In deze manier van denken gaat er toch iets fout.Henk J schreef: ↑16 jun 2023, 23:17Goed punt, maar ik kan niet voor dr. P. de Vries spreken. Wel heb ik wat cursussen bij hem gevolgd, die kan ik trouwens iedereen aanraden, dus zal eens een poging doen om een antwoord te geven. Misschien helpt het lezen van het artikel ook wel.refomart schreef: ↑16 jun 2023, 17:52 Om het even scherp te stellen: een dwaling raakt niet de zaligheid, volgens Dr. P. de Vries. Hiervoor heb ik laten zien dat volgens Dr. P. de Vries het arminianisme een dwaling is. Waaruit de conclusie te trekken is dat volgens hem het geschilpunt met de arminianen niet de zaligheid raakt.
Dan is het toch logisch om de vraag te stellen wat ze daar in 1618-1619 in Dordt allemaal hebben uitgespookt? Het land overhoop voor iets dat de zaligheid niet raakt?
Of zou het toch anders liggen?
Bovendien, wat heb je dan aan dat derde belijdenis geschrift? Niet relevant voor de zaligheid, dus kun je het maar beter schrappen.
Zouden ze het om die internationale Synode echt zo verkeerd hebben gezien?
Maar hebben ze het wel goed gezien, dan raakt de afwijking in het arminianisme wel de zaligheid!
Dat niet benoemen, wat zou dat zijn?
De bekende opwekkingsprediker John Wesley was een arminiaan. Toch kunnen we denk ik niet zeggen dat hij buiten de zaligheid valt. Arminianisme is er natuurlijk ook in verschillende soorten en maten. Bij Wesley zagen we een sterke nadruk op een persoonlijke beleving van het heil, wat natuurlijk weer raakvlakken heeft met het calvinisme. Dat zorgt er denk ik voor dat dr. De Vries het arminianisme toch ziet als een dwaling en niet direct als een ketterij. Wat natuurlijk niet betekend dat we er niet tegen moeten strijden. Het is immers niet naar de Schrift.
Hier nog een artikel over Wesley: https://drpdevries.com/2019/09/16/kunne ... ets-leren/
In de eerste plaats lijk je de staat van een persoon als argument te gebruiken om de ernst van een dwaling vast te stellen. Dat subjectief gegeven kan volgens mij geen draagvlak zijn voor het formuleren van een algemene regel. De staat van een mens kan nooit grond zijn van een geformuleerde geloofsregel, dat zou een omkering van zaken zijn.
In de tweede plaats lijk je vast te houden aan een verschil tussen ketterij en dwaling. Inhoudelijk zijn die toch echt gelijk. Beide zijn een welbewuste en opzettelijke afwijking van de geloofsleer. Essentieel is die opzettelijke afwijking.
In de derde plaats gaat het om de vraag of iets is naar de Schrift of niet. Is het niet naar de Schrift dan is het zonde. De Schrift laat zich lezen in de vastgestelde geloofsleer (dogmatiek). Een afwijken daarvan, zeker bewust gekozen, is daaruit zonde. Dat het ongewenst is om terug te keren naar een leer waarbij zonde in allerlei gradaties wordt benaderd behoeft denk ik geen betoog. Verschillen in ernst van dwaling zijn voor mij niet vanzelfsprekend.
We zijn het wel eens over het feit dat dwaling en ketterij bestreden moeten worden.
Over John Wesley wil ik liever helemaal geen uitspraak doen. In het algemeen geformuleerd denk ik dat we bij personen die dwalen of ketters zijn altijd goed moeten letten op twee zaken:
- de breedte en diepte van hun geloofsleven,
- de mate waarin zij leven uit, en de ruimte aan die ze geven aan, die welbewuste en opzettelijk gekozen afwijking in de geloofsleer.
Maar dat blijven dan altijd uitspraken over en met betrekking tot die persoon en niet over de leer.