Door een tweetal mensen ben ik hierop bevraagd, dus ik wil hier toch op reageren.Bona Fide schreef:Nog even terugkomend op deze opmerking. Deze verbaasde mij wel van Zonderling, maar mogelijk heb ik hem niet goed begrepen. De laatste zin uit het geciteerde stukje luidde namelijk:Zonderling schreef:Overigens: ook eens met het stukje van Huntington.
Gezien de vetgedrukte gedeelten had ik dat van Zonderling dus niet verwacht.Huntington schreef:wanneer niets dan zonde en dood gezien wordt en niets dan Christus gemist wordt, … dán, ja dan mogen wij naar het oordeel der liefde en ook der waarheid besluiten, dat zulke zielen onder de beloofde beademing van de Geest des levens zijn.
Ja, ik begrijp inderdaad deze opmerking aan mijn adres. Eerlijk gezegd had ik ook wel enige aarzeling bij dit gedeelte van Huntington. Waarom ik echter toch zo reageerde op het stukje van Huntington zoals ik gereageerd heb, is omdat ik nimmer zou willen ontkennen dat de Heilige Geest voorbereidend werkt in de zondaren en dat ook dan reeds een zekere droefheid of heimwee naar God, naar Christus gewerkt wordt. Dit werk kan of zal achteraf blijken te zijn een werk met een zaligmakende uitkomst. Maar zonder deze uitkomst, zonder geloof, zonder vereniging met Christus in en door dit geloof kan en mag een mens daar nooit op rusten en mag daar ook nooit de term 'levendgemaakte ziel' opgeplakt worden (iets wat je ook totaal niet zult vinden in de Reformatie, belijdenisgeschriften, kanttekeningen, enz. tot de 18e eeuw toe).
Daarom distantieer ik mij ook van de stelling dat in de Heidelbergse Catechismus de ellendekennis beschreven wordt van een levendgemaakte zondaar. Lees dan eens wat Ursinus schrijft, lees eens wat Olevianus schrijft in hun werken, zelfs in hun eigen verklaringen van de Heidelbergse Catechismus!