Helemaal mee eens..huisman schreef:Die volle zekerheid kan er ook in dit leven al zijn b.v. Rom 4:20-23henriët schreef:Helemaal snappen doe ik de topic titel eigenlijk niet.
Verzekerd zijn is verzekerd zijn toch?
Als je verzekerd bent dan is het zo dat je Hem kennen mag en de Zijne mag zijn.
Dat zal steeds meer toenemen,
en volle verzekerdheid is er uiteindelijk pas wanneer je bij Hem binnen mag gaan!Twee stemmen uit de Reformatie over vs 2120 En hij heeft aan de beloftenis Gods niet getwijfeld door ongeloof; maar is gesterkt geweest in het geloof, gevende God de eer;
21 En ten volle verzekerd zijnde, dat hetgeen beloofd was, Hij ook machtig was te doen.
22 Daarom is het hem ook tot rechtvaardigheid gerekend.
Calvijn zegt bij vs 21En LutherAan God kan geen grotere eer worden gegeven, dan wanneer wij met geloof Zijn waarheid bezegelen; evenzo kan men Hem geen grotere smaad aandoen, dan wanneer men de door Hemzelf aangeboden genade van zich stoot, of aan Zijn woord het aanzien ontneemt. Daarom is de hoofdzaak in Zijn dienst dat men Zijn belofte in gehoorzaamheid aanneemt; daarom ook begint de ware vroomheid met geloof.Het geloof is een zaak waarvan de kracht zonder maat en einde is. Want het geloof geeft God eer, die wel het allergrootste is dat men Gode kan geven. Want God Zijn eer geven is niets anders dan Hem vertrouwen en geloven, Hem voor getrouw, waarachtig, wijs, rechtvaardig, barmhartig, almachtig en in één woord voor de Enige te erkennen en te houden, die alle en allerlei goed alleen schept en geeft. Dat is voor het verstand onmogelijk om te doen, alleen het geloof doet het; daarom is het om zo te zeggen een schepper van het goddelijke, niet, dat het iets doet aan het eeuwige goddelijk werk, maar het schept het in ons. Waar geen geloof is, daar heeft God niets, noch in Zijn goedheid noch in Zijn majesteit bij ons en in ons; daarom hangt alles af van het geloof. Zo eist ook onze Heere God niet meer van ons mensen dan dat wij Hem alleen de eer geven, die Hem toekomt en Hem houden voor onze God, dat is, dat wij Hem niet voor een ijdele, niets betekenende afgod houden, maar voor een waarachtige God, die zich over ons ontfermt, ons gebed verhoort en uit alle nood helpt. Wanneer hij dat heeft, dan heeft hij zijn God geheel en volkomen, dat is, hij heeft alles, wat de gelovig hart hem geven kan. Daarom zo’n eer van harte God te kunnen geven is zeker een wijsheid boven alle wijsheid, een rechtvaardigheid boven alle rechtvaardigheid een godsdienst boven alle godsdienst, een offer boven alle offers. Daaruit kan genoeg worden begrepen wat een heerlijke en God aangename gerechtigheid het geloof is en weer wat een gruwelijke zonde het ongeloof is.
Het is zo moeilijk die zekerheid denk ik wel eens, maar het is juist zo prachtig dat ik die zekerheid niet zelf kan bewerkstellen! Hoe het ook zij...de HEERE moet aan Zijn eer komen..