze aan de wereld te spenen, om ze hun leven te doen verbeteren en om ze werkzaam te maken om bekeerd te worden. Als een mens maar zoveel besef van de hel heeft, als veel verworpenen hebben gehad, is er geen gevaar, dat zij geen moeite zullen aanwenden om zalig te worden (Psalm 78:34). Hoewel dit hen niet zal bekeren, zal het hen nader bij het koninkrijk Gods brengen dan zij waren, het zal hen Christus doen zoeken en verscheidene beletselen, die bekering in de weg staan, doen te boven komen; hoewel zij het grote kwaad der zonde niet zien, nochtans zullen zij er voor vrezen; hoewel zij de voortreffelijkheid der heiligheid niet zien, nochtans zullen zij er naar zoeken. Algemene overtuigingen zijn een voorbereiding voor bekering.

2. Zij, die bekeerd zullen worden, zijn niet vatbaar voor andere twisting des Geestes, dan die welke algemeen zijn, zolang zij niet vernederd worden en geloven. Het duurt nogal een poosje, nadat God met de uitverkorenen begint te twisten, voordat zij vernederd worden en in Christus komen te geloven. Voordien zijn zij alleen vatbaar voor die twisting des Geestes, welke algemeen zijn. Wat zou er kunnen zijn dan wat ook andere mensen eigen is? Andere mensen hebben vrees voor de hel en het oordeel, besef van toorn, zedelijke overtuigingen van het kwaad der zonde, bemoedigingen, veel ontdekkingen van de goddeloosheid en bedrieglijkheid hunner harten, en wat zouden zij meer kunnen hebben, voor zij meer vernederd zijn? Zij zijn er nog niet vatbaar voor, om het kwaad der zonde en de heerlijkheid van Christus te zien, noch droefheid naar God, noch oprechte begeerten te hebben, omdat zij niet bekeerd zijn. Waarom zou een verworpene niet evenveel overtuiging kunnen hebben als zij? Waarvoor anders zouden zij in hun tegenwoordige omstandigheden vatbaar zijn, als voor wat velen gehad hebben, die nu in de hel zijn? Sommigen spreken van een zaligmakende overtuiging en verslagenheid, doch, wat is dat? Indien het alleen over hel en toorn gaat, dan hebben de verworpenen het zowel als zij. Over het grote kwaad der zonde kan het niet zijn, want dat kan niemand zien, die niet bekeerd is; de natuurlijke mens is blind (Openb. 3:17).

3. Indien er een verschil was, zou men in staat zijn te zeggen wat het verschil is en daar gebruik van maken. Er is onderscheid tussen algemene genade en zaligmakende genade en wij zijn in staat dat verschil aan te wijzen, zo zouden wij ook, indien er verschil was in de overtuigingen van de uitverkorene en de verworpene, in staat zijn uit het Woord Gods aan te wijzen, waarin dat onderscheid bestaat. Indien een gewoon mens dat niet kan doen, dan mocht men toch verwachten, dat zij, die een dieper inzicht in de Schrift hebben, dat zouden kunnen. Daar toch geeft God ons regels, om het verschil, dat in Zijn bedelingen is, te onderscheiden; doch niemand ter wereld is in staat te zeggen welke overtuigingen van hel en toorn de uitverkorenen, en welke de verworpenen eigen zijn. Kunnen wij ze onderscheiden naar hun soort, mate, duur en onmiddellijke gevolgen? Welke regels hebben wij om ons in deze zaak als gids te dienen, en waarvan wij voor mensen een toepasselijk gebruik kunnen maken? Indien zondaren ons een getrouw verslag geven van hun ontsteltenissen, kunnen wij dan de een zeggen, dat zijn overtuigingen zodanig zijn, als de uitverkorenen eigen zijn, en dat zij in bekering zullen eindigen, en de ander, dat zijn overtuigingen de overtuigingen der verworpenen zijn, en dat zij in de verdoemenis zullen eindigen? Het zou een stout stukje zijn voor een mens, dit te ondernemen, de Schrift zwijgt er over, ja, de Schrift zegt het tegendeel: "En die ingingen hebt gij verhinderd" (Lukas 11:52).
Als ik deze citaat leest moet ik denken aan Orpa en Ruth.
JanRap
Berichten: 415
Lid geworden op: 04 nov 2021, 22:04

Re: Gereformeerde Gemeenten

Bericht door JanRap »

Bogerman schreef: Gisteren, 00:12
“JanRap” schreef: Hij (Comrie) was vuurbang voor het Remonstrantisme. En vuurbang voor het woord 'geloof'.
Hij was er zo bang voor dat hij nooit een boekje zou schrijven met de titel ‘Het ABC des geloofs’!

Oh, wacht… :bobo
@Bogerman, Een zeer terechte opmerking. Dankuwel. Helder van u. Inderdaad, Comrie had twee zijden. Een evangelische en een filosofische.
Gebruikersavatar
Johann Gottfried Walther
Berichten: 5205
Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49

Re: Gereformeerde Gemeenten

Bericht door Johann Gottfried Walther »

KDD schreef: Gisteren, 01:57
Ds. Solomon Stoddard (1643 -1729) schreef: Vraag. Maar zijn de overtuigingen en ontsteltenissen van sommige mensen zaligmakende? Is er niet voortdurend onderscheid tussen de ontsteltenis van de uitverkoren en die van de verworpenen.
Antwoord.
Er is gedurende een lange tijd geen verschil in de twisting des Geestes met hen, die bekeerd zullen worden en hen, die dat niet zullen worden. Zo kunnen twee schepen een tijdlang hetzelfde vaarwater volgen, terwijl er slechts een ten slotte de haven bereikt en het andere vergaat; zo is het hier ook. Zij, die nooit bekeerd zullen worden, kunnen gedurende een aanmerkelijke tijd dezelfde bevindingen hebben als zij, die wel zullen bekeerd worden; het kan zijn, dat er geen verschil is in hun overtuigingen, in hun verbeteringen, in hun bemoedigingen, noch in hun gestalten. Dit blijkt hieruit:

