Met alle respect, maar ik reageer niet op de kerkelijke geschiedenis en niet op de kerkelijke situatie van nu omdat ik geen deel uit maak van die geschiedenis en evenmin van de huidige situatie binnen de kerk. Ik bezoek vrijwel nooit een kerkdienst en vraag mij niet naar kerkelijke geschiedkundige feiten.
Dit even ter verduidelijking. Ik maak deel uit van een gemeente die de ‘vorm’ van de bijeenkomsten en de ‘structuur’ van het Lichaam, zoals Paulus beschrijft in vele brieven, op zijn minst zéér dicht benaderd. Mocht je interesse hebben dan heet ik je hartelijk welkom
Daarom sla ik die kerkelijke geschiedenis over, al zijn daarin ook belangrijke zaken gebeurd zoals de vertaling van de bijbel door Luther, de kritiek op de Rooms Katholieke Kerk etc. Maar onze gemeente is geen afsplitsing van een of andere kerk, en staat daarom los van de kerkelijke geschiedenis. Onze gemeente is ontstaan doordat ‘twee of drie mensen in Jezus’ naam’ samen kwamen, de bijbel geloofden, en van daaruit hun geloof verbreidden over de gehele wereld. Onze gemeenten zijn de voortzettingen van de gemeenten te Tessalonica, te Efeze, te Kolosse etc.
Waar ik dus van uit ga, is de bijbel. Dáárin maakt God zijn wil kenbaar. Als daar dus aan de gemeente te Korinthe of de gemeente te Tessalonica of de gemeente te Efeze vermaningen zijn gericht, dan gelden die ook voor de gemeente te Nederland. God is niet selectief en spreekt zichzelf niet tegen, en heeft ook geen aanzien des persoons. Als ik in de bijbel iets lees dan is dat voor míj bedoeld, immers God maakt daarin zijn wil bekend. Dan hoef ik niet eerst na te denken: Tjonge, zou Paulus dat nu specifiek aan Timotheus hebben geschreven of behoor ik ook een soldaat van Christus te zijn? Of behoor ik ook net als Timotheus op mijzelf toe te zien en op de leer? Nee, want het is aan Timotheus gericht en niet aan mij…
Lezen we zó de bijbel? Dan kunnen we er heel wat stukken uit scheuren…
Stel in de gemeente te Friesland heerst wanorde dus Paulus zou schrijven dat het er tijdens de bijeenkomsten ordelijker behoort toe te gaan en dat een ieder iets behoort te hebben en een ieder 1 voor 1 moet profeteren, dan geldt dit ook voor de gemeente te Groningen, al speelt daar het probleem niet en heeft een ieder dus al iets en profeteert men dus reeds al 1 voor 1. Paulus behoeft dat dan niet aan hen te schrijven ómdat het daar al ordelijk gebeurt. En niet omdat er in de éne gemeente standaard slechts 1 persoon per bijeenkomst gehoord wordt en in de andere gemeente 30. Immers, Paulus schrijft toch ook niet aan de éne gemeente dat de vrouw niet mag leren en aan de andere gemeente schrijft hij dat niet omdat daar de vrouwen wèl mogen leren? En in de éne gemeente moet de vrouw hoofdbedekking op en in de andere gemeente niet? Als er dus staat: “Hoe staat het dan broeders? Telkens als gij samenkomt, heeft een ieder ietsâ€