Mooi!Arja schreef: ↑17 aug 2023, 16:37Daar past deze ook wel bij:J.C. Philpot schreef: ↑17 aug 2023, 07:01 Weer anderen scheppen er vermaak in om moeilijke godsdienstige vraagstukken te bespreken. Daarover kunnen ze zeer gevat redeneren, zó dat men er verbaasd van staat. Intussen spreken zij niet over de belangrijkste vraag, de levensvraag, hoe zij zalig zullen worden. Daar zeilen ze omheen, want die vraag bevalt hun niet. Soms zijn ze wel bezig met allerlei vragen en verklaringen over de leer der zaligheid, maar dan zijn het slechts beschouwingen. Helaas, de innerlijke bezorgdheid des harten, hoe zij zalig zullen worden, ontbreekt. Het is te vrezen, dat veel schriftgeleerden, met al hun vragen, geschriften en bespiegelende kennis, verloren zullen gaan. De armen van geest, de treurende zondaars, zullen echter eens binnengaan in de hemel en daar eeuwig God verheerlijken.
Ds. F. Costerius
Stop er eens mee, Nicodemus! Je begint bij de verkeerde weg, je komt als een onderzoeker, Je moet als een kind komen, Je moet komen om te ontvangen en te luisteren. Neem Mijn juk op je."Is de moeilijkheid van velen van ons niet, dat wij met onze kritiek de Bijbel en Jezus benaderen? Wij zijn de onderzoekers. We zijn niet van plan om aan Zijn voeten te gaan zitten, Hem aan te kijken en naar Hem te luisteren. Liever komen wij vol van eigen theorieën en ideeën. Wij zeggen, 'nee, dit begrijpen we niet helemaal. Daarvan willen we graag uitleg.' Zo maken wij van Christus een soort leerling, Die door ons wordt geexamineerd. Wij zijn de gezagsdragers en Hij wordt, als het ware, op de proef gesteld. Maar dat is niet de betekenis van het komen tot Hem en het opnemen van Zijn juk...." Uit: The Heart of the Gospel, D. Martyn Lloyd Jones.
Gelezen (geloofsopbouwend)
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
- J.C. Philpot
- Berichten: 10004
- Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Een tweede kenmerk (want we moeten deze tekenen niet op zichzelf beschouwen) van het ware beven is dat de ziel God rechtvaardigt. Dit is een zeer belangrijk onderscheid, want die zeer grote vrees kan zelfs voorkomen bij iemand die verloren gaat. Daarom moet u dit kenmerk van de ware vrees erbij nemen: de ziel die op deze wijze beeft voor wat God hem in Zijn Woord geopenbaard heeft, zal God en Zijn Woord in alles rechtvaardigen. Ook al spreekt het Woord vreselijke dingen tegen hem, hij keurt Gods Woord en God in Zijn Woord toch rechtvaardig.De ziel valt neer en rechtvaardigt God in al Zijn gestrengheid die Hij in Zijn Woord openbaart tegen die zonden waaraan deze ziel zich schuldig weet. Het is zeer hoopgevend als het hart hiertoe komt. Er zijn velen die beven, maar ze morren tegen God en mopperen tegen de gerechtigheid van God en Zijn Woord; maar wanneer de HEERE het hart vrees inboezemt en de ziel ertoe brengt om Hem en Zijn Woord te rechtvaardigen, dan is de ziel werkelijk op de goede weg.
Ds. J. Burroughs
Ds. J. Burroughs
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.
George Whitefield
George Whitefield
- J.C. Philpot
- Berichten: 10004
- Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Als deze gesteldheid zo aangenaam is dat God zulke hoge achting heeft voor het beven voor Zijn Woord, dan leren we daaruit allereerst dat God anders oordeelt dan mensen. Wat dierbaar is onder de mensen is niet dierbaar voor God, en dat wat niet dierbaar is onder de mensen is wel dierbaar voor God. Mensen geven altijd de voorkeur aan stoere, vrolijke en dappere zielen die heel wat aandurven. Ze willen daarentegen zo gauw mogelijk af van mensen die beven en vrezen voor alles wat het Woord zegt en wier geweten gauw verontrust is, mensen met een arme, gebroken en verslagen geest. Zij achten de hoogmoedigen gelukzalig, maar God acht het bevende hart gelukzalig. Dat hart is in Gods ogen gezegend.De wereld veracht zo iemand die beeft en siddert voor het Woord. Die ziel kan de onverschrokkenheid van wereldse mensen niet verdragen. Is er echter zo'n arme ziel die voor Gods aangezicht voor Zijn Woord beeft en siddert? "Op deze zal Ik zien', zegt God. Er is in de hemel en op aarde geen voorwerp te vinden dat Mij meer behaagt dan iemand die voor Mij beeft.'