1. Omdat die strijd, die dezulken hebben, die nooit bekeerd zullen worden, voldoende is om de mensen tot Christus te brengen. Er is volstrekt geen noodzaak, dat de uitverkorenen gedurende een poosje meer strijd zouden hebben dan aan de verworpenen eigen zijn; de overtuigingen, die de verworpenen kunnen hebben, zijn genoegzaam om de mensen tot Christus te brengen; die ontsteltenis die de ver- worpenen kunnen hebben zijn voldoende, om ze aan de wereld te spenen, om ze hun leven te doen verbeteren en om ze werkzaam te maken om bekeerd te worden. Als een mens maar zoveel besef van de hel heeft, als veel verworpenen hebben gehad, is er geen gevaar, dat zij geen moeite zullen aanwenden om zalig te worden (Psalm 78:34). Hoewel dit hen niet zal bekeren, zal het hen nader bij het koninkrijk Gods brengen dan zij waren, het zal hen Christus doen zoeken en verscheidene beletselen, die bekering in de weg staan, doen te boven komen; hoewel zij het grote kwaad der zonde niet zien, nochtans zullen zij er voor vrezen; hoewel zij de voortreffelijkheid der heiligheid niet zien, nochtans zullen zij er naar zoeken. Algemene overtuigingen zijn een voorbereiding voor bekering.

2. Zij, die bekeerd zullen worden, zijn niet vatbaar voor andere twisting des Geestes, dan die welke algemeen zijn, zolang zij niet vernederd worden en geloven. Het duurt nogal een poosje, nadat God met de uitverkorenen begint te twisten, voordat zij vernederd worden en in Christus komen te geloven. Voordien zijn zij alleen vatbaar voor die twisting des Geestes, welke algemeen zijn. Wat zou er kunnen zijn dan wat ook andere mensen eigen is? Andere mensen hebben vrees voor de hel en het oordeel, besef van toorn, zedelijke overtuigingen van het kwaad der zonde, bemoedigingen, veel ontdekkingen van de goddeloosheid en bedrieglijkheid hunner harten, en wat zouden zij meer kunnen hebben, voor zij meer vernederd zijn? Zij zijn er nog niet vatbaar voor, om het kwaad der zonde en de heerlijkheid van Christus te zien, noch droefheid naar God, noch oprechte begeerten te hebben, omdat zij niet bekeerd zijn. Waarom zou een verworpene niet evenveel overtuiging kunnen hebben als zij? Waarvoor anders zouden zij in hun tegenwoordige omstandigheden vatbaar zijn, als voor wat velen gehad hebben, die nu in de hel zijn? Sommigen spreken van een zaligmakende overtuiging en verslagenheid, doch, wat is dat? Indien het alleen over hel en toorn gaat, dan hebben de verworpenen het zowel als zij. Over het grote kwaad der zonde kan het niet zijn, want dat kan niemand zien, die niet bekeerd is; de natuurlijke mens is blind (Openb. 3:17).

3. Indien er een verschil was, zou men in staat zijn te zeggen wat het verschil is en daar gebruik van maken. Er is onderscheid tussen algemene genade en zaligmakende genade en wij zijn in staat dat verschil aan te wijzen, zo zouden wij ook, indien er verschil was in de overtuigingen van de uitverkorene en de verworpene, in staat zijn uit het Woord Gods aan te wijzen, waarin dat onderscheid bestaat. Indien een gewoon mens dat niet kan doen, dan mocht men toch verwachten, dat zij, die een dieper inzicht in de Schrift hebben, dat zouden kunnen. Daar toch geeft God ons regels, om het verschil, dat in Zijn bedelingen is, te onderscheiden; doch niemand ter wereld is in staat te zeggen welke overtuigingen van hel en toorn de uitverkorenen, en welke de verworpenen eigen zijn. Kunnen wij ze onderscheiden naar hun soort, mate, duur en onmiddellijke gevolgen? Welke regels hebben wij om ons in deze zaak als gids te dienen, en waarvan wij voor mensen een toepasselijk gebruik kunnen maken? Indien zondaren ons een getrouw verslag geven van hun ontsteltenissen, kunnen wij dan de een zeggen, dat zijn overtuigingen zodanig zijn, als de uitverkorenen eigen zijn, en dat zij in bekering zullen eindigen, en de ander, dat zijn overtuigingen de overtuigingen der verworpenen zijn, en dat zij in de verdoemenis zullen eindigen? Het zou een stout stukje zijn voor een mens, dit te ondernemen, de Schrift zwijgt er over, ja, de Schrift zegt het tegendeel: "En die ingingen hebt gij verhinderd" (Lukas 11:52).
Uit welk boek komt dit citaat?

Ik ga weer enorm in herhaling vallen maar dit is dus blijkbaar nodig, ik kom hier weinig mensen tegen die de leer van de voorbereidingen bij de Puriteinen begrijpen.
Die kom ik vaak genoeg tegen die leer, en die heb ik vaak genoeg onder de aandacht gebracht.
Maar de Puriteinen hebben altijd geleerd: Geloof = Christus kennen/omhelzen/vluchten tot Hem.
Als je Christus Jezus niet kent is er geen waar geloof.

