'Soberheid eredienst roept weerstand op’, deel 2
Geplaatst: 15 mei 2010, 09:20
‘Soberheid eredienst roept weerstand op’
De soberheid van de gereformeerde kerkdienst en het onpersoonlijke en hiërarchische aan het instituut kerk roept weerstand op bij de christen die waarde hecht aan beleving van het geloof, signaleert prof. Roel Kuiper.
Beleving is in deze tijd een belangrijke maatstaf geworden, ook in de kerk. Waar protestantse erediensten ,,opzettelijk sober zijn om de geloofsbeleving er een te laten zijn van de stille ontmoeting tussen God en de ziel'' worden ze nu gezien als ,,een institutioneel keurslijf dat een specifieke persoonlijke beleving van het geloof in de weg kan staan''.
Persoonlijke geloofsbeleving is belangrijker dan de eredienst, zei Kuiper gistermiddag in Putten bij de jaarlijkse conferentie van het COGG, een platform van gereformeerde kerken en organisaties. ,,In die beleving vinden gelovigen de toetssteen van de echtheid van het geloof. Alleen een geloof dat ik zelf kan vormgeven en kan beleven is een echt geloof.''
Instituut
'Beleving' is de keuze gaan bepalen voor een kerk, ritueel of praktische inrichting van het bestaan. ,,Daarmee is geloofsbeleving ook een kritisch tegenover van de structuren en de geregelde orde van een kerkgemeenschap. Als de kerkgemeenschap niet de plaats is waar mensen zich erkend weten, waar nabijheid en intimiteit te ervaren is, zal die geregelde orde niet langer bevredigen. Het instituut is er niet om gelovigen op hun plaats te commanderen, iedereen in het rechte gelid te zetten, maar moet zich zo onzichtbaar mogelijk maken om het gemeenschappelijke een spontaan verloop te geven'', beschreef Kuiper, bijzonder hoogleraar christelijke filosofie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en lector samenlevingsvraagstukken aan de Gereformeerde Hogeschool in Zwolle.
,,Kerken die het goed doen, weten dat de gemeente een warme plek moet zijn met lage drempels, waar mensen zich veilig, geliefd en geborgen weten'', aldus Kuiper, die daar geen waardeoordeel aan hing. ,,Sturing en leiding mag er zijn, maar niet omdat er nu eenmaal regels zijn, maar om de gemeenschap te dienen. Voor deze vorm van kerk-zijn gebruikte reformator Johannes Calvijn een woord dat wonderwel past bij ons tijd: de kerk als moeder. In de kerk als warme gemeenschap is de liefde van Christus te beleven als een verbindende en stimulerende kracht.''
Niet ongevaarlijk
Ook prof. Arie Baars, verbonden aan de christelijk-gereformeerde Theologische Universiteit in Apeldoorn, haakte in op het verlangen van mensen dat kerkdiensten en andere religieuze bijeenkomsten op hun gevoel moeten inwerken. ,,Laat duidelijk zijn dat het volstrekt legitiem en zelfs noodzakelijk is dat wij door het Woord van God en door de prediking ook in ons gevoelsleven worden geraakt. Toch is het niet ongevaarlijk als de intensiteit van onze gevoelens de norm gaat worden van waaruit wij de dingen wegen en beoordelen.''
Bovendien is het volgens Baars bedenkelijk als christenen vooral uit zijn op de onmiddellijke bevrediging van hun emoties. ,,Die hebben immers vrijwel altijd een sterk voorbijgaand en vluchtig karakter. De Bijbel waarschuwt ons in niet mis te verstane woorden en beelden tegen het emotioneel-vluchtig horen naar de boodschap van de prediking.'' Hij wees op de gelijkenis van de zaaier waarbij zaad viel in een dun laagje aarde. Het groeide snel op, maar verdorde ook weer snel.
De hang naar beleving biedt volgens Baars de kerk ook kansen, bijvoorbeeld missioniair. De postmoderne mens ,,zoekt en tast'' immers naar de diepere betekenis in de vele ervaringen. ,,De kerk mag in deze wereld laten zien dat zij een rijker leven en diepere belevingen te bieden heeft dan de emocultuur, namelijk een leven in de verborgen omgang met God.''