Ds. J. Burroughs
Ds. J. Burroughs
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.
George Whitefield
George Whitefield
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Ralph Erskine schreef: uit een preek over Handelingen 13 vers 26, "tot u is het woord dezer zaligheid gezonden.:
Ziet hier ook een tegengif tegen vele dwalingen van deze tijd. Hier is een tegengif tegen enthousiastische of geestdrijverijen en dwalingen, namelijk, als wij het Woord van God tot de regel en grond stellen van het geloof en elke bijzondere plicht. Sommigen zullen zeggen, wij moeten wachten op het uitstorten van de Geest; zolang de Geest niet komt, is het niets gedaan; daarom moeten wij stilzitten en niets doen, hetzij inzake het werk van onze zaligheid, of het werk van de wedergeboorte, of in persoonlijk of openbaar werk. Wel, hier is een bedrog, hier is geestdrijverij, als wij de Geest, en niet het Woord van God, tot de regel van het geloof en de plicht maken. Toen God aan de Rode Zee tot Mozes sprak: "Zeg de kinderen Israëls, dat zij voorttrekken, " mocht het ongeloof zeggen: Wat? Voorttrekken, in de zee, en allen verdrinken? Neen, wacht totdat wij zien, dat de wateren gekliefd worden. Neen, zegt God, "Zeg het volk, dat zij voorttrekken!" En op het Woord en de roeping Gods voorttrekkende, die Zijn roeping en Zijn Woord tot de regel van het geloof en de plicht maakte, bevonden zij, dat in die weg de zee voor hen gekliefd werd. Op Gods werken te wachten, hetzij uitwendig of inwendig, zonder de roeping van Zijn Woord te beantwoorden en voort te gaan in de weg van de plicht, is te wachten zonder machtiging; het is een waan, een verzoeken van God. U moet ten doel hebben het woord van de zaligheid te geloven, dat tot u gezonden is.
Zij die wij Kwakers noemen, zeggen, dat wij niet behoren te bidden voordat de Geest ons beweegt; zij maken de inwendige aandrijvingen van de Geest, en niet het Woord van God, tot de regel van de plicht. Zo is het geen wonder, dat zij misleid worden door een geest van de dwaling, want het Woord van God is het zwaard des Geestes, en al kunnen wij niet strijden zonder de Geest, toch zal de Geest niet voor of met hen strijden, die zijn zwaard niet willen hanteren; al kunnen wij niets doen zonder de Geest, toch zal de Geest niets doen zonder het Woord. Doch indien wij maar eenmaal het zwaard des Geestes in onze hand nemen, ik bedoel, het Woord tot onze regel stellen, en de plicht en het werk van het geloof ten doel hebben, hetwelk het werk Gods is volgens de besturing van het Woord Gods: dan en niet eerder, kunt u verwachten, dat God krachtig zal werken; want Hij zal niet buiten Zijn weg gaan, namelijk, als u uw oor afwendt van naar Zijn Woord te horen, of, als Hij het doet, zal Hij u, voordat Hij verder iets doet, u tot deze weg brengen.
- J.C. Philpot
- Berichten: 10004
- Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Raap mijn ziel niet weg met de zondaren. Psalm 26:9
David bad dit gebed uit angst; want een zeker iets in hem fluisterde hem toe: “misschien wordt u uiteindelijk toch nog met de zondaren gerekend.” Deze angst, dat door het ongeloof werd gevoed, komt meestal voort uit heilige angst, als men denkt aan de begane zonde. Zelfs de mens, die vergeven is, vraagt zich nog wel eens af: “Stel je voor dat mijn zonde toch nog herinnert zullen worden, zou mijn naam dan alsnog verwijderd worden van de lijst der verlosten?” Hij denkt aan zijn huidige onvruchtbaarheid, er is zo weinig goeds te vinden, zo weinig liefde, zo weinig heiligheid! En als hij vooruit ziet naar de toekomst, ziet hij zijn zwakheid en de vele verzoekingen, die op hem wachten. Hij is bang om ten prooi te vallen van de vijand te worden. Een gevoel van zonde en verkeerdheid en van het kwaad dat nu nog in hem leeft, en dat in de toekomst nog begaan zal worden, doet hem met angst en beven bidden: “Raap mijn ziel niet weg met de zondaren.” Lezer! als u dit gebed hebt gebeden, en als u deze Psalm kunt onderschrijven, hoeft u niet bang te zijn om met de zondaren weggeraapt te worden. Bezit u deze twee goede eigenschappen, die David bezat: namelijk, een uitwendige wandel in gerechtigheid, en een inwendige vertrouwen op God? Vertrouwd u op het offer van Christus, en kunt u rondom Gods altaar gaan met nederige hoop? Als u dat met “ja” kunt beantwoorden, wees dan gerust, u zult niet verloren gaan, dit is onmogelijk! In het oordeel wordt soort bij soort gerekend. “Vergadert Mij eerst het onkruid en bindt het in bussels om te verbranden, maar vergadert de tarwe in Mijn schuur.” Zo dan, wanneer u zoals Gods volk bent, zult u ook met Gods volk zijn. U kunt niet met de bozen weggeraapt worden, want u bent te duur gekocht. Ja, u bent door Christus bloed verlost, u bent voor eeuwig de Zijne, en waar Hij is, daar zullen de Zijnen ook zijn. U bent voor God te waardevol om met de goddelozen uitgeworpen te worden. Zal de mens, die Christus liefheeft, verloren gaan? Onmogelijk! De hel kan u niet houden! De hemel eist u op! Vertrouw op uw Heiland en vrees niet.