Stottard zegt in dat boek waaruit ik citeerde: "Het voorbereidende werk maakt geen deel uit van de bekering maar gaat aan de bekering vooraf"
Laatst gewijzigd door Johann Gottfried Walther op 15 jul 2025, 09:20, 1 keer totaal gewijzigd.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Gebruikersavatar
Posthoorn
Berichten: 7334
Lid geworden op: 04 dec 2008, 11:22

Re: Gereformeerde Gemeenten

Bericht door Posthoorn »

Johann Gottfried Walther schreef: 14 jul 2025, 22:30 Of ze zou het hart moeten enigen om tot Christus te komen. Maar er moet een eerste heilige daad zijn en en voorafgaande heiligheid om iemand daartoe te neigen is niet nodig".
enigen = reinigen, neem ik aan.
Gebruikersavatar
Posthoorn
Berichten: 7334
Lid geworden op: 04 dec 2008, 11:22

Re: Gereformeerde Gemeenten

Bericht door Posthoorn »

Johann Gottfried Walther schreef: Gisteren, 08:59 Ik ga weer enorm in herhaling vallen maar dit is dus blijkbaar nodig, ik kom hier weinig mensen tegen die de leer van de voorbereidingen bij de Puriteinen begrijpen.
Die kom ik vaak genoeg tegen die leer, en die heb ik vaak genoeg onder de aandacht gebracht.
Maar de Puriteinen hebben altijd geleerd: Geloof = Christus kennen/omhelzen/vluchten tot Hem.
Als je Christus Jezus niet kent is er geen waar geloof.
Ik denk dat mensen het wel begrijpen, maar het er niet geheel mee eens zijn. Dat kan natuurlijk ook. Zij zeggen weer: het voorbereidende werk hoort er ook bij en is niet los van Christus te zien.
Gebruikersavatar
Johann Gottfried Walther
Berichten: 5205
Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49

Re: Gereformeerde Gemeenten

Bericht door Johann Gottfried Walther »

Posthoorn schreef: Gisteren, 09:17
Johann Gottfried Walther schreef: Gisteren, 08:59 Ik ga weer enorm in herhaling vallen maar dit is dus blijkbaar nodig, ik kom hier weinig mensen tegen die de leer van de voorbereidingen bij de Puriteinen begrijpen.
Die kom ik vaak genoeg tegen die leer, en die heb ik vaak genoeg onder de aandacht gebracht.
Maar de Puriteinen hebben altijd geleerd: Geloof = Christus kennen/omhelzen/vluchten tot Hem.
Als je Christus Jezus niet kent is er geen waar geloof.
Ik denk dat mensen het wel begrijpen, maar het er niet geheel mee eens zijn. Dat kan natuurlijk ook. Zij zeggen weer: het voorbereidende werk hoort er ook bij en is niet los van Christus te zien.
Dat zou kunnen, maar dan komen wij weer bij geloof zonder Christus, en zonder Christus is er geen geloof volgens de Bijbel, geen behoud buiten Christus.

Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem. Joh3v36
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
R+ck
Berichten: 9
Lid geworden op: 17 jun 2025, 14:58

Re: Gereformeerde Gemeenten

Bericht door R+ck »

Iemand schreef: 14 jul 2025, 21:02
R+ck schreef: 14 jul 2025, 11:38 Een predikant dient geen preek te houden maar een boodschap te verkondigen.
Men kan perfect de schrift uitleggen vanuit het hoofd, maar dan is het een lezing en geen levende Woordverkondiging.
Om een boodschap te brengen moet eerst een boodschap ontvangen worden.
Daarom begint de bediening van het Woord in het eigen persoonlijke leven.
God wil eerst een werk in ons doen om door ons anderen tot zegen te kunnen zijn.
En om een boodschap te ontvangen dient de prediker (en elke gelovige) die levendige verborgen omgang met God te hebben.
Als ons eigen geloofsleven dor en doods zijn we geen licht en kunnen we ook geen licht verspreiden.
Zo zie je hoe teer het ligt, hoe dun de lijn is tussen zelf een op zichzelf kloppende preek houden of de boodschap van God overbrengen.
Daarbij denk ik aan Jona die ook wel preekte in Ninevé maar niet de boodschap bracht die God wilde dat hij bracht.

Laten we daarom bidden voor onze predikanten dat ze gedoopt mogen worden met de Heilige Geest, elke dienst weer.
Dan valt de prediker weg en is het God die zelf tot ons spreekt en zal er ook zegen op volgen.
Want de waarachtige prediking is niet spreken over God maar spreken in naam van God, dan wordt het ook persoonlijk.
Eens schreef iemand over zeker predikant dat hij het als zijn taak zag om Gods woord uiteen te zetten, en dat hij vertrouwde dat Gods woord de kracht had om de hoorders te bekeren, omdat het Gods woord is, en dat het eenvoudig verklaren van de Schrift in zichzelf Evangelisch is. Dit is, mijns inziens, een logisch en Schriftuurlijk standpunt, maar het lijkt her en der wat haaks te staan op bovenstaande.

Gods woord is levend en krachtig, Hebr. 4:2, maar niet de predikant of zijn boodschap. Het woord ontvangt zijn gezag niet van de prediker, maar de prediker heeft zijn gezag te danken aan het woord dat hij predikt. Paulus verblijdde zich erin dat Christus door nijd en twist verkondigd werd, Fil. 1:15. Als deze predikers Gods levende woord niet verkondigden, waarom zou Paulus zich dan verblijd hebben?

Als de Heere over de vervolgingen spreekt dan zegt Hij: doch wanneer zij u overleveren, zo zult gij niet bezorgd zijn, hoe of wat gij spreken zult; want het zal u in dezelve ure gegeven worden, wat gij spreken zult, Matt. 10:19. Welnu, als dit altijd al gegeven werd, waarom zou de Heere dan hier uitdrukkelijk beloven dat het in dezelve ure gegeven zal worden? En als Hij de Heilige Geest belooft, zegt Hij dat de Heilige Geest alles zal indachtig maken wat Hij de discipelen gezegd had, Joh. 14:26. Indachtig maken lijkt mij iets anders dan een boodschap geven.