De soberheid van de gereformeerde kerkdienst en het onpersoonlijke en hiërarchische aan het instituut kerk roept weerstand op bij de christen die waarde hecht aan beleving van het geloof, signaleert prof. Roel Kuiper.
Beleving is in deze tijd een belangrijke maatstaf geworden, ook in de kerk. Waar protestantse erediensten ,,opzettelijk sober zijn om de geloofsbeleving er een te laten zijn van de stille ontmoeting tussen God en de ziel'' worden ze nu gezien als ,,een institutioneel keurslijf dat een specifieke persoonlijke beleving van het geloof in de weg kan staan''.
Persoonlijke geloofsbeleving is belangrijker dan de eredienst, zei Kuiper gistermiddag in Putten bij de jaarlijkse conferentie van het COGG, een platform van gereformeerde kerken en organisaties. ,,In die beleving vinden gelovigen de toetssteen van de echtheid van het geloof. Alleen een geloof dat ik zelf kan vormgeven en kan beleven is een echt geloof.''
Instituut
'Beleving' is de keuze gaan bepalen voor een kerk, ritueel of praktische inrichting van het bestaan. ,,Daarmee is geloofsbeleving ook een kritisch tegenover van de structuren en de geregelde orde van een kerkgemeenschap. Als de kerkgemeenschap niet de plaats is waar mensen zich erkend weten, waar nabijheid en intimiteit te ervaren is, zal die geregelde orde niet langer bevredigen. Het instituut is er niet om gelovigen op hun plaats te commanderen, iedereen in het rechte gelid te zetten, maar moet zich zo onzichtbaar mogelijk maken om het gemeenschappelijke een spontaan verloop te geven'', beschreef Kuiper, bijzonder hoogleraar christelijke filosofie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en lector samenlevingsvraagstukken aan de Gereformeerde Hogeschool in Zwolle.
,,Kerken die het goed doen, weten dat de gemeente een warme plek moet zijn met lage drempels, waar mensen zich veilig, geliefd en geborgen weten'', aldus Kuiper, die daar geen waardeoordeel aan hing. ,,Sturing en leiding mag er zijn, maar niet omdat er nu eenmaal regels zijn, maar om de gemeenschap te dienen. Voor deze vorm van kerk-zijn gebruikte reformator Johannes Calvijn een woord dat wonderwel past bij ons tijd: de kerk als moeder. In de kerk als warme gemeenschap is de liefde van Christus te beleven als een verbindende en stimulerende kracht.''
Niet ongevaarlijk
Ook prof. Arie Baars, verbonden aan de christelijk-gereformeerde Theologische Universiteit in Apeldoorn, haakte in op het verlangen van mensen dat kerkdiensten en andere religieuze bijeenkomsten op hun gevoel moeten inwerken. ,,Laat duidelijk zijn dat het volstrekt legitiem en zelfs noodzakelijk is dat wij door het Woord van God en door de prediking ook in ons gevoelsleven worden geraakt. Toch is het niet ongevaarlijk als de intensiteit van onze gevoelens de norm gaat worden van waaruit wij de dingen wegen en beoordelen.''
Bovendien is het volgens Baars bedenkelijk als christenen vooral uit zijn op de onmiddellijke bevrediging van hun emoties. ,,Die hebben immers vrijwel altijd een sterk voorbijgaand en vluchtig karakter. De Bijbel waarschuwt ons in niet mis te verstane woorden en beelden tegen het emotioneel-vluchtig horen naar de boodschap van de prediking.'' Hij wees op de gelijkenis van de zaaier waarbij zaad viel in een dun laagje aarde. Het groeide snel op, maar verdorde ook weer snel.
De hang naar beleving biedt volgens Baars de kerk ook kansen, bijvoorbeeld missioniair. De postmoderne mens ,,zoekt en tast'' immers naar de diepere betekenis in de vele ervaringen. ,,De kerk mag in deze wereld laten zien dat zij een rijker leven en diepere belevingen te bieden heeft dan de emocultuur, namelijk een leven in de verborgen omgang met God.''