toenemende schaamteloosheid, ook in reformatorische kring...
Geplaatst: 27 feb 2009, 10:23
Toenemende schaamteloosheid
ook in reformatorische kring
Zoals in heel de Westerse wereld is in de laatste decennia ook in Nederland
de schaamteloosheid sterk toegenomen. Misschien in ons land vaak nog
meer dan elders. Deze schaamteloosheid uit zich op velerlei terrein. Onder
meer in de toenemende verruwing van de omgangsvormen. Maar ook in
het volstrekt verloren gegane onderscheid tussen privé-ruimte en openbare
ruimte. Miljoenen mensen beschouwen deze laatste ruimte als een verlengstuk van hun
persoonlijke ruimte en gedragen zich dienovereenkomstig.
Belgedrag
Een wel heel duidelijk voorbeeld hiervan is het
moderne belgedrag, het gebruik van de mobiele telefoon.
Onbeschroomd voert men persoonlijke en soms erg
persoonlijke gesprekken in winkel, trein, en op de
openbare weg, terwijl ook bijeenkomsten in familiekring
regelmatig verstoord worden door telefoongerinkel van
het mobieltje, waarna men vervolgens en ten aanhore van
anderen onbelemmerd en vrijuit persoonlijke zaken
bespreekt.
Dat anderen hiermee niets te maken hebben en ook
hierdoor gehinderd worden komt bij de overgrote
meerderheid niet eens meer op. Voor het mobieltje
bestaat geen beleefdheid of beschaving. Schaamteloos
presenteert zich hiermee het individu en dringt zich op
aan anderen. Een fenomeen dat men in elke kring kan
waarnemen. Helaas ook in reformatorische kring waar
men toch anders zou verwachten. Maar ook hier heeft
men een tik van de moderne wereld. Soms zelfs meer dan
een tik.
Kleding
De schaamteloosheid uit zich echter wel heel
duidelijk en letterlijk op het terrein van de kleding.
Iedereen kan waarnemen dat de mode voor meisjes en
vrouwen de afgelopen jaren steeds brutaler is geworden.
Steeds minder schroomt men het lichaam te laten zien.
Het straatbeeld laat al sinds jaren vele meisjes en
vrouwen in al te korte rokken en naveltruitjes zien, een
aanblik die eerder walging dan lust oproept, maar
tamelijk recent zijn hierbij nog de al te strakke en al te
laag uitgesneden truitjes en blouses bijgekomen. Wie
mocht menen dat zoiets in onze kringen niet voorkomt
leeft in illusie. Men hoeft in orthodoxe milieus en in de
kerk maar om zich heen te kijken of het tegendeel bewijst
zich. Het is een trieste zaak dat vele orthodoxe vrouwen
en meisjes, gelukkig ook velen niet, er zo smakeloos en
schaamteloos bij zijn gaan lopen. Triest omdat men zich
hiermee ver verwijderd heeft van een echt christelijke
levensstijl. Een levensstijl waarbij een zekere
ingetogenheid en ook goede smaak behoort.
Deze ingetogenheid hoeft beslist niet saai of
ouderwets te zijn. Integendeel: zij kan heel goed
samengaan met modieusheid en vrouwelijkheid. Hebben
de in orthodoxe kring bekende modezaken - overigens die
niet alleen - niet kleding die tegelijkertijd modieus en
ingetogen vrouwelijk is? Kleding die een sieraad vormt
voor de vrouw, zodat de man, zonder lust of walging, met
een zuiver gemoed naar haar kan kijken en aan het
vrouwelijke zijn eer kan bewijzen.
Ingetogenheid in de kerk
Deze ingetogen kleding, die ook heel elegant kan zijn,
past natuurlijk overal en altijd. Zij past echter in het
bijzonder in de kerk. De plaats waar men de Koning kan
ontmoeten. En waar men een aardse koning of koningin
met eerbied in kleding en houding nadert, hier zelfs
voorschriften voor zijn, zal men dat dan niet de Koning
der koningen doen? Helaas is dit laatste steeds minder het
geval.
Iedereen zal met droefheid en verontwaardiging moeten
constateren dat ook in orthodoxe gemeenten - van meer
of minder Gereformeerde Bondssignatuur tot
Gereformeerde Gemeente toe - meer dan een meisje of
vrouw zonder schroom een al te laag en al te strak
uitgesneden truitje of blouse draagt, waarbij onbedekt
blijft wat in ieder geval in de kerk bedekt moet blijven, en
geaccentueerd wordt wat niet geaccentueerd hoeft te
worden. Of het al te kleine truitje waarbij de toeschouwer
met afgrijzen een stuk blote rug onderuit ziet komen. Dat
zoiets zelfs aan het Avondmaal valt waar te nemen en
men zelfs tijdens dit heilig samenzijn wordt
geconfronteerd met schaamteloos bloot is diep en diep
treurig.