Het antwoord op de prediking, leven of dood, ligt bij de hoorder, niet bij de predikant (mits het verkondigde woord waarheid is). Het woord der prediking deed de ongelovige Joden geen nut, omdat het niet met het geloof gemengd was in degenen die het gehoord hebben, Hebr. 4:2. De reuk van de kennis van Christus is sommigen een reuk des doods ten dode, en anderen een reuk des levens ten leven, 2 Kor. 2:16.

Juist het voorbeeld van Jona maakt dit duidelijk. Ik zal er niet over twisten of Jona de door God gewenste boodschap bracht, maar aannemen dat hij die niet bracht. Toch had deze prediking van Jona (die in dat geval geen levende verkondiging was) vrucht, wie heeft zoveel zegen op zijn werk gehad als Jona? Maar hoe zou een niet levende verkondiging, die God niet wilde, zoveel vrucht kunnen hebben?
Dank voor je reactie. Je benadrukt terecht de kracht en het gezag van Gods Woord zelf — dat is onbetwist.
Het Woord is levend en krachtig (Hebr. 4:12), en God heeft Zichzelf daaraan verbonden.
Toch is het eenzijdig om te stellen dat de predikant of zijn houding er in wezen niet toe doet, zolang de waarheid maar wordt uitgesproken.
Dat zou suggereren dat God slechts een informatiestroom beoogt, geen ontmoeting met Zichzelf via Zijn Geest.

Ik zal inhoudelijk op de door jou aangedragen teksten ingaan:
Je verwijst naar Filippenzen 1:15, waar Paulus zich verblijdt over Christus' verkondiging, zelfs als die uit verkeerde motieven gebeurt.
Wat hier wel van belang is, dat geval gaat over het juiste Evangelie dat wordt gepredikt. Paulus maakt echter ook duidelijk dat niet iedere prediking, zelfs als die over Jezus gaat, acceptabel is voor God. In Galaten 1:8 zegt hij:
"Maar al ware het dat wij, of een engel uit de hemel, u een ander Evangelie verkondigde dan hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt."

Het gaat dus niet alleen om de uiterlijke vorm of inhoud, maar om de bron en gezindheid. God verlangt waarheid in het binnenste (Ps. 51:8). Een preek kan wel theologisch kloppen, zonder innerlijke verbondenheid met Christus en de werking van Zijn Geest is het slechts een vorm zonder kracht (2 Tim. 3:5).

Wat betreft Mattheüs 10:19 — de belofte dat het hen “in dezelve ure gegeven” zal worden wat ze spreken moeten — dat wijst juist op afhankelijkheid van de Heilige Geest in het moment van spreken. Dit spreekt niet van alleen herinnering aan eerdere leringen (zoals Johannes 14:26 noemt), maar van een actuele inspiratie. Dus geen herinnering alléén, maar leiding en openbaring in het spreken. Dat komt ook overeen met 1 Petrus 4:11:
“Indien iemand spreekt, dat hij spreke als de woorden Gods.”
Dat spreekt over meer dan alleen het herhalen van Schriftgedeelten. Het gaat om door de Geest gedragen woorden die uit Gods tegenwoordigheid voortkomen. Daarom schreef Paulus ook:
“Mijn rede en mijn prediking was niet in beweeglijke woorden der menselijke wijsheid, maar in betoning van Geest en kracht” (1 Kor. 2:4).

De prediker moet dus niet alleen uitlegger zijn, maar ook een getuige. Iemand die spreekt wat hij zelf ontvangen heeft in de omgang met God. Alleen dan is het geen ‘lezing’, maar levende Woordverkondiging.
Wat Jona betreft: ja, God gebruikte zijn prediking krachtig, ondanks zijn onwilligheid. Maar dat is genade — niet norm. Nergens wordt ons Jona als modelprediker voorgesteld. Zijn ongehoorzaamheid en harteloosheid worden juist bekritiseerd in het boek. God laat Zich niet binden aan onze ontrouw, maar gebruikt ook kromme stokken om rechte slagen te geven. Dat is een getuigenis van Zijn soevereiniteit, niet van een model voor prediking.

Ja, de hoorder draagt verantwoordelijkheid, maar dat ontslaat de prediker niet van zijn roeping om vanuit de gemeenschap met God te spreken. Jezus zei:
“De woorden die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven” (Joh. 6:63).

Mogen onze predikers geen woorden alleen over God spreken, maar woorden die geboren zijn uit omgang met Hem, als gezanten van Christuswege.
Dan komt er kracht, dan spreekt God Zelf door hen heen — en dát is de prediking die levend maakt.
Laten we daarom inderdaad blijven bidden dat onze predikanten meer dan exegeten zullen zijn: boodschappers uit Gods tegenwoordigheid.
KDD
Berichten: 2110
Lid geworden op: 17 okt 2020, 21:40

Re: Gereformeerde Gemeenten

Bericht door KDD »

Johann Gottfried Walther schreef: Gisteren, 08:59
KDD schreef: Gisteren, 01:57
Ds. Solomon Stoddard (1643 -1729) schreef: Vraag. Maar zijn de overtuigingen en ontsteltenissen van sommige mensen zaligmakende? Is er niet voortdurend onderscheid tussen de ontsteltenis van de uitverkoren en die van de verworpenen.
Antwoord.
Er is gedurende een lange tijd geen verschil in de twisting des Geestes met hen, die bekeerd zullen worden en hen, die dat niet zullen worden. Zo kunnen twee schepen een tijdlang hetzelfde vaarwater volgen, terwijl er slechts een ten slotte de haven bereikt en het andere vergaat; zo is het hier ook. Zij, die nooit bekeerd zullen worden, kunnen gedurende een aanmerkelijke tijd dezelfde bevindingen hebben als zij, die wel zullen bekeerd worden; het kan zijn, dat er geen verschil is in hun overtuigingen, in hun verbeteringen, in hun bemoedigingen, noch in hun gestalten. Dit blijkt hieruit:

1. Omdat die strijd, die dezulken hebben, die nooit bekeerd zullen worden, voldoende is om de mensen tot Christus te brengen. Er is volstrekt geen noodzaak, dat de uitverkorenen gedurende een poosje meer strijd zouden hebben dan aan de verworpenen eigen zijn; de overtuigingen, die de verworpenen kunnen hebben, zijn genoegzaam om de mensen tot Christus te brengen; die ontsteltenis die de ver- worpenen kunnen hebben zijn voldoende, om ze aan de wereld te spenen, om ze hun leven te doen verbeteren en om ze werkzaam te maken om bekeerd te worden. Als een mens maar zoveel besef van de hel heeft, als veel verworpenen hebben gehad, is er geen gevaar, dat zij geen moeite zullen aanwenden om zalig te worden (Psalm 78:34). Hoewel dit hen niet zal bekeren, zal het hen nader bij het koninkrijk Gods brengen dan zij waren, het zal hen Christus doen zoeken en verscheidene beletselen, die bekering in de weg staan, doen te boven komen; hoewel zij het grote kwaad der zonde niet zien, nochtans zullen zij er voor vrezen; hoewel zij de voortreffelijkheid der heiligheid niet zien, nochtans zullen zij er naar zoeken. Algemene overtuigingen zijn een voorbereiding voor bekering.

2. Zij, die bekeerd zullen worden, zijn niet vatbaar voor andere twisting des Geestes, dan die welke algemeen zijn, zolang zij niet vernederd worden en geloven. Het duurt nogal een poosje, nadat God met de uitverkorenen begint te twisten, voordat zij vernederd worden en in Christus komen te geloven. Voordien zijn zij alleen vatbaar voor die twisting des Geestes, welke algemeen zijn. Wat zou er kunnen zijn dan wat ook andere mensen eigen is? Andere mensen hebben vrees voor de hel en het oordeel, besef van toorn, zedelijke overtuigingen van het kwaad der zonde, bemoedigingen, veel ontdekkingen van de goddeloosheid en bedrieglijkheid hunner harten, en wat zouden zij meer kunnen hebben, voor zij meer vernederd zijn? Zij zijn er nog niet vatbaar voor, om het kwaad der zonde en de heerlijkheid van Christus te zien, noch droefheid naar God, noch oprechte begeerten te hebben, omdat zij niet bekeerd zijn. Waarom zou een verworpene niet evenveel overtuiging kunnen hebben als zij? Waarvoor anders zouden zij in hun tegenwoordige omstandigheden vatbaar zijn, als voor wat velen gehad hebben, die nu in de hel zijn? Sommigen spreken van een zaligmakende overtuiging en verslagenheid, doch, wat is dat? Indien het alleen over hel en toorn gaat, dan hebben de verworpenen het zowel als zij. Over het grote kwaad der zonde kan het niet zijn, want dat kan niemand zien, die niet bekeerd is; de natuurlijke mens is blind (Openb. 3:17).

3. Indien er een verschil was, zou men in staat zijn te zeggen wat het verschil is en daar gebruik van maken. Er is onderscheid tussen algemene genade en zaligmakende genade en wij zijn in staat dat verschil aan te wijzen, zo zouden wij ook, indien er verschil was in de overtuigingen van de uitverkorene en de verworpene, in staat zijn uit het Woord Gods aan te wijzen, waarin dat onderscheid bestaat. Indien een gewoon mens dat niet kan doen, dan mocht men toch verwachten, dat zij, die een dieper inzicht in de Schrift hebben, dat zouden kunnen. Daar toch geeft God ons regels, om het verschil, dat in Zijn bedelingen is, te onderscheiden; doch niemand ter wereld is in staat te zeggen welke overtuigingen van hel en toorn de uitverkorenen, en welke de verworpenen eigen zijn. Kunnen wij ze onderscheiden naar hun soort, mate, duur en onmiddellijke gevolgen? Welke regels hebben wij om ons in deze zaak als gids te dienen, en waarvan wij voor mensen een toepasselijk gebruik kunnen maken? Indien zondaren ons een getrouw verslag geven van hun ontsteltenissen, kunnen wij dan de een zeggen, dat zijn overtuigingen zodanig zijn, als de uitverkorenen eigen zijn, en dat zij in bekering zullen eindigen, en de ander, dat zijn overtuigingen de overtuigingen der verworpenen zijn, en dat zij in de verdoemenis zullen eindigen? Het zou een stout stukje zijn voor een mens, dit te ondernemen, de Schrift zwijgt er over, ja, de Schrift zegt het tegendeel: "En die ingingen hebt gij verhinderd" (Lukas 11:52).
Uit welk boek komt dit citaat?

Ik ga weer enorm in herhaling vallen maar dit is dus blijkbaar nodig, ik kom hier weinig mensen tegen die de leer van de voorbereidingen bij de Puriteinen begrijpen.
Die kom ik vaak genoeg tegen die leer, en die heb ik vaak genoeg onder de aandacht gebracht.
Maar de Puriteinen hebben altijd geleerd: Geloof = Christus kennen/omhelzen/vluchten tot Hem.
Als je Christus Jezus niet kent is er geen waar geloof.