Ds. C.H. Spurgeon
David bad dit gebed uit angst; want een zeker iets in hem fluisterde hem toe: “misschien wordt u uiteindelijk toch nog met de zondaren gerekend.” Deze angst, dat door het ongeloof werd gevoed, komt meestal voort uit heilige angst, als men denkt aan de begane zonde. Zelfs de mens, die vergeven is, vraagt zich nog wel eens af: “Stel je voor dat mijn zonde toch nog herinnert zullen worden, zou mijn naam dan alsnog verwijderd worden van de lijst der verlosten?” Hij denkt aan zijn huidige onvruchtbaarheid, er is zo weinig goeds te vinden, zo weinig liefde, zo weinig heiligheid! En als hij vooruit ziet naar de toekomst, ziet hij zijn zwakheid en de vele verzoekingen, die op hem wachten. Hij is bang om ten prooi te vallen van de vijand te worden. Een gevoel van zonde en verkeerdheid en van het kwaad dat nu nog in hem leeft, en dat in de toekomst nog begaan zal worden, doet hem met angst en beven bidden: “Raap mijn ziel niet weg met de zondaren.” Lezer! als u dit gebed hebt gebeden, en als u deze Psalm kunt onderschrijven, hoeft u niet bang te zijn om met de zondaren weggeraapt te worden. Bezit u deze twee goede eigenschappen, die David bezat: namelijk, een uitwendige wandel in gerechtigheid, en een inwendige vertrouwen op God? Vertrouwd u op het offer van Christus, en kunt u rondom Gods altaar gaan met nederige hoop? Als u dat met “ja” kunt beantwoorden, wees dan gerust, u zult niet verloren gaan, dit is onmogelijk! In het oordeel wordt soort bij soort gerekend. “Vergadert Mij eerst het onkruid en bindt het in bussels om te verbranden, maar vergadert de tarwe in Mijn schuur.” Zo dan, wanneer u zoals Gods volk bent, zult u ook met Gods volk zijn. U kunt niet met de bozen weggeraapt worden, want u bent te duur gekocht. Ja, u bent door Christus bloed verlost, u bent voor eeuwig de Zijne, en waar Hij is, daar zullen de Zijnen ook zijn. U bent voor God te waardevol om met de goddelozen uitgeworpen te worden. Zal de mens, die Christus liefheeft, verloren gaan? Onmogelijk! De hel kan u niet houden! De hemel eist u op! Vertrouw op uw Heiland en vrees niet.
Ds. C.H. Spurgeon
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.
George Whitefield
George Whitefield
- J.C. Philpot
- Berichten: 10004
- Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Er zijn verschillende redenen waarom de harten van mensen open behoren te gaan en zich meteen aan God over moeten geven.
Ten eerste, omdat het schepsel aan God onderwerping verschuldigd is. Waarom? Van uw kinderen verwacht u dat ze meteen naar u luisteren. Het is niet genoeg als ze pas naar u luisteren nadat ze veel klappen en vermaningen hebben gehad. Dat acht u alleen nodig voor hardleerse kinderen. Maar het doet u een genoegen als een kind meteen naar u luisterd. Zo verwacht de HEERE dat we direct naar Hem luisteren, dat we niet treuzelen en dat we niet zo veel vermaningen en slagen nodig hebben, maar dat we meteen komen en naar Hem luisteren.
