Zo overduidelijk is dat niet. Het is veel duidelijker dat het vierde rijk het Grieks-Macedonische rijk moet zijn, waarbij de horen die tegen God en de heiligen in opstand komt Antiochus Epifanes is, de antichrist van het OT! Deze persoon keert steeds terug in de profetieën van Daniël.Zonderling schreef:In Daniël 7 kan het laatste dier alleen maar het Romeinse rijk zijn, omdat het voorgaande dier met zijn vier vleugels overduidelijk het rijk is van Alexander de Grote.Afgewezen schreef:Ik geloof niet dat het vierde rijk het Romeinse rijk is, maar het Macedonische rijk van Alexander de Grote, en zijn opvolgers (de voeten en tenen van ijzer en leem).
Hier gaan de wegen dus al behoorlijk uiteen. Verder denk ik niet dat deze topic de plaats is om hier uitgebreid op in te gaan.
Natuurlijk, daar ben ik het helemaal mee eens.Zonderling schreef:Daniël 2 en Daniël 7 zijn ook één profetie, de betekende zaak is in wezen hetzelfde, alleen de beelden verschillen.
Meestal wordt in de komst van de steen die het beeld vermorzelt, de komst van Christus in het vlees gezien. Maar dat levert toch een probleem op, want met Christus' komst is het Romeinse rijk niet vermorzeld, maar het bleef nog eeuwen voortbestaan. Ook is Christus' rijk niet van deze wereld en gaat het ook niet de strijd met een aardse macht aan. Paulus adviseert juist om te bidden voor de Romeinse overheid, zodat we in rust en vrede mogen leven.Zonderling schreef:Verder gaat Daniël 2 niet alleen over de eerste komst van Christus, maar ook over Zijn tweede komst. En beide komsten vinden plaats onder het rijk van Rome (of de restanten daarvan).
Hier is iets anders aan de hand. In eerste instantie gaat het in Daniël om de vernietiging van Antiochus Epifanes; hij zal "zonder hand verbroken worden", lezen we in Daniël 8:25. Het is overduidelijk dat het hier over Antiochus Epifanes gaat. En vergelijk deze profetie nu eens met Daniël 2:34, waar het gaat over die steen die werd afgehouwen "zonder handen" en die het beeld sloeg "aan zijn voeten van ijzer en leem, en vermaalde ze".
Het koninkijk van de Zoon des mensen begint in de profetieën van Daniël al bij de vernietiging van Antiochus E., niet pas bij Christus' komst op aarde. Aan het eind van de verdrukking door Antiochus E. "zal het gericht zitten, en men zal zijn [van Antiochus E.] heerschappij wegnemen, hem verdelgende en verdoende, tot het einde toe. Maar het Rijk en de heerschappij, en de grootheid der koninkrijken onder de gansen hemel, zal gegeven worden aan het volk der heiligen der hoge plaatsen, welks Rijk een eeuwig Rijk zijn zal; en alle heerschappijen zullen Hem eren en gehoorzamen" (Daniël 7).
Natuurlijk mogen wij deze profetie in NT licht zien en dan betrekken op de antichrist zoals die nog komen zal. Jezus betrok deze profetie trouwens ook nog op de Joodse eindtijd, de val van Jeruzalem.
In eerste instantie hebben de profetieën van Daniël dus betrekking op wat er in de OT eindtijd gebeurde, in tweede instantie op de Joodse eindtijd, in derde instantie op de eindtijd die nog komt of waarin wij wellicht al leven.