Gedichten
- Dodo
- Berichten: 5845
- Lid geworden op: 15 jun 2013, 15:40
- Locatie: dodo.refoforum@gmail.com
Re: Gedichten
DODE HOND
Ik heb de hond laten sterven – daar lag ze
en ik dacht: waar gaat ze nu heen waar
zal ze blijven. Om de dood te begrijpen.
Het lichaam wordt wel gezien als een nest
het tijdelijk verblijf van een onzichtbare
vogel – een afgezant van de eeuwigheid.
Zo zie ik het niet. En toch toen de hond stierf
wat gebeurde er toch dat ik wist dat ze stierf
alsof haar lichaam door iets werd verlaten.
Ik kan niet anders zien dan dat die dode hond
nog leeft en om mij vraagt, zo sterk is
de herinnering, sterker dan ik.
Maar wat van mij hield is weg, ik graaf een gat
leg wat er overbleef daarin en gooi het dicht.
De hond is nergens meer, iedere dag.
(Rutger Kopland)
Ik heb de hond laten sterven – daar lag ze
en ik dacht: waar gaat ze nu heen waar
zal ze blijven. Om de dood te begrijpen.
Het lichaam wordt wel gezien als een nest
het tijdelijk verblijf van een onzichtbare
vogel – een afgezant van de eeuwigheid.
Zo zie ik het niet. En toch toen de hond stierf
wat gebeurde er toch dat ik wist dat ze stierf
alsof haar lichaam door iets werd verlaten.
Ik kan niet anders zien dan dat die dode hond
nog leeft en om mij vraagt, zo sterk is
de herinnering, sterker dan ik.
Maar wat van mij hield is weg, ik graaf een gat
leg wat er overbleef daarin en gooi het dicht.
De hond is nergens meer, iedere dag.
(Rutger Kopland)
Re: Gedichten
Heel sprekend voor mij in deze periode.Dodo schreef:DODE HOND
Ik heb de hond laten sterven – daar lag ze
en ik dacht: waar gaat ze nu heen waar
zal ze blijven. Om de dood te begrijpen.
Het lichaam wordt wel gezien als een nest
het tijdelijk verblijf van een onzichtbare
vogel – een afgezant van de eeuwigheid.
Zo zie ik het niet. En toch toen de hond stierf
wat gebeurde er toch dat ik wist dat ze stierf
alsof haar lichaam door iets werd verlaten.
Ik kan niet anders zien dan dat die dode hond
nog leeft en om mij vraagt, zo sterk is
de herinnering, sterker dan ik.
Maar wat van mij hield is weg, ik graaf een gat
leg wat er overbleef daarin en gooi het dicht.
De hond is nergens meer, iedere dag.
(Rutger Kopland)
Dankjewel voor het plaatsen.
Stil mijn ziel wees stil, en wees niet bang voor de onzekerheid van morgen. God omgeeft je steeds, Hij is erbij, in je beproevingen en zorgen!
- Dodo
- Berichten: 5845
- Lid geworden op: 15 jun 2013, 15:40
- Locatie: dodo.refoforum@gmail.com
Re: Gedichten
Dit was inderdaad ook voor jou.
Wij hebben vier jaar geleden de hond laten inslapen, en het doet gewoon verdriet. Dit gedicht sprak mij daarom ook aan.
Wij hebben vier jaar geleden de hond laten inslapen, en het doet gewoon verdriet. Dit gedicht sprak mij daarom ook aan.
Re: Gedichten
Wat een prachtig gedicht. En wat jammer dat dit beeld van de geest die van de aarde opstijgt verder niet in zijn gedachten is. Maar goed. Het blijft een mooi gedicht.
Re: Gedichten
GPT kletst maar wat raak

en Copilot kwam er ook niet uit.GPT schreef:De dichtregel "Hoe menig treurig hart is door U niet verblijd?" is afkomstig uit een psalm die door Joannes Eusebius Voet werd bewerkt in zijn psalmberijming van 1773. Deze tekst is onderdeel van de berijmde versie van Psalm 84.
Zou Wulfert Floor het niet zelf hebben gedicht?
~~Soli Deo Gloria~~
Re: Gedichten
Ik zag het later ook, ja.Hendrikus schreef: ↑23 sep 2024, 17:20GPT kletst maar wat raak
en Copilot kwam er ook niet uit.GPT schreef:De dichtregel "Hoe menig treurig hart is door U niet verblijd?" is afkomstig uit een psalm die door Joannes Eusebius Voet werd bewerkt in zijn psalmberijming van 1773. Deze tekst is onderdeel van de berijmde versie van Psalm 84.