Wie had bijvoorbeeld tien jaar geleden kunnen denken
dat zoiets ooit in reformatorische kring zou voorkomen?
Diepe treurnis hierover moet ons bevatten en doet het mij
in ieder geval. Juist de orthodoxie is geroepen tot het
geheel anders zijn. Wie denkt dat het hier om louter
uiterlijke zaken gaat vergist zicht. We moeten het nog
maar eens herhalen: innerlijk en uiterlijk behoren bij
elkaar, vormen een twee-eenheid.
Angst voor conservatisme
De desbetreffende vrouwen en meisjes zul-len, zo
mogen we aannemen, dit alles niet met opzet doen. Toch
moeilijk voor te stellen dat ze 's morgens voor de spiegel
staan en denken: hoe kan ik mij zo bloot en schaamteloos
moge-lijk kleden, zo prikkelend mogelijk; prikkeling die
overigens eerder het tegendeel van afkeer oproept.
Veeleer zal het zo zijn dat ze al te slaafs de mode
willen volgen en er niet over nadenken of en in hoeverre
deze overeenkomt met een christelijke levensstijl, niet
indachtig zijn het: "Maar gij geheel anders".
Daar komt natuurlijk ook nog bij dat er angst is voor
ouderwets versleten te worden. En ouderwets te zijn,
althans daarvoor uitgemaakt te worden, is voor de
gemiddelde Nederlander, zo heeft iemand al negentig jaar
geleden opgemerkt, wel een van de ergste dingen die hem
kan overkomen; hij wordt nog liever van diefstal of
brandstichting beschuldigd dan van het feit dat hij
conservatief zou zijn.
Dit is natuurlijk gechargeerd, maar zeker is dat de
angst voor conservatisme ook in orthodoxe milieus groot
is. Graag wil men meedoen en voor meisjes en vrouwen
geldt dit dan vooral op modegebied. Nu is een zekere
aanpassing op zich niet verkeerd. Niemand meer loopt in
kle-ren van twintig of dertig jaar terug.
Maar dit impliceert toch niet dat men verkeerde of
zelfs zondige trends hoeft te volgen, de stijl van de wereld
overneemt en er als hele of halve hedendaagse heidenen
bijloopt? Nogmaals: het kan ook anders. Hoe modieus
en tegelijkertijd vrouwelijk en ingetogen kunnen de
verkoopsters van de onder ons bekende modehuizen er
niet uit zien!
Grote verantwoordelijkheid
Voorlopig lijkt het er niet op, zeker nu de zomers zo
warm zijn, dat de schaamteloosheid vermindert. Eerder
lijkt het tegendeel het geval. Dit is echter een situatie die
niet langer mag voortduren.We kunnen toch niet blijven
dulden dat we in de kerk tegen steeds meer bloot moeten
aankijken. Het is voorlopig niet te verwachten dat de
mode verandert of veranderingen van binnenuit komen.
En moeilijk is het ook meisjes en vrouwen hierop
individueel aan te spreken. Men durft dat niet, al wordt er
onderling heel wat geklaagd, en daarbij komt natuurlijk
ook dat mensen van nu zich weinig meer laten gezeggen,
zich spoedig in hun vrijheid aangetast gevoelen.
Hier ligt echter een grote verantwoordelijkheid voor
predikanten en kerkenraden. Predikanten zouden aan dit
onderwerp, dat zich natuurlijk ook heel goed zou laten
inpas-sen in het kader van christelijke levensstijl in het
algemeen, eens bijzondere aandacht kunnen besteden en
met gezag en vermaning onze zusters tot een andere stijl
proberen te doen bewegen.
Daarnaast is het wenselijk dat kerkenraden
kledingregels gaan stellen, waarbij zeker niet nagelaten
zou moeten worden ook jongens en mannen, die er soms
schandalig shabby kunnen uitzien, globale regels voor te
schrijven, in ieder geval voor het Avondmaal.
Vele kerkenraden zullen hier wel huiverig voor zijn,
maar we mogen hen er misschien aan herinneren dat in
het buitenland voor toeristen kledingregels gelden.
Hoeveel te meer dan voor kerkgangers. Een ander
argument zou kunnen zijn dat mensen wegblijven
wanneer men eisen aan hen gaat stellen. De angst
hiervoor is begrijpelijk. Terecht is zij echter niet.
Wanneer men terecht, en natuurlijk op goede wijze,
vermaand wordt en dan wegblijft, ligt de verantwoordelijkheid
bij de persoon zelf
Het is treurig maar waar: het is tijd voor een
beschavingsoffensief. Mensen moeten weer essentiele
normen worden bijgebracht en predikanten en
kerkenraden hebben hierin een belangrijke taak. We
roepen hen op tot vervulling van deze taak.