Ten tweede, omdat deze onmiddellijke overgave aan God heel veel kwaad voorkomt. U voorkomt een overvloed aan zonden door u onmiddellijk aan God over te geven. Misschien zal de HEERE in Zijn oneindige barmhartigheid uiteindelijk nog die zielen bekeren die zich lange tijd tegen Hem verzet hebben. Ach, maar wat een overvloed aan zonden hebt u dan begaan vanaf die tijd dat God u voor het eerst aansprak! Laat ieder eens terugkijken op zijn vorige leven en bedenken: 'Had ik het Woord van de HEERE al niet voor deze tijd gehoord? O, hoe gelukkig zou ik eraan toe zijn geweest als ik meteen geluisterd had; wat heb ik echter sinds die tijd een overvloed aan zonden begaan door me te blijven verzetten!' Ik had u nog willen laten zien wat een ziel in Gods Woord ziet waardoor hij onmiddellijk tot overgave aan Hem gebracht wordt, maar ik wil nu liever meteen overgaan tot de toepassing om hieruit een aantal leringen te trekken.
Ds. J. Burroughs
Ten eerste, omdat het schepsel aan God onderwerping verschuldigd is. Waarom? Van uw kinderen verwacht u dat ze meteen naar u luisteren. Het is niet genoeg als ze pas naar u luisteren nadat ze veel klappen en vermaningen hebben gehad. Dat acht u alleen nodig voor hardleerse kinderen. Maar het doet u een genoegen als een kind meteen naar u luisterd. Zo verwacht de HEERE dat we direct naar Hem luisteren, dat we niet treuzelen en dat we niet zo veel vermaningen en slagen nodig hebben, maar dat we meteen komen en naar Hem luisteren.
Ten tweede, omdat deze onmiddellijke overgave aan God heel veel kwaad voorkomt. U voorkomt een overvloed aan zonden door u onmiddellijk aan God over te geven. Misschien zal de HEERE in Zijn oneindige barmhartigheid uiteindelijk nog die zielen bekeren die zich lange tijd tegen Hem verzet hebben. Ach, maar wat een overvloed aan zonden hebt u dan begaan vanaf die tijd dat God u voor het eerst aansprak! Laat ieder eens terugkijken op zijn vorige leven en bedenken: 'Had ik het Woord van de HEERE al niet voor deze tijd gehoord? O, hoe gelukkig zou ik eraan toe zijn geweest als ik meteen geluisterd had; wat heb ik echter sinds die tijd een overvloed aan zonden begaan door me te blijven verzetten!' Ik had u nog willen laten zien wat een ziel in Gods Woord ziet waardoor hij onmiddellijk tot overgave aan Hem gebracht wordt, maar ik wil nu liever meteen overgaan tot de toepassing om hieruit een aantal leringen te trekken.
Ds. J. Burroughs
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.
George Whitefield
George Whitefield
- J.C. Philpot
- Berichten: 10004
- Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Wij zouden Gods handelen moeten beantwoorden met ons eigen handelen. Hij werkt door tegenstellingen; wij zouden moeten oordelen naar tegenstellingen. Daarom, als we in ellende verkeren, hoop dan op heerlijkheid, verwacht leven in de dood, en weet bij het gevoel van zonde zeker dat je vergeving hebt, want Gods aard en beloften zijn onveranderlijk; en wanneer God wil vergeven, laat Hij ons onze ellende zien; en daarom zeg met vastberadenheid, zoals Job, 'Ziet, zo Hij mij doodde, zou ik niet hopen?' Job 13:15. Maar om specifieker te zijn, zal ik genezingen geven voor zulke diepten die kunnen ontstaan door verschillende oorzaken; en deze diepten zijn ofwel denkbeeldig of echt.
Christenen denken soms dat ze in diepe ellende verkeren, terwijl dat in werkelijkheid niet het geval is, maar het is slechts denkbeeldig, wellicht veroorzaakt door een melancholische verstoring van de geest, die ook de redelijke werking van de geest verstoort; het veroorzaakt valse en verzonnen opvattingen van hun zielen, net zoals het dat doet in veel van hun lichamen; en toch hebben deze opvattingen echte gevolgen, zoals bij Jacob, die evenzeer treurde om Jozef alsof hij werkelijk dood was. Daarom, om dit te vermijden, wees niet alleen; een vriend en goed gezelschap zijn er voor zulke tijden. Want de duivel zet mensen in zo'n toestand vooral aan als ze alleen zijn, en zelfs de sterksten zijn dan te zwak voor hem; en vertrouw niet op je eigen inbeelding, maar geloof eerder degenen die ons beter kunnen beoordelen dan wijzelf. We weten hoe mensen op deze manier zijn misleid, en daarom, wanneer we zo geadviseerd worden door vrienden en raadgevers, laten we vermoeden dat het een beweging van de duivel is of een inbeelding van jezelf die je zo verontrust.