Zou Wulfert Floor het niet zelf hebben gedicht?
Een paar keer gaf ik als reactie: het is onzin wat je zegt. Dan komt hij met een hartelijk excuus en een nieuw onzin-voorstel.
Re: Gedichten
Niet een gedicht, een hymn maar het rijmt wel
1 I sought the Lord, and afterward I knew
He moved my soul to seek Him, seeking me;
it was not I that found, O Savior true;
no, I was found of Thee.
2 Thou didst reach forth Thy hand and mine enfold;
I walked and sank not on the storm-vexed sea;
'twas not so much that I on Thee took hold,
as Thou, dear Lord, on me.
3 I find, I walk, I love, but O, the whole
of love is but my answer, Lord, to Thee!
For Thou wert long beforehand with my soul,
always Thou lovedst me.
---
He was the seeker.
He was the mover.
He was the initiator.

1 I sought the Lord, and afterward I knew
He moved my soul to seek Him, seeking me;
it was not I that found, O Savior true;
no, I was found of Thee.
2 Thou didst reach forth Thy hand and mine enfold;
I walked and sank not on the storm-vexed sea;
'twas not so much that I on Thee took hold,
as Thou, dear Lord, on me.
3 I find, I walk, I love, but O, the whole
of love is but my answer, Lord, to Thee!
For Thou wert long beforehand with my soul,
always Thou lovedst me.
---
He was the seeker.
He was the mover.
He was the initiator.
- Johann Gottfried Walther
- Berichten: 5188
- Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49
Re: Gedichten
Ik zocht dit op, omdat het nog wel eens geciteerd wordt, maar wat mij opvalt, wordt vaak alleen het eerst stukje van het eerst vers geciteerd,
maar niet de verzen 3 en 4:
1. Als onder 't heilig recht
de ziele niet meer vecht,
maar billijkt 't zondeloon,
wat haar ook overkoom',
rechtvaardigend haar God,
wat eeuwig zij haar lot.
2. Als in haar laatste vreugd
(het eren van Gods deugd)
de deugd van 't recht het wint,
al eist zij: dood het kind!
O, stonde van 't gericht;
O, dood'lijkst tijdsgewricht.
3. Toch wordt verloren gaan
door God niet toegestaan.
Hier wordt de Zoon gekust,
eer z' op de weg vergaat.
Hier wordt zij welbewust
verzekerd van haar staat.
4. Hier drinkt zij 't bloed des Lams,
't welk haar in 't leven laat.
Hier wordt de toorn geblust,
en is het: vreê met God
door 't offer van Zijn Zoon.
O, aller zaligst lot.
maar niet de verzen 3 en 4:
1. Als onder 't heilig recht
de ziele niet meer vecht,
maar billijkt 't zondeloon,
wat haar ook overkoom',
rechtvaardigend haar God,
wat eeuwig zij haar lot.
2. Als in haar laatste vreugd
(het eren van Gods deugd)
de deugd van 't recht het wint,
al eist zij: dood het kind!
O, stonde van 't gericht;
O, dood'lijkst tijdsgewricht.
3. Toch wordt verloren gaan
door God niet toegestaan.
Hier wordt de Zoon gekust,
eer z' op de weg vergaat.
Hier wordt zij welbewust
verzekerd van haar staat.
4. Hier drinkt zij 't bloed des Lams,
't welk haar in 't leven laat.
Hier wordt de toorn geblust,
en is het: vreê met God
door 't offer van Zijn Zoon.
O, aller zaligst lot.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Re: Gedichten
Een gedicht van Rijer PothovenJohann Gottfried Walther schreef: ↑04 nov 2024, 11:37 Ik zocht dit op, omdat het nog wel eens geciteerd wordt, maar wat mij opvalt, wordt vaak alleen het eerst stukje van het eerst vers geciteerd,
maar niet de verzen 3 en 4:
[...]
Hier wordt de toorn geblust,
en is het: vreê met God
door 't offer van Zijn Zoon.
O, aller zaligst lot.

