Posthoorn schreef: ↑17 apr 2023, 11:57
Arja schreef: ↑15 apr 2023, 16:18Wil je het uitleggen wat het verschil is tussen wat jij zegt en wat ik schreef? Het lijkt zo op elkaar. Ik heb er aandacht aan gegeven. Dat kostte me wel even tijd. Ik denk dat ik nu hier uitgekomen ben.
1. Het Griekse woordje dat wordt gebruikt voor "evengelijk" is "isos", wat betekent "gelijk aan" of "van dezelfde waarde als". Dit impliceert dat de Zoon van dezelfde Goddelijke aard en essentie is als de Vader, en daarom niet
ondergeschikt is aan Hem in termen van hiërarchie. Zoals Joh. Chr. zei: "De Vader en de Zoon zijn
niet gescheiden in heerschappij, macht of aard. Er is geen onderscheid tussen hen, behalve dan dat de Zoon is uitgegaan van de Vader."
Als je zegt dat iemand gelijk is aan iemand anders, dan onderscheid je die persoon van die ander. De Zoon is hier dus gelijk aan God, maar wel onderscheiden van Hem! Hij is dus niet Dezelfde. Dat is het punt dat ik wilde maken. Overigens wordt even verder ook van Christus gezegd dat Hij "de mensen gelijk is geworden" (hoewel daar een ander woord in het Grieks wordt gebruikt). Dat maakt mijn punt minder sterk. Ik houd het in elk geval bij wat Packer hierover schrijft: "Hoewel de gelijke van de Vader in onsterfelijkheid, heerlijkheid en kracht, vindt de Zoon al Zijn vreugde in het doen van de wil van de Vader. ..."
2. "God (de Vader) heeft Hem verhoogd en een Naam gegeven, welke boven alle naam is." Dit vers verwijst niet naar een hiërarchie tussen de Vader en de Zoon, maar naar de opstanding en verhoging van Jezus Christus na Zijn vernedering aan het kruis, als Redder van de wereld. Het woord 'verhoogd' in dit vers is afgeleid van het Griekse woord 'hupsoo', wat letterlijk betekent 'omhoog heffen'.
Zeker, maar dit betekent wel dat Christus hier de heerlijkheid terugontving, die Hij al had vóór de wereld was en waar Hij om had gebeden (Joh. 17). Zie ook de kantt. SV bij Filipp. 2:9: "Namelijk nadat Hij van de doden opgestaan en ten hemel opgevaren zijnde, ter rechterhand Gods gezet is in de hoogste heerlijkheid, Ef. 1:20. Hebr. 1:3, welke Hij wel naar Zijn goddelijke natuur van eeuwigheid heeft gehad, Joh. 17:5, maar zoals Hij het gebruik van die in den staat Zijner nederigheid gelijk als afgelegd had, zo heeft Hij hetzelve na Zijn hemelvaart wederom aangenomen en heerlijk vertoond; en Zijn menselijke natuur is naar lichaam en naar ziel met zo hoge heerlijkheid en gelukzaligheid versierd als een schepsel ontvangen kan, ver te boven gaande alle heerlijkheid van engelen en andere mensen."
Een paralleltekst zou kunnen Johannes 12:32 En Ik, zo wanneer Ik van de aarde zal verhoogd zijn, zal hen allen tot Mij trekken.
Alweer "verhoogd" = "hupsso" in het Grieks. Dit woord kan vertaald worden als "omhoog heffen" of "verhogen". In deze context betekent het dat Jezus verheven zal worden aan het kruis en vervolgens in de hemel bij God de Vader zou zijn. Het tweede deel van de zin zegt dat Jezus "allen tot Mij zal trekken". Dit verwijst naar de manier waarop Jezus door Zijn verheffing (hupsso) alle mensen tot zichzelf zal trekken, door Zijn verzoenende werk aan het kruis. Dit impliceert dus omgekeerd ook niet dat Jezus hierarchisch gezien hoger is dan God de Vader, maar eerder dat Jezus door Zijn offer alle mensen tot zichzelf zal trekken, ongeacht hun positie of status.
Deze tekst gaat toch niet over de verhouding tussen de Vader en de Zoon?