Ds. R. Sibbes
Christenen denken soms dat ze in diepe ellende verkeren, terwijl dat in werkelijkheid niet het geval is, maar het is slechts denkbeeldig, wellicht veroorzaakt door een melancholische verstoring van de geest, die ook de redelijke werking van de geest verstoort; het veroorzaakt valse en verzonnen opvattingen van hun zielen, net zoals het dat doet in veel van hun lichamen; en toch hebben deze opvattingen echte gevolgen, zoals bij Jacob, die evenzeer treurde om Jozef alsof hij werkelijk dood was. Daarom, om dit te vermijden, wees niet alleen; een vriend en goed gezelschap zijn er voor zulke tijden. Want de duivel zet mensen in zo'n toestand vooral aan als ze alleen zijn, en zelfs de sterksten zijn dan te zwak voor hem; en vertrouw niet op je eigen inbeelding, maar geloof eerder degenen die ons beter kunnen beoordelen dan wijzelf. We weten hoe mensen op deze manier zijn misleid, en daarom, wanneer we zo geadviseerd worden door vrienden en raadgevers, laten we vermoeden dat het een beweging van de duivel is of een inbeelding van jezelf die je zo verontrust.
Ds. R. Sibbes
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.
George Whitefield
George Whitefield
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
O mijn Jezus, dat Gij in mij beliefde te ontsteken een vurige begeerte, een krachtig verlangen, onuitsprekelijk zuchtingen, geweldige snikken. Och, dat ik was gelijk een droog en dorstig land dat gaapt, dat gekloven en geopend is om de regen te ontvangen! Wanneer mijn geest behoorlijk gesteld is, dan gevoel ik wel enige begeerte naar Christus' bloed, maar hoe spoedig is het met zodanige begeerten gedaan, hoe onwaardig zijn zij voor de begeerde dingen. Kom toch, Heere! Ontsteek in mij hete brandende begeerten, en geef mij dan het begeerde Voorwerp!
Isaac Ambrosius
Isaac Ambrosius
- Niet meer zo actief -
- J.C. Philpot
- Berichten: 10004
- Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Een werk dat wezelijk goed is, heeft drie bekende voorwaarden: het moet geschieden uit het geloof, naar Gods wet en tot Zijn eer.
Ds. A. Hellenbroek
Ds. A. Hellenbroek
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.
George Whitefield
George Whitefield
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
" .... Dan moest wel niet waar zijn, dat Hij Die het goede werk begonnen heeft, het zal voleindigen tot op de dag van Jezus Christus. Het begin beslist hier het einde; zo het beginsel uit God is, en dat is in elke wedergeborene, zal het einde eeuwig vrede zijn. Zij die het bekommerde volk zozeer slaan kunnen en bedroeven en de Heilige Geest in Diens genadewerking beperken met hun geroep: "Dit is niets en dat is niets; het moet hier en daar komen; je moet het zo en zo leren; en als je niet gerechtvaardigd bent in de vierschaar van je consciëntie ga je verloren", zij moeten wel beschaamd zijn over hun geestelijke hoogmoed en onkunde. Ligt dan de grond onzer zaligheid in die hoge trappen van geestelijk leven? Of ligt die grond in Christus? Zoekt Hij niet de zondaar in diens doodstaat! Is Hij het niet die levend maakt en een ieder leidt door Zijn raad en daarna opneemt in heerlijkheid?"
Ds G.H. Kersten, HC zondag 9
Natuurlijk maakt de context het duidelijker dit gedeelte te plaatsen. (Her) lezen waard.
Ds G.H. Kersten, HC zondag 9
Natuurlijk maakt de context het duidelijker dit gedeelte te plaatsen. (Her) lezen waard.
- J.C. Philpot
- Berichten: 10004
- Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Ik geloof, Heere! kom mijn ongelovigheid te hulp. Markus 9:24
Er bestaat een uiterst nauw verband tussen elke genade in de ziel en de geest van gebed in het gemoed. Het leven Gods in de borst van de gelovige daalt en stijgt, stroomt weg en weer binnen, recht evenredig aan en volledig in overeenstemming met het binnenkomen en vertrekken van de Geest van genade en gebed. Geloof en gebed gaan hand in hand naar de troon, waarbij ze elkaar wederzijds versterken terwijl ze naar de genadetroon toegaan. Hoe meer de geest van geloof in mij aanwezig is, des te meer is de geest van gebed in mij aanwezig. Het geloof ziet de zegening, het gebed smeekt ervan te mogen genieten; het geloof versterkt het gebed om te vragen; door het gebed wordt het geloof versterkt. Door hun vereniging wordt de barmhartigheid persoonlijk bezit: ‘Alle dingen, die gij biddende begeert, gelooft, dat gij ze ontvangen zult, en zij zullen u geworden.’ (Mark. 11:21). Toen Mozes zijn hand ophief, was Israël de sterkste; toen Mozes zijn hand neerliet, was Amalek de sterkste (Ex. 17:11). Maar aangezien deze geest van geloof makkelijk getemperd raakt, want zelfs Mozes, de man Gods, kon zijn hand niet lang genoeg opheffen, hebben wij hopelijk de wijsheid en barmhartigheid om de dingen te vermijden waarvan we uit vroegere ervaring weten dat ze het geloof verzwakken en het gebed in de weg staan. Verstrengeling in wereldse aangelegenheden, behalve voor zover absoluut noodzakelijk, is een van de zekerste belemmeringen voor het leven Gods die op ons pad kan komen. Sommigen van Gods kinderen worden zo door zaken of hun dagelijks werk in beslag genomen, dat ze noodzakelijkerwijs veel met de wereld te maken hebben. Maar dit is voor hen noch een verleiding, noch een zonde als ze niet in de geest ervan zijn verstrengeld of erdoor zijn bevangen. Josef aan het hof van de farao, Daniël als de eerste van de drie vorsten aan wie honderdtwintig stadhouders rekenschap gaven, handhaafden niet alleen hun wereldse positie, maar ook hun goddelijke genade. Het is niet in de wereld zijn, maar van de wereld zijn waarin het gevaar zit. Houd de wereld op gepaste afstand, en hij zal je geen kwaad doen; laat u erdoor omhelzen, en u zult spoedig toegeven aan zijn verleidelijke invloed.