~~Soli Deo Gloria~~
Re: Gedichten
Ds. A.P. van der Meer haalde dit gedicht vaak aan, alle coupletten. Ik ken het daardoor uit mijn hoofd.Johann Gottfried Walther schreef:Ik zocht dit op, omdat het nog wel eens geciteerd wordt, maar wat mij opvalt, wordt vaak alleen het eerst stukje van het eerst vers geciteerd,
maar niet de verzen 3 en 4:
1. Als onder 't heilig recht
de ziele niet meer vecht,
maar billijkt 't zondeloon,
wat haar ook overkoom',
rechtvaardigend haar God,
wat eeuwig zij haar lot.
2. Als in haar laatste vreugd
(het eren van Gods deugd)
de deugd van 't recht het wint,
al eist zij: dood het kind!
O, stonde van 't gericht;
O, dood'lijkst tijdsgewricht.
3. Toch wordt verloren gaan
door God niet toegestaan.
Hier wordt de Zoon gekust,
eer z' op de weg vergaat.
Hier wordt zij welbewust
verzekerd van haar staat.
4. Hier drinkt zij 't bloed des Lams,
't welk haar in 't leven laat.
Hier wordt de toorn geblust,
en is het: vreê met God
door 't offer van Zijn Zoon.
O, aller zaligst lot.
Re: Gedichten
Ik ken het ook, vaak geciteerd in preken.windorgel schreef: ↑04 nov 2024, 18:15Ds. A.P. van der Meer haalde dit gedicht vaak aan, alle coupletten. Ik ken het daardoor uit mijn hoofd.Johann Gottfried Walther schreef:Ik zocht dit op, omdat het nog wel eens geciteerd wordt, maar wat mij opvalt, wordt vaak alleen het eerst stukje van het eerst vers geciteerd,
maar niet de verzen 3 en 4:
1. Als onder 't heilig recht
de ziele niet meer vecht,
maar billijkt 't zondeloon,
wat haar ook overkoom',
rechtvaardigend haar God,
wat eeuwig zij haar lot.
2. Als in haar laatste vreugd
(het eren van Gods deugd)
de deugd van 't recht het wint,
al eist zij: dood het kind!
O, stonde van 't gericht;
O, dood'lijkst tijdsgewricht.
3. Toch wordt verloren gaan
door God niet toegestaan.
Hier wordt de Zoon gekust,
eer z' op de weg vergaat.
Hier wordt zij welbewust
verzekerd van haar staat.
4. Hier drinkt zij 't bloed des Lams,
't welk haar in 't leven laat.
Hier wordt de toorn geblust,
en is het: vreê met God
door 't offer van Zijn Zoon.
O, aller zaligst lot.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Gedichten
Zelfs dan
n.a.v. Habakuk 3:17-19
Wanneer de vijgeboom niet bloeien zou...
de wijnstok niet zijn opbrengst meer zou geven...
de schapen uit de stallen zijn verdreven...
dan zal ik nochtans juichen in Gods trouw.
Al zal ik altijd eenzaam moeten zijn
en niemand hebben voor wie ik kon zorgen...
al zou ik 's avonds bang zijn voor de morgen...
dan zou Gods Naam nóg op mijn lippen zijn;
dan zal ik nochtans juichen in de Heer.
Ik zal…ach God, wat zeg ik grote dingen;
U weet hoe dikwijls ik niet wilde zingen....
de bomen bloeiden....maar ik zong niet meer....
Toch is Uw goedheid als de morgendauw;
toch blijft Gij met Uw zorgen mij omringen...
Leer mij weer danken, God, leer mij weer zingen
ook als de vijgeboom niet bloeien zou....
Nel Benschop
n.a.v. Habakuk 3:17-19
Wanneer de vijgeboom niet bloeien zou...
de wijnstok niet zijn opbrengst meer zou geven...
de schapen uit de stallen zijn verdreven...
dan zal ik nochtans juichen in Gods trouw.
Al zal ik altijd eenzaam moeten zijn
en niemand hebben voor wie ik kon zorgen...
al zou ik 's avonds bang zijn voor de morgen...
dan zou Gods Naam nóg op mijn lippen zijn;
dan zal ik nochtans juichen in de Heer.
Ik zal…ach God, wat zeg ik grote dingen;
U weet hoe dikwijls ik niet wilde zingen....
de bomen bloeiden....maar ik zong niet meer....
Toch is Uw goedheid als de morgendauw;
toch blijft Gij met Uw zorgen mij omringen...