Stottard zegt in dat boek waaruit ik citeerde: "Het voorbereidende werk maakt geen deel uit van de bekering maar gaat aan de bekering vooraf"
Het komt uit zijn boek, Een Leidsman Tot Christus. In de voorleiding van deze boekje schrijft Increase Mather: Dat voorbereiding noodzakelijk is, voordat de ziel met Christus kan verenigd worden door het geloof, is een ontwijfelbare waarheid. Hij is niet gekomen om te roepen rechtvaardigen maar zondaren tot bekering. De mensen moeten er van overtuigd zijn, dat zij zondaren zijn, anders zullen zij er niet bitter bedroefd over zijn; de zonde moet hun bitter zijn, anders zullen zij ze niet willen verlaten. Zolang zij hun zonden liefhebben, is het onmogelijk, dat zij in Christus zullen geloven (Joh. 5:44). Zij zullen ook niet tot Christus komen om gerechtigheid en leven, zolang zij geen vernederend gevoel hebben van hun ongerechtigheid (Rom. 10:3). Dit zijn waarheden, die niet te loochenen zijn. Doch of er enig zaligmakend voorbereidend werk is vóór het geloof is een punt waarover onder de Godgeleerden verschil van mening bestaat.

Er was blijkbaar meningsverschil over de dikgedrukte al in hun tijd.
Gebruikersavatar
Johann Gottfried Walther
Berichten: 5205
Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49

Re: Gereformeerde Gemeenten

Bericht door Johann Gottfried Walther »

Citeer dan de hele voorrede:

AAN DE LEZER
Dat voorbereiding noodzakelijk is, voordat de ziel met Christus kan verenigd worden
door het geloof, is een ontwijfelbare waarheid. Hij is niet gekomen om te roepen
rechtvaardigen maar zondaren tot bekering. De mensen moeten er van overtuigd zijn,
dat zij zondaren zijn, anders zullen zij er niet bitter bedroefd over zijn; de zonde moet
hun bitter zijn, anders zullen zij ze niet willen verlaten. Zolang zij hun zonden
liefhebben, is het onmogelijk, dat zij in Christus zullen geloven (Joh. 5:44). Zij zullen
ook niet tot Christus komen om gerechtigheid en leven, zolang zij geen vernederend
gevoel hebben van hun ongerechtigheid (Rom. 10:3). Dit zijn waarheden, die niet te
loochenen zijn. Doch of er enig zaligmakend voorbereidend werk is vóór het geloof is
een punt waarover onder de Godgeleerden verschil van mening bestaat.
Mijn geleerde onderwijzer Mr. Norton, een beroemd leraar te Boston, heeft in de
voorrede van zijn "Rechtzinnige Evangelist" breedvoerig het tegendeel bewezen, en
de waardige schrijver van de volgende verhandeling is dit met hem eens.
Het is in sommige predikanten een dwaling, en wel een tirannieke dwaling geweest,
dat zij hun eigen persoonlijke bevindingen als regel hebben gesteld voor alle anderen,
terwijl het Gode behaagt zeer verschillend te handelen in het brengen van Zijn uitverkorenen tot Christus, hoewel de bekering, wat het wezen der zaak betreft, in allen
die tot een staat van zaligheid zijn overgebracht dezelfde is. Sommigen hebben zulke
verschrikkingen en benauwdheid der consciëntie ondervonden, welke anderen, die
nochtans ware gelovigen in Christus zijn, onbekend zijn gebleven.
Op die vraag: "Welke mate van voorbereidend werk is noodzakelijk tot bekering?"
antwoordt Mr. Norton zeer verstandig:
"Gelijk de hoogste mate geen noodzakelijk verband houdt met de zaligheid, zo brengt
de geringste mate de ziel in een voorbereidende geschiktheid, of in een stand, welke
haar zo na mogelijk vatbaar maakt voor het aannemen van Christus. Er is niet dezelfde
trap van vernedering in allen, die bekeerd worden, want sommigen gevoelen een
grotere, anderen een mindere mate van benauwdheid, doch allen die waarlijk bekeerd
zijn, zijn vernederd. Het kan ook niet worden bepaald hoelang iemand onder vrezen
en verschrikkingen moet blijven, voordat hij waarlijk bekeerd is. Vast te stellen, dat de
mensen zoveel jaren of maanden onder een geest der dienstbaarheid moeten zijn, voor
zij in Christus kunnen geloven, is in strijd met de bevinding van vele Godvruchtige
zielen en met de Schrift."
Het voorbereidend werk van de bekeerden, dat in de Heilige Schrift vermeld wordt,
was niet van lange duur.

Die hoogst voortreffelijke Godgeleerde Dr. Thomas Goodwin merkt op, dat een mens
te lang onder het water van Johannes de Doper kan gehouden worden, en dat
sommigen dat te ver gedreven en er te sterk op aangedrongen hebben als een voorbereidend werk, waarin het begin van het ware geloof begrepen is.