Ds. J.C. Philpot
Er bestaat een uiterst nauw verband tussen elke genade in de ziel en de geest van gebed in het gemoed. Het leven Gods in de borst van de gelovige daalt en stijgt, stroomt weg en weer binnen, recht evenredig aan en volledig in overeenstemming met het binnenkomen en vertrekken van de Geest van genade en gebed. Geloof en gebed gaan hand in hand naar de troon, waarbij ze elkaar wederzijds versterken terwijl ze naar de genadetroon toegaan. Hoe meer de geest van geloof in mij aanwezig is, des te meer is de geest van gebed in mij aanwezig. Het geloof ziet de zegening, het gebed smeekt ervan te mogen genieten; het geloof versterkt het gebed om te vragen; door het gebed wordt het geloof versterkt. Door hun vereniging wordt de barmhartigheid persoonlijk bezit: ‘Alle dingen, die gij biddende begeert, gelooft, dat gij ze ontvangen zult, en zij zullen u geworden.’ (Mark. 11:21). Toen Mozes zijn hand ophief, was Israël de sterkste; toen Mozes zijn hand neerliet, was Amalek de sterkste (Ex. 17:11). Maar aangezien deze geest van geloof makkelijk getemperd raakt, want zelfs Mozes, de man Gods, kon zijn hand niet lang genoeg opheffen, hebben wij hopelijk de wijsheid en barmhartigheid om de dingen te vermijden waarvan we uit vroegere ervaring weten dat ze het geloof verzwakken en het gebed in de weg staan. Verstrengeling in wereldse aangelegenheden, behalve voor zover absoluut noodzakelijk, is een van de zekerste belemmeringen voor het leven Gods die op ons pad kan komen. Sommigen van Gods kinderen worden zo door zaken of hun dagelijks werk in beslag genomen, dat ze noodzakelijkerwijs veel met de wereld te maken hebben. Maar dit is voor hen noch een verleiding, noch een zonde als ze niet in de geest ervan zijn verstrengeld of erdoor zijn bevangen. Josef aan het hof van de farao, Daniël als de eerste van de drie vorsten aan wie honderdtwintig stadhouders rekenschap gaven, handhaafden niet alleen hun wereldse positie, maar ook hun goddelijke genade. Het is niet in de wereld zijn, maar van de wereld zijn waarin het gevaar zit. Houd de wereld op gepaste afstand, en hij zal je geen kwaad doen; laat u erdoor omhelzen, en u zult spoedig toegeven aan zijn verleidelijke invloed.
Ds. J.C. Philpot
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.
George Whitefield
George Whitefield
-
- Berichten: 7006
- Lid geworden op: 29 jun 2019, 21:20
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Hoe zoet zijn Uw redenen mijn gehemelte geweest, meer dan honig mijn mond!Mannetje schreef: ↑05 okt 2023, 14:18 O mijn Jezus, dat Gij in mij beliefde te ontsteken een vurige begeerte, een krachtig verlangen, onuitsprekelijk zuchtingen, geweldige snikken. Och, dat ik was gelijk een droog en dorstig land dat gaapt, dat gekloven en geopend is om de regen te ontvangen! Wanneer mijn geest behoorlijk gesteld is, dan gevoel ik wel enige begeerte naar Christus' bloed, maar hoe spoedig is het met zodanige begeerten gedaan, hoe onwaardig zijn zij voor de begeerde dingen. Kom toch, Heere! Ontsteek in mij hete brandende begeerten, en geef mij dan het begeerde Voorwerp!