Leer mij weer danken, God, leer mij weer zingen
ook als de vijgeboom niet bloeien zou....
Nel Benschop
De HEERE is goed, Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid, en Zijn getrouwheid van geslacht tot geslacht..!
Re: Gedichten
Ik vernam vanmorgen dat onze predikant vanavond voornemens is om hierover te preken.Groot Blankenstein schreef: ↑06 nov 2024, 11:58 Zelfs dan
n.a.v. Habakuk 3:17-19
Wanneer de vijgeboom niet bloeien zou...
de wijnstok niet zijn opbrengst meer zou geven...
de schapen uit de stallen zijn verdreven...
dan zal ik nochtans juichen in Gods trouw.
Al zal ik altijd eenzaam moeten zijn
en niemand hebben voor wie ik kon zorgen...
al zou ik 's avonds bang zijn voor de morgen...
dan zou Gods Naam nóg op mijn lippen zijn;
dan zal ik nochtans juichen in de Heer.
Ik zal…ach God, wat zeg ik grote dingen;
U weet hoe dikwijls ik niet wilde zingen....
de bomen bloeiden....maar ik zong niet meer....
Toch is Uw goedheid als de morgendauw;
toch blijft Gij met Uw zorgen mij omringen...
Leer mij weer danken, God, leer mij weer zingen
ook als de vijgeboom niet bloeien zou....
Nel Benschop
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Gedichten
Wij zingen vanavond ook uit Habakuk 3:
1 O God, uw stem heb ik vernomen,
uw recht trekt dwars door alles heen;
als Rechter zult Gij tot ons komen,
uw oordeel gaat door merg en been –
toch wacht ik, hoe de vijand woedt,
vertrouwend af al wat Gij doet.
2 Al zou de vijgeboom niet bloeien,
de akker zonder vruchten zijn,
al zou er geen olijf meer groeien,
al bleef de wijnstok zonder wijn,
al had ik niets meer, al met al,
geen schaap, geen rund meer in de stal –
3 nochtans zal ik de vreugde vinden,
ja, juichen zal ik in de Heer!
Mijn voeten zijn als die der hinden,
God brengt mij op mijn hoogten weer –
het loflied overstemt de klacht:
De Heere Heere is mijn kracht!
tekst A.F. Troost
melodie Musicalisch Hand-Buch der Geistlichen Melodien
Weerklank 37
1 O God, uw stem heb ik vernomen,
uw recht trekt dwars door alles heen;
als Rechter zult Gij tot ons komen,
uw oordeel gaat door merg en been –
toch wacht ik, hoe de vijand woedt,
vertrouwend af al wat Gij doet.
2 Al zou de vijgeboom niet bloeien,
de akker zonder vruchten zijn,
al zou er geen olijf meer groeien,
al bleef de wijnstok zonder wijn,
al had ik niets meer, al met al,
geen schaap, geen rund meer in de stal –
3 nochtans zal ik de vreugde vinden,
ja, juichen zal ik in de Heer!
Mijn voeten zijn als die der hinden,
God brengt mij op mijn hoogten weer –
het loflied overstemt de klacht:
De Heere Heere is mijn kracht!
tekst A.F. Troost
melodie Musicalisch Hand-Buch der Geistlichen Melodien
Weerklank 37
~~Soli Deo Gloria~~
Re: Gedichten
In het Dankdag-topic is een preek over deze stof te beluisteren.Hendrikus schreef: ↑06 nov 2024, 13:38 Wij zingen vanavond ook uit Habakuk 3:
1 O God, uw stem heb ik vernomen,
uw recht trekt dwars door alles heen;
als Rechter zult Gij tot ons komen,
uw oordeel gaat door merg en been –
toch wacht ik, hoe de vijand woedt,
vertrouwend af al wat Gij doet.
2 Al zou de vijgeboom niet bloeien,
de akker zonder vruchten zijn,
al zou er geen olijf meer groeien,
al bleef de wijnstok zonder wijn,
al had ik niets meer, al met al,
geen schaap, geen rund meer in de stal –
3 nochtans zal ik de vreugde vinden,
ja, juichen zal ik in de Heer!
Mijn voeten zijn als die der hinden,
God brengt mij op mijn hoogten weer –
het loflied overstemt de klacht:
De Heere Heere is mijn kracht!
tekst A.F. Troost
melodie Musicalisch Hand-Buch der Geistlichen Melodien
Weerklank 37
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«