Door dr. O.W. Dubois
te Berkenwoude
In Protestants Nederland , april 2008
ook in reformatorische kring
Zoals in heel de Westerse wereld is in de laatste decennia ook in Nederland
de schaamteloosheid sterk toegenomen. Misschien in ons land vaak nog
meer dan elders. Deze schaamteloosheid uit zich op velerlei terrein. Onder
meer in de toenemende verruwing van de omgangsvormen. Maar ook in
het volstrekt verloren gegane onderscheid tussen privé-ruimte en openbare
ruimte. Miljoenen mensen beschouwen deze laatste ruimte als een verlengstuk van hun
persoonlijke ruimte en gedragen zich dienovereenkomstig.
Belgedrag
Een wel heel duidelijk voorbeeld hiervan is het
moderne belgedrag, het gebruik van de mobiele telefoon.
Onbeschroomd voert men persoonlijke en soms erg
persoonlijke gesprekken in winkel, trein, en op de
openbare weg, terwijl ook bijeenkomsten in familiekring
regelmatig verstoord worden door telefoongerinkel van
het mobieltje, waarna men vervolgens en ten aanhore van
anderen onbelemmerd en vrijuit persoonlijke zaken
bespreekt.
Dat anderen hiermee niets te maken hebben en ook
hierdoor gehinderd worden komt bij de overgrote
meerderheid niet eens meer op. Voor het mobieltje
bestaat geen beleefdheid of beschaving. Schaamteloos
presenteert zich hiermee het individu en dringt zich op
aan anderen. Een fenomeen dat men in elke kring kan
waarnemen. Helaas ook in reformatorische kring waar
men toch anders zou verwachten. Maar ook hier heeft
men een tik van de moderne wereld. Soms zelfs meer dan
een tik.
Kleding
De schaamteloosheid uit zich echter wel heel
duidelijk en letterlijk op het terrein van de kleding.
Iedereen kan waarnemen dat de mode voor meisjes en
vrouwen de afgelopen jaren steeds brutaler is geworden.
Steeds minder schroomt men het lichaam te laten zien.
Het straatbeeld laat al sinds jaren vele meisjes en
vrouwen in al te korte rokken en naveltruitjes zien, een
aanblik die eerder walging dan lust oproept, maar
tamelijk recent zijn hierbij nog de al te strakke en al te
laag uitgesneden truitjes en blouses bijgekomen. Wie
mocht menen dat zoiets in onze kringen niet voorkomt
leeft in illusie. Men hoeft in orthodoxe milieus en in de
kerk maar om zich heen te kijken of het tegendeel bewijst
zich. Het is een trieste zaak dat vele orthodoxe vrouwen
en meisjes, gelukkig ook velen niet, er zo smakeloos en
schaamteloos bij zijn gaan lopen. Triest omdat men zich
hiermee ver verwijderd heeft van een echt christelijke
levensstijl. Een levensstijl waarbij een zekere
ingetogenheid en ook goede smaak behoort.
Deze ingetogenheid hoeft beslist niet saai of
ouderwets te zijn. Integendeel: zij kan heel goed
samengaan met modieusheid en vrouwelijkheid. Hebben
de in orthodoxe kring bekende modezaken - overigens die
niet alleen - niet kleding die tegelijkertijd modieus en
ingetogen vrouwelijk is? Kleding die een sieraad vormt
voor de vrouw, zodat de man, zonder lust of walging, met
een zuiver gemoed naar haar kan kijken en aan het
vrouwelijke zijn eer kan bewijzen.
Ingetogenheid in de kerk
Deze ingetogen kleding, die ook heel elegant kan zijn,
past natuurlijk overal en altijd. Zij past echter in het
bijzonder in de kerk. De plaats waar men de Koning kan
ontmoeten. En waar men een aardse koning of koningin
met eerbied in kleding en houding nadert, hier zelfs
voorschriften voor zijn, zal men dat dan niet de Koning
der koningen doen? Helaas is dit laatste steeds minder het
geval.
Iedereen zal met droefheid en verontwaardiging moeten
constateren dat ook in orthodoxe gemeenten - van meer
of minder Gereformeerde Bondssignatuur tot
Gereformeerde Gemeente toe - meer dan een meisje of
vrouw zonder schroom een al te laag en al te strak
uitgesneden truitje of blouse draagt, waarbij onbedekt
blijft wat in ieder geval in de kerk bedekt moet blijven, en
geaccentueerd wordt wat niet geaccentueerd hoeft te
worden. Of het al te kleine truitje waarbij de toeschouwer
met afgrijzen een stuk blote rug onderuit ziet komen. Dat
zoiets zelfs aan het Avondmaal valt waar te nemen en
men zelfs tijdens dit heilig samenzijn wordt
geconfronteerd met schaamteloos bloot is diep en diep
treurig.
Wie had bijvoorbeeld tien jaar geleden kunnen denken
dat zoiets ooit in reformatorische kring zou voorkomen?
Diepe treurnis hierover moet ons bevatten en doet het mij
in ieder geval. Juist de orthodoxie is geroepen tot het
geheel anders zijn. Wie denkt dat het hier om louter
uiterlijke zaken gaat vergist zicht. We moeten het nog
maar eens herhalen: innerlijk en uiterlijk behoren bij
elkaar, vormen een twee-eenheid.
Angst voor conservatisme
De desbetreffende vrouwen en meisjes zul-len, zo
mogen we aannemen, dit alles niet met opzet doen. Toch
moeilijk voor te stellen dat ze 's morgens voor de spiegel
staan en denken: hoe kan ik mij zo bloot en schaamteloos
moge-lijk kleden, zo prikkelend mogelijk; prikkeling die
overigens eerder het tegendeel van afkeer oproept.
Veeleer zal het zo zijn dat ze al te slaafs de mode
willen volgen en er niet over nadenken of en in hoeverre
deze overeenkomt met een christelijke levensstijl, niet
indachtig zijn het: "Maar gij geheel anders".
Daar komt natuurlijk ook nog bij dat er angst is voor
ouderwets versleten te worden. En ouderwets te zijn,
althans daarvoor uitgemaakt te worden, is voor de
gemiddelde Nederlander, zo heeft iemand al negentig jaar
geleden opgemerkt, wel een van de ergste dingen die hem
kan overkomen; hij wordt nog liever van diefstal of
brandstichting beschuldigd dan van het feit dat hij
conservatief zou zijn.
Dit is natuurlijk gechargeerd, maar zeker is dat de
angst voor conservatisme ook in orthodoxe milieus groot
is. Graag wil men meedoen en voor meisjes en vrouwen
geldt dit dan vooral op modegebied. Nu is een zekere
aanpassing op zich niet verkeerd. Niemand meer loopt in
kle-ren van twintig of dertig jaar terug.
Maar dit impliceert toch niet dat men verkeerde of
zelfs zondige trends hoeft te volgen, de stijl van de wereld
overneemt en er als hele of halve hedendaagse heidenen
bijloopt? Nogmaals: het kan ook anders. Hoe modieus
en tegelijkertijd vrouwelijk en ingetogen kunnen de
verkoopsters van de onder ons bekende modehuizen er
niet uit zien!
Grote verantwoordelijkheid
Voorlopig lijkt het er niet op, zeker nu de zomers zo
warm zijn, dat de schaamteloosheid vermindert. Eerder
lijkt het tegendeel het geval. Dit is echter een situatie die
niet langer mag voortduren.We kunnen toch niet blijven
dulden dat we in de kerk tegen steeds meer bloot moeten
aankijken. Het is voorlopig niet te verwachten dat de
mode verandert of veranderingen van binnenuit komen.
En moeilijk is het ook meisjes en vrouwen hierop
individueel aan te spreken. Men durft dat niet, al wordt er
onderling heel wat geklaagd, en daarbij komt natuurlijk
ook dat mensen van nu zich weinig meer laten gezeggen,
zich spoedig in hun vrijheid aangetast gevoelen.
Hier ligt echter een grote verantwoordelijkheid voor
predikanten en kerkenraden. Predikanten zouden aan dit
onderwerp, dat zich natuurlijk ook heel goed zou laten
inpas-sen in het kader van christelijke levensstijl in het
algemeen, eens bijzondere aandacht kunnen besteden en
met gezag en vermaning onze zusters tot een andere stijl
proberen te doen bewegen.
Daarnaast is het wenselijk dat kerkenraden
kledingregels gaan stellen, waarbij zeker niet nagelaten
zou moeten worden ook jongens en mannen, die er soms
schandalig shabby kunnen uitzien, globale regels voor te
schrijven, in ieder geval voor het Avondmaal.
Vele kerkenraden zullen hier wel huiverig voor zijn,
maar we mogen hen er misschien aan herinneren dat in
het buitenland voor toeristen kledingregels gelden.
Hoeveel te meer dan voor kerkgangers. Een ander
argument zou kunnen zijn dat mensen wegblijven
wanneer men eisen aan hen gaat stellen. De angst
hiervoor is begrijpelijk. Terecht is zij echter niet.
Wanneer men terecht, en natuurlijk op goede wijze,
vermaand wordt en dan wegblijft, ligt de verantwoordelijkheid
bij de persoon zelf
Het is treurig maar waar: het is tijd voor een
beschavingsoffensief. Mensen moeten weer essentiele
normen worden bijgebracht en predikanten en
kerkenraden hebben hierin een belangrijke taak. We
roepen hen op tot vervulling van deze taak.
Door dr. O.W. Dubois
te Berkenwoude
In Protestants Nederland , april 2008