Isaac Ambrosius
Kom haastig tot Christus. Hij heeft zielen gereinigd die even vuil waren als die van u. – Thomas Boston
mail: broederhh@gmail.com
mail: broederhh@gmail.com
- J.C. Philpot
- Berichten: 10004
- Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
"Want wij allen moeten geopenbaard worden voor den rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdrage, hetgeen door het lichaam geschiedt, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad." -- 2 Korinthiërs 5:10
"ALLEN!" Er is geen ontkomen aan die doorzoekende toetsing - "Elk oog zal Hem zien." Gelovige, als u veilig bent in het verbond, is er voor u geen schrik in die komende afrekening. Het gerechtelijke proces tussen uzelf en uw God is reeds voorbij. U bent al vrijgesproken. Het moment dat u zich bij het kruis van uw dierbare Heere overgaf, werd het vonnis van "Niet schuldig" over u uitgesproken; en als "het God is Die rechtvaardigt; wie is het die verdoemt?" Maar dit vonnis zal worden bekrachtigd en openlijk verkondigd voor een verzamelde wereld. Op die grote dag van onthullingen zal God Zijn uitverkorenen wreken. Alle laster en smaad die op hun karakter is gestapeld, zullen worden weggevaagd. In de aanwezigheid van demonen, engelen en mensen zal het goedkeurende vonnis uit de mond van de Alwetende klinken: "Ga in tot de blijdschap uws Heeren!"
En WIE zal uw Rechter zijn? Wie zal gezeten zijn in dat tribunaal van onfeilbare rechtvaardigheid, voor Wie elke knie zich zal buigen en ieder hart zal worden blootgelegd? "Want Hij heeft een dag vastgesteld waarop Hij de wereld zal oordelen in gerechtigheid door DIE MAN Die Hij heeft aangesteld." "Die Man!" Oh, het is geen vreemde! Het is Hij die voor u gestorven is! Die nu voor u pleit! Die dan op die laatste dag op aarde zal staan om uw zaak te bepleiten, uw integriteit te verdedigen, en de uitdaging te uiten aan elke aanroepende tegenstander: "Wie zal iets in te brengen hebben tegen de uitverkorenen van God?"
Lezer, zoek deze God-Mens Middelaar op een genadetroon te kennen, voordat u Hem ontmoet op een oordeelstroon. Tracht uw naam nu ingeschreven te hebben in dit Boek des Levens, opdat u die dan vóór Zijn "Vader en de heilige engelen" hoort belijden. Wat een aansporing tot verhoogde inspanning naar heiligheid en hogere geestelijke verworvenheden, om te bedenken dat de beloningen van die dag en van de eeuwigheid zullen worden bepaald door de daden in de tijd! Het is een groot Bijbels principe dat, hoewel we door het geloof gerechtvaardigd zijn, we zullen worden geoordeeld op basis van onze werken. Hoewel Jezus en Jezus alleen, van begin tot eind, de verdienstelijke oorzaak van onze zaligheid is, zullen de werken die voortvloeien uit geloof in Hem en liefde tot Hem, de mate van toekomstige zaligheid bepalen; of we zullen tot de "grootsten" of "de kleinen in het Koninkrijk" behoren; of we de uitersten van de heerlijkheid zullen bezetten, of dat we in een baan om de troon zullen draaien in de glans van Gods onmiddellijke tegenwoordigheid!
Als die bazuinstoot nu uw oor zou treffen, zou u dan voorbereid zijn met het welkome antwoord, "Amen, kom, Heere Jezus."? Tracht in heilige paraatheid te leven, zodat zelfs de middernachtelijke roep u niet zou overvallen; dat het bevel dat voor een slapende wereld zo schokkend zal zijn, voor u de heraut van heerlijkheid zou zijn - "Hij komt, Hij komt om de aarde te richten!"
Oh, de zaligheid om in zoete vertrouwen op de wederkomst van de Verlosser mijzelf elke nacht te kunnen toevertrouwen, en te zeggen: "Al zou de bazuin van het oordeel mijn oren verbreken, "ik zal zowel neerliggen in vrede, en slapen; want Gij, HEERE, alleen doet mij zeker wonen." -- Psalm 4:8.