Zulke schrijvers, die gesteld hebben, dat men geen oprechte bekeerde kan zijn,
wanneer men niet een aanmerkelijke tijd onder zware wettische verschrikkingen
verkeerd heeft, hebben ongegronde vrezen en verwarring veroorzaakt in de
gemoederen van veel begenadigde zielen, tot wier ondersteuning en verlichting de
Eerwaarde Mr. Fermin een uitstekend boek heeft uitgegeven, getiteld: "De ware
Christen". Kinderen van Godvrezende ouders, die een godsdienstige opvoeding
hebben genoten en bewaard zijn voor schandelijke zonden, welke de consciëntie
wonden en verwoesten, zijn dikwijls begunstigd met een gemakkelijke, zowel als met
een vroegtijdige bekering; het zaad der genade is in hun harten ontsproten, zij weten
zelf niet hoe (Markus 4:27). Zodat zij, hoewel zij met de blindgeborene, die ziende
gemaakt was, kunnen zeggen: "Een ding weet ik, dat ik blind was en nu zie," nochtans
de juiste tijd niet kunnen aanwijzen.
Het is, zegt Mr. Norton, onze plicht God te danken, dat wij bekeerd zijn en onszelf niet
zonder grond behoeven te kwellen omtrent de tijd onzer bekering.
Hij haalt hierbij Mr. Pemble aan, die schrijft dat het voor de meeste bekeerden
onmogelijk is, de maand, de dag of het uur aan te wijzen, waarin zij bekeerd zijn, en
dat het in allen zeer moeilijk is na te gaan, hoewel ik, zegt hij, niet ontken, dat in
sommigen, de tijd zeer duidelijk waarneembaar is.
Niettemin zijn zij, die grote zondaren geweest zijn, merendeels niet bekeerd zonder
vreselijke verschrikkingen der consciëntie. De leer van onze grote Hooker, van wie
Dr. Goodwin zegt, dat indien er in deze eeuw iemand geweest is, die in de geest van
Johannes de Doper gekomen is, dat het dan Hooker was, zal een droevige waarheid
bevonden worden, dat God grove en schandelijke zondaren gewoonlijk veel
verbrekingen des harten doet doorstaan, voordat zij tot Christus worden gebracht.
Voornamelijk is dit zo, indien de Heere voorneemt ze dienstbaar te maken voor Zijn
naam. Saulus, later Paulus, had een verschrikkelijke bekering, hoewel hij niet lang in
de angsten der wedergeboorte gestaan heeft. Zo iets staat van Luther niet aangetekend.
De beroemde Mr. Rogers van Dedham was in zijn jeugd zeer buitensporig. Mr.
Richard van Wethersfield, die een bloedverwant van hem was, verstrekte zijn hulp om
hem aan de Hogeschool te onderhouden, waar hij zijn boeken verkocht en het geld
verkwistte, zodat zijn bloedverwant en beschermer zich aan hem zou onttrokken
hebben, hadden niet de dringende verzoeken van een nabestaande hem overgehaald,
om het nog eenmaal met hem te beproeven. Toen hij zag welk een wonderlijke
verandering bekerende genade bij de jongeling had teweeggebracht, placht hij dikwijls
te zeggen, dat hij met het oog op John Rogers nooit meer aan een mens zou
wanhopen. Het was Gods voornemen, dat deze zeer goddeloze jongeling een
instrument zou gemaakt worden tot verheerlijking van Zijn Naam en tot het welzijn
van velen van Zijn uitverkorenen. Hij was niet voor niets verbrijzeld onder de hand
van de Almachtige. Groot waren de verschrikkingen zijner ziel gedurende enige tijd,
wanneer hij gelegenheid had zich onder het struikgewas in het veld af te zonderen, om
tot God te bidden en te roepen om genade. Men is van gedachte, dat hij toen hij
bekeerd was als middel gebruikt is, om meer zielen te bekeren, dan enig ander leraar
in Engeland. Hij was bezield met een zeldzame ijver; hij had een gave van zich uit te
drukken in zijn prediken, welke in iemand anders belachelijk zou geweest zijn, doch
die in hem zeer gepast en ontzagwekkend was.
Dit deed Mr. Browning tot Mr. Ward zeggen: John Rogers zal met zijn ongeregelde
toon meer uitwerken, dan wij allen met onze ordelijke muziek. Doch dit is Gods
gewone wijze van doen met dezulken onder Zijn uitverkorenen, die in zware zonden
zijn gevallen; Hij brengt ze tot Zich door grote verschrikkingen.
Ter bevestiging hiervan zou ik tot voorbeeld Mr. Bolton hebben kunnen aanhalen,
wiens voortreffelijke boeken hem beroemd hebben gemaakt in de Kerke Gods. Voor
zijn bekering was hij zeer goddeloos. Hij was een liefhebber van toneelspelen, kaarten
en dobbelen, was een afschuwelijk vloeker en sabbatschender, een vrolijke klant, die
God, noch de goeden liefhad; hij haatte het Puriteins prediken. Horende welk een
naam van Mr. Perkins uitging, begaf hij zich naar Cambridge, om hem te horen
preken, en hem gehoord hebbende zeide hij, dat hij een droge, onwetende kerel was en
een hoogst onbetekenende geleerde. Deze man was na zijn bekering een uitstekend
heilige en een dienaar van Jezus Christus, die met veel vrucht arbeidde. Doch de wijze
van zijn bekering was verschrikkelijk. Zijn zonden drukten hem zo zwaar terneder, dat
hij brulde wegens de angst zijns harten en soms in de nacht zijn bed uit moest wegens
zijn zielsangsten. Zijn ellende werd bovendien nog vermeerderd, doordat hij gekweld
werd met smartelijke verzoekingen, afschuwelijke omtrent God, en verschrikkelijke
omtrent het geloof. Deze hartbrekende smarten duurden vele maanden lang. Zij eindigden in een gezonde bekering.
Er zijn er, die gesteld hebben, dat een mens niet voldoende is voorbereid voor
Christus, wanneer hij niet tot die engte is gebracht, dat hij uit liefde tot de ere Gods er
mede tevreden is eeuwig verdoemd te worden.
Een afschuwelijke stelling, die terecht door de schrijver van deze verhandeling wordt
verworpen en door de "Rechtzinnige Evangelist" wordt weerlegd.
Nochtans komen er enkele ongelukkige uitdrukkingen van die aard voor in een boek
over Vernedering, dat onder de naam van Mr. Hooker doorgaat, waardoor die grote
schrijver ongelooflijk groot ongelijk is aangedaan. Misschien zal het sommige lezers
voldoening geven, te horen wat Dr. Goodwin heeft geschreven in betrekking tot Mr.
Hooker's boeken over "de Voorbereiding voor Christus", die in zijn brief als voorrede
voor de preken van Mr. Hooker over Hand. 2:37 deze woorden schrijft:
"Er zijn lang geleden veel delen en stukken van deze schrijver over dit onderwerp in
preekvorm uitgegeven, die hier in Engeland door hem gepredikt, doch door een
onbevoegde hand zijn opgetekend en, onbeschaamd genoeg, na zijn vertrek naar deze
meer afgelegen delen der wereld, zonder zijn voorkennis of toestemming, zijn gedrukt
en uitgegeven". Dit is een van de grootste beledigingen, die men iemand kan aandoen.
Zodoende is zijn rechte mening, en dat in punten van zoveel gewicht, niet zuiver
weergegeven in deze gedrukte preken. Zij verschillen in sommige zaken van de
gemene denkwijze en van de duidelijke en heldere vorm waarin hij zijn begrippen en
meningen placht voor te stellen, en zijn dan ook in menigte van uitdrukkingen
misvormd en verkeerd voorgesteld en voor het overige onvolmaakt en slecht
afgewerkt."
Wat Dr. Goodwin zegt is een genoegzame verdediging van de vermaarde naam van
Mr. Hooker tegen de aanmerkingen, die gemaakt zijn op enkele onbehoorlijke
uitdrukkingen in die boeken, waarvan beweerd wordt, dat zij van hem zijn, doch die
nooit met zijn toestemming gedrukt zijn.
Hetzelfde moet gezegd worden van sommige uitdrukkingen in Mr. Shepard's "Ware
Bekering", welke grote onrust hebben verwekt in het gemoed van sommige
Godvruchtigen en hen bevreesd hebben gemaakt in Christus te geloven, onder diepe
indrukken van hun ellende buiten Hem. Aangaande dit boek schrijft Mr. Shepard in
een brief aan Mr. Fermin, gedateerd 27 december 1647:
"Ik heb dat boek "De ware bekering" niet in mijn bezit; ik heb het eens gezien. Het
was een verzameling van zulke aantekeningen in zekere duistere stad in Engeland,
welke iemand die van mij gekregen hebbende, buiten mijn wil of medeweten heeft
uitgegeven. Ik verlang er ook niet naar het te zien. Hij, die het heeft uitgegeven,
bekent, dat het niet zoals het oorspronkelijk geschreven, doch met veranderingen in
het licht gegeven is".
Gewoonlijk worden jong bekeerden met vreze gekweld, of zij de zonde tegen de
Heilige Geest hebben begaan. Ik kan mij in het minst niet verenigen met het gevoelen
van Dr. Tillotson, die veronderstelt, dat niemand in onze dagen aan die zonde schuldig
is of zijn kan, noch iemand buiten hen, die ooggetuigen waren van de wonderen,
welke onze Zaligmaker verrichtte.
Ik ben het eerder eens met Dr. Collings, wiens woorden zijn: "Vergun mij mijn vrees
uit te spreken: Naar mijn gedachten leven wij in een eeuw waarin er zo velen zijn, die
deze zonde hebben begaan, welke nooit zal vergeven worden, als in enige eeuw sedert
onze Heere op aarde verkeerde. Zijn er niet velen in onze dagen, die eens verlicht
geweest zijnde, niet alleen tegen het licht hunner opvoeding hebben gezondigd, maar
ook boosaardige haters zijn geworden van die heilige waarheden en wegen Gods in
welke zij waren ingewijd en kwaadwillige vervolgers van allen, die het waarachtige
en zuivere Evangelie belijden. Zondigen dezulken niet willens, nadat zij de kennis der
waarheid hebben ontvangen? En hebben zij de Geest der genade geen smaadheid
aangedaan? Wat dezulken betreft, die met ongegronde vrees verontrust zijn, dat zij
zich aan die zonde hebben schuldig gemaakt, de Eerwaarde schrijver van deze
verhandeling heeft hun daarin voorgesteld wat dienstig kan zijn, om hun verontruste
consciëntie te stillen en te bevredigen".
Het is bekend, dat ik in sommige punten, niet in fundamentele stukken, van deze
beminde schrijver verschil. Nochtans, evenals Hiëronimus, niettegenstaande er
verschil van gevoelen tussen hem en Augustinus was, zeide: "Ik kan niet anders dan
Christus in Augustinus liefhebben"; zo ook zeg ik het hem na omtrent mijn broeder
Stoddard.
Mijn gebed is, dat de Heere dit en al zijn heilige arbeid moge zegenen tot bekering en
zaligheid van vele van Gods uitverkorenen.

INCREASE MATHER.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Refiosi
Berichten: 261
Lid geworden op: 02 jan 2014, 16:23

Re: Gereformeerde Gemeenten

Bericht door Refiosi »

Dat maakt het niet anders. Ik denk dat KDD een goed punt heeft.
Gebruikersavatar
Johann Gottfried Walther
Berichten: 5205
Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49

Re: Gereformeerde Gemeenten

Bericht door Johann Gottfried Walther »

Nee het punt is, dat velen tegen Gods woord in gaan, en op dit punt dwaalden ook veel Nadere-Reformatoren.
Zonder Christus(kennis)/Christus omhelzen, geen geloof en geen behoud.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
BSH
Berichten: 178
Lid geworden op: 08 feb 2022, 08:01

Re: Gereformeerde Gemeenten

Bericht door BSH »

1 Johannes 5:12
Die den Zoon [van God met een waar geloof aangenomen] heeft, die heeft het leven; die den Zone Gods niet [aangenomen] heeft, die heeft het leven niet.

Zullen we deze Bijbelse waarheden gewoon vasthouden?
Plaats reactie