Tiberius schreef:Volgens mij hink je een beetje op twee gedachten, want je doet nu zelf twee tegengestelde uitspraken.
Je wilt erfzonde wel zonde blijven noemen, maar je bent het toch eens met ds. Van Kooten (die in strijd met art 14 van de NGB aangeeft, dat je er zelf niets aan kan doen en het een collectieve schuld noemt).
Ik hink totaal niet op twee gedachten. Ik waag nog één keer een poging en als dat niet werkt, kom ik wel op huisbezoek...
Ds. R. van Kooten schreef:De homofiele gerichtheid zelf zou ik niet in strenge zin als zonde willen bestempelen. Het is niet te herleiden tot een persoonlijke zonde. In die zin hoeft een homofiel zich niet schuldig te voelen voor het feit dat hij deze gevoelens heeft. Men kan daar zelf niets aan doen. Het is een collectieve schuld van de gevallen mens.....Wel is zij (de homofiele gerichtheid) als zodanig het gevolg van de zondeval. Zij is immers niet te herleiden tot Gods eigen schepping maar alleen te verklaren vanuit de ontwrichting door de zonde. Zo dragen wij samen en afzonderlijk de schuld in Adam voor alle verschrikkelijke gevolgen die lichamelijk, psychisch en geestelijk kunnen zijn.
Mijn bezwaar tegen jouw stelling dat je de homofiele gerichtheid zonde noemt (erfzonde), zit 'm in de zin van ds. Van Kooten die ik onderstreept heb. Wij onderscheiden erfzonde en dadelijke zonden, alles als gevolg van de zondeval. En als zodanig is de homofiele gerichtheid een gevolg van de zondeval.
Maar als je tegen een jongere of oudere, die worstelt met homofiele gevoelens, zegt: Jouw gerichtheid
is zonde, dan zeg je eigenlijk:
Zoals jij bent, mag jij er niet zijn. En tegen dat laatste maak ik steeds bezwaar, door het woord "zonde" niet zo absoluut aan de homofiele gerichtheid te verbinden, als jij dat nu doet. Het punt is namelijk, dat die ander er wel is, met zijn identiteit die aangetast is door de zondeval.
Theologisch snap ik je wel, maar pastoraal absoluut niet. Gods Woord is duidelijk (wat mij betreft) over de homosexuele daad: die wordt afgewezen en door God als gruwel benoemd. Ik lees dat nergens over de homofiele geaardheid.
En ja, ik weet het, dat je met zo'n geaardheid op dat vlak misschien veel eerder tot de dadelijke zonde komt in gedachten, woorden en daden, maar laten we dan de vergelijking eens maken met een gewone hetero-man. Die
is met heel zijn bestaan ook geheel zonde, theologisch gezien. En als de Heere in je leven komt, ga je dat ook dag aan dag tot je grote smart ervaren. (Graaf maar dieper mensenkind, en gij zult meerdere / grotere gruwelen vinden.) Maar dat aspect mag je niet extra aandacht geven bij een homo, want op dat punt is hij niet anders dan een "gewone" hetero. Daarmee poets ik niet weg dat de zondeval onze persoonlijke schuld is, evenals de erfzonde, maar ik vraag aandacht voor de wijze waarop je dat pastoraal het beste kunt verwoorden. Theologische begrippen zijn daarvoor niet altijd de meest geschikte.
Zó bedoelt ds. Van Kooten dat uiteraard ook en dat is niet in strijd met NGB art. 14. Daarin wordt in het algemeen beleden hoe de mens eraan toe is na Genesis 3, dus een hetero evenzo ellendig als een homo (hebbende de gehele natuur verdorven). En als zodanig zijn we allemaal zonde en hebben we een zondige gerichtheid, maar daarmee zou ik nooit willen zeggen tegen een homo: "Jouw identiteit is zonde en die van mij als hetero niet." Dan maak je gradaties in de erfzonde en de verdorvenheid van de menselijke natuur, die de Bijbel zo niet maakt.
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)