PvS schreef:Zeeuw1988 schreef:Ik zag dat het bericht over leven voor de rechtvaardigmaking gestopt is, ik wilde toch graag doorgaan op dit onderwerp
Abraham Booth schreef:Dat Gods uitverkorenen vóór hun wedergeboorte reeds vereniging met Christus hebben, kan niet ontkend worden. Dan, wat de eigenschappen men ook aan die vereniging moge toekennen, ze kan, volgens mij, onmogelijk levendmakend (vital) geheten worden, zolang de dode zondaar het geestelijk leven niet meegedeeld is; hetgeen geschiedt in de wedergeboorte. Dan, maar ook niet eerder, worden wij levende ranken aan de ware Wijnstok.
Even kijken naar wat er in de DL staat over de wedergeboorte
DL H3/4 art 12: schreef:
Dit is de wedergeboorte, de vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking uit de dood en levendmaking, die God zonder ons in ons tot stand brengt en waarover in de Schrift zo indrukwekkend gesproken wordt. God brengt deze wedergeboorte niet tot stand door alleen te laten prediken of een appel op ons te doen. Zij geschiedt niet op zo'n manier dat de mens, wanneer God voor zijn deel het werk voltooid heeft, nog steeds bij machte is al dan niet wedergeboren en bekeerd te worden. Nee, het is een volstrekt bovennatuurlijke, zeer krachtige en tegelijk zeer liefdevolle, wonderbare, verborgen en onuitsprekelijke werking. Deze is naar het getuigenis van de Schrift, die ingegeven is door dezelfde God die dit bewerkt, niet minder krachtig dan zijn werk bij de schepping of de opwekking van doden. Daardoor worden allen bij wie God op deze bewonderenswaardige wijze in het hart werkt, volstrekt zeker en met kracht wedergeboren en gaan zij metterdaad geloven. En wanneer de wil vernieuwd is, wordt hij niet alleen door God geleid en bewogen; maar door God in beweging gebracht, werkt hij ook zelf. Daarom wordt terecht gezegd dat de mens zelf gelooft en zich bekeert door de genade, die hij ontvangen heeft.
DL H3/4 art 11: schreef:
Hij vernieuwt de wil: van dood maak Hij hem levend, van slecht goed, van onwillig gewillig, van weerbarstig gehoorzaam. Hij brengt de wil zover en geeft deze zoveel kracht, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen.
Hierin staat dus oa duidelijk dat de wedergeboorte verborgen en onuitsprekelijk is. Je kunt de wedergeboorte dus alleen herkennen aan de vrucht.
Daarom staat er ook in DL H1 art 12: “de onmiskenbare vruchten van de uitverkiezing, die Gods Woord aanwijst, bij zichzelf opmerken, zoals bijvoorbeeld het ware geloof in Christus, kinderlijk ontzag voor God, droefheid naar Gods wil over de zonde, honger en dorst naar de gerechtigheid.”
“bij zichzelf opmerken” staat er, gaat het dan over de wedergeboorte? Nee, het gaat over de vruchten van uitverkiezing, en die vruchten heb je alleen als je bent wedergeboren. Daarnaast staat er dat Hij de wil vernieuwt, wat is de aard van een mens? V&a 5 uit de HC is er erg duidelijk over: naar mijn aard ben ik erop uit om God en mijn naaste te haten. Dat is de aard van de mens, de wil van de mens.
Maar wat gebeurd er dan? God vernieuwt die wil, ineens wil de mens naar Gods wil leven!
Wat is vereniging met Christus? dat is toch dat je naar Zijn wil wilt leven en uit dankbaarheid goede werken willen doen?!
Hoe kun je vereniging hebben met Christus als je niet bent wedergeboren?
Hoe kun je naar Zijn wil willen leven als je niet bent wedergeboren?
Hoe kun je goede werken doen als je niet bent wedergeboren (zondag 3 v&a 8)?
Hoe kun je "zolang de dode zondaar het geestelijk leven niet meegedeeld is; hetgeen geschiedt in de wedergeboorte" iets meegedeeld krijgen als dat verborgen en onuitsprekelijk in je gewerkt wordt?