Ds. J. MacDuff (1818 – 1895)
"ALLEN!" Er is geen ontkomen aan die doorzoekende toetsing - "Elk oog zal Hem zien." Gelovige, als u veilig bent in het verbond, is er voor u geen schrik in die komende afrekening. Het gerechtelijke proces tussen uzelf en uw God is reeds voorbij. U bent al vrijgesproken. Het moment dat u zich bij het kruis van uw dierbare Heere overgaf, werd het vonnis van "Niet schuldig" over u uitgesproken; en als "het God is Die rechtvaardigt; wie is het die verdoemt?" Maar dit vonnis zal worden bekrachtigd en openlijk verkondigd voor een verzamelde wereld. Op die grote dag van onthullingen zal God Zijn uitverkorenen wreken. Alle laster en smaad die op hun karakter is gestapeld, zullen worden weggevaagd. In de aanwezigheid van demonen, engelen en mensen zal het goedkeurende vonnis uit de mond van de Alwetende klinken: "Ga in tot de blijdschap uws Heeren!"
En WIE zal uw Rechter zijn? Wie zal gezeten zijn in dat tribunaal van onfeilbare rechtvaardigheid, voor Wie elke knie zich zal buigen en ieder hart zal worden blootgelegd? "Want Hij heeft een dag vastgesteld waarop Hij de wereld zal oordelen in gerechtigheid door DIE MAN Die Hij heeft aangesteld." "Die Man!" Oh, het is geen vreemde! Het is Hij die voor u gestorven is! Die nu voor u pleit! Die dan op die laatste dag op aarde zal staan om uw zaak te bepleiten, uw integriteit te verdedigen, en de uitdaging te uiten aan elke aanroepende tegenstander: "Wie zal iets in te brengen hebben tegen de uitverkorenen van God?"
Lezer, zoek deze God-Mens Middelaar op een genadetroon te kennen, voordat u Hem ontmoet op een oordeelstroon. Tracht uw naam nu ingeschreven te hebben in dit Boek des Levens, opdat u die dan vóór Zijn "Vader en de heilige engelen" hoort belijden. Wat een aansporing tot verhoogde inspanning naar heiligheid en hogere geestelijke verworvenheden, om te bedenken dat de beloningen van die dag en van de eeuwigheid zullen worden bepaald door de daden in de tijd! Het is een groot Bijbels principe dat, hoewel we door het geloof gerechtvaardigd zijn, we zullen worden geoordeeld op basis van onze werken. Hoewel Jezus en Jezus alleen, van begin tot eind, de verdienstelijke oorzaak van onze zaligheid is, zullen de werken die voortvloeien uit geloof in Hem en liefde tot Hem, de mate van toekomstige zaligheid bepalen; of we zullen tot de "grootsten" of "de kleinen in het Koninkrijk" behoren; of we de uitersten van de heerlijkheid zullen bezetten, of dat we in een baan om de troon zullen draaien in de glans van Gods onmiddellijke tegenwoordigheid!
Als die bazuinstoot nu uw oor zou treffen, zou u dan voorbereid zijn met het welkome antwoord, "Amen, kom, Heere Jezus."? Tracht in heilige paraatheid te leven, zodat zelfs de middernachtelijke roep u niet zou overvallen; dat het bevel dat voor een slapende wereld zo schokkend zal zijn, voor u de heraut van heerlijkheid zou zijn - "Hij komt, Hij komt om de aarde te richten!"
Oh, de zaligheid om in zoete vertrouwen op de wederkomst van de Verlosser mijzelf elke nacht te kunnen toevertrouwen, en te zeggen: "Al zou de bazuin van het oordeel mijn oren verbreken, "ik zal zowel neerliggen in vrede, en slapen; want Gij, HEERE, alleen doet mij zeker wonen." -- Psalm 4:8.
Ds. J. MacDuff (1818 – 1895)
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.
George Whitefield
George Whitefield
- J.C. Philpot
- Berichten: 10004
- Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Zo is niet de reis, zo is niet de zoektocht van de Grote Herder van de schapen. Zijn alwetend oog volgt ieder dwalend schaap. Degenen die Hij als de Zijnen heeft aangemerkt, zal Hij zonder te falen thuisbrengen. Niet één kan Zijn achtervolging ontlopen, noch Zijn liefdevolle onderzoek vermijden. Kan niet menig dwaalziek schaap, met tranen, dit alles vertellen als een persoonlijk verhaal; hoe God hun voetstappen volgde door de barre moerassen van hun afdwalen, niet afgestoten door hun halsstarrigheid, niet afgekoeld door hun ondankbaarheid. Denk aan deze zoektochten naar verloren zondaars, die een periode van 6000 jaar omvatten. Wat een samenhoping van menselijke ondankbaarheid! En wat een gigantisch verslag van goddelijke geduld en genade! Oh! Als al deze reizen van Herderliefde verteld konden worden! Als er een boek zou worden geschreven met deze titel - "totdat Hij hen vond," vermoed ik dat de hele wereld de boeken die geschreven zouden moeten worden, niet zou kunnen bevatten.
Ds. J.R. MacDuff (1818 – 1895)
Ds. J.R. MacDuff (1818 – 1895)
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.
George Whitefield
George Whitefield