Hendrien schreef:Zie, Ik kom haastiglijk; zalig is hij, die de woorden der profetie dezes boeks bewaart.
(Openbaring 22:7)
En hij zeide tot mij: Verzegel de woorden der profetie dezes boeks niet; want de tijd is nabij.
(Openbaring 22:9)
Ik geloof wel dat dit voornamelijk slaat op het feit dat de zaken zich zullen gaan ontvouwen en dat we dan de Schrift er naast moeten en mogen lezen. Het inblikken in wat nog komen gaat is mijns inziens toch onderscheiden.
Je hebt zeker een wel een punt overigens, als ik ook de kanttekeningen bij Daniel lees:
17) den tijd van het einde;
Hebreeuws, tot den tijd van het einde, gelijk Dan. 12:9; dat is, totdat de tijd zal gekomen zijn, in welken het God zal believen dit volkomener te openbaren.
18) naspeuren,
Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk omlopen, omtrekken, heen en weder lopen, om iets naarstiglijk te onderzoeken en uit te vinden. Zie Job 1:7. Alsof de engel zeide: Alhoewel er nu weinigen zijn, die begerig zijn om te weten den toekomenden staat der kerk, zo zal dan nog de tijd komen, dat er velen zullen pogen naar de kennis van deze heilige dingen, en zullen ook in kennis toenemen.
En bij Openbaring:
27) Verzegel de
Dat is, sluit ze niet op, en houd ze niet verborgen; maar openbaar ze voor allen, anders dan hiervoor Openb. 10:4 wordt bevolen, gelijk ook Dan. 8:26, en Dan. 12:4. De reden is, omdat hetgeen daar geopenbaard was, nog voor een tijd kon verborgen blijven, zonder nadeel voor Gods Kerk, totdat de vervulling die zou leren verstaan. Maar hier niet, omdat de vervulling van sommige dingen terstond zou beginnen, gelijk hetgeen Openb. 2 en Openb. 3 is geleerd, en omdat de gemeente van Christus van al deze zwarigheden, die haar zouden overkomen, terstond diende gewaarschuwd, omdat zij zich daartegen in tijds nog mochten voorzien, en dat haar leden zich van de gemeenschap met den antichrist zouden wachten, wanneer zij zijn opkomst zouden gewaar worden, waarvan de verborgenheid toen reeds begon te werken; 2 Thess. 2:7.