3. Het is waar dat de zinsnede "alles loopt uit op de heerlijkheid van God de Vader" kan worden opgevat als een verwijzing naar de verhevenheid van God de Vader. De nadruk ligt hier op het feit dat God Jezus heeft verhoogd en Hem de hoogste positie heeft gegeven, boven alle andere namen. Dit impliceert geen hiërarchie tussen de Vader en de Zoon, maar eerder een erkenning van de unieke positie van Jezus als Gods Zoon en onze Verlosser, zie Joh. 12:32 De heerlijkheid van God de Vader wordt hier niet gepresenteerd als iets dat alleen ten goede komt aan de Vader zelf, maar eerder als iets dat wordt bereikt door de verhoging van Jezus en de belijdenis van Zijn Naam door alle schepselen. Dit is vergelijkbaar met andere passages in de Bijbel waarin wordt benadrukt dat de glorie van God wordt gedeeld met Zijn Zoon, zoals Johannes 17:5 waar Jezus bidt: "En nu verheerlijk Mij, Vader, bij Uzelf, met de heerlijkheid die Ik bij U had voordat de wereld er was.
Je zegt het zelf dat "God Jezus heeft verhoogd". Dat geeft toch al hiërarchie aan? Je ziet steeds dat het de Vader is Die de Zoon zendt, Die de Zoon verheerlijkt en Die in feite de hele 'regie' heeft rond het werk en de opdracht van de Zoon. Het is ook de Zoon Die ons met God (de Vader) verzoent.
Ik wil meer tijd nemen om te onderzoeken. Maar reageer alvast een beetje. Wat je zegt, dat Christus heerlijkheid terugontving die Hij al had vóór de wereld was, is zeker waar is. Daar ben ik het mee eens. Maar ik ben me er tegelijk van bewust dat dit geen hiërarchie impliceert tussen Christus en de Vader. Als Christus voor
eeuwig onderworpen zou zijn aan de Vader als Persoon, zou Hij geen heerlijkheid hebben gehad vóór Hij naar de aarde kwam. De Bijbel laat zien dat Christus altijd al heerlijkheid heeft gehad als de Zoon van God. Het terugontvangen van die heerlijkheid na Zijn hemelvaart is een bevestiging van Zijn Goddelijkheid en niet van Zijn ondergeschiktheid als Persoon aan de Vader. Dat vind ik een belangrijk onderscheid. Ik wil benadrukken dat er geen sprake is van een hiërarchie tussen de Vader en de Zoon.
De tekst, die jij vindt dat hij niet op de verhouding van de Zoon en Vader slaat, gebruikte ik om te laten zien dat in beide teksten niet direct over de verhouding tussen de Vader en de Zoon gaat, maar over de betekenis van Jezus' verheffing aan het kruis en de manier waarop Zijn offer alle mensen tot Hem zal trekken. De verhouding tussen de Vader en de Zoon zie ik als één in gelijkheid en één in onderlinge liefde, zoals beschreven in de doctrine van de Drie-eenheid. Met de nadruk op het woord "verhogen" in de context van beide teksten wilde ik laten zien dat het in het geheel van de Bijbel niet om hiërarchie gaat, maar om de verheffing van Jezus aan het kruis en de betekenis daarvan voor de redding van mensen, en dus niet om de positie van Jezus ten opzichte van God de Vader.
Je zin "De Zoon is hier dus gelijk aan God, maar wel onderscheiden van Hem!
Hij is dus niet Dezelfde" bevat een onjuistheid omdat het onderscheid tussen de Vader en de Zoon niet betekent dat ze
niet Dezelfde zijn. In de Bijbelse leer van de Drie-eenheid worden de Vader, de Zoon en de Heilige Geest beschouwd als één Goddelijk wezen met drie personen. Dit betekent dat hoewel er
onderscheid is in hun functies en taken binnen het Goddelijke plan, ze in essentie Eén zijn. De uitspraak "De Zoon is niet Dezelfde als de Vader" gaat in tegen de leer van de Drie-eenheid en is daarom onjuist.
Ik zou het zo verwoorden: "Volgens de leer van de Drie-eenheid is Jezus, als de tweede Persoon van de Goddelijke Drie-eenheid, wezenlijk gelijk aan de Vader, maar onderscheiden van Hem in termen van Zijn unieke rol als Verlosser van de wereld. Hoewel elke Persoon een eigen rol heeft in het Goddelijk plan, zijn ze alle drie volledig Goddelijk in hun wezen en is er in hun wezen geen sprake van ongelijkheid tussen hen want God is in Zijn wezen niet tegen Zichzelf verdeeld. Er één God is die bestaat in drie Personen."
Ik kan dit niet begrijpen, maar dit wordt ons wel wordt geopenbaard in de Schrift