memento schreef:Tiberius schreef:Deze voorstelling klopt niet helemaal, Memento.
Het is zoals Heus (en Ander) het zegt: ds. Kok is geschorst omdat hij een afwijkende leer bracht; er zijn een aantal (kennelijk 17, dat wist ik ook niet) zwaarwegende klachten tegen hem ingediend. Het mogelijke feit dat vele oudere predikanten positief over hem spreken, doet daaraan niets af.
Bij dr. Steenblok speelt iets anders: hij is nooit geschorst, zijn leer is (bij mijn weten) ook niet veroordeeld. Alleen vanwege zijn eenzijdigheid mocht hij geen leraar meer zijn op de Theologische School.
Vergelijk het verschil met (ik noem zomaar wat) bijvoorbeeld de ellendekennis. Als een predikant het nooit over ellendekennis heeft, is hij eenzijdig bezig en daardoor ongeschikt om anderen te onderwijzen. Maar dat wil nog niet zeggen, dat hij de ellendekennis loochent. In dat laatste geval zal hij geschorst worden.
Dus voor dr. Steenbloks leer is formeel wel plaats in de GG, voor die van ds. Kok niet.
Volgens mij heeft de GG duidelijk uitgesproken dat ze een
algemeen en onvoorwaardelijk aanbod van genade voorstaan. De gebroeders Overduin zijn om deze reden geschorst. Voor de ontkenning van het aanbod, zoals gebeurt in de stelling van ds. van Voorden (een stelling die volgens Ander ook door sommige GG-predikanten wordt gepraktiseerd in hun preken) is dus officieel geen plaats.
Of wou je beweren, dat de GG geen algemeen en onvoorwaardelijk aanbod van genade voorstaat? Ik mag hopen, dat je dat niet bedoelt...
Van mij mag je hopen wat je wilt, hoor. Daar heb ik niet zo'n moeite mee.
Wat de GG visie is op de prediking, kan je lezen in het boekje "Louter genade", een uitgave op last van de Generale Synode 2001/2002 over verbonden, beloften en prediking.
Ik citeer even uit mijn hoofd, want ik heb hier het boekje niet bij de hand.
"Er moet aan alle hoorders verkondigd worden, dat er zaligheid te verkrijgen is. Aan alle hoorders moet Wet en Evangelie voorgesteld worden, dus niet alleen Wet aan de onbekeerden en Evangelie aan de gelovigen."
In de volgende alinea verwijst men naar Calvijn, die onderscheid maakt tussen inwendige en uitwendige aanbieding. Volgens mij geeft die alinea enige ruimte voor het gedachtengoed van dr. Steenblok.
Met de stelling van ds. Van Voorden in Terugblik kan ik niet zoveel. Ten eerste omdat het m.i. geen officieel kerkelijk standpunt is en verder omdat er op een cruciaal punt nog een overtypefout